KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf - 1
Artikel 5 Bedrijf - 2
Artikel 6 Gemengd - 1
Artikel 7 Gemengd - 2
Artikel 8 Gemengd - 3
Artikel 9 Gemengd - Maatschappelijk
Artikel 10 Groen
Artikel 11 Horeca
Artikel 12 Kantoor
Artikel 13 Maatschappelijk
Artikel 14 Recreatie
Artikel 15 Sport
Artikel 16 Tuin
Artikel 17 Verkeer
Artikel 18 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 19 Water
Artikel 20 Wonen
Artikel 21 Wonen - Woonwagencentrum
Artikel 22 Leiding - Water
Artikel 23 Waarde - Archeologie 1
Artikel 24 Waarde - Archeologie 2
Artikel 25 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 26 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 27 Anti-dubbeltelregel
Artikel 28 Algemene Bouwregels
Artikel 29 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 30 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 32 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 33 Overgangsrecht
Artikel 34 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijven
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten; Functiemenging
Bijlage 1 Lijst Met Beeldbepalende Panden En Monumenten
Bijlage 2 Nota Van Beantwoording Vooroverleg Artikel 3.1.1 Bro
Bijlage 3 Nota Van Beantwoording Participatie
Bijlage 4 Nota Van Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 5 Uitspraak Raad Van State

Overdie, Omval en bedrijventerrein Oudorp

Bestemmingsplan - gemeente Alkmaar

Onherroepelijk op 16-05-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Overdie, Omval en bedrijventerrein Oudorp' van de gemeente Alkmaar.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0361.BP00012-0401 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 verbeelding:

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen ruimtelijke informatie.

1.4 aan huis verbonden beroep/bedrijf:

een praktijkruimte, kantoor, webwinkel, atelier, kapsalon, schoonheidssalon, hondentrimsalon, logies met ontbijt en naar de aard daarmee gelijk te stellen functies welke in een woning worden uitgeoefend, alsmede een bedrijf dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten door de gebruiker van de woning en dat niet onder de Wet milieubeheer valt, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, niet zijnde prostitutie en seksinrichtingen.

1.5 aan- of uitbouw:

een onderdeel van een hoofdgebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.6 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.7 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.8 aanpandig

gebouwen zijn aanpandig indien zij constructief aan elkaar zijn gebouwd en geluidoverlast kan ontstaan door contactgeluid via een constructieve verbinding;

1.9 achtererfgebied:

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorgevel, van het hoofdgebouw.

1.10 achtergevel:

de achtergevel van een hoofdgebouw.

1.11 agrarisch bedrijf:

een bedrijf voor akkerbouw, fruitteelt en tuinbouw.

1.12 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.13 bebouwingspercentage:

een op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend.

1.14 bedrijf:

een onderneming in hoofdzaak gericht op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel (maximaal 20% van het totale bruto vloeroppervlak) van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.15 bedrijfswoning:

één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, welke gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming is met de bestemming.

1.16 bestaand:

bestaand bouwwerk:
een bouwwerk, dat ten tijde van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan legaal aanwezig is, wordt gebouwd, dan wel nadien krachtens een melding of vergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd.

bestaand gebruik:
het gebruik dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod.

1.17 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.18 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.19 Bevi-inrichting:

een inrichting die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.20 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met ene zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met dak.

1.21 bijgebouw:

een gebouw dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.22 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.23 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.24 bouwkundig afgescheiden

gebouwen zijn bouwkundig afgescheiden indien zij constructief onafhankelijk van elkaar zijn gebouwd;

1.25 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen als kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen niet inbegrepen.

1.26 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.27 bouwperceelsgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.28 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.29 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.30 bruto vloeroppervlak:

de som van het product van de afstand tussen de gevelvlakken en de afstand hart op hart van de bouwmuren per bouwlaag, niet inbegrepen balkons, loggia's en galerijen.

1.31 consumentenvuurwerk:

vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 1,2 of 3 en dat krachtens het Vuuwerkbesluit (AMvB d.d. 22 januari 2002) is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

1.32 cultuur en ontspanning:

Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning.

1.33 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.34 dienstverlening:

commerciële activiteiten met een baliefunctie voor de verrichting van diensten aan of ten gerieve van het publiek, niet zijnde detailhandel. Dienstverlening omvat zowel persoonlijke als zakelijke dienstverlening.

1.35 evenement:

elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, waaronder mede wordt verstaan een herdenkingsplechtigheid, een braderie, een optocht niet zijnde een betoging, en een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg, met uitzondering van bioscoopvoorstellingen, markten, kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen, betogingen- samenkomsten- en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties, activiteiten als straatartiest, voetbalwedstrijden, en sport- en spelwedstrijden in of op de daartoe bestemde gebouwen en terreinen.

1.36 evenement categorie 1:

een evenement met onversterkte (straat)muziek, achtergrondmuziek en beperkte spreekinstallaties.

