5e Herziening Bestemmingsplan Woonarken - Uiterweg 93
Bestemmingsplan - gemeente Aalsmeer
Vastgesteld op 19-12-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.2 Aanlegplaats
Plaats, waar een pleziervaartuig kan aanmeren, niet zijnde een woonark.
1.3 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.4 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0358.11E-OW01 met de bijbehorende regels.
1.5 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.6 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.7 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.8 Ecologische oever
Een door de mens ingerichte oever waarbij ontwikkeling van natuur, landschap en ecologie expliciet wordt gestimuleerd en waarbij een geleidelijke overgang aanwezig is van nat naar droog.
1.9 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.10 Kunstwerken
Bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke.
1.11 Ligplaats
Een gedeelte van het openbaar water door een woonark of woonboot ingenomen of bestemd om door een woonark of woonboot met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen.
1.12 Oever
Aan het water grenzende strook land bestaande uit een oevertalud en een horizontaal gelegen oever.
1.13 Openbaar water
Alle wateren die voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.
1.14 Peil
-
Voor bouwwerken op het land: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
-
Voor een bouwwerk, een vaartuig in het water of soortgelijk object: het waterpeil
1.15 Plan
Het bestemmingsplan '5e herziening bestemmingsplan Woonarken- Uiterweg 93'' van de gemeente Aalsmeer.
1.16 Pleziervaartuig
Een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
1.17 Voorzieningen voor woonarken
Een voorziening voor een woonark is een object in of boven het water dat verband houdt met het wonen of verblijven op de woonark, zoals een loopplank of steiger, een vlot, een vlonder (al of niet boven water), een drijvende tuin of drijvend terras.
1.18 Waterpeil
Het N.A.P. of het ter plaatse aan te houden waterpeil
1.19 Waterhuishoudkundige voorzieningen
Waterhuishoudkundige voorzieningen zijn voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.
1.20 Woonark
Drijvend object, in het algemeen niet bestemd of ingericht om te varen, doorgaans voorzien van een betonnen casco met vierkante of rechthoekige opbouw, waaronder begrepen een drijvende woning zowel ten behoeve van permanente als niet-permanente bewoning.
1.21 Woonboot
Drijvend of varend object dat herkenbaar is aan casco, romp en opbouw als een (van origine) varend schip zowel ten behoeve van permanente als niet-permanente bewoning. Indien een woonboot voldoet aan voorgeschreven maatvoering, geldt het bepaalde voor woonarken ook voor woonboten.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De hoogte van een bouwwerk op het land
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Water
3.1 bestemmingsomschrijving
-
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
water;
-
waterberging;
-
waterhuishouding;
-
kunstwerken;
-
ter plaatse van de aanduiding 'oever' oever(gebruik) alsmede ecologische oevers;
met de daarbij behorende:
-
voorzieningen van algemeen nut;
-
aanlegplaatsen;
-
erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen binnen de aanduiding 'oever'.
3.2 bouwregels
3.3 specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
-
voor het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
voor het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
als opslag-, laad- en/of losplaats ten behoeve van handelsdoeleinden;
-
het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
-
als ligplaats voor woonarken of woonboten;
-
ten behoeve van voorzieningen voor woonarken;
-
als seksinrichting.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Aanduidingsregels
5.1 Luchtvaartverkeerzone IV
-
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - LIB art 2.2.1 nr 4' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegverkeer van en naar Schiphol.
-
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone LIB art 2.2.1 nr 4' de volgende regel:een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welk aangemerkt kan worden als een nieuw gebouw, mag slechts worden gebouwd indien voor het desbetreffende bouwplan een verklaring van geen bezwaar is verleend zoals bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart.
Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het College van Burgemeester en Wethouders bevoegd om in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen voor:
-
bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter en een bruto vloeroppervlakte van ten hoogste 25 m²;
-
overschrijding van de maximale toegestane oppervlakte en hoogte van bouwwerken op de oever met maximaal 10% ten behoeve van een betere, technische realiseerbaarheid.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het bepaalde onder in lid 1 voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
-
Het bepaalde onder 1. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub 1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het bepaalde onder sub 1 is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan '5e herziening bestemmingsplan Woonarken - Uiterweg 93'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
De griffier, de voorzitter,
Hoofdstuk 1 Inleiding
1 Aanleiding En Doelstelling
Het actuele beheerkader voor de regulering van de woonarken voor permanente en voor niet-permanente bewoning in de gemeente is neergelegd in het bestemmingsplan “Woonarken”. Het bestemmingsplan is conserverend van aard en de vertaling van het beleid om het aantal ligplaatsen voor woonarken binnen de gemeente niet verder uit te breiden dan op basis van reeds uitgegeven ligplaatsvergunningen mogelijk is.
Aan de Uiterweg 93WS 2 is momenteel een woonark gelegen die permanent bewoond mag worden op grond van het vigerende bestemmingsplan 'Woonarken'. De op dit perceel liggende woonark wordt afgevoerd en gesloopt, en de ligplaats zelf zal verhuizen naar een perceel aan de Uiterweg 53.
Voor het verplaatsen van de woonark is bestemmingsplan 'Woonarken- Uiterweg 53' opgesteld om op deze locatie een ligplaats ten behoeve van een woonark voor permanente bewoning mogelijk te maken.
