KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 4 Bedrijf - Parkeergarage
Artikel 5 Centrum
Artikel 6 Gemengd
Artikel 7 Groen
Artikel 8 Horeca
Artikel 9 Kantoor
Artikel 10 Maatschappelijk
Artikel 11 Tuin - 1
Artikel 12 Tuin - 2
Artikel 13 Tuin - 3
Artikel 14 Verkeer
Artikel 15 Verkeer - Parkeergarage
Artikel 16 Verkeer - Verblijf
Artikel 17 Water
Artikel 18 Wonen
Artikel 19 Waarde - Archeologie
Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 21 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 22 Antidubbeltelregel
Artikel 23 Algemene Gebruiksregels
Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 25 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
Artikel 27 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactivteiten
Bijlage 1 Nota Van Beantwoording Inspraak
Bijlage 2 Nota Van Beantwoording Vooroverleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
Bijlage 3 Lijst Met Beeldbepalende Panden
Bijlage 4 Nota Van Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 5 Aanvullende Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Binnenstad Zuid en Oost

Bestemmingsplan - gemeente Alkmaar

Onherroepelijk op 07-03-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Binnenstad Zuid en Oost van de gemeente Alkmaar.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0361.BP00003-0401 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

een praktijkruimte, kantoor, atelier, kapsalon, bed & breakfast, schoonheidssalon of hondentrimsalon en naar de aard daarmee gelijk te stellen functies welke in een woning worden uitgeoefend en waarbij de functie een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat maximaal 30% van het bruto vloeroppervlak van de woning tot een maximum van 60 m2 mag worden aangewend voor aan huis verbonden beroep.

1.4 aan- en uitbouw

een onderdeel van een hoofdgebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 achtergevel

de achtergevel van een hoofdgebouw.

1.8 automaten-/amusementshal

iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten en/of andere mechanische toestellen als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek.

1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.10 bebouwingspercentage

een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag of ten minste moet worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend.

1.11 bedrijf

een inrichting als bedoeld in artikel 23.3 van deze regels.

1.12 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 bijgebouw

een al dan niet vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.15 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.16 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.17 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen als kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen niet inbegrepen.

1.18 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.19 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.21 college van burgemeester en wethouders

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar.

1.22 consumentverzorgende dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals administratie-, advertentie-, advocaten-, makelaars-, advies- en ingenieursbureaus, bankfilialen, reisbureaus, wasserettes, kappers en schoonheidssalons.

1.23 culturele voorzieningen

ateliers, dansscholen, muziekscholen, musea en theaters, voor zover deze niet Mer-(beoordelings)plichtig zijn.

1.24 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met dien verstande dat ondersteunende horeca is toegestaan tot maximaal 20% van het verkoop vloeroppervlak van de winkel.

1.25 dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering.

1.26 evenement van categorie 1

een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Alkmaar, zoals deze bestond ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan, met onversterkte (straat)muziek, achtergrondmuziek en beperkte spreekinstallaties, waarbij het
evenement per dag maximaal 5.000 bezoekers trekt.

1.27 evenement van categorie 2

een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Alkmaar, zoals deze bestond ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan, met spreekinstallaties, versterkte (live) muziek, orkest, taptoe, etc, waarbij het evenement per dag maximaal 5.000 bezoekers trekt.

1.28 evenement van categorie 3

een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Alkmaar, zoals deze bestond ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan, zoals popconcerten, live optredens, houseparty , DJ's, Rap, dance-event en muziekprogramma's van radio en TV-omroepen, etc, waarbij het evenement per dag maximaal 5.000 bezoekers trekt.

1.29 galerie

een voor publiek toegankelijk besloten ruimte, waar kunstvoorwerpen worden vervaardigd, tentoongesteld en/of verkocht.

1.30 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.31 geluidgevoelige maatschappelijke doeleinden

geluidgevoelige maatschappelijke doeleinden als bedoeld in de Wet geluidhinder en Besluit geluidhinder, zijnde:

  1. a. ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  2. b. onderwijsgebouwen;
  3. c. verzorgingshuizen;
  4. d. psychiatrische inrichtingen;
  5. e. medisch centra;
  6. f. poliklinieken;
  7. g. medische kleuterdagverblijven.