1.37 evenement categorie 2:

een evenement: met spreekinstallaties, versterkte (live) muziek, orkest, taptoe, etc.

1.38 evenement categorie 3:

een evenement: zoals popconcerten, live optredens, houseparty, Dj's, rap, dance-event en muziekprogramma's van radio en TV-omroepen, etc.

1.39 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.40 geluidsgevoelige gebouwen (andere):

bij algemene maatregel van bestuur als zodanig aangewezen gebouw dat vanwege de bestemming of het gebruik daarvan bijzondere bescherming tegen geluid behoeft, niet zijnde een woning.

1.41 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.42 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.43 horeca:

een bedrijf of instelling, uitgezonderd een seksinrichting, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt.

1.44 horeca categorie 1 (discotheek, nachtclub, bar-dancing):

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.

1.45 horeca categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant):

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar-dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.46 horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom):

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.

1.47 horeca categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak):

een horecabedrijf gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse en buiten, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken.

1.48 hotel:

een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken ondergeschikt is.

1.49 huishouden:

de zelfstandige bewoning van een woning door één of meer personen, die op een duurzame, gemeenschappelijke wijze samenwonen en er hun hoofdverblijf hebben, en die gezamenlijk gebruik maken van voorzieningen zoals woonkamer, keuken, toilet en badkamer.

1.50 kamerverhuur:

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.

1.51 kampeermiddelen:

een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.52 kantoor:

ruimte die, of complex van ruimten dat, door indeling en inrichting is gebouwd en/of geschikt is voor administratieve, zakelijke of maatschappelijke dienstverlening zonder een publieksaantrekkende functie.

1.53 kas:

een bouwwerk met een structuur van glas en metaal dat gebruikt wordt voor het kweken van planten.

1.54 kunstwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civiel-technische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.55 lessenaarsdak:

een dak dat is voorzien van één hellend dakvlak of dakschild.

1.56 logies met ontbijt:

een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, overnachtingsaccommodatie gericht op het verschaffen van kortdurend verblijf (logies) en ontbijt. De ruimte voor logies met ontbijt biedt plaats voor maximaal 4 personen en beschikt niet over een eigen kookvoorziening.

1.57 maatschappelijk:

overheids, medische, onderwijs, sociaal-culturele, religieuze, jeugd/kinderopvang, en vergelijkbare maatschappelijke doeleinden, met inbegrip van bijbehorende en aan de maatschappelijke doeleinden ondergeschikte detailhandel, dienstverlening en horecabedrijf categorie 3.

1.58 maatvoeringsvlak:

een op de verbeelding aangegeven vlak die binnen een bestemmingsvlak de grens aangeeft tussen verschillende bouwhoogtes of bebouwingspercentages.

1.59 markt:

een door het college van burgemeester en wethouders ingestelde markt.

1.60 medisch op een bedrijventerrein:

het leveren van (ambulante) zorg, waarbij er geen sprake is van nachtverblijf.

1.61 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van op het openbare net aangesloten voorzieningen, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.62 omgevingsvergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.63 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:

omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.64 ondergronds bouwwerk:

een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.

1.65 onderwijs op een bedrijventerrein:

een leerwerkbedrijf, waarbij ter plaatse de theorie in de praktijk wordt gebracht, alsmede een ruimte voor het geven van cursussen.

1.66 peil:

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de bouwhoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd, het plaatselijk aan te houden waterpeil;
  4. d. in andere gevallen de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.

1.67 perifere detailhandel in ABC-goederen en grove bouwmaterialen

detailhandel die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling van de verkoop van grove bouwmaterialen en van auto’s, boten, caravans, motoren en scooters met uitzondering van tuinartikelen, bouwmarkten, brand- en explosiegevaarlijke goederen, keukens, sanitair en artikelen voor woninginrichting waaronder meubelen.

1.68 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.69 professioneel vuurwerk

vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 4 alsmede vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 2 of 3 en dat krachtens het Vuurwerkbesluit (AMvB d.d. 22 januari 2002) niet is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

1.70 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.71 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een vorm alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.72 sekswinkel:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd.

1.73 stacaravan:

een caravan, die als een gebouw dient te worden aangemerkt.

1.74 standplaats voor detailhandel:

een op een openbare en in de open lucht gelegen plaats om goederen en/of diensten te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren, gebruik makend van mobiele middelen zoals een boot, een kraam, een wagen of een tafel.

1.75 standplaats voor woonwagen:

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten.

1.76 vaarwatergebonden

bedrijvigheid die gerelateerd is aan watergebonden activiteiten zoals laden en lossen vanaf het water.

1.77 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.

1.78 voorgevelrooilijn:

een denkbeeldige of aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrens.

1.79 wet/ wettelijke regelingen:

indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen, c.q. verordeningen en dergelijke, dan dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het moment van ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

1.80 webwinkel:

detailhandel via internet, waarbij sprake is van opslag van goederen die hoofdzakelijk elders worden bezorgd en waar een afhaalpunt voor publiek aanwezig kan zijn, waarbij er geen sprake is van een showroom.

