Bestemmingsplan Stommeerkade Oost
Bestemmingsplan - Aalsmeer
Vastgesteld op 09-09-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan
Het bestemmingsplanStommeerkade Oost van de gemeente Aalsmeer.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0358.BPSTOMMEERKADEOOS.VA02 met de bijbehorende regels (en bijlagen).
1.3 Aan- en uitbouw
Direct aan de gevel van de hoofdbebouwing voor bewoning bestemde uitbreiding van de eerste bouwlaag, waarvan de maximum bouwhoogte niet hoger dan 4 meter is en de uitbouw maximaal 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van de woning uitsteekt en niet hoger is dan de woning waar tegenaan wordt gebouwd.
1.4 Aan-huis-gebonden bedrijf
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, niet zijnde de uitoefening van een beroep aan huis, dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, niet vallend onder de vergunningsplicht van de Wet milieubeheer, door (één van) de hoofdbewoners, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door de beperkte omvang ervan in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend met overwegend behoud van de woonfunctie en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.5 Aan-huis-gebonden beroep
Het uitoefenen van een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op het terrein van de administratieve, juridische, medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerp-technische dienstverlening of hiermee gelijk te stellen dienstverlening door (één van) de hoofdbewoner(s), dat door de beperkte omvang ervan in diens woning en de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend met overwegend behoud van de woonfunctie en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.6 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.7 Antenne-installatie
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de wel of niet in de techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.8 Automatenhal
Iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek.
1.9 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.10 Bebouwingspercentage
Een in het bestemmingsplan of in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bestemmingsvlak, of in voorkomende gevallen van een bouwvlak dat ten hoogste mag worden bebouwd.
1.11 Bedrijfsvaartuig
Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet-zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten.
1.12 Bedrijfswoning
Een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, alleen bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming en/of het gebruik van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
1.13 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.14 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.15 Bijgebouw
Een bij het hoofdgebouw behorend niet voor bewoning bestemd gebouw, welke wat betreft afmetingen en functie ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.16 Bijzondere bouwlaag
Kelder, souterrain, kap en dakopbouw.
1.17 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.18 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.19 Bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen.
1.20 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.21 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.22 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.23 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die goederen kopen voor verbruik, gebruik of aanwending anders dan de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.24 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.25 Geluidsgevoelige bestemmingen
Geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
1.26 Gevel
Een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak.
1.27 Hoofdgebouw
Eén of meerdere gebouwen, welke door hun functie, constructie en/of afmetingen als belangrijkste gebouw(en) in een bouwvlak zijn aan te merken, exclusief eventuele aan- en uitbouwen.
1.28 Kap
Een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven en welke uit tenminste twee elkaar snijdende, hellende vlakken bestaat.
1.29 Kelder
Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.
1.30 Ligplaats
De ruimte welke door een woonschip en/of bedrijfsvaartuig, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, kan worden ingenomen.
1.31 Maatvoeringsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde maximum bouwhoogte en goothoogte en/of bebouwingspercentage.
1.32 Nutsvoorzieningen
Gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.
1.33 Passagiersvaartuig
Een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot het vervoer van personen dan wel om beschikbaar te worden gesteld aan een of meer personen ten behoeve van varende recreatie.
1.34 Peil
- voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.35 Pleziervaartuig
Een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
1.36 Prostitutiebedrijf
Een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
1.37 Seksinrichting
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel.
1.38 Sierteeltgerelateerd bedrijf
Het bewerken, distribueren, transporteren en/of vervaardigen van sierteeltproducten en/of aan sierteelt verwante producten (zoals verpakkingsartikelen, bloemisterijartikelen, woondecoratieartikelen, souvenirartikelen, cadeauartikelen en vergelijkbare artikelen).
1.39 Souterrain
Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 2,0 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.
1.40 Standplaats
Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
1.41 Stationerend vaartuig
- a. een vaartuig, daaronder begrepen een object dat afgemeerd is te water en niet tot enig andere categorie behoort;
- b. een schip, vaartuig of casco in aanbouw tot woonschip, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig, passagiersvaartuig of stationerend vaartuig als onder a bedoeld.