1.32 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken, met inbegrip van aan- en uitbouwen.

1.33 horecabedrijf

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt.

1.34 horecabedrijf categorie 1 (discotheek, nachtclub, bar-dancing)

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.

1.35 horecabedrijf categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant)

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.36 horecabedrijf categorie 3 (restaurant, lunchroom)

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.

1.37 horecabedrijf categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak)

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse en buiten, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken.

1.38 hotel

een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kortstondig nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken ondergeschikt is.

1.39 kamerverhuur

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.

1.40 kleinschalige sportvoorzieningen

fitnesscentra, sportscholen.

1.41 kleinschalig hotel

een hotel met maximaal 20 hotelkamers.

1.42 koffiehuis

een horecabedrijf, niet zijnde horeca van categorie 1, 2, 3, 4 en hotel, dat uitsluitend is gericht op het verstrekken van niet-alcoholische dranken.

1.43 ligplaats

een ruimte voor het afmeren en doen of laten liggen van een woonschip/drijvende woning of pleziervaartuig.

1.44 loketverkoop

verkoop van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of dranken, waarbij de verkoop plaatsvindt via een loket.

1.45 maatschappelijke doeleinden

overheids-, medische, onderwijs-, sociaal-culturele, religieuze doeleinden, kinderdagverblijven en vergelijkbare maatschappelijke doeleinden met uitzondering van geluidgevoelige maatschappelijkedoeleinden, met inbegrip van bijbehorende en aan de maatschappelijke doeleinden ondergeschikte voorzieningen als vergaderfaciliteiten en ondergeschikte horecabedrijf categorie 2 (café, grand-café,café-restaurant), horecabedrijf categorie 3 (restaurant, lunchroom) en horecabedrijf categorie 4(snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak) tot maximaal 20% van het bruto vloeroppervlak.

1.46 maatvoeringsvlak

een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden

1.47 markt

een door het college van burgemeester en wethouders ingestelde markt.

1.48 omgevingsvergunning

vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.49 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.50 pleziervaartuig

een vaartuig, uitsluitend of hoofdzakelijk gebezigd en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.

1.51 prostitutiebedrijfseenheid

een ruimte of kamer waar gelijktijdig maximaal één zelfstandige prostituee werkzaam kan zijn.

1.52 prostitutiebedrijf

een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.

1.53 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een vorm alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.54 sekswinkel

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd.

1.55 standplaats

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.56 souterrain

een bijzondere bouwlaag met een vrije hoogte van tenminste 2 meter, die wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant maximaal 1,20 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.

1.57 voorgevel

de naar de openbare ruimte toegekeerde gevellijn waar zich de hoofdentree van het gebouw bevindt.

1.58 waterstaatsdoeleinden

voorzieningen ten behoeve van waterbeheersing en waterhuishouding in de ruimste zin.

1.59 woning

een zelfstandige woonruimte, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzondelijk huishouden.

1.60 woonschip / drijvende woning

een vaartuig of ark, hoe dan ook genaamd en van welke aard ook, uitsluitend of hoofdzakelijk gebezigd als of bestemd tot woon- of nachtverblijf van een of meer personen.

1.61 woonwagen

een voor bewoning bestemd gebouw, dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  1. a. bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  2. b. bruto vloeroppervlak: de som van het product van de afstand tussen de gevelvlakken en de afstand hart op hart van de bouwmuren per bouwlaag, niet inbegrepen balkons, loggia's en galerijen.
  3. c. goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
  4. d. inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
  5. e. oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  6. f. ondergeschikte bouwdelen: bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en overstekende daken buiten beschouwing gelaten;
  7. g. de begrenzing van de onderscheiden bestemmingen: met een nauwkeurigheidsgraad van 1 meter;
  8. h. de pandbreedte wordt gemeten ter plaatse van de voorgevel van het pand, zijnde de gevel die grenst aan de bestemming "Verkeer" of "Verkeer - verblijf";
  9. i. peil:
    1. 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
    2. 2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw of het waterpeil in geval van een bouwwerk in het water;
  10. j. voor zover in de regels straatnamen en huisnummers zijn genoemd, zijn de straatnamen en huisnummers van toepassing welke in het bestemmingsplan zijn weergegeven.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. nutsvoorzieningen met inbegrip van bijbehorende bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. wat betreft de onbebouwd blijvende delen voor tuinen, erven, verblijfsgebied en groenvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Bedrijf - Parkeergarage

