KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Tuin
Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 7 Water
Artikel 8 Wonen
Artikel 9 Leiding - Water
Artikel 10 Waarde - Archeologie
Artikel 11 Waarde - Cultuurhistorie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Artikel 13 Algemene Bouwregels
Artikel 14 Algemene Gebruiksregels
Artikel 15 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 16 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 17 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 18 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 19 Overgangsrecht
Artikel 20 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Ligging Plangebied
1.3 Geldende Bestemmingsplannen
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Hoek Hildo Kropstraat-kruyderlaan
2.2 Jutphasestraatweg 1a
2.3 Vreeswijksestraatweg 10 En 10a
2.4 Henri Dunantlaan 4
2.5 Galecopperdijk 11 En 11a
2.6 Reinesteijnseweg 8
2.7 Industrieweg 2a
2.8 Structuurbaan 11
2.9 Nedereindseweg 405
2.10 Milieueffectrapportage
Hoofdstuk 3 Juridische Planbeschrijving
3.1 Algemeen
3.2 Toelichting Op De Planregels
3.3 Bestemmingen
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Veegplan 9 locaties Nieuwegein

Bestemmingsplan - Gemeente Nieuwegein

Vastgesteld op 23-10-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Veegplan 9 locaties Nieuwegein' van de Gemeente Nieuwegein als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0356.BPNG2019002-VA03.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 verbeelding

de verbeelding van het bestemmingsplan Veegplan 9 locaties Nieuwegein, met de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0356.BPNG2019002-VA03.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke en visuele uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse.

1.7 antenne-installatie

Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.8 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.9 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.

1.10 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.11 bestaand

  1. ten aanzien van bebouwing: een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand is gekomen of tot stand zal komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. ten aanzien van gebruik: het gebruik van grond en opstallen dat bestaat op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en in overeenstemming is met het voorheen geldende planologisch regime.

1.12 bestaand afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen

de afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 beperkt kwetsbaar object

object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.16 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.17 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.18 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.19 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.20 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.21 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.22 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.23 dakkapel

een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen, de onderzijde van de constructie boven de dakgoot in het dakvlak is geplaatst en de zijkant niet direct op de zijkant van het dakvlak is gesitueerd.

1.24 dakopbouw

een vergroting van een gebouw welke een onzelfstandige uitbreiding vormt van de onder het dak gelegen woning of andere daar gevestigde rechtmatige functie, en daarvan deel uitmaakt.

1.25 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

1.26 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.27 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een perceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk is aan te merken.

1.28 hoofdvorm

De bouwmassa naar hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen, de dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoverstekken, goot- en daklijsten, schoorstenen of gevelindelingen (door ramen, deuropeningen en erkers) van een bouwwerk.

1.29 huishouden

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en
continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.

1.30 huisvesting in verband met mantelzorg

huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.

1.31 kunstwerk

bouwwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

1.32 monument

onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed.

1.33 nutsvoorziening

de voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.34 peil

  1. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  2. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
  3. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil).

1.35 risicovolle inrichting

een bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen of LNG tankstations.

1.36 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.37 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.38 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.39 voorgevellijn

de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen; bij een hoekperceel wordt de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel, die naar de weg of openbaar groen is gekeerd, ook beschouwd als voorgevellijn.

1.40 wonen

het houden van verblijf of het gehuisvest zijn in een woning.

1.41 woning of wooneenheid

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden; onder woning wordt mede een zorgwoning begrepen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie

  1. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  2. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een gebouw

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.

2.5 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.7 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.9 hoogte van een woonschip

vanaf het waterpeil tot aan het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.

2.10 oppervlakte van een woonschip

tussen de buitenzijde van de zijwanden, neerwaarts geprojecteerd op het niveau van het waterpeil.

2.11 vloeroppervlakte

de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven die voorkomen in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bijlagen bij de regels, bijlage 1;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven die voorkomen in categorie 1, 2 of 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bijlagen bij de regels, bijlage 1;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loon- en verhuurbedrijf' eveneens: een loon- en verhuurbedrijf dat voorkomt in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in bijlagen bij de regels, bijlage 1;
  4. in afwijking van het bepaalde onder a. is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - composteerbedrijf' een composteerbedrijf toegelaten;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend een nutsvoorziening in de vorm van een transformatorhuis;
  6. webwinkels;
  7. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoren, waarvan per bedrijf de brutovloeroppervlakte maximaal 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen, met een maximum van 2.000 m²;
  8. bedrijfswoningen zijn niet toegelaten;
  9. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, reclame-uitingen, toegangswegen, voorzieningen voor waterhuishouding zoals gemalen, stuwen, duikers en ander kunstwerken voor de waterhuishouding.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
  1. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;
  2. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  3. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  4. opslag van goederen buiten het bouwvlak is niet toegestaan.
  5. in afwijking van het bepaalde onder d. is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - composteerbedrijf' opslag van goederen buiten het bouwvlak toegestaan tot een stapelhoogte van ten hoogste 6 m;
  6. bedrijven die niet zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten, zijn toegestaan voor zover de betrokken bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten onder de in artikel 3.1, onder a genoemde categorieën;
  7. perifere detailhandel is niet toegestaan.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van artikel 3 lid 1 :
  1. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in artikel 3 lid 1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in artikel 3 lid 1 genoemd;
  2. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in artikel 3 lid 1 genoemd.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groen, water, voet- en fietspaden;
  2. geluidswerende voorzieningen;
  3. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, voorzieningen voor waterhuishouding zoals gemalen, stuwen, duikers en andere kunstwerken voor de waterhuishouding.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
  1. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van palen, masten, kunstwerken en geluidswerende voorzieningen bedraagt ten hoogste 12 m;
  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. parkeren, waaronder carports;
  3. erkers.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
  1. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
  3. de bouwhoogte van masten bedraagt ten hoogste 6 m;
  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  5. in afwijking van het bepaalde onder a zijn erkers toegestaan over maximaal 3/5 van de naar de weg toegekeerde gevel en zijgevel van het hoofdgebouw met een maximaal diepte van 1 meter en met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw.