1.81 webwinkel op een bedrijventerrein:

detailhandel via internet, waarbij de goederen hoofdzakelijk elders worden bezorgd en er geen sprake is van een showroom, maar waar wel een afhaalpunt voor publiek aanwezig kan zijn.

1.82 woning:

een zelfstandige woonruimte, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.83 woonwagen:

een voor bewoning bestemd gebouw, dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.84 woonark:

een drijvend casco van staal of beton dat zich niet op eigen kracht kan voortbewegen en dat voorzien is van een opbouw die geschikt is voor bewoning.

1.85 woonschip:

een vaartuig dat zich op eigen kracht kan voortbewegen, dat aan romp en opbouw herkenbaar is als een van origine varend schip met een authentieke opbouw, en dat geschikt gemaakt is voor bewoning.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot het diepste punt van een bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel:

de kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.

2.8 ondergeschikte bouwdelen:

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsplangrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van een in hoofdzaak grondgebonden agrarisch bedrijf;
  2. b. kassen;
  3. c. weilanden;
  4. d. een caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘caravanstalling’;

met daarbij behorende:

  1. e. bouwwerken;
  2. f. parkeervoorzieningen;
  3. g. ontsluitingswegen;
  4. h. voet- en rijwielpaden;
  5. i. waterlopen en waterpartijen;
  6. j. groenvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. een goede waterhuishouding;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag sloten en andere watergangen te dempen.
  2. b. Het bepaalde onder 3.4 sub a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

Artikel 4 Bedrijf - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 2 in Bijlage 1, Staat van Bedrijven;
  2. b. bedrijfsgebonden kantoorruimte, ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf, tot een maximum van 50% en een maximale oppervlakte van 2.000 m² per bedrijf;
  3. c. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij de functie gemaximeerd is tot 20% van het totale bruto vloeroppervlak, met een maximaal winkelvloeroppervlak van 100 m2;
  4. d. perifere detailhandel in ABC-goederen en grove bouwmaterialen met een maximaal winkelvloeroppervlak van 1.500 m2;
  5. e. zelfstandige kantoren tot maximaal 750 m2, per kantoor, met een maximum van 3.000 m2 per gebouw, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1';
  6. f. cultuur en ontspanning, onderwijs op een bedrijventerrein, medisch op een bedrijventerrein, sociaal-cultureel en religieus, sportvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1';
  7. g. afgeschermde buitenopslag, voor zover achter de voorgevelrooilijn;
  8. h. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  9. i. een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  10. j. een tuincentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum';
  11. k. een bouwmarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-bouwmarkt';
  12. l. caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
  13. m. horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  14. n. horeca categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  15. o. opslag en verkoop van consumentenvuurwerk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-vuurwerk';
  16. p. webwinkel op een bedrijventerrein;
  17. q. een zend- en ontvangstinstallatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  18. r. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  19. s. kassen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kas';
  20. t. een overkapping uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bouwaanduiding - overkapping';
  21. u. perifere detailhandel in ABC-goederen en grove bouwmaterialen is uitgesloten ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer uitgesloten';

met de daarbij behorende:

  1. v. bouwwerken;
  2. w. aan- en uitbouwen;
  3. x. erven;
  4. y. parkeervoorzieningen;
  5. z. nutsvoorzieningen;
  6. aa. ontsluitingswegen;
  7. ab. voet- en rijwielpaden;
  8. ac. waterlopen en waterpartijen;
  9. ad. groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.1 a onder sub 2 toe te staan dat de bouwhoogte wordt vergroot tot maximaal 20 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.1 :

  1. a. voor vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1, Staat van Bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd;

onder de voorwaarden dat:

  1. 1. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
  2. 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  3. 3. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
  4. 4. op het eigen terrein voldoende parkeerruimte en laad- en losruimte aanwezig is.

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan de aanduiding als bedoeld onder 4.1 sub h van de verbeelding verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.

Artikel 5 Bedrijf - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd:

  1. a. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 4 in Bijlage 1, Staat van Bedrijven;
  2. b. bedrijfsgebonden kantoorruimte, ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf, tot maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak per bedrijfsvestiging met een maximum van 2.000 m² bruto vloeroppervlak;
  3. c. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij de functie gemaximeerd is tot 20% van het totale bruto vloeroppervlak met een maximaal winkelvloeroppervlak van 100 m2;
  4. d. perifere detailhandel in ABC-goederen en grove bouwmaterialen met een maximaal winkelvloeroppervlak van 1.500 m2;
  5. e. zelfstandige kantoren tot maximaal 750 m2 per kantoor, met een maximum van 3.000 m2 per gebouw, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1';
  6. f. cultuur en ontspanning, onderwijs op een bedrijventerrein, medisch op een bedrijventerrein, sociaal-cultureel, religieus, sportvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1';
  7. g. afgeschermde buitenopslag, voor zover achter de voorgevelrooilijn;
  8. h. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  9. i. een religieuze voorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie';
  10. j. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  11. k. speciaalzaak voor tegels en sanitair uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel – speciaalzaak voor tegels en sanitair’;
  12. l. standplaats voor detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaatsen';
  13. m. horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  14. n. webwinkel op een bedrijventerrein;
  15. o. een zend- en ontvangstinstallatie, ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';

met de daarbij behorende:

  1. p. bouwwerken;
  2. q. aan- en uitbouwen;
  3. r. erven;
  4. s. parkeervoorzieningen;
  5. t. nutsvoorzieningen;
  6. u. ontsluitingswegen;
  7. v. voet- en rijwielpaden;
  8. w. waterlopen en waterpartijen;
  9. x. groenvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.1 a onder sub 2 toe te staan dat de bouwhoogte wordt vergroot tot maximaal 20 meter.

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 5.1 :

  1. a. voor vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1, Staat van Bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd;

onder de voorwaarden dat:

  1. 1. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
  2. 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  3. 3. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
  4. 4. op het eigen terrein voldoende parkeerruimte en laad- en losruimte aanwezig is.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan de aanduiding als bedoeld onder 5.1 sub h van de verbeelding verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.

Artikel 6 Gemengd - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 2 in Bijlage 1, Staat van Bedrijven;
  2. b. bedrijf met maximaal milieucategorie 3 in Bijlage 1, Staat van Bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3';
  3. c. bedrijf met maximaal milieucategorie 4 in Bijlage 1, Staat van Bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4';
  4. d. bedrijfsgebonden kantoorruimte, ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf, tot maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak per bedrijfsvestiging met een maximum van 2.000 m² bruto vloeroppervlak;
  5. e. zelfstandige kantoren tot maximaal 750 m2 per kantoor, met een maximum van 3.000 m2 per gebouw;
  6. f. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij de functie gemaximeerd is tot 20% van het totale bruto vloeroppervlak met een maximale winkelvloeroppervlak van 100 m2;
  7. g. afgeschermde buitenopslag, voor zover achter de voorgevelrooilijn;
  8. h. cultuur en ontspanning;
  9. i. onderwijs op een bedrijventerrein;
  10. j. medisch op een bedrijventerrein;
  11. k. religieuze voorzieningen;
  12. l. sportvoorzieningen;
  13. m. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  14. n. tevens bestemd voor vaarwatergebonden bedrijvigheid inclusief scheepsbouw voor schepen langer dan 25 meter, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - vaarwatergebonden bedrijven';
  15. o. standplaats voor detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats';
  16. p. webwinkel op een bedrijventerrein;
  17. q. een uitvaartcentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'uitvaartcentrum';
  18. r. silo's, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'silo';

met de daarbij behorende:

  1. s. bouwwerken;
  2. t. aan- en uitbouwen;
  3. u. erven;
  4. v. parkeervoorzieningen;
  5. w. nutsvoorzieningen;
  6. x. ontsluitingswegen;
  7. y. voet- en rijwielpaden;
  8. z. waterlopen en waterpartijen;
  9. aa. groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

6.4 Specifieke gebruiksregels

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 6.1:

  1. a. voor vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1, Staat van Bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd;

onder de voorwaarden dat:

  1. 1. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
  2. 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  3. 3. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
  4. 4. op eigen terrein voldoende parkeerruimte en laad- en losruimte aanwezig is;

6.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding als bedoeld onder 6.1 sub m van de verbeelding verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.

Artikel 7 Gemengd - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. zelfstandige kantoren tot maximaal 750 m2 per kantoor, met een maximum van 3.000 m2 per gebouw;
  2. b. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten van categorie A en B die vermeld staan in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemening;
  3. c. cultuur en ontspanning;
  4. d. maatschappelijke functies;
  5. e. maatschappelijke functies zijn uitgesloten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk uitgesloten';
  6. f. sportvoorzieningen;
  7. g. dienstverlening;
  8. h. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  9. i. standplaats voor detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats';
  10. j. woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';

met de daarbij behorende:

  1. k. bouwwerken;
  2. l. aan- en uitbouwen;
  3. m. erven;
  4. n. parkeervoorzieningen;
  5. o. nutsvoorzieningen;
  6. p. ontsluitingswegen;
  7. q. voet- en rijwielpaden;
  8. r. waterlopen en waterpartijen;
  9. s. groenvoorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

7.4 Specifieke gebruiksregels

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 7.1 sub b voor het toestaan van activiteiten die in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging, vallen onder categorie C onder voorwaarde dat sprake is van een goede aansluiting op de hoofdinfrastructuur.

7.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding als bedoeld onder 7.1 sub j van de verbeelding verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.