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - parkeergarage aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. stallingsbedrijven, gebouwde parkeervoorzieningen met bijbehorende in- en uitritten, entrees, bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. wat betreft de onbebouwd blijvende delen voor tuinen, erven, verblijfsgebied en groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel, consumentverzorgende dienstverlening in de eerste bouwlaag, met inbegrip van bijbehorende magazijnen, bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. woningen met inbegrip van ruimten ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroeps-of bedrijfsactiviteit, bergingen en andere nevenruimten in de tweede en hoger gelegen bouwlagen;
  3. c. wat betreft de onbebouwd blijvende delen voor tuinen, erven, verblijfsgebied en groenvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. d. horecabedrijf categorie 3 (restaurant, lunchroom) in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 3";
  2. e. horecabedrijf categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak) in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 4";
  3. f. detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening in de tweede en hoger gelegen bouwlagen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - verdieping".

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 5.2.2 onder a voor het realiseren van niet-aaneengesloten bebouwing, op voorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld;
  2. b. lid 5.2.3 onder a, b en c voor het realiseren van lagere goothoogten en kleinere pandbreedtes op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.2.3 onder d;
  3. c. lid 5.2.5 onder a zodat hoofdgebouwen met een plat dak mogen worden afgedekt, op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast;
  4. d. lid 5.2.8 in die zin dat zelfstandige ontsluitingen naar bovengelegen bouwlagen mogen worden opgeheven als kan worden aangetoond dat het gebruik van bovengelegen bouwlagen niet onevenredig wordt beperkt;
  5. e. lid 5.2.9 in die zin dat het loket op minder dan 3 meter vanaf de bestemming Verkeer of Verkeer -verblijf mag worden gerealiseerd, indien de te verwachten overlast op straat gering is.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel, maatschappelijke doeleinden, galerie, culturele voorzieningen, kleinschaligesportvoorzieningen, kleinschalig hotel en consumentverzorgende dienstverlening in de eerste bouwlaag;
  2. b. woningen met inbegrip van ruimten ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroeps-of bedrijfsactiviteit, bergingen en andere nevenruimten in alle bouwlagen;
  3. c. wat betreft de onbebouwd blijvende delen voor tuinen, erven, verblijfsgebied en groenvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. d. kantoren en bedrijven in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-1";
  2. e. gebouwde parkeervoorzieningen, bergingen en/of magazijnen in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-2";
  3. f. horecabedrijf categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant) in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 2";
  4. g. horecabedrijf categorie 3 (restaurant, lunchroom) in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 3";
  5. h. horecabedrijf categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak) in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 4";
  6. i. een koffiehuis in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - koffiehuis";
  7. j. een hotel in alle bouwlagen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - hotel";
  8. k. seksinrichting in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - seksinrichting";
  9. l. detailhandel, kantoren, consumentverzorgende dienstverlening, galerie, maatschappelijkedoeleinden, culturele voorzieningen, kleinschalige sportvoorzieningen, kleinschalig hotel en bedrijven in de tweede en hoger gelegen bouwlagen, voor zover deze functies op de begane grond zijn toegestaan en voor zover gelijk aan het gebruik van de begane grond, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - verdieping";
  10. m. horecabedrijf categorie 3 (restaurant, lunchroom) op de verdieping ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - verdieping".