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
  2. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, water en voorzieningen voor waterhuishouding zoals gemalen, stuwen, duikers en ander kunstwerken voor de waterhuishouding.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
  1. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. water ten behoeve van de waterhuishouding;
  2. ondergeschikt groen;
  3. bruggen ten behoeve van langzaam verkeer;
  4. bij deze bestemming behorende voorzieningen voor waterhuishouding zoals gemalen, stuwen, duikers en ander kunstwerken voor de waterhuishouding.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

8.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 9 Leiding - Water

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de belangen van ondergrondse hoofdwatertransportleidingen en daarmee verband houdende constructies.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
  1. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
  2. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
  3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 2,5 m mag bedragen.

9.3 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van artikel 10.2 mits:
  1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding(en).

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 10 Waarde - Archeologie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
  1. De bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van inventariserend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. De bestemming 'Waarde - Archeologie' aan gronden, grenzend aan deze bestemming, toe te kennen indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van bedoelde medebestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.

Artikel 11 Waarde - Cultuurhistorie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming van cultuurhistorische waarden van:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 10': bebouwing langs een historische ontginningsas of waterweg.

11.2 Bouwregels

11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene Bouwregels

13.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
  1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen en balkons, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  2. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

13.2 Bestaande maten

Met betrekking tot bestaande maten geldt het volgende:
  1. voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, als ten hoogste toelaatbaar mogen worden aangehouden;
    2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, als ten minste toelaatbaar mogen worden aangehouden;
  2. ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
  3. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het overgangsrecht bouwwerken, als opgenomen in dit plan, niet van toepassing.

13.3 Voldoende parkeergelegenheid

  1. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  2. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de 'Nota Parkeernormen 2011-2015' of de opvolger daarvan bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
  3. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

Artikel 14 Algemene Gebruiksregels

14.1 Aan huis gebonden beroep of bedrijf

Ten aanzien van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf gelden de volgende voorwaarden:
  1. het vloeroppervlak ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of -bedrijf mag niet meer dan 35% van het woonvloeroppervlak met een maximum van 75 m² bedragen;
  2. de activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
  3. in geval van bedrijfsactiviteiten, zijn activiteiten toegestaan in een woning die door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, en voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit);
  4. de activiteiten mogen geen detailhandel, risicovolle inrichtingen, seksinrichting en/of horeca betreffen;
  5. webwinkels zijn wel toegestaan;
  6. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
  7. er dient een relatie te zijn tussen ten minste 1 bewoner en de uitgeoefende activiteit(en).

Artikel 15 Algemene Aanduidingsregels

15.1 Monumenten

  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' zijn de gronden tevens bestemd voor een rijksmonument;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' zijn de gronden tevens bestemd voor een gemeentelijk monument.

Artikel 16 Algemene Afwijkingsregels

16.1 Maten en bouwgrenzen

  1. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  2. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 17 Algemene Wijzigingsregels

17.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

Artikel 18 Overige Regels

18.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 19 Overgangsrecht

19.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
  1. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

19.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
  1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 20 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Veegplan 9 locaties Nieuwegein'

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Dit veegplan heeft betrekking op een negental locaties in de gemeente Nieuwegein. Een veegplan is een bestemmingsplan waarin de plannen van meerdere initiatiefnemers worden gebundeld. Het omvat correcties van verschillende geldende bestemmingsplannen.
In het voorliggende bestemmingsplan gaat het op enkele locaties om planologische mogelijkheden die per abuis overschreven zijn door een nieuwe juridische planregeling, zonder rekening te houden met de eerder toegekende mogelijkheden. Ook is op bepaalde locaties een ruimtelijke ontwikkeling mogelijk gemaakt met een omgevingsvergunning, welke nog niet verwerkt is in een actuele juridische planregel. Het doel van dit bestemmingsplan is het geven van een actueel en correct beeld van de functies en een kader waaraan (toekomstige) aanvragen voor omgevingsvergunningen kunnen worden getoetst. Door de verschillende locaties in één bestemmingsplan op te nemen, hoeft slechts eenmaal een bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen.

1.2 Ligging Plangebied

Het plangebied bestaat uit negen specifieke locaties verspreid over de gemeente Nieuwegein. Het betreft de volgende locaties:
afbeelding
Overzicht locaties (bron: Startnotitie, 30 september 2019, aangepast Buro SRO, mei 2020))
  1. Hoek Hildo Kropstraat-Kruyderlaan, Nieuwegein
  2. Jutphasestraatweg 1A, Nieuwegein
  3. Vreeswijksestraatweg 10A, Nieuwegein
  4. Henri Dunantlaan 4, Nieuwegein
  5. Galecopperdijk 11, Nieuwegein
  6. Reinesteijnseweg 8, Nieuwegein
  7. Industrieweg 2A, Nieuwegein
  8. Structuurbaan 11, Nieuwegein
  9. Nedereindseweg 405, Nieuwegein

1.3 Geldende Bestemmingsplannen

Voor de locaties die deel uitmaken van het plangebied gelden diverse beheersverordeningen en bestemmingsplannen. In de volgende tabel is voor elke locatie de geldende beheersverordening of het geldende bestemmingsplan weergegeven.
Locatie
Beheersverordening/bestemmingsplan
Vastgesteld
1. Hoek Hildo Kropstraat-Kruyderlaan, Nieuwegein Herenstraat-Kruyderlaan 5 maart 2018
2.
Jutphasestraatweg 1A, Nieuwegein Fokkesteeg-Merwestein 5 maart 2018
3.
Vreeswijksestraatweg 10 en 10A, Nieuwegein Fokkesteeg-Merwestein 5 maart 2018
4.
Henri Dunantlaan 4, Nieuwegein (Hoog)zandveld-Lekboulevard 25 januari 2018
5.
Galecopperdijk 11 en 11A, Nieuwegein Galecop 25 januari 2018
6.
Reinesteijnseweg 8, Nieuwegein Galecop en Nieuwraven 4 juli 1991
7. Industrieweg 2A, Nieuwegein Vreeswijk-Noord 1 mei 2002
8. Structuurbaan 11, Nieuwegein Plettenburg - De Wiers 4 juli 1991
9. Nedereindseweg 405, Nieuwegein Batau 24 januari 2019

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 worden de verschillende locaties beschreven. Per locatie worden de voorgeschiedenis en achtergronden geschetst en wordt weergegeven op welke wijze het in het voorliggende bestemmingsplan is meegenomen. Hoofdstuk 3 bevat de juridische planbeschrijving. Tot slot komt in hoofdstuk 4 de uitvoerbaarheid aan bod.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Hoek Hildo Kropstraat-kruyderlaan