1.42 Voorgevel
De naar de weg, waarop het betrokken gebouw overwegend is georiënteerd, toegekeerde gevel van een hoofdgebouw.
1.43 Woonwagen
Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
1.44 Woning
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
1.45 Woonschip voor permanente bewoning
- a. elk vaartuig of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot, dag- en/of nachtverblijf van één of meerdere personen;
- b. een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a., maar in aanbouw;
- c. een casco, dat tot een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. kan worden opgebouwd;
- d. elk vaar- of drijftuig, waarin of waarop bedrijfsmatige activiteiten of soortgelijke activiteiten worden uitgeoefend of dat daartoe is ingericht;
- e. de overblijfselen van een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. tot en met d.
1.46 Woonschip, voor niet permanente bewoning
- a. elk vaartuig of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als dag- en/of nachtverblijf ten behoeve van recreatiedoeleinden;
- b. een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. , maar in aanbouw;
- c. een casco, dat tot een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. kan worden opgebouwd;
- d. elk vaar- of drijftuig, waarin of waarop bedrijfsmatige activiteiten of soortgelijke activiteiten worden uitgeoefend of dat daartoe is ingericht;
- e. de overblijfselen van een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. tot en met d.
1.47 Zelfstandig kantoor
Kantoor dat geen onderdeel uitmaakt van een op hetzelfde perceel gevestigd bedrijf.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Afstand tot de zijdelingse perceelgrens
Vanaf het dichtstbijzijnde punt van een bouwwerk tot aan de zijdelingse perceelgrens.
2.2 Bebouwingspercentage
De som van de bebouwde oppervlakten binnen een bestemmingsvlak, of in voorkomende gevallen binnen een bouwvlak, kelders en souterrains niet inbegrepen, gedeeld door éénhonderdste van de oppervlakte van dat bestemmingsvlak, of in voorkomende gevallen van dat bouwvlak.
2.3 Bouwdiepte van een gebouw
Vanaf het hart van de voorgevel tot het hart van de achtergevel van het desbetreffende gebouw.
2.4 Bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 Bruto vloeroppervlakte
De bruto vloeroppervlakte wordt gemeten als de som van het product van de afstand tussen de gevelvlakken en de afstand hart op hart van de bouwmuren per bouwlaag, niet inbegrepen balkons, loggia's, erkers en galerijen.
2.6 Goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.7 Oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd - Recreatie En Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen.
Artikel 4 Groen - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
Artikel 5 Groen - 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
Artikel 6 Natuur
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
Artikel 7 Sport - Speelterrein
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- 1. de bouwhoogte van hekwerken ten behoeve van de afscheiding van speelvoorzieningen mag niet meer dan 5 meter bedragen;
- 2. de hoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
Artikel 8 Verkeer - 1
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
Artikel 9 Verkeer - 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
Artikel 10 Water
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
Artikel 11 Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Wonen - Woonwagenstandplaatsen
12.1 Bestemmingsomschrijving
12.2 Bouwregels
Artikel 13 Bedrijventerrein - Uit Te Werken - 1
13.1 Bestemmingsomschrijving
13.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en Wethouders werken lid 13.1 uit in één of meerdere uitwerkingsplannen als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, sub b van de Wet ruimtelijke ordening, met inachtneming van de volgende regels:
- a. maximaal 50% van de gronden binnen de bestemming mag bebouwd worden;
- b. ten minste 25% van de gronden dient te worden ingericht als groen voor recreatieve en/of ecologische doeleinden;
- c. ten minste 14% van de gronden dient te worden ingericht als water;
- d. in afwijking van het bepaalde in lid 13.1 is het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die voorkomen in milieucategorie 3.1 of 3.2 toegestaan indien de bedrijfsactiviteiten in vergelijking met bedrijfsactiviteiten die wel vallen onder categorie 1 of 2 een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaken;
- e. het minimum oppervlak van bedrijfskavels bedraagt 1.000 m², tenzij om economische redenen een kleiner oppervlak gewenst is;
- f. voor gebouwen geldt een maximum bouwhoogte zoals aangeduid;
- 1. in de parkeerbehoefte van de te realiseren bedrijven dient te worden voorzien op eigen terrein;