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 6.2.2 onder a voor het realiseren van niet-aaneengesloten bebouwing, op voorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld;
  2. b. lid 6.2.3 onder a, b en c voor het realiseren van lagere goothoogten en kleinere pandbreedtes op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2.3 onder d;
  3. c. lid 6.2.5 onder a zodat hoofdgebouwen met een plat dak mogen worden afgedekt, op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast;
  4. d. lid 6.2.8 in die zin dat zelfstandige ontsluitingen naar bovengelegen bouwlagen mogen worden opgeheven als kan worden aangetoond dat het gebruik van bovengelegen bouwlagen niet onevenredig wordt beperkt;
  5. e. lid 6.2.9 in die zin dat het loket op minder dan 3 meter vanaf de bestemming Verkeer of Verkeer -verblijf mag worden gerealiseerd, indien de te verwachten overlast op straat gering is.

6.4 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Voor detailhandel, kantoren, consumentverzorgende dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, culturele voorzieningen, kleinschalige sportvoorzieningen en bedrijven geldt een maximum bruto vloeroppervlak van 250 m² per vestiging;
  2. b. In afwijking van het bepaalde onder a geldt het bruto vloeroppervlak dat ten tijde van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd of waarvoor een onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend als maximum;
  3. c. Ten aanzien van de op grond van lid 6.1 onder k toegestane seksinrichtingen geldt dat uitsluitend ter plaatse van de Laat 4-6 een seksbioscoop is toegestaan.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, fiets- en voetpaden;
  2. b. plastieken en vergelijkbare kunstobjecten;
  3. c. water, waterstaatsdoeleinden en bruggen;
  4. d. evenement van categorie 1;

alsmede voor:

  1. e. een ondergrondse parkeergarage, ter plaatse van de aanduiding "parkeergarage".

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 7.3 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. evenement van categorie 1:
    1. 1. maximaal aantal evenementen dat per jaar mag plaatsvinden binnen de gronden als bedoeld in artikel 7.1, 16.1 en 17.1 samen bedraagt: 12;
    2. 2. maximum totaal aantal dagen: 20, exclusief de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen.

Artikel 8 Horeca

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijf categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant) en horecabedrijf categorie 3 (restaurant,lunchroom) met inbegrip van bijbehorende bergingen en andere nevenruimten in de eerste bouwlaag;
  2. b. woningen met inbegrip van ruimten ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroeps-of bedrijfsactiviteit, bergingen en andere nevenruimten in alle bouwlagen;
  3. c. wat betreft de onbebouwd blijvende delen voor tuinen, erven, verblijfsgebied en groenvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. d. detailhandel, kantoren, consumentverzorgende dienstverlening, galerie, maatschappelijkedoeleinden en bedrijven met bijbehorende bergingen en andere nevenruimten in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - 3";
  2. e. horecabedrijf categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant), horecabedrijf categorie 3 (restaurant,lunchroom), detailhandel, kantoren, consumentverzorgende dienstverlening, galerie, maatschappelijke doeleinden en bedrijven in de tweede en hoger gelegen bouwlagen, voor zover deze functies op de begane grond zijn toegestaan en voor zover gelijk aan het gebruik van de begane grond, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - verdieping".

8.2 Bouwregels

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid:

  1. a. lid 8.2.2 onder a voor het realiseren van niet-aaneengesloten bebouwing, op voorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld;
  2. b. lid 8.2.3 onder a, b en c voor het realiseren van lagere goothoogten en kleinere pandbreedtes op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast, met inachtneming van het bepaalde in lid 8.2.3 onder d;
  3. c. lid 8.2.5 onder a zodat hoofdgebouwen met een plat dak mogen worden afgedekt, op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast;
  4. d. lid 8.2.8 in die zin dat zelfstandige ontsluitingen naar bovengelegen bouwlagen mogen worden opgeheven als kan worden aangetoond dat het gebruik van bovengelegen bouwlagen niet onevenredig wordt beperkt;
  5. e. lid 8.2.9 in die zin dat het loket op minder dan 3 meter vanaf de bestemming Verkeer of Verkeer -verblijf mag worden gerealiseerd, indien de te verwachten overlast op straat gering is.

8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 9 Kantoor

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren met inbegrip van bijbehorende bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. gebouwde parkeervoorzieningen;
  3. c. detailhandel, consumentverzorgende dienstverlening, galerie, maatschappelijke doeleinden en bedrijven in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - 3".