Artikel 8 Gemengd - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen, op de tweede bouwlaag en hoger;
  2. b. aan huis verbonden beroep/bedrijf;
  3. c. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten van categorie A en B die staan vermeld in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, in de eerste bouwlaag;
  4. d. cultuur en ontspanning, in de eerste bouwlaag;
  5. e. maatschappelijke functies, in de eerste bouwlaag;
  6. f. detailhandel, in de eerste bouwlaag;
  7. g. dienstverlening, in de eerste bouwlaag;
  8. h. kantoren, in de eerste bouwlaag;
  9. i. sportvoorzieningen, in de eerste bouwlaag;
  10. j. horeca categorie 2 (café, grand-café, café -restaurant), in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  11. k. horeca categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak), in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';

met de daarbij behorende:

  1. l. bouwwerken;
  2. m. aan- en uitbouwen;
  3. n. erven;
  4. o. parkeervoorzieningen;
  5. p. nutsvoorzieningen;
  6. q. ontsluitingswegen;
  7. r. voet- en rijwielpaden;
  8. s. waterlopen en waterpartijen;
  9. t. groenvoorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.1 onder sub a lid 2, onder de voorwaarden dat:

  1. a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt;
  2. b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving wordt gewaarborgd;
  3. c. de parkeerdruk in de directe omgeving niet onevenredig wordt aangetast.

8.5 Specifieke gebruiksregels

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 8.5.1 ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep/bedrijf tot een maximum van 100 m².
  2. b. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 8.1 sub c voor het toestaan van activiteiten die in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorie C, onder voorwaarde dat sprake is van een goede aansluiting op de hoofdinfrastructuur.

8.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding als bedoeld onder 8.1. sub j wijzigen in een categorie horeca 3 of horeca 4, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.

Artikel 9 Gemengd - Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijk;
  2. b. detailhandel;
  3. c. dienstverlening;
  4. d. horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom);
  5. e. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten – functiemenging,

met de daarbij behorende:

  1. f. bouwwerken;
  2. g. wegen en paden;
  3. h. laad- en losplaatsen;
  4. i. speelvoorzieningen;
  5. j. parkeervoorzieningen;
  6. k. nutsvoorzieningen;
  7. l. ontsluitingswegen;
  8. m. voet- en rijwielpaden;
  9. n. verkeer- en verblijfsgebied;
  10. o. waterlopen en waterpartijen;
  11. p. groenvoorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

9.4 Specifieke gebruiksregels

9.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder artikel 9.4.1 ten behoeve van een verruiming van het maximaal percentage en/of het maximale vloeroppervlak, onder de voorwaarde dat:

  1. a. voldoende parkeerruimte beschikbaar is;
  2. b. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt.

Artikel 10 Groen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. waterlopen en waterpartijen;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. beeldende kunst;
  5. e. geluidwerende voorzieningen;
  6. f. kunstwerken;
  7. g. (ondergrondse) afvalcontainers;
  8. h. standplaats voor detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaatsen';
  9. i. evenement categorie 1;
  10. j. evenement categorie 2 en evenement categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein';
  11. k. oevergebruik ten behoeve van ligplaatsen voor woonschepen en woonarken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'oever';

met de daarbij behorende:

  1. l. bouwwerken;
  2. m. voet- en fietspaden;
  3. n. nutsvoorzieningen;
  4. o. in- en uitritten, ten behoeve van aangrenzende bebouwing.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan:

  1. a. de plaats van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen onderhoud en gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.
  2. b. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 11 Horeca

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca in alle bouw lagen;
  2. b. horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom), ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' in alle bouw lagen;
  3. c. een hotel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel';
  4. d. een beauty center, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - beauty center;
  5. e. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met de daarbij behorende:

  1. f. bouwwerken;
  2. g. terrassen;
  3. h. laad- en losplaatsen;
  4. i. speelvoorzieningen;
  5. j. parkeervoorzieningen;
  6. k. nutsvoorzieningen;
  7. l. ontsluitingswegen;
  8. m. voet- en rijwielpaden;
  9. n. verkeer- en verblijfsgebied;
  10. o. waterlopen en waterpartijen;
  11. p. groenvoorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. seksinrichtingen;
  2. b. prostitutie.

11.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding als bedoeld onder 11.1 sub e van de verbeelding verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.

Artikel 12 Kantoor

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;

met de daarbij behorende:

  1. b. bouwwerken;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. laad- en losplaatsen;
  4. e. parkeervoorzieningen;
  5. f. nutsvoorzieningen;
  6. g. ontsluitingswegen;
  7. h. voet- en rijwielpaden;
  8. i. verkeer- en verblijfsgebied;
  9. j. waterlopen en waterpartijen;
  10. k. groenvoorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. seksinrichtingen;
  2. b. prostitutie.