Op 27 juni 2012 is het bestemmingsplan ‘Hildo Kropstraat 35’ vastgesteld. Dit bestemmingsplan maakte de realisatie mogelijk van 23 startersappartementen en een kinderopvang op de locatie Hildo Kropstraat 35. De maximum bouwhoogte is hierbij deels gesteld op 13 m en deels op 4 m. Het noordelijke deel van het bouwvlak heeft de functieaanduiding 'gemengd', op basis waarvan op de begane grond ambachtelijk bedrijven, dienstverlening en bepaalde maatschappelijke voorzieningen zijn toegelaten. Beoogd werd om kinderopvang mogelijk te maken.
afbeelding
Huidige situatie Hoek Hildo Kropstraat-Kruyderlaan
afbeelding
Bestemmingsplan 'Hilde Kropstraat 35', 2012 (Bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Op 20 december 2012 is een omgevingsvergunning verleend voor een bouwplan voor de 23 startersappartementen. In het aangevraagde en vergunde bouwplan is de kinderopvang komen te vervallen. Dit bouwplan is echter niet gerealiseerd. Vervolgens is op 28 mei 2018 een omgevingsvergunning verleend voor 27 appartementen, inclusief het veranderen van de bestaande in/uitrit op het perceel hoek Hildo Kropstraat met Kruyderlaan. Ook dit initiatief is niet gerealiseerd. Op 15 april 2020 heeft het college ingestemd om een allonge op de anterieure overeenkomst uit 2018 aan te gaan, waarmee een nieuw bouwplan met 24 appartementen mogelijk is. Hiervoor is op 2 juni 2020 door de raad een correctie van de beheersverordening 'Herenstraat-Kruyderlaan' vastgesteld, waarmee feitelijk opnieuw het bestemmingsplan ‘Hildo Kropstraat 35’ uit 2012 van kracht wordt. Afgesproken is dat deze locatie ook wordt meegenomen in het veegplan.
Er is een nieuw bouwplan beschikbaar (zie onderstaande afbeelding). Dit vormt de basis voor de verbeelding en regeling van het voorliggende veegplan.
afbeelding
Schetsontwerp (Bron 3N30 Architecten, 18 maart 2020)
Geldende beheersverordening
Sinds het raadsbesluit van 2 juni 2020 is het bestemmingsplan 'Hildo Kropstraat 35' onderdeel geworden van de beheersverordening 'Herenstraat-Kruyderlaan en daarmee opnieuw van kracht. Verder is aan de noordkant van de locatie een strook grond overschreven door het bestemmingsplan 'Jutphaas - Wijkersloot', dat is vastgesteld op 5 maart 2018.
Bijlagen en onderzoeken
Hoewel er op dit moment sprake is van een gewijzigd voorstel dat als basis dient voor het voorliggende veegplan, wordt inhoudelijk verwezen naar het in de bijlagen bij toelichting bijlage 1 opgenomen bestemmingsplan 'Hildo Kropstraat 35'. In dat bestemmingsplan zijn de volgende onderzoeken opgenomen:
  • akoestisch onderzoek;
  • bedrijven en milieuzonering;
  • luchtkwaliteit;
  • verkennend bodemonderzoek (milieu), 2008;
  • eindsituatie-bodemonderzoek (milieu), 2010;
  • verantwoording groepsrisico;
  • verkennend bodemonderzoek (milieu), 2011;
  • historisch bodemonderzoek (milieu), 2011;
  • mobiliteitstoets Nota parkeernormen.
Tevens is in de betreffende bijlage de omgevingsvergunning voor 27 appartementen, verleend op 28 mei 2018, opgenomen, met onder meer een bijlage over parkeren.
Stikstofberekening
Aangezien de planlocatie braakliggend is en de mogelijkheid bestond om aanvankelijk in totaal 27 appartementen te realiseren, is voor de planlocatie ten behoeve van de Wet natuurbescherming een stikstofberekening uitgevoerd (15 november 2019, SR190302, Buro SRO), welke te vinden is in de bijlagen bij toelichting bijlage 2. De ontwikkeling gaat gepaard met de uitstoot van stikstof in de gebruiks- en bouwfase waardoor in beeld gebracht moet worden wat de mogelijke effecten van de ontwikkeling zijn op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden. Uit de uitgevoerde stikstofberekening kan geconcludeerd worden dat de stikstofdepositie vanwege de beoogde ontwikkeling geen significante gevolgen heeft voor de Natura 2000-gebieden. Daarmee is er geen vergunning nodig in het kader van de Wet natuurbescherming. Met het oog op de Wet natuurbescherming is het plan uitvoerbaar. In het voorliggende bestemmingsplan gaat het nog om maximaal 24 appartementen: daarvoor geldt dezelfde conclusie.
Vertaling in bestemmingsplan
Met onderhavig bestemmingsplan wordt een deel van de inhoud van het bestemmingsplan 'Hildo Kropstraat 35' opnieuw vastgesteld. De voor de eerder beoogde kinderopvang opgenomen functieaanduiding 'gemengd' wordt niet overgenomen. De plangrens aan de noordkant wordt gevormd door de grens van het bestemmingsplan 'Jutphaas - Wijkersloot'.
Deze gronden krijgen deels de bestemming 'Wonen', waarbij, zoals gebruikelijk in de gemeente Nieuwegein, ook aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegelaten. De hoofdgebouwen dienen geplaatst te worden in het op de verbeelding aangegeven bouwvlak, dat voor 100% mag worden bebouwd. De maximum bouwhoogte is bepaald op 12,5 m en bij de bijbehorende bergingen op 3 m. Verder wordt hier uitgegaan van maximaal 24 wooneenheden.
In navolging van het bestemmingsplan 'Hildo Kropstraat 35' is een deel van de locatie bestemd voor 'Verkeer'. Hiervoor gelden de in de gemeente gebruikelijke bouw- en gebruiksmogelijkheden.
Het bestaande transformatorhuisje is, net als in het bestemmingsplan 'Hildo Kropstraat 35' voorzien van een bedrijvenbestemming. In het voorliggende bestemmingsplan is daarbij de aanduiding 'nutsvoorziening' gehanteerd, waarbij bepaald is dat ter plaatse uitsluitend een nutsvoorziening in de vorm van een transformatorhuis is toegelaten.