- g. de ontsluiting van het bedrijventerrein voor gemotoriseerd verkeer dient rechtstreeks op de ten noorden van de bestemming gelegen verkeersweg te geschieden of althans zodanig dat het bestemmingsverkeer niet via de woonstraten van de naastgelegen woonbuurt hoeft te rijden;
- h. de ontsluiting van het bedrijventerrein voor langzaam verkeer dient tevens rechtstreeks op het Bielzenpad te geschieden;
- i. kinderopvang is uitsluitend toegestaan indien zeker is gesteld dat er geen gevaarlijke stoffen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, over de rijweg van de toekomstige weg tussen de Burgemeester Kasteleinweg en de Aalsmeerderweg worden vervoerd;
- j. binnen de bestemming is maximaal 2.500 m² kinderopvang toegestaan, met dien verstande dat binnen de bestemmingen 'Bedrijventerrein - Uit te werken - 1', 'Bedrijventerrein - Uit te werken - 2' en 'Woongebied - Uit te werken' gezamenlijk niet meer dan 2.500 m² kinderopvang is toegestaan;
- k. binnen de in lid 13.1 genoemde gronden is het volgende specifieke gebruik uitgesloten:
- 1. detailhandel, horeca, zelfstandige kantoren en bedrijfswoningen;
- 2. risicovolle inrichtingen, zoals vermeld in artikel 2.2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
- 3. geluidshinderlijke inrichtingen, zoals vermeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer en artikel 41 van de Wet geluidhinder;
- 4. sierteeltgerelateerde bedrijven.
13.3 Bouwregels
Indien en zolang de uitwerking als bedoeld in 13.2 nog niet onherroepelijk is, mogen op de in lid 13.1bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
13.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 13.3, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.
Artikel 14 Bedrijventerrein - Uit Te Werken - 2
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en Wethouders werken lid 14.1 uit in één of meerdere uitwerkingsplannen als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, sub b van de Wet ruimtelijke ordening, met inachtneming van de volgende regels:
- a. maximaal 50% van de gronden binnen de bestemming mag bebouwd worden;
- b. binnen de bestemming dient tenminste 20% van de gronden te worden ingericht als groen voor recreatieve en/of ecologische doeleinden;
- c. binnen de bestemming dient tenminste 15% van de gronden te worden ingericht als water;
- d. in afwijking van het bepaalde in lid 14.1 is het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die voorkomen in milieucategorie 2, zoals vermeld in de bij deze regels behorende Bijlage I: Staat van Bedrijfsactiviteiten, niet toegestaan ter plaatse van de functieaanduiding “bedrijf tot en met categorie 1”, tenzij de bedrijfsactiviteiten ter plaatse van deze gronden in vergelijking met een bedrijf dat valt onder de milieucategorieën 1, een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- e. in afwijking van het bepaalde in lid 14.1 is het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die voorkomen in milieucategorie 3.1 of 3.2 toegestaan indien de bedrijfsactiviteiten in vergelijking met bedrijfsactiviteiten die wel vallen onder categorie 1 of 2 een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaken;
- f. het minimum oppervlak van bedrijfskavels bedraagt 1.000 m², tenzij om economische redenen een kleiner oppervlak gewenst is;
- g. voor gebouwen geldt een maximum bouwhoogte zoals aangeduid;
- h. in afwijking van het bepaalde onder d mag de maximum bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoogteaccent' tot en met 12 meter worden overschreden voor een zone met een oppervlak van 200 m²;
- 1. in de parkeerbehoefte van de te realiseren bedrijven dient te worden voorzien op eigen terrein;
- i. de ontsluiting van het bedrijventerrein dient op de Stommeerkade te geschieden;
- j. kinderopvang is uitsluitend toegestaan indien zeker is gesteld dat er geen gevaarlijke stoffen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, over de rijweg van de toekomstige weg tussen de Burgemeester Kasteleinweg en de Aalsmeerderweg worden vervoerd;
- k. binnen de bestemming is maximaal 2.500 m² kinderopvang toegestaan, met dien verstande dat binnen de bestemmingen 'Bedrijventerrein - Uit te werken - 1', 'Bedrijventerrein - Uit te werken - 2' en 'Woongebied - Uit te werken' gezamenlijk niet meer dan 2.500 m² kinderopvang is toegestaan;
- l. binnen de in lid 14.1 genoemde gronden is het volgende specifieke gebruik uitgesloten:
- 1. detailhandel, horeca, zelfstandige kantoren en bedrijfswoningen;
- 2. risicovolle inrichtingen, zoals vermeld in artikel 2.2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
- 3. geluidshinderlijke inrichtingen, zoals vermeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer en artikel 41 van de Wet geluidhinder;
- 4. sierteeltgerelateerde bedrijven.