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijk;

met de daarbij behorende:

  1. b. bouwwerken;
  2. c. erven;
  3. d. wegen en paden;
  4. e. laad- en losplaatsen;
  5. f. speelvoorzieningen;
  6. g. parkeervoorzieningen;
  7. h. nutsvoorzieningen;
  8. i. ontsluitingswegen;
  9. j. voet- en rijwielpaden;
  10. k. verkeer- en verblijfsgebied;
  11. l. waterlopen en waterpartijen;
  12. m. groenvoorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. seksinrichtingen;
  2. b. prostitutie.

Artikel 14 Recreatie

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een kinderboerderij, ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';
  2. b. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  3. c. maatschappelijk, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';

met daarbij behorende:

  1. d. bouwwerken;
  2. e. erven;
  3. f. parkeervoorzieningen;
  4. g. nutsvoorzieningen;
  5. h. ontsluitingswegen;
  6. i. voet- en rijwielpaden;
  7. j. ruiterpaden;
  8. k. speelvoorzieningen;
  9. l. waterlopen en waterpartijen;
  10. m. groenvoorzieningen.

14.2 Bouwregels

14.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

14.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik van gronden, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik:

  1. a. permanente bewoning;
  2. b. vakantie bewoning;
  3. c. als ligplaats voor woonschepen;
  4. d. standplaats voor kampeermiddelen;
  5. e. seksinrichtingen;
  6. f. prostitutie.

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met inbegrip van bijbehorende en aan de sportactiviteit ondergeschikte detailhandel, dienstverlening en horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom);
  2. b. maatschappelijk, detailhandel, dienstverlening, horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom) en bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in Bijlage 2, ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten – functiemenging’, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd – maatschappelijk’;

met daarbij behorende:

  1. c. bouwwerken;
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. waterlopen en waterpartijen;
  4. f. wegen en paden
  5. g. voet- en fietspaden;
  6. h. parkeervoorzieningen;
  7. i. nutsvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 16 Tuin

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen en weilanden;

met daarbij behorende:

  1. b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. waterlopen en waterpartijen;
  4. e. groenvoorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

16.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, behorende bij deze bestemming, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. c. seksinrichtingen;
  4. d. prostitutie.

Artikel 17 Verkeer

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. pleinen;
  4. d. waterlopen en waterpartijen;
  5. e. parkeervoorzieningen;
  6. f. laad- en losplaatsen;
  7. g. geluidwerende voorzieningen;
  8. h. straatmeubilair;
  9. i. nutsvoorzieningen;
  10. j. (ondergrondse) afvalcontainers;
  11. k. kunstwerken;
  12. l. beeldende kunst;
  13. m. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;

met de daarbij behorende:

  1. n. bouwwerken;
  2. o. groenvoorzieningen;
  3. p. in- en uitritten ten behoeve van aangrenzende gebouwen.

17.2 Bouwregels

17.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

17.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, behorende bij deze bestemming, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. een standplaats voor kampeermiddelen;
  2. b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
  3. c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  4. d. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen en woonarken;
  5. e. seksinrichtingen;
  6. f. prostitutie.

Artikel 18 Verkeer - Verblijfsgebied

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. pleinen;
  4. d. waterlopen en waterpartijen;
  5. e. parkeervoorzieningen;
  6. f. laad- en losplaatsen;
  7. g. speelvoorzieningen;
  8. h. straatmeubilair;
  9. i. nutsvoorzieningen;
  10. j. (ondergrondse) afvalcontainers;
  11. k. kunstwerken;
  12. l. beeldende kunst;
  13. m. evenement categorie 1;
  14. n. markten
  15. o. een standplaats voor detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaatsen';
  16. p. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  17. q. een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';

met de daarbij behorende:

  1. r. bouwwerken;
  2. s. groenvoorzieningen;
  3. t. in- en uitritten ten behoeve van aangrenzende bebouwing.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid, en
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

18.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging;
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. waterlopen en waterpartijen;
  4. d. waterwegen;
  5. e. oeverstroken;
  6. f. scheepvaartdoeleinden;
  7. g. infiltratievoorzieningen;
  8. h. kunstwerken;
  9. i. beeldende kunst;
  10. j. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  11. k. garages, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  12. l. evenement categorie 1;
  13. m. evenement categorie 2 en evenement categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein';
  14. n. een woonschip, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
  15. o. een woonark, of een woonschip, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats'
  16. p. een schiphuis, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis';

met de daarbij behorende:

  1. q. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  2. r. paden;
  3. s. groenvoorzieningen.

19.2 Bouwregels

19.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in artikel 19.2.3 onder sub d en toe te staan dat de hoogte van woonarken wordt verhoogd mits:

  1. a. de hoogte van de woonarken niet groter wordt dan 4,50 meter, en;
  2. b. de lengte van de opbouw waarvoor de afwijking wordt toegestaan niet groter is dan 1/3 deel van de lengte van de woonark.