2.2 Jutphasestraatweg 1a

Voor het perceel Jutphasestraatweg 1A is op grond van de kruimelgevallenregeling (artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2° Wabo en artikel 4 van bijlage II Bor) op 23 juli 2013 een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van de bestaande woning. Hierbij werd afgeweken van het bestemmingsplan 'Fokkesteeg-Merwestein' (april 2008). De woning is gerealiseerd.
afbeelding
Huidige situatie Jutphasestraatweg 1A
afbeelding
Linker- en rechterzijgevel nieuw (Bron: Architectenburo Huub van der Zee, 5 juni 2013)
Geldende beheersverordening
Op 5 maart 2018 is de beheersverordening 'Fokkesteeg-Merwestein' vastgesteld, waarbij abusievelijk de hiervoor genoemde omgevingsvergunning voor de uitbreiding van de woning aan de Jutphasestraatweg 1A niet verwerkt is.
Bijlagen en onderzoeken
De omgevingsvergunning 'Jutphasestraatweg 1A', zie bijlagen bij toelichting bijlage 3, bevat de volgende documenten die relevant zijn voor dit planonderdeel:
  • omgevingsvergunning voor het uitbreiden van de woning, verleend op 23 juli 2013, met een bijlage over:
    • verkennend bodemonderzoek (milieu), 2011
  • ruimtelijke onderbouwing bouwplan woning Jutphasestraatweg 1a, 2011, behorend bij het (niet benutte) 'Projectbesluit Jutphasestraatweg 1a, genomen op 24 juli 2012'.
Vertaling in bestemmingsplan
Het perceel van de Jutphasestraatweg 1A krijgt in het voorliggende bestemmingsplan de de bestemming 'Wonen', waarbij de grenzen zijn afgestemd op de kadastrale situatie. Deze gronden zijn bestemd voor wonen, met mogelijkheden voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Er is een bouwvlak voor het hoofdgebouw opgenomen, overeenkomstig de op basis van de omgevingsvergunning gerealiseerde bebouwing. Hierbij is, conform het voorheen geldende bestemmingsplan 'Fokkesteeg-Merwestein' (2008), een maximale bouwhoogte van 6 m opgenomen.
Door het meest oostelijke deel van het perceel loopt een ondergrondse hoofdwatertransportleiding. Dit deel van het perceel heeft in het voorliggende bestemmingsplan de dubbelbestemming 'Leiding - Water' gekregen.

2.3 Vreeswijksestraatweg 10 En 10a

Het projectbesluit 'Vreeswijksestraatweg 10', genomen op 23 juli 2010 door het college van B&W, en de tegelijkertijd verleende en bijbehorende bouwvergunning maakt de bouw van een vrijstaande woning op het perceel Vreeswijksestraatweg 10 mogelijk. In dat verband is de volgende belangenafweging gemaakt: "Het bouwplan is gesitueerd op een groot perceel langs de Vreeswijksestraatweg, aan het water. In de bestaande situatie is er sprake van een kleine monumentale boerderij, in gebruik als kantoor aan huis en een schuur, welke momenteel als woonhuis in gebruik is. Het vervangen van de schuur voor een woonhuis langs het water is stedenbouwkundig een wenselijke ontwikkeling. De schuur kan uit maatschappelijke overwegingen tijdelijk worden gebruikt voor mantelzorg, maar dient daarna te worden afgebroken. De dichtstbijzijnde woning staat op ca. 19 meter afstand van de geplande nieuwbouw. De verwachting is dat omwonenden niet onevenredig in hun belangen worden geschaad. Uit de ruimtelijke onderbouwing en de ingewonnen adviezen blijkt dat de realisatie geen onevenredig nadelige effecten heeft op algemene belangen. We kunnen in alle redelijkheid doorslaggevende waarde hechten aan het belang van de aanvrager bij de realisatie van dit bouwplan."
afbeelding
Huidige situatie Vreeswijksestraatweg 10 en 10A
afbeelding
Luchtfoto (westelijke woning Vreeswijksestraatweg 10, oostelijke woning vreewijksestraatweg 10A)
Het bouwplan is gerealiseerd, waarbij de nieuwe vrijstaande woning huisnummer 10A heeft gekregen.
Geldende beheersverordening
Op 5 maart 2018 is de beheersverordening 'Fokkesteeg-Merwestein' vastgesteld. In deze beheersverordening is per abuis geen rekening gehouden met het projectbesluit 'Vreeswijksestraatweg 10'.
Bijlagen en onderzoeken
Het projectbesluit 'Vreeswijksestraatweg 10', zie bijlagen bij toelichting bijlage 4, bevat de volgende documenten die relevant zijn voor dit planonderdeel:
  • projectbesluit 'Vreeswijksestraatweg 10', genomen op 23 juli 2010, met bijbehorende
  • ruimtelijke onderbouwing 'Vrijstaande woning aan de Vreeswijksestraatweg nr. 10', met de volgende bijlagen:
    • verkennend bodemonderzoek (milieu);
    • nader bodemonderzoek (milieu);
    • akoestisch onderzoek;
    • archeologisch onderzoek;
    • ontwerpbesluit hogere grenswaarden;
    • BUS-melding (bodemsanering).
Vertaling in bestemmingsplan
In de regeling van dit bestemmingsplan is de regeling opgenomen voor de vrijstaande woning die door het projectbesluit 'Vreeswijksestraatweg 10' mogelijk is gemaakt.
De percelen Vreeswijksestraatweg 10 en 10A zijn opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan. Het plangebied is voorzien van de bestemming 'Wonen' waarbij ter plaatse van de woningen twee bouwvlakken, waar een maximale bouwhoogte van 6 m geldt, gesitueerd zijn. Op het perceel van Vreeswijksestraatweg 10A bevindt zich de inmiddels nieuw gerealiseerde woning.
De voormalige boerderij betreft een gemeentelijk monument. Hiervoor is de 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' opgenomen. In de Algemene aanduidingsregels is aangegeven dat deze gronden tevens bestemd zijn voor een gemeentelijk monument.
Bestaande schuur
Op Vreeswijksestraatweg 10 bevindt zich de voormalige boerderij met schuur, die thans gebruikt wordt als mantelzorgwoning. Deze bestaande schuur krijgt de 'specifieke bouwaanduiding - schuur'. De schuur moet echter worden gesloopt zodra de huisvesting in verband met mantelzorg ter plaatse ten einde is gekomen. In het projectbesluit ‘Vreeswijksestraatweg 10’, genomen op 23 juli 2010, is immers bepaald dat de bestaande schuur op het perceel, inmiddels geheten Vreeswijksestraatweg 10A, op termijn moet worden afgebroken. De schuur mag nog zolang blijven staan als hierin aan familie mantelzorg wordt verleend. Maar zodra deze mantelzorg niet langer wordt verleend, moet de schuur worden afgebroken; de sloop moet zijn voltooid binnen twee maanden na afloop van de mantelzorgsituatie. Deze sloopverplichting komt voort uit een ruimtelijke voorwaarde (opruiming van het voormalige agrarische bijgebouw) waaronder de gemeente destijds haar medewerking heeft willen verlenen aan het realiseren van een nieuwe woning op het perceel Vreeswijksestraatweg 10. In het voorliggende bestemmingsplan is deze regeling verwerkt in artikel 8.2.4 van de regels (“Voorwaardelijke verplichting sloop bestaande schuur”).