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 9.2.2 onder a voor het realiseren van niet-aaneengesloten bebouwing, op voorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld;
  2. b. lid 9.2.3 onder a, b en c voor het realiseren van lagere goothoogten en kleinere pandbreedtes op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast.
  3. c. lid 9.2.4 onder a zodat hoofdgebouwen met een plat dak mogen worden afgedekt, op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast.

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke doeleinden met inbegrip van bijbehorende bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. maximaal één dienstwoning per bestemmingsvlak;
  3. c. wat betreft de onbebouwd blijvende delen voor tuinen, erven, verblijfsgebied en groenvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. d. horecabedrijf categorie 3 (restaurant, lunchroom), kleinschalig hotel, culturele voorzieningen, vergader- en expositieruimte en daaraan gerelateerde detailhandel, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van gemengd-5”;
  2. e. woningen ter plaatse van de aanduiding "wonen".

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid:

  1. a. lid 10.2.2 onder a voor het realiseren van niet-aaneengesloten bebouwing, op voorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld.
  2. b. lid 10.2.3 onder a, b en c voor het realiseren van lagere goothoogten en kleinere pandbreedtes op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast, met inachtneming van het bepaalde in lid 10.2.3 onder d.
  3. c. lid 10.2.4 onder a zodat hoofdgebouwen met een plat dak mogen worden afgedekt, op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast.

10.4 Specifieke gebruiksregels

De op grond van lid 10.1 toegestane gerelateerde detailhandel is toegestaan tot op maximaal 20% van het totale bruto vloeroppervlak.

Artikel 11 Tuin - 1

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen en bijbehorende voetpaden;
  2. b. ongebouwde parkeervoorzieningen.

11.2 Bouwregels

Artikel 12 Tuin - 2

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. erven, tuinen en bijbehorende voetpaden;
  2. b. al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen;
  3. c. hoofdgebouwen behorend bij en aansluitend op de aangrenzende bestemming;
  4. d. aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten dienste van de aangrenzende bestemming.

12.2 Bouwregels

Artikel 13 Tuin - 3

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. erven, tuinen en bijbehorende voetpaden;
  2. b. al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen;
  3. c. hoofdgebouwen, behorend en aansluitend bij de aangrenzende bestemming
  4. d. aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten dienste van de aangrenzende bestemming;

alsmede voor:

  1. e. kantoren, consumentverzorgende dienstverlening, bedrijven, gebouwde parkeervoorzieningen, bergingen en woningen ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van gemengd-4”.

13.2 Bouwregels

Artikel 14 Verkeer

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. rijwegen, fiets- en voetpaden, bermen;
  2. b. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. openbare toiletgebouwen;
  5. e. water, waterstaatsdoeleinden en bruggen.

14.2 Bouwregels

Artikel 15 Verkeer - Parkeergarage

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - parkeergarage aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwde parkeervoorzieningen en bergingen;
  2. b. wat betreft de onbebouwd blijvende delen voor tuinen, erven, verblijfsgebied en groenvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

Artikel 16 Verkeer - Verblijf

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - verblijf' aangezezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. rijwegen, fiets- en voetpaden, bermen, ongebouwde parkeervoorzieningen;
  2. b. openbare toiletgebouwen;
  3. c. bergingen, nutsvoorzieningen en opslagruimten;
  4. d. groenvoorzieningen, speelvoorzieningen;
  5. e. bruggen, oevervoorzieningen en water;
  6. f. evenement van categorie 1;
  7. g. markten;

alsmede voor:

  1. h. visbanken ter plaatsen van de "specifieke bouwaanduiding - visbanken";
  2. i. evenement van categorie 2 en evenement van categorie 3 ter plaatse van de aanduiding "evenemententerrein".

16.2 Bouwregels

16.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 16.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. evenement van categorie 1:
    1. 1. maximaal aantal evenementen dat per jaar mag plaatsvinden binnen de gronden als bedoeld in artikel 7.1, 16.1 en 17.1 samen bedraagt: 12;
    2. 2. maximum totaal aantal dagen: 20, exclusief de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen.
  2. b. evenement van categorie 2 en evenement van categorie 3:
    1. 1. maximaal aantal evenementen dat per jaar mag plaatsvinden binnen de gronden als bedoeld in artikel 16.1 en 17.1 samen bedraagt: 10;
    2. 2. maximum totaal aantal dagen: 15, exclusief de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen.