14.3 Bouwregels
Indien en zolang de uitwerking als bedoeld in 14.2 nog niet onherroepelijk is, mogen op de in lid 14.1bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
14.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 14.3, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.
14.5 Aanlegvergunning
Artikel 15 Verkeer - 1 - Uit Te Werken
15.1 Bestemmingsomschrijving
15.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en Wethouders werken lid 15.1 uit in één of meerdere uitwerkingsplannen als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, sub b van de Wet ruimtelijke ordening, met inachtneming van de volgende regels:
- a. binnen de bestemming dient een bovenwijkse kruising in de vorm van een rotonde te worden gerealiseerd;
- b. binnen de bestemming zijn geen gebouwen toegestaan;
- c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
15.3 Bouwregels
Indien en zolang de uitwerking als bedoeld in 15.2 nog niet onherroepelijk is, mogen op de in lid 15.1bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
15.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 15.3, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.
Artikel 16 Wonen - Uit Te Werken
16.1 Bestemmingsomschrijving
16.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en Wethouders werken lid 16.1 uit in één of meerdere uitwerkingsplannen als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, sub b van de Wet ruimtelijke ordening, met inachtneming van de volgende regels:
- a. maximaal 40% van de gronden binnen de bestemming mag bebouwd worden;
- b. binnen de bestemming zijn maximaal 4 vrijstaande woningen toegestaan, met inachtneming van artikel 26.2;
- c. voor gebouwen geldt een maximum goot- en bouwhoogte zoals aangeduid;
- d. hoofdgebouwen dienen te worden voorzien van een kap;
- e. de maximum breedte van een gebouw bedraagt 12 meter;
- f. de maximum bouwdiepte van een gebouw bedraagt 18 meter;
- g. de geluidsbelasting op de gevels van woningen mag maximaal 55 dB bedragen wegens wegverkeer op de Stommeerkade;
- h. de geluidsbelasting op de gevels van woningen mag maximaal 51 dB bedragen wegens het industrieterrein Schiphol;
- i. de gecumuleerde geluidsbelasting op de gevels van woningen mag maximaal 64 dB bedragen.
16.3 Bouwregels
Indien en zolang de uitwerking als bedoeld in 16.2 nog niet onherroepelijk is, mogen op de in lid 16.1bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
16.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 16.3, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.