2.4 Henri Dunantlaan 4

Op 21 juli 2008 is een bouwvergunning voor de realisatie van negen rijwoningen op de beoogde locatie verleend. Daaropvolgend is met het projectbesluit 'Henri Dunantlaan', genomen op 20 april 2010, de realisatie van vier rijwoningen en tien appartementen mogelijk gemaakt.
afbeelding
Huidige situatie Henri Dunantlaan 4
afbeelding
Gevelbeelden (bron: Ron Schutten, advies- en ontwerpbureau voor bouw en interieur, 12 februari 2010)
Geldende beheersverordening
Met het vaststellen van de beheersverordening '(Hoog)zandveld-Lekboulevard' op 25 januari 2018 is geen rekening gehouden met de inhoud van het hiervoor genoemde projectbesluit 'Henri Dunantlaan'.
Bijlagen en onderzoeken
Het projectbesluit 'Henri Dunantlaan 4', zie bijlagen bij toelichting bijlage 5, bevat de volgende documenten die relevant zijn voor dit planonderdeel:
  • bouwvergunning voor het veranderen van 9 (rij)woningen naar 4 (rij)woningen en 10 appartementen, verleend op 20 april 2010; deze vergunning vormt één besluit samen met het:
  • projectbesluit 'Henri Dunantlaan', verleend op 20 april 2010, met de volgende bijlagen:
    • onderzoek luchtkwaliteit;
    • akoestisch onderzoek.
Vertaling in bestemmingsplan
Dit bestemmingsplan voorziet in de regeling voor de bestaande vier rijwoningen en tien appartementen aan de Henri Dunantlaan. Het perceel is voorzien van de bestemming 'Wonen' waarbij een bouwvlak opgenomen is voor de vier rijwoningen en tien appartementen. De woningen en appartementen bestaan uit twee bouwlagen met een teruggelegde halfronde kap. De maximale bouwhoogte binnen het bouwvlak bedraagt 10 m en de maximale goothoogte bedraagt 8 m. De smalle strook in het zuidelijke deel van het projectbesluitvlak heeft de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'.

2.5 Galecopperdijk 11 En 11a

Op 20 augustus 2010 is de realisatie van een woonhuis met garage op Galecopperdijk 11 mogelijk gemaakt door middel van een projectbesluit op grond van artikel 3.23 Wro. Hierbij is op 7 september 2010 de bijbehorende bouwvergunning voor de 1e fase verleend en is op 17 november 2010 de bouwvergunning voor de 2e fase verleend. Het projectbesluit en de bouwvergunningen uit 2010 zijn genomen en vergeven vanwege een perceelsplitsing. Het perceel Galecopperdijk 11 is omstreeks 2010 opgesplitst in twee percelen. Op het noordelijk gelegen deel (Galecopperdijk 11) is de nieuwe woning gerealiseerd. Op het zuidelijk gelegen deel (Galecopperdijk 11A) bestaat de mogelijkheid om ter vervanging van de huidige, uit 1970 stammende woning, een nieuwe woning te realiseren.
afbeelding
Huidige situatie Galecopperdijk 11 en 11 A
afbeelding
Situatie (bron: Architectenbureau Huub van der Zee, 21 oktober 2008)
Geldende beheersverordening
Op 28 januari 2018 is de beheersverordening 'Galecop' vastgesteld, waarbij abusievelijk geen rekening is gehouden met de inhoud van het projectbesluit 'Galecopperdijk 11'.
Bijlagen en onderzoeken
Het projectbesluit 'Galecopperdijk 11', zie bijlagen bij toelichting bijlage 6, bevat de volgende documenten die relevant zijn voor dit planonderdeel:
  • projectbesluit 'Galecopperdijk 11', genomen op 20 augustus 2010, met bijbehorende kaart van het projectbesluit;
  • brief over principemedewerking gemeente, 2007;
  • ruimtelijke onderbouwing voor het realiseren van een nieuw te bouwen woning aan de Galecopperdijk 11 te Nieuwegein, met de volgende bijlagen:
    • verkennend bodemonderzoek (milieu);
    • aanvullend grondonderzoek (milieu);
    • archeologisch onderzoek;
    • akoestisch onderzoek;
    • besluit hogere grenswaarden.
Vertaling in bestemmingsplan
De locatie van de woningen wordt voorzien van twee bouwvlakken. Om de open ruimte tussen de woning niet dicht te laten slibben, wat stedenbouwkundig niet wenselijk is, zijn de twee bouwvlakken in dezelfde richting gepositioneerd. In deze situatie bestaat de mogelijkheid om in de toekomst de kappen van beide woningen in de zelfde richting te bouwen, wat stedenbouwkundig wenselijker is.
Binnen het bouwvlak van Galecopperdijk 11 geldt een maximale goothoogte van 3 m en een maximale bouwhoogte van 9 m. Het bouwvlak van de Galecopperdijk 11A is voorzien van een maximale goothoogte van 5 m en een maximale bouwhoogte van 9 m. Op het perceel Galecopperdijk 11A is een ruime hoeveelheid aan bijbehorende bouwwerken aanwezig: dat is toegestaan binnen de regels. Daarnaast is binnen het plangebied sprake van de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Water'.