19.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 20 Wonen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen;
  2. b. aan huis verbonden beroep/bedrijf;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' zijn de volgende functies op de eerste bouwlaag toegestaan:
    1. 1. detailhandel;
    2. 2. dienstverlening;
    3. 3. medische voorzieningen;
    4. 4. maatschappelijk;
    5. 5. cultuur en ontspanning;
    6. 6. sportvoorzieningen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2' zijn de volgende functies op de eerste bouwlaag toegestaan:
    1. 1. dienstverlening;
    2. 2. medische voorzieningen;
    3. 3. maatschappelijk;
    4. 4. cultuur en ontspanning;
    5. 5. sportvoorzieningen;
  5. e. horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom), uitsluitend in de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3;
  6. f. horeca categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak), uitsluitend in de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4;
  7. g. een parkeergarage, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  8. h. een autohandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autohandel';
  9. i. een garagebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf';
  10. j. een nutsvoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  11. k. opslag en verkoop van consumentenvuurwerk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - vuurwerk';
  12. l. bijgebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  13. m. een onderdoorgang, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  14. n. dakterrassen op aan- en uitbouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras';
  15. o. de toegestane functies op de eerste bouwlaag zijn ook toegestaan op de tweede bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - verdieping';
  16. p. maatschappelijk in alle bouw lagen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘maatschappelijk’;
  17. q. maatschappelijk, detailhandel, dienstverlening, horeca categorie 3 en bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in Bijlage 2, ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten – Functiemenging’, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd – maatschappelijk’;
  18. r. een caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘caravanstalling’;
  19. s. kassen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘kas’;
  20. t. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';

met daarbij behorende:

  1. u. bouwwerken;
  2. v. aan- en uitbouwen;
  3. w. tuinen en erven;
  4. x. wegen en paden;
  5. y. waterlopen en waterpartijen;
  6. z. speelvoorzieningen;
  7. aa. groenvoorzieningen;
  8. ab. parkeervoorzieningen.

20.2 Bouwregels

20.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

20.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.1 onder sub b, onder de voorwaarden dat:

  1. a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt;
  2. b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving wordt gewaarborgd;
  3. c. de parkeerdruk in de directe omgeving niet onevenredig wordt vergroot.

20.5 Specifieke gebruiksregels

20.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder;

  1. a. 20.5.1 ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 100 m²;
  2. b. 20.5.3 ten behoeve van een verruiming van het maximaal percentage en/of het maximale vloeroppervlak, onder voorwaarde dat;
    1. 1. er voldoende parkeerruimte beschikbaar is;
    2. 2. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt.

20.7 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan de aanduiding als bedoeld onder 20.1 sub k van de verbeelding verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.

Artikel 21 Wonen - Woonwagencentrum

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagencentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. standplaatsen voor woonwagens;
  2. b. aan huis verbonden beroep/bedrijf;

met de daarbij behorende:

  1. c. bouwwerken;
  2. d. tuinen en erven;
  3. e. wegen en paden;
  4. f. waterlopen en waterpartijen;
  5. g. speelvoorzieningen;
  6. h. groenvoorzieningen;
  7. i. parkeervoorzieningen;
  8. j. nutsvoorzieningen.

21.2 Bouwregels

21.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

21.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 22 Leiding - Water

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. een ondergrondse waterleiding;
  2. b. waarbij de bestemming 'Leiding - Water' primair is ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen is artikel 32 'Schema van volgorde dubbelbestemmingen' van toepassing.

22.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. op of in de gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde bestemming worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van een bouwwerk als bedoeld onder a. mag niet meer bedragen dan 3 meter.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2, onder de voorwaarden dat:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. daarover vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 23 Waarde - Archeologie 1

23.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. de voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden met een zeer hoge verwachting zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden;
  2. b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen is artikel 32 'Schema van volgorde dubbelbestemmingen' van toepassing.

23.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. er mag slechts worden gebouwd, indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag wordt verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning de volgende verplichtingen kunnen worden verbonden:
    1. 1. het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag vastgesteld programma van eisen; of
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de grondroerende bouwwerkzaamheden plaatsvinden met een maximale diepte van 0,20 meter, uitpandig gemeten vanaf het maaiveld en inpandig gemeten vanaf de top van de vloer, en een maximum oppervlak van 25 m².

23.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 23.2 sub a voor de bouw van bouwwerken onder de voorwaarden, dat:

  1. a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een ontheffing in redelijkheid niet kan worden geweigerd;
  2. b. het bevoegd gezag bij de afweging omtrent de afwijking toepassing geeft aan de criteria als genoemd onder 23.2 sub a, dan wel dat voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning als bedoeld onder 23.4 is verleend;
  3. c. alvorens de omgevingsvergunning (afwijking) wordt verleend door het bevoegd gezag advies is ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige;
  4. d. het bepaalde in de onderliggende bestemming onverminderd van toepassing blijft.

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 24 Waarde - Archeologie 2

24.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden met een hoge verwachting zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden;
  2. b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' (dubbelbestemming) primair is ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen is artikel 32 'Schema van volgorde dubbelbestemmingen' van toepassing.