Artikel 17 Woongebied - Uit Te Werken
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Uitwerkingsregels
Het college van Burgemeester en Wethouders werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van de volgende regels:
- a. maximaal 75% van de gronden mag bebouwd worden met:
- 1. hoofdgebouwen;
- 2. bijgebouwen en overkappingen bij het hoofdgebouw;
- 3. aan- en uitbouwen van het hoofdgebouw;
- 4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- 5. gebouwde parkeervoorzieningen met bijbehorende in- en uitritten;
- b. binnen de bestemming zijn minimaal 175 en maximaal 263 woningen toegestaan;
- c. van het totaal aantal te realiseren woningen dient 30% te worden gerealiseerd in de sociale sector;
- d. voor gebouwen geldt een maximum goot- en bouwhoogte zoals aangeduid;
- e. hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen van hoofdgebouwen dienen op minimaal 10 meter van de rijweg van op de toekomstige weg tussen de Burgemeester Kasteleinweg en de Aalsmeerderweg te worden gerealiseerd;
- f. ten minste 6% van de gronden dient te worden ingericht als groen voor recreatieve en/of ecologische doeleinden;
- g. ten minste 5% van de gronden dient te worden ingericht als water;
- h. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij geldt:
- 1. per grondgebonden woning wordt tenminste 1,6 parkeerplaats gerealiseerd waarbij per woning ten minste 1 en ten hoogste 2 parkeerplaatsen worden gerealiseerd op eigen terrein;
- 2. per gestapelde woning wordt tenminste 1,5 parkeerplaats (inclusief bezoekersparkeren) gerealiseerd;
- i. voor bedrijfsuitoefening ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1' geldt dat:
- 1. de bedrijfsgebouwen een oppervlakte hebben van maximaal 180 m² per bedrijfswoning;
- 2. de bedrijfsgebouwen op minimaal 10 meter van de bedrijfswoning worden gerealiseerd;
- 3. de ontsluiting van de bedrijfsgebouwen op de ten noorden van de bestemming gelegen verkeersweg dient te geschieden, op zodanige wijze dat het bestemmingsverkeer niet via de woonstraten hoeft te rijden;
- j. binnen de bestemming is maximaal 2.500 m² kinderopvang toegestaan, met dien verstande dat:
- 1. kinderopvang niet is toegestaan binnen:
- 100 meter van de rijweg van de toekomstige weg tussen de Burgemeester Kasteleinweg en de Aalsmeerderweg, tenzij zeker is gesteld dat er geen gevaarlijke stoffen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, over de rijweg van de toekomstige weg tussen de Burgemeester Kasteleinweg en de Aalsmeerderweg worden vervoerd;
- 100 meter van de als 'Verkeer - 1 - Uit te werken' bestemde rijweg van de toekomstige weg en rotonde, tenzij zeker is gesteld dat er geen gevaarlijke stoffen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, over deze rijweg worden vervoerd;
- 100 meter van het figuur 'hartlijn leiding – gas';
- 2. binnen de bestemmingen 'Bedrijventerrein - Uit te werken - 1', 'Bedrijventerrein - Uit te werken -2' en 'Woongebied - Uit te werken' gezamenlijk niet meer dan 2.500 m² kinderopvang is toegestaan;
- 1. kinderopvang niet is toegestaan binnen:
- k. de geluidsbelasting op de gevels van woningen mag:
- 1. maximaal 61 dB bedragen wegens wegverkeer op de Burgemeester Kasteleinweg;
- 2. maximaal 58 dB bedragen wegens wegverkeer op de toekomstige weg tussen de Burgemeester Kasteleinweg en de Aalsmeerderweg;
- 3. maximaal 54 dB bedragen wegens wegverkeer op de Stommeerkade;
- 4. maximaal 53 dB bedragen wegens wegverkeer op de Oosteinderweg.
- l. de geluidsbelasting op de gevels van woningen mag maximaal 52 dB bedragen wegens het industrieterrein Schiphol.
- m. de gecumuleerde geluidsbelasting op de gevels van woningen mag maximaal 66 dB bedragen.
17.3 Bouwregels
Indien en zolang de uitwerking als bedoeld in 17.2 nog niet onherroepelijk is, mogen op de in lid 17.1bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
17.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 17.3, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.
17.5 Aanlegvergunning
Artikel 18 Leiding - Gas
18.1 Bestemmingsomschrijving
De als 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor:
- a. de aanleg en bescherming van een gastransportleiding;
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die nodig zijn voor het onderhoud en de instandhouding van de hogedruk gastransportleiding.
18.2 Bouwregels
18.3 Aanlegvergunning
Artikel 19 Leiding - Riool
19.1 Bestemmingsomschrijving
De als 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor:
- a. de aanleg en bescherming van een effluentleiding;
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die nodig zijn voor het onderhoud en de instandhouding van de effluentleiding.