2.6 Reinesteijnseweg 8

Op 25 november 2013 is een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een nieuwe bedrijfsruimte op het perceel Reinesteijnseweg 8.
Op 25 januari 2018 is de beheersverordening 'Galecop' vastgesteld waarbij een deel van de locatie Reinesteijnseweg 8 abusievelijk buiten het besluitgebied van de beheersverordening is gevallen. Een groot deel van het perceel Reinesteijnseweg 8 valt wel binnen de beheersverordening.
Op het noordoostelijke gedeelte van het perceel Reinesteijnseweg 8 is in 2014-2015 de bedrijfsruimte gerealiseerd: zie onderstaande luchtfoto.
afbeelding
Huidige situatie Reinesteijnseweg 8
afbeelding
Plattegrond bouwplan (bron: BMV)
Geldend bestemmingsplan
Ter plaatse van het projectbesluit van 25 november 2013 geldt het bestemmingsplan 'Galecop en Nieuwraven', vastgesteld op 4 juli 1991.
Bijlagen en onderzoeken
De omgevingsvergunning 'Reinesteijnseweg 8', zie bijlagen bij toelichting bijlage 7 bevat de volgende documenten die relevant zijn voor dit planonderdeel:
  • omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuwe bedrijfsruimte, verleend op 25 november 2013, met bijbehorende
  • ruimtelijke onderbouwing 'Nieuw te bouwen bedrijfshal', met de volgende bijlage:
    • archeologisch onderzoek.
Vertaling in bestemmingsplan
De nieuwe bedrijfsruimte is voorzien van de bestemming 'Bedrijf' waarbij een bouwvlak is opgenomen. Hierbij is de regeling inhoudelijk afgestemd op wat toegelaten is binnen het bestemmingsplan 'Galecop'. In algemene zin wordt uitgegaan van bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar ter plaatse is een loon- en verhuurbedrijf uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegelaten. De goot- en bouwhoogte is afgestemd op het bouwplan, met een maximale goot- en bouwhoogte van resp. 4 en 9 meter.
De bebouwing is in de plannen voorzien van een groene buffer (groenzone en een watergang), waarmee de bedrijfsruimte fysiek en landschappelijk gescheiden is van het aangrenzende gebied 'Galecopperzoom'. De groenzone en een klein gedeelte nieuwe sloot zijn gelegen binnen het plangebied, met de bestemmingen 'Groen' en 'Water'.

2.7 Industrieweg 2a

De eigenaar van het perceel Industrieweg 2A heeft de gemeente in het kader van het bestemmingsplan 'Vreeswijk-Noord', vastgesteld op 26 juni 2013, verzocht om de aanwezige bedrijfswoning positief te bestemmen. De gemeente besloot destijds om dit verzoek niet in te willigen. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 22 januari 2014 goedkeuring onthouden aan het bestemmingsplan 'Vreeswijk-Noord' waar het gaat om het perceel Industrieweg 2A. De Afdeling geeft aan dat het bekend was bij de gemeente dat op dit perceel, reeds vanaf 1993, gewoond wordt. De betreffende bewoner heeft daarvan veelvuldig melding heeft gemaakt bij verschillende gemeentelijke instanties, waarbij aangegeven is dat naar een oplossing zal worden gezocht voor wat betreft de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Het wonen viel al onder het overgangsrecht van het vorige bestemmingsplan en kan niet opnieuw onder het overgangsrecht worden gebracht, want er is geen sprake van een gerechtvaardigde verwachting dat het gebruik als woning in de planperiode wordt beëindigd (de voorwaarde voor het opnieuw onder het overgangsrecht brengen). Om die redenen is het beroep gegrond verklaard. De mogelijkheid om te wonen bij het bedrijf op het perceel Industrieweg 2A is tot op heden niet verwerkt in een actueel bestemmingsplan of een actuele beheersverordening.
afbeelding
Huidige situatie Industrieweg 2A
Geldend bestemmingsplan
Ter plaatse van de Industrieweg 2A geldt nog het bestemmingsplan 'Vreeswijk-Noord', vastgesteld op 1 mei 2002.
Bijlagen en onderzoeken
De uitspraak van de 22 januari 20014 van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan 'Vreeswijk Noord' en het bestemmingsplan 'Vreeswijk Noord', vastgesteld op 26 juni 2013, zijn te vinden in de bijlagen bij toelichting bijlage 8.
Vertaling in bestemmingsplan
Op het perceel is een bedrijf van milieucategorie 3.1 toegestaan en geldt een maximale bouwhoogte van 10 m en een maximum bebouwingspercentage van 80%. De volledige locatie is voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' met de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 2'.
Het perceel is van de aanduiding 'overige zone - afwijkingsbevoegdheid bedrijfswoning' voorzien, waarmee de mogelijkheid wordt gegeven een bedrijfswoning te realiseren. De realisatie van één bedrijfswoning bij het bedrijf op het perceel Industrieweg 2A is enkel mogelijk wanneer door middel van onderzoek (geur- en geluidsonderzoek) aangetoond kan worden dat er geen milieubelemmeringen bestaan. Daarbij is met name het emissiepunt/de afzuiginstallatie van het bedrijf op perceel Industrieweg 2 van belang.

2.8 Structuurbaan 11

Het college van B&W heeft op 21 januari 2011 het projectbesluit 'Structuurbaan 11' genomen. De daarbij behorende omgevingsvergunning op grond van artikel 2.10 Wabo is op 26 september 2012 verleend. Op dit moment is hier Groen Recycling Nieuwegein gevestigd, een composteerbedrijf dat met name gericht is op het innemen en verwerken van groenafval.
afbeelding
Huidige situatie Structuurbaan 11
Geldend bestemmingsplan
Ter plaatse van het projectbesluit van 21 januari 2011 geldt het bestemmingsplan 'Plettenburg-De Wiers', vastgesteld op 4 juli 1991.
Het projectbesluit 'Structuurbaan 11' maakt de uitbreiding van het composteerbedrijf op het perceel Structuurbaan 11 mogelijk. Het omringende bestemmingsplan 'Plettenburg-De Wiers', vastgesteld op 17 januari 2010 heeft het perceel Structuurbaan 11 niet opgenomen.
Bijlagen en onderzoeken
Het projectbesluit 'Structuurbaan 11', zie bijlagen bij toelichting bijlage 9, bevat de volgende documenten die relevant zijn voor dit planonderdeel:
  • projectbesluit 'Composteerterrein Structuurbaan 11', genomen op 21 januari 2011, met bijbehorende:
  • ruimtelijke onderbouwing, met de volgende bijlagen:
    • tekening ruimtelijke indeling composteerinrichting;
    • nul- en eindsituatie-bodemonderzoek (milieu);
    • akoestisch onderzoek;
    • aanvullend akoestisch onderzoek;
    • luchtkwaliteitsonderzoek;
    • archeologisch onderzoek;
    • quickscan flora en fauna;
    • advies hoogheemraadschap;
  • regels van het projectbesluit;
  • kaart van het projectbesluit.
Vertaling in bestemmingsplan
Het gehele kadastrale perceel Structuurbaan 11 is voorzien van de bestemming 'Bedrijf'. Hierbij zijn de functieaanduidingen 'bedrijf tot en met categorie 3.1' en 'specifieke vorm van bedrijf - composteerbedrijf' van toepassing.
Het perceel is, conform het projectbesluit, voorzien van twee bouwvlakken. In het zuidelijke bouwvlak geldt een maximale bouwhoogte van 10 m met een maximum bebouwingspercentage van 40%. Voor het noordelijke bouwvlak geldt een maximale bouwhoogte van 4 m en een maximum bebouwingspercentage van 100%.
Verder is een regeling opgenomen op basis waarvan ter plaatse buitenopslag mogelijk is, afgestemd op de regeling uit het projectbesluit. Tevens is een specifieke regeling voor de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen opgenomen.