De onderhavige 5e herziening bestemmingsplan 'Woonarken - Uiterweg 93' beoogt (louter) te voorkomen dat de bestaande ligplaats aan de Uiterweg 93 opnieuw kan worden benut en hierdoor feitelijk een uitbreiding van het aantal ligplaatsen in de gemeente Aalsmeer plaatsvindt.
2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Alle ligplaatsen voor permanente bewoning zijn in het bestemmingsplan “Woonarken” met een afzonderlijke aanduiding op de planverbeelding opgenomen. Met deze herziening wordt beoogd de oorspronkelijke ligplaatsen voor permanente bewoning aan de Uiterweg 93 WS 2 van de verbeelding te verwijderen. De herziening betreft dus slechts een wijziging van de verbeelding zoals die geldt op de locatie Uiterweg 93 WS2. Het plangebied van deze herziening omvat daarmee het bestemmingsvlak “Water- Permanent- Wonen' ter plaatse van de Uiterweg 93 WS2.
3 Geldende Planologische Regeling
Het geldende bestemmingsplan “Woonarken” is op 19 december 2013 door de raad van de gemeente vastgesteld. Naar aanleiding van de uitspraak van 29 juli 2015 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de beroepen die tegen dit besluit zijn ingesteld, heeft de gemeenteraad op 29 oktober 2015 het bestemmingsplan “Woonarken” opnieuw vastgesteld. Hierbij is in overeenstemming met de overwegingen van de Afdeling een calamiteitenregeling aan de in het bestemmingsplan opgenomen beëindigingsregeling voor afwijkende objecten (woonarken met een te grote maatvoering) toegevoegd. Tegen deze gewijzigde vaststelling is geen beroep ingesteld, zodat het bestemmingsplan in die vorm op 25 december 2015 onherroepelijk is geworden.
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 gaat nader in op het beleidskader en de planvisie. Hoofdstuk 3 handelt over de uitvoerbaarheid van het plan. In hoofdstuk 4 wordt de technische vormgeving van het bestemmingsplan nader toegelicht.
BELEIDSKADERS EN PLANVISIE
Eén van de uitgangspunten van het woonarkenbeleid is dat het aantal ligplaatsen niet mag toenemen. Daartoe is in het bestemmingsplan “Woonarken” bepaald hoeveel ligplaatsen er maximaal binnen de gemeenten mogen zijn. Er is een maximum gesteld aan het aantal ligplaatsen voor arken voor niet-permanente bewoning en aan ligplaatsen voor arken voor permanente bewoning. Voor alle ligplaatsen voor permanente bewoning geldt bovendien dat deze elk afzonderlijk op de planverbeelding zijn aangeduid. De plantoelichting van het bestemmingsplan “Woonarken” bevat een uitgebreide motivering van het conserverende beleid.
De beoogde ontwikkeling op het perceel aan de Uiterweg 53 WS 2 ziet er feitelijk op, dat er in het bestemmingsplan ‘Woonarken” één nieuwe ligplaats voor permanente bewoning wordt gecreëerd. Bij een ongewijzigde instandhouding van het bestemmingsplan “Woonarken” betekent dit dat het aantal woonarken met één zou kunnen worden uitgebreid ten opzichte van het maximale aantal van 192 waartoe in het kader van het bestemmingsplan was besloten.
In overeenstemming met het conserverende beleid wordt daarom in samenhang met de planprocedure om de nieuwe ligplaats planologisch mogelijk te maken, het bestemmingsplan “Woonarken” herzien. Hierbij wordt de aanduiding ter plaatse van de huidige ligplaats van de planverbeelding verwijderd en zodoende wordt bewerkstelligd dat het aantal ligplaatsen voor permanente bewoning niet kan uitbreiden, ook al wordt er een nieuwe ligplaats gerealiseerd. Het totaal aantal ligplaatsen voor permanente bewoning blijft daarmee gehandhaafd op 192. Dit getal is ook in de Woonarkenverordening vastgelegd.
UITVOERBAARHEID
Deze herziening is van dien aard, dat in het kader van de Wro geen aanvullende onderzoeken dan wel onderbouwingen noodzakelijk zijn. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Slechts worden in verband met de verplaatsing van een ligplaats de bestaande aanduiding op de planverbeelding geschrapt. De inrichting van een ligplaats elders is te beschouwen als een nieuwe ontwikkeling waarvan de uitvoerbaarheid dient te worden aangetoond. Dat valt buiten de reikwijdte van deze herziening en vindt plaats in het kader van de procedure van het betreffende (postzegel-) plan 'Woonarken - Uiterweg 53'.
JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING
Deze herziening betreft een wijziging van de planverbeelding en van de bestemmingsregels ter plaatse van het perceel Uiterweg 93 WS 2.
De hierin opgenomen functieaanduidingen “ligplaats en oever” wordt voor de aanwezige woonark van de verbeelding verwijderd. Dit betekent dat binnen het bestemmingsvlak geen ligplaatsen voor arken voor permanente bewoning meer mogelijk zijn en evenmin erfbebouwing ten behoeve van een woonark. Feitelijk krijgt het betreffende gebied daarmee een bestemming voor water en daarbij behorende onbebouwde oevers.