19.2 Bouwregels
19.3 Aanlegvergunning
19.4 Wijzigingsbevoegdheid
Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd, met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' alsmede het figuur 'hartlijn leiding riool' te schrappen dan wel (deels) te verplaatsen, met dien verstande dat pas toepassing aan deze wijzigingsbevoegdheid mag worden gegeven indien:
- a. de huidige effluentleiding is gesaneerd of de ligging van deze leiding is gewijzigd;
- b. de beheerder van de effluentleiding is gehoord.
Artikel 20 Leiding - Water
20.1 Bestemmingsomschrijving
De als 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor:
- a. de aanleg en bescherming van een wrk-leiding;
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die nodig zijn voor het onderhoud en de instandhouding van de wrk-leiding.
20.2 Bouwregels
20.3 Aanlegvergunning
Artikel 21 Waarde - Cultuurhistorie
21.1 Bestemmingsomschrijving
De als 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor:
- a. het behoud en herstel van de cultuurhistorische en geografische waarden van het dijklichaam;
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die nodig zijn voor het onderhoud en de instandhouding van het dijklichaam.
21.2 Bouwregels
21.3 Aanlegvergunning
Artikel 22 Waterstaat - Waterkering
22.1 Bestemmingsomschrijving
De als 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor:
- a. de bescherming en het onderhoud van de waterkering;
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die nodig zijn voor het onderhoud en de instandhouding van de waterkering.
22.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 22.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde bestemming, met dien verstande dat Burgemeester en Wethouders advies inwinnen bij de beheerder alvorens bouwvergunning kan worden verleend, waarbij de beheerder in de gelegenheid wordt gesteld om binnen 4 weken advies uit te brengen aan Burgemeester en Wethouders.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 23 Anit-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene Bouwregels
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:
- a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
- b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
- c. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een rijwielpad en 2,2 meter boven een voetpad, voorzover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter.
Artikel 25 Algemene Gebruiksregels
25.1 Strijdig gebruik
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:
- a. het vestigen van inrichtingen en bedrijven die worden begrepen in art. 2.4 van het “Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer”;
- b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
- d. het opslaan en verwerken van extramurale afvalstoffen met opslag of verwerking;
- e. het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van automatenhallen, seksinrichtingen, raam- respectievelijk straatprostitutie en prostitutiebedrijven;
- f. het aanleggen van ligplaatsen voor een woonschip voor permanente bewoning, woonschip voor niet-permanente bewoning, bedrijfsvaartuig, passagiersvaartuig, pleziervaartuig en/of stationerend vaartuig;
- g. het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van het bedrijfsmatig aanbieden van langparkeren;
- h. het aanwenden van bedrijfsgebouwen en/of bij een woning behorende bijgebouwen voor de zelfstandige huisvesting van één of meerdere personen.
25.2 Aan-huis-gebonden beroep en aan-huis-gebonden bedrijf
Gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen van een woning ten behoeve van een beroep of bedrijf aan huis wordt overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. het gebruik dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
- b. alleen beroepen of bedrijven zijn toegestaan die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage 1, Staat van beroep- en of bedrijfsactiviteiten aan huis zijn aangeduid als milieu-categorie 1, of beroepen en bedrijven die gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs met deze bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
- c. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte hebben;
- d. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning (met in begrip van de gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen), tot ten hoogste (en in totaal) 50 m² mag worden gebruikt voor het aan- huis-verbonden beroep of bedrijf;
- e. er mag geen detailhandel plaatsvinden;
- f. er mag geen horeca plaatsvinden;
- g. er mag geen seksinrichting worden opgericht;
- h. het beroep of bedrijf dient door een bewoner te worden uitgeoefend.
Artikel 26 Algemene Aanduidingsregels
26.1 Geluidszone
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie Schiphol' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein "Schiphol" op geluidsgevoelige bestemmingen.