2.9 Nedereindseweg 405

Het perceel aan de Nedereindseweg 405 te Nieuwegein was in het voorheen geldende bestemmingsplan 'Batau Zuid 2007' voorzien van een woonbestemming. Hierbij was een maximale goothoogte van 6 m aangeduid, waarbij in de regels was bepaald dat de bouwhoogte maximaal 4 meter boven de aangegeven goothoogte mag bedragen. Verder was een aan-huis-verbonden beroep toegestaan tot een oppervlakte van 35% van de woonvloeroppervlakte, met een maximum van 75 m².
Op het perceel was tot voorkort een huisartsenpraktijk aanwezig die niet meer voldeed aan de maximale oppervlakte. De huisartsenpraktijk is inmiddels verplaatst naar een andere locatie, waardoor enkel nog de woning aanwezig is op het perceel.
Op 24 januari 2019 is het bestemmingsplan 'Batau' vastgesteld door de raad van de gemeente Nieuwegein, waarbij het perceel is voorzien van een maatschappelijke bestemming met de aanduiding 'bedrijfswoning' voor de woning. Tevens is het hoofdgebouw voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument'.
Het huidige gebruik van het perceel is niet in overeenstemming met de maatschappelijke bestemming.
afbeelding
Huidige situatie Nedereindseweg 405
afbeelding
Uitsnede bestemmingsplan 'Batau' (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Geldend bestemmingsplan
Ter plaatse van de Nedereindseweg 405 geldt het bestemmingplan 'Batau', vastgesteld op 24 januari 2019.
Vertaling in bestemmingsplan
Het perceel aan de Nedereindseweg 405 is voorzien van de bestemming 'Wonen'. Voor de bestaande woning is een bouwvlak met de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' opgenomen. Tevens zijn de maximale goot- en bouwhoogte en rijksmonument aangeduid, conform de eerder geldende mogelijkheden.
Tevens beschikken de gronden over de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' met de daarbij behorende functieaanduidingen 'specifieke vorm van waarde - 2' en 'Waarde - Cultuurhistorie' met de bijbehorende 'specifieke vorm van waarde - 10'. Deze gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden.

2.10 Milieueffectrapportage

Een milieueffectrapportage is niet vereist voor dit bestemmingsplan. Deze conclusie volgt hier niet uit een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling, want een dergelijke beoordeling is voor dit project niet vereist. Bij woningbouw is een vormvrije m.e.r.-beoordeling slechts vereist als deze woningbouw een ‘stedelijk ontwikkelingsproject’ vertegenwoordigt als bedoeld in categorie 11.2 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage. Het ruimtelijk plan Hoek Hildo Kropstraat-Kruyderlaan (het enige onderdeel van dit bestemmingsplan dat zou kunnen vallen onder de werking van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage) behoort niet tot de categorie ‘stedelijk ontwikkelingsproject’, en vereist dus geen vormvrije m.e.r.-beoordeling.
Omdat sinds de inwerkingtreding van het gewijzigde Besluit milieueffectrapportage op 7 juli 2017 de vormvrije m.e.r.-beoordeling getrapt plaatsvindt via een aanmeldnotitie en een beoordelingsbesluit, betekent dit concreet het volgende:
  • voor dit bestemmingsplan is geen aanmeldnotitie vormvrije m.e.r.-beoordeling vereist
  • de gemeente neemt geen m.e.r.-beoordelingsbesluit over dit bestemmingsplan.
Argumentatie ‘geen stedelijk ontwikkelingsproject’
Of een project een stedelijk ontwikkelingsproject is, wordt beoordeeld op grond van:
  • het al dan niet passen van het project in de categorie activiteiten die benoemd zijn als ‘stedelijk ontwikkelingsproject’ in onderdeel D van de bijlage bij het Besluit effectrapportage.
Maar het bovenstaande kan slechts het geval zijn op grond van:
  • de beoordeling door de gemeente dat het woningbouwproject een wijziging inhoudt ten opzichte van de stedelijke ontwikkeling ter plaatse. Dat wordt beschouwd als onderscheidend kenmerk van het begrip ‘stedelijk ontwikkelingsproject’.
Het project Hoek Hildo Kropstraat-Kruyderlaan past niet in de categorie ‘stedelijk ontwikkelingsproject’. Want door dit project wordt de stedelijke ontwikkeling ter plaatse niet gewijzigd. Het project is conform de stedelijke ontwikkeling: het past in het woningbouwprogramma, in de ruimtelijke structuur ter plaatse en – qua woningtypen – in de ontwikkeling van de woningvoorraad. Dit kan als volgt worden onderbouwd:
  • Woningbouwprogramma: de woningbouwlocatie Hoek Hildo Kropstraat-Kruyderlaan past in het ‘Woningbouwprogramma 2030’ van Nieuwegein, vastgesteld door de gemeenteraad in mei 2017. Daarin is vastgelegd dat de gehele te realiseren binnenstedelijke woningbouwproductie in Nieuwegein in de periode 2017-2030 een omvang heeft van 5000 woningen. De locatie Hoek Hildo Kropstraat-Kruyderlaan behoort tot de lijst van 67 in dat programma opgenomen woningbouwlocaties. Het ruimtelijk plan Hoek Hildo Kropstraat-Kruyderlaan draagt qua aantal woningen normaal (conform het woningbouwprogramma) bij aan de woningbouwproductie in het gebied Rijnhuizen.
  • Ruimtelijke structuur: qua ruimtebeslag en bebouwing past het plan in de bestaande omgeving.
  • Ontwikkeling van de woningvoorraad: qua woningtypen past het plan in de ontwikkeling van de woningvoorraad van Nieuwegein.
Samenvattend: het ruimtelijk plan Hoek Hildo Kropstraat-Kruyderlaan past in het woningbouwprogramma, in de ruimtelijke structuur ter plaatse en qua woningtypen in de ontwikkeling van de woningvoorraad. De stedelijke ontwikkeling ter plaatse wordt dus niet gewijzigd door dit project. Het is dus geen stedelijk ontwikkelingsproject in de zin van het Besluit milieueffectrapportage.