Artikel 17 Water

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sier- en vaarwater, oevervoorzieningen, steigers en waterstaatsdoeleinden;
  2. b. evenement van categorie 1;

alsmede voor:

  1. c. een ondergrondse parkeergarage, ter plaatse van de aanduiding "parkeergarage";
  2. d. terrasboten, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - terrasboot".
  3. e. evenement van categorie 2 en evenement van categorie 3 ter plaatse van de aanduiding "evenemententerrein".

17.2 Bouwregels

17.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 18 Wonen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen, met inbegrip van bijbehorende bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. ruimten ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  3. c. wat betreft de onbebouwd blijvende delen voor tuinen, erven en ongebouwde parkeervoorzieningen;

alsmede voor:

  1. d. kantoren, consumentverzorgende dienstverlening, galerie, maatschappelijke doeleinden, culturelevoorzieningen, kleinschalige sportvoorzieningen en bedrijven in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - 1";
  2. e. gebouwde parkeervoorzieningen met bijbehorende in- en uitritten, bergingen en/of magazijnen in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - 2";
  3. f. detailhandel, kantoren, consumentverzorgende dienstverlening, galerie, maatschappelijkedoeleinden, culturele voorzieningen, kleinschalige sportvoorzieningen en bedrijven in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - 3";
  4. g. horecabedrijf categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant) in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 2";
  5. h. horecabedrijf categorie 3 (restaurant, lunchroom) in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 3";
  6. i. horecabedrijf categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak) in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 4";
  7. j. een hotel in alle bouwlagen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - hotel";
  8. k. een koffiehuis in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - koffiehuis";
  9. l. een sekswinkel in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van detailhandel - sekswinkel";
  10. m. detailhandel, kantoren, consumentverzorgende dienstverlening, galerie, maatschappelijkedoeleinden, culturele voorzieningen, kleinschalige sportvoorzieningen en bedrijven in de tweede en hoger gelegen bouwlagen, voor zover deze functies op de begane grond zijn toegestaan en voor zover gelijk aan het gebruik van de begane grond, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - verdieping";
  11. n. horecabedrijf categorie 3 (restaurant, lunchroom) in de tweede en hoger gelegen bouwlagen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - verdieping".

18.2 Bouwregels

18.3 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid:

  1. a. lid 18.2.2 onder a voor het realiseren van bebouwing, op voorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld.
  2. b. lid 18.2.3 onder a, b en c voor het realiseren van lagere goothoogten en kleinere pandbreedtes op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast, met inachtneming van het bepaalde in lid 18.2.3 onder d.
  3. c. lid 18.2.5 onder a zodat hoofdgebouwen met een plat dak mogen worden afgedekt, op voorwaarde dat de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast;
  4. d. lid 18.2.9 in die zin dat zelfstandige ontsluitingen naar bovengelegen bouwlagen mogen worden opgeheven als kan worden aangetoond dat het gebruik van bovengelegen bouwlagen niet onevenredig wordt beperkt;
  5. e. lid18.2.10 in die zin dat het loket op minder dan 3 meter vanaf de bestemming Verkeer of Verkeer -verblijf mag worden gerealiseerd, indien de te verwachten overlast op straat gering is.

18.4 Specifieke gebruiksregels

18.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 19 Waarde - Archeologie

19.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De in het bestemmingsplan voor Waarde - archeologie (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de archeologische waarden;
  2. b. De bestemming Waarde - archeologie (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de andere bestemmingen.

19.2 Bouwregels

  1. a. Op en onder de in lid 19.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd indien:
    1. 1. vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het college vanburgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en met dien verstande dat;
    2. 2. aan de omgevingsvergunning de volgende verplichtingen verbonden kunnen worden:
      • het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem behouden kunnen worden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door het college vanburgemeester en wethouders vastgesteld programma van eisen; of
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het college van burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de grondroerende bouwwerkzaamheden plaatsvinden met een maximale diepte van 0,20 meter, uitpandig gemeten vanaf het maaiveld, inpandig gemeten vanaf de top van de vloer, en een maximum oppervlak van 25 m2.