- b. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie Schiphol', de volgende regel:
- 1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welk aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelige bestemming, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein “Schiphol” op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
26.2 Luchtvaartverkeerzone
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het luchtverkeer van en naar luchthaven Schiphol;
- b. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone' dat uitsluitend zijn toegestaan:
- 1. woningen die ten tijde van inwerkingtreding van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol op de desbetreffende locatie rechtmatig aanwezig zijn en overeenkomstig de bestemming worden gebruikt;
- 2. woningen die in overeenstemming zijn met een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart.
Artikel 27 Algemene Ontheffingsregels
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels ontheffing kan worden verleend, is het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd ontheffing te verlenen voor:
- a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen met een bouwhoogte van ten hoogste 5,5 meter en een bruto vloeroppervlakte van ten hoogste 55 m²;
- b. bouwwerken die geen gebouwen zijn, en die om waterstaatkundige of verkeerstechnische redenen noodzakelijk zijn, zoals duikers, bruggen, en loopplanken;
- c. afwijkingen van deze regels voor gedenktekens, beeldende kunstwerken, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, riool-overstortkelders, informatie- en reclameborden, en plastieken en vrijstaande muren;
- d. overschrijding van de maximale bouwhoogte met ten hoogste 1 meter;
- e. overschrijding van de maximale bouwhoogte, anders dan bedoeld onder d., voor lift- en trappenhuizen, glazenwasserinstallaties, (centrale) verwarmingsinstallaties, ventilatie-inrichtingen, schoorstenen, (schotel)antennes, antenne-installaties en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen, met ten hoogste 3 meter;
- f. overschrijding van de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen met ten hoogste 3 meter voor balkons, en met ten hoogste 2 meter voor bordessen, dakoverstekken, overstekende verdiepingen, galerijen, luifels, gevelversieringen, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen;
- g. overschrijding van bebouwingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch beter verantwoorde realisering van bestemmingen of van bouwwerken, dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 2 meter bedragen;
- h. overschrijdingen van maximale afmetingen en minimale en maximale (bebouwings)percentages met ten hoogste 10%.
Artikel 28 Algemene Procedureregels
Bij de toepassing van een ontheffingsbevoegdheid ingevolge dit bestemmingsplan is Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, behoudens dat:
- a. slechts schriftelijk dan wel per e-mail een zienswijze naar voren kan worden gebracht, een en ander in afwijking van artikel 3:15, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht;
- b. de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen en het uitbrengen van adviezen als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht vier weken bedraagt, een en ander in afwijking van artikel 3:16, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 29 Overige Regels
29.1 Verwijzing naar andere wetgeving
Waar in de regels worden verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op die regelingen, zoals zij luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
29.2 Voorrangsregeling
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 30 Overgangsrecht
30.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
30.2 Ontheffing
Het college van Burgemeester en Wethouders kan eenmalig ontheffing verlenen van lid 30.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 30.1 met maximaal 10%.
30.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 30.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
30.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
30.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 30.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
30.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 30.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
30.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 30.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 31 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplanStommeerkade Oost.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Notitie Bedrijventerreinen
Bijlage 1 notitie bedrijventerreinen
Bijlage 2 Nota Van Beantwoording Zienswijzen Ontwerp Bestemmingsplan
Bijlage 2 Nota van Beantwoording zienswijzen ontwerp bestemmingsplan
Bijlage 3 Historisch Bodemonderzoek
Bijlage 3 historisch bodemonderzoek
Bijlage 4 Onderzoek Luchtkwaliteit
Bijlage 4 onderzoek luchtkwaliteit
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 5 akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Industrie
Bijlage 6 akoestisch onderzoek industrie
Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Cumulatie
Bijlage 7 akoestisch onderzoek cumulatie
Bijlage 8 Natuurtoets
Bijlage 9 Kwantitatieve Risicoanalyse
Bijlage 9 kwantitatieve risicoanalyse
Bijlage 10 Örienterende Transportrisicoberekening En Verantwoordingsparagraaf
Bijlage 10 örienterende transportrisicoberekening en verantwoordingsparagraaf
Bijlage 11 Risicoberekening Gastransportleiding
Bijlage 11 risicoberekening gastransportleiding