Hoofdstuk 3 Juridische Planbeschrijving

3.1 Algemeen

Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.

3.2 Toelichting Op De Planregels

De planregels van het bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de geldende bestemmingsplannen. In onderstaande paragrafen zullen de regels nader worden uiteengezet.

3.3 Bestemmingen

De regels van het voorliggende bestemmingsplan zijn afgestemd op de gemeentelijke standaarden en sluiten aan op recente bestemmingsplannen van de gemeente Nieuwegein, met name de bestemmingsplannen 'Vreeswijk' (2019) en 'Batau' (2019). Daarnaast wordt zo veel mogelijk recht gedaan aan de eerder gemaakte afspraken en eerder geldende regelingen. Voorliggend bestemmingsplan bevat de volgende (dubbel-)bestemmingen:
Bedrijf
Binnen de bestemming 'Bedrijf' zijn bedrijven t/m categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Daarnaast is op het perceel Structuurbaan 11 een composteerbedrijf toegelaten. Bij dit bedrijf is buitenopslag buiten het bouwvlak toegestaan.
Bebouwing ten dienste van de bestemming mag alleen worden gerealiseerd binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak. Op de verbeelding en in de regels zijn de maximale hoogtematen van de bebouwing en het maximale bebouwingspercentage aangegeven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in gebouwen en overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In dit bestemmingsplan zijn bedrijfswoningen niet toegelaten. De locatie Industrieweg 2a is voorzien van de aanduiding 'overige zone - afwijkingsbevoegdheid bedrijfswoning', waarmee de mogelijkheid wordt gegeven om ter plaatse één bedrijfswoning te realiseren. Voorwaarde is dat door middel van onderzoek (geur- en geluidsonderzoek) wordt aangetoond dat er geen milieubelemmeringen bestaan.
Groen
De groenvoorzieningen met een structurerend karakter zijn ondergebracht in de bestemming 'Groen'. Naast beplantingen en plantsoenen zijn hier onder andere ook voet- en fietspaden, nutsvoorzieningen, bermen en bermsloten et cetera mogelijk. Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Tuin
De bestemming 'Tuin' is gelegd aan de voorzijde van de woningen met de bestemming 'Wonen'. Op de gronden met deze bestemming zijn in principe geen gebouwen toegestaan, met uitzondering van erkers.
Verkeer - Verblijfsgebied
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen. Tevens vallen hieronder parkeer- en groenvoorzieningen en water. Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Water
De bestaande watergangen in het plangebied zijn bestemd voor 'Water'. Op de gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de bestemming toegestaan, zoals steigers, bruggen en duikers etc. Er mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Wonen
De woningen zijn bestemd voor 'Wonen'. Daarnaast zijn de bijbehorende (achter-)erven als zodanig bestemd. Het hoofdgebouw (de woning exclusief bijbehorende bouwwerken) mag uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gerealiseerd worden. De breedte en diepte van het bouwvlak wordt in veel gevallen bepaald door de bestaande breedte en diepte van het hoofdgebouw. Tevens is de maximale goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen op de verbeelding aangegeven. Alleen voor de locatie Hildo Kropstraat 35 wordt het maximum aantal woningen begrensd; hier is op de verbeelding het 'maximum aantal wooneenheden' aangeduid. Op de overige locaties geldt het bestaande aantal.
Voor wat betreft de bijbehorende bouwwerken wordt aangesloten bij het vergunningvrij bouwen. Tevens zijn de bestaande en beoogde bijbehorende bouwwerken toegestaan.
Er zijn bijzondere regelingen opgenomen in de woonbestemming voor het perceel Vreeswijksestraatweg 10 en 10A. De bestaande schuur die wordt gebruikt voor mantelzorg mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt en dient te worden afgebroken, binnen twee maanden nadat de noodzaak voor mantelzorg is komen te vervallen.
Dubbelbestemmingen
Daarnaast gelden in het voorliggende bestemmingsplan de volgende dubbelbestemmingen: 'Leiding - Water', 'Waarde - Archeologie' en 'Waarde - Cultuurhistorie'. Ook hierbij is aangesloten bij de regelingen in recente bestemmingsplannen van de gemeente Nieuwegein.
Algemene aanduidingsregels
Voor de aanwezige Rijks- en gemeentelijke monumenten is een bepaling opgenomen bij de Algemene aanduidingsregels.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Economische Uitvoerbaarheid

De voorliggende initiatieven betreffen particuliere ontwikkelingen. Doordat de verhaalbare kosten, bedoeld in artikel 6.2.4, onderdelen b tot en met f Bro, uitsluitend de aansluiting van een bouwperceel op de openbare ruimte of de aansluiting op nutsvoorzieningen betreffen, behoeft er op grond van artikel 6.2.1a, onder c Bro in dit geval geen exploitatieplan vastgesteld te worden.
De kosten van de gemeente voor het opstellen van het plan worden gedekt door het heffen van leges. De ontwikkeling van de diverse locaties heeft voor de gemeente Nieuwegein geen negatieve financiële consequenties.

4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

4.2.1 Inspraak en vooroverleg

Het voorontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 1 september tot en met 14 september 2020. Gedurende deze periode kon een ieder een inspraakreactie indienen. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt. Tevens is het voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan de relevante overlegpartners. In bijlagen bij toelichting bijlage 10 zijn de ingediende inspraak- en vooroverlegreacties weergegeven en van beantwoording voorzien.

4.2.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 10 november 2020 tot en met 21 december 2020 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn er geen zienswijzen ingediend.