19.3 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2 met dien verstande dat:

  1. a. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, de omgevingsvergunning in alle redelijkheid niet kan worden geweigerd;
  2. b. het college van burgemeester en wethouders bij de afweging omtrent de afwijking toepassing geven aan de criteria als genoemd in lid 19.2 onder a, dan wel dat voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de aanvraag omgevingsvergunning reeds een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van eenwerk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 19.4 is verleend;
  3. c. alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend wordt door het college van burgemeester enwethouders advies ingewonnen bij een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige;
  4. d. het bepaalde in de onderliggende bestemming onverminderd van toepassing blijft.

19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie

20.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De in het bestemmingsplan voor Waarde - cultuurhistorie (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het herstel van de cultuurhistorische, bouwhistorische en beeldbepalende elementen in de op die grond gelegen bouwwerken;
  2. b. De bestemming Waarde - cultuurhistorie (dubbelbestemming) is secundair ten opzichte van de bestemming Waarde - archeologie (dubbelbestemming) en primair ten opzichte van de andere bestemmingen.

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. a. de maximale en minimale goot- en bouwhoogte is de goot- en bouwhoogte welke ten tijde van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd of waarvoor een onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend;
  2. b. de maximale pandbreedte is de pandbreedte welke ten tijde van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd of waarvoor een onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend;
  3. c. samenvoeging van panden is niet toegestaan;
  4. d. als voorgevelrooilijn geldt de voorgevelrooilijn welke ten tijde van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd of waarvoor een onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend;
  5. e. in afwijking van het bepaalde onder d mag, op voorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld, de voorgevelrooilijn overschreden worden ten behoeve van:
    1. 1. goot- en dakoverstekken met een maximale diepte van 0,60 meter;
    2. 2. erkers met een maximale diepte van 0,80 meter;
    3. 3. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, zonneschermen, overstekende daken en vergelijkbare onderdelen van gebouwen;
  6. f. de toegestane kaphelling is de kaphelling welke ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd of waarvoor een onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 20.2 onder a en b voor het realiseren van kleinere en grotere goot- en bouwhoogten en pandbreedtes voorwaarde dat:
    1. 1. de door middel van de bebouwingscategorie aangegeven minimale en maximale goot- en bouwhoogten en maximale pandbreedtes niet worden overschreden en;
    2. 2. het pand wordt vernieuwd of verbouwd waarbij een restauratieve aanpak van de voorgevel en de kap voorop staat;
    3. 3. de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast;
    4. 4. de goothoogte tenminste 50 centimeter afwijkt van tenminste één direct aangrenzend pand;
  2. b. lid 20.2 onder c in die zin dat in afwijking van het verbod van samenvoeging een omgevingsvergunning kan worden verleend op voorwaarde dat:
    1. 1. uit een bouwhistorisch onderzoeksrapport, welke door de aanvrager van de omgevingsvergunning dient te worden overlegd en dat voldoet aan de richtlijnen voor bouwhistorisch onderzoek van de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed, blijkt dat er geen (delen van) muren worden verwijderd met monumentale (bouwhistorische) waarden;
    2. 2. binnenwerks achter de voorgevel een scheidingsmuur aanwezig blijft of wordt gebouwd ter hoogte van de oorspronkelijke gemeenschappelijke scheidingsmuur, tot een diepte van ten minste 2 meter;
    3. 3. daardoor de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd stadsgezicht niet onevenredig worden aangetast;
    4. 4. de samenvoeging niet onomkeerbaar is.

20.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen in die zin dat:

  1. a. bij één of meerdere bestemmingsvlakken of adressen de dubbelbestemming "Waarde -cultuurhistorie" wordt verwijderd mits:
    1. 1. de cultuurhistorische, bouwhistorische en/of beeldbepalende elementen niet langer aanwezig zijn in de bouwwerken op de met de dubbelbestemming "Waarde - cultuurhistorie" gelegen gronden en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het bouwwerk kunnen worden hersteld;
    2. 2. de cultuurhistorische, bouwtechnische en/of beeldbepalende elementen welke aanwezig zijn in de bouwwerken op de met de dubbelbestemming "Waarde - cultuurhistorie" gelegen gronden, redelijkerwijs niet langer geheel of gedeeltelijk te handhaven zijn in relatie tot de functie die het bouwwerk moet of uitsluitend nog kan vervullen;
  2. b. indien door verbeterwerkzaamheden, danwel door gewijzigde inzichten, een bouwwerk welke gelegen is op gronden waarop niet de dubbelbestemming "Waarde - cultuurhistorie" van toepassing is, cultuurhistorische en/of beeldbepalende waarde krijgt, deze gronden tevens de dubbelbestemming "Waarde - cultuurhistorie" toe te kennen.

Artikel 21 Waterstaat - Waterkering

  1. a. De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een waterkering;
  2. b. De bestemming ‘Waterstaat - Waterkering is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 22 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 23 Algemene Gebruiksregels

23.1 Algemeen

Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

23.2 Gebruiksverbod

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 23.1 wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van:

  1. a. seksinrichting en prostitutiebedrijf, tenzij in deze regels anders is bepaald;
  2. b. automaten-/amusementshal;
  3. c. standplaatsen;
  4. d. kamerverhuur;
  5. e. opslag van onklare voer-, vlieg- en vaartuigen;
  6. f. vuurwerkverkooppunten.

23.3 Toegelaten bedrijven

Voor zover bedrijven zijn toegestaan, mogen de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de volgende categorieën bedrijven:

  1. a. in geval van activiteiten die aanpandig zijn aan woningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactivteiten vallen onder de categorie A;
  2. b. in geval van activiteiten die bouwkundig afgescheiden zijn van woningen en maatschappelijke voorzieningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in de bij deze regels behorende Staat vanbedrijfsactivteiten vallen onder de categorieën A en B, één en ander met uitzondering van groothandels in vuurwerk en munitie (SBI code 5148.7 onder 0 en 1);
  3. c. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in a en b een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
    1. 1. niet in de Staat van bedrijfsactivteiten voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    2. 2. in de Staat van bedrijfsactivteiten voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    3. 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactivteiten valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.

23.4 Doelmatigheidsbepaling

Het college van burgemeester en wethouders verleent in afwijking van het bepaalde in 23.1 een omgevingsvergunning wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest
doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels een omgevingsvergunning kan worden verleend, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd, mits de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van:

  1. a. de in het bestemmingsplan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. de in de regels toegestane maximale bouw- en goothoogten, anders dan bedoeld in a, waarbij de maximale bouw- en goothoogte met ten hoogste 3 meter worden overschreden voorzover dit de diversiteit in bouwhoogten niet aantast;
  3. c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in a, waarbij de maximale bouwhoogten met ten hoogste 5 meter worden overschreden ten behoeve van antennemasten voor telecommunicatie, mits het grondoppervlakte ten hoogste 5% van het dakvlak bedraagt;
  4. d. het bepaalde in het plan waarbij het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  5. e. het bepaalde in het plan waarbij geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  6. f. het bepaalde in het plan waarbij openbare nutsgebouwtjes, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van civiele kunstwerken, toiletgebouwtjes, voetgangersingangen voor de parkeerkelder en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ bedraagt.

Artikel 25 Overige Regels

25.1 Verwijzing naar andere wetgeving

Waar in de regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 26 Overgangsrecht

26.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

26.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 27 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Binnenstad Zuid en Oost.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactivteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactivteiten

Bijlage 1 Nota Van Beantwoording Inspraak

Bijlage 1 Nota van beantwoording inspraak

Bijlage 2 Nota Van Beantwoording Vooroverleg Ex Artikel 3.1.1 Bro

Bijlage 2 Nota van beantwoording vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

Bijlage 3 Lijst Met Beeldbepalende Panden

Bijlage 3 Lijst met beeldbepalende panden

Bijlage 4 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 4 Nota van beantwoording zienswijzen

Bijlage 5 Aanvullende Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 5 Aanvullende nota van beantwoording zienswijzen