24.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. er mag slechts worden gebouwd, indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag wordt verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning de volgende verplichtingen kunnen worden verbonden:
    1. 1. het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag vastgesteld programma van eisen; of
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de bouwwerkzaamheden plaatsvinden met een maximale diepte van 0,40 meter en een maximum oppervlak van 500 m².

24.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 24.2 sub a voor de bouw van bouwwerken onder de voorwaarden, dat:

  1. a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een ontheffing in redelijkheid niet kan worden geweigerd;
  2. b. het bevoegd gezag bij de afweging omtrent de afwijking toepassing geeft aan de criteria als genoemd onder 24.2 sub a, dan wel dat voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning als bedoeld onder 24.4 is verleend;
  3. c. alvorens de omgevingsvergunning (afwijking) wordt verleend door het bevoegd gezag advies is ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige;
  4. d. het bepaalde in de onderliggende bestemming onverminderd van toepassing blijft.

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 25 Waarde - Cultuurhistorie

25.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het herstel van de cultuurhistorische, bouwhistorische en beeldbepalende elementen in de op die grond gelegen bouwwerken;
  2. b. de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen is artikel 29 'Schema van volgorde dubbelbestemmingen' van toepassing.

25.2 Bouwregels

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. a. de maximale en minimale goot- en bouwhoogte is de goot- en bouwhoogte welke ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd;
  2. b. de maximale pandbreedte is de pandbreedte welke ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd;
  3. c. als voorgevelrooilijn geldt de voorgevelrooilijn welke ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd;
  4. d. in afwijking van het bepaalde onder 25.2 sub c mag de voorgevelrooilijn overschreden worden ten behoeve van:
    1. 1. goot- en dakoverstekken met een maximale diepte van 0,60 meter;
    2. 2. erkers met een maximale diepte van 0,80 meter;
    3. 3. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, zonneschermen, overstekende daken en vergelijkbare onderdelen van gebouwen;
    4. 4. op voorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld.
  5. e. de toegestane dakhelling is de dakhelling welke ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp bestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd.

25.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 25.2 sub a en b voor het realiseren van kleinere en grotere goot- en bouwhoogten en pandbreedtes onder de voorwaarden dat:

  1. a. de aangegeven minimale en maximale goot- en bouwhoogten niet worden overschreden;
  2. b. het pand wordt vernieuwd of verbouwd waarbij een restauratieve aanpak van de voorgevel en de kap voorop staat;
  3. c. de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast.

25.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin, dat:

  1. a. door één of meerdere bestemmingsvlakken op de verbeelding met de dubbelbestemming 'Waarde -Cultuurhistorie' te verwijderen mits:
    1. 1. de cultuurhistorische, bouwhistorische en/of beeldbepalende elementen niet langer aanwezig zijn in de bouwwerken op de met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' gelegen gronden en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het bouwwerk kunnen worden hersteld;
    2. 2. de cultuurhistorische, bouwtechnische en/of beeldbepalende elementen welke aanwezig zijn in de bouwwerken op de met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' gelegen gronden, redelijkerwijs niet langer geheel of gedeeltelijk te handhaven zijn in relatie tot de functie die het bouwwerk moet of uitsluitend nog kan vervullen;
  2. b. indien door verbeterwerkzaamheden, danwel door gewijzigde inzichten, een bouwwerk welke gelegen is op gronden waarop niet de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' van toepassing is, cultuurhistorische en/of beeldbepalende waarde krijgt, deze gronden tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' toe te kennen.

Artikel 26 Waterstaat - Waterkering

26.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve de daarvoor aangewezen bestemming(en), mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen;
  2. b. de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen is artikel 29 'Schema van volgorde dubbelbestemmingen' van toepassing.

26.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de onder 26.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  3. c. op grond van de Keur van de waterbeheerder dient, alvorens kan worden gestart met de bouwwerkzaamheden, contact te worden opgenomen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, zodat kan worden beoordeeld of voor het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden een ontheffing van het Keur benodigd is of niet.

26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2. De vergunning kan worden verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkering belang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 27 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 28 Algemene Bouwregels

28.1 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

  1. a. Indien afstanden, bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken en reeds onherroepelijk verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
  2. b. In die gevallen dat afstanden tot, bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
  3. c. In het geval al van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 28.1 onder a en b is uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.

28.2 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen

  1. a. Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
  2. b. Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
    1. 1. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
    2. 2. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²;
    3. 3. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter onder peil;
    4. 4. bij het berekenen van de blijkens de digitale verbeelding of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.
  3. c. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 28.2 sub b nummer 3 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat:
    1. 1. de waterhuishouding niet wordt verstoord;
    2. 2. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.

Artikel 29 Algemene Aanduidingsregels

29.1 Doel aanduiding

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone-industrie' liggen de geluidszones vanwege de bedrijventerreinen Oudorp, Overdie en Boekelermeer. De geluidsbelasting buiten deze zone mag niet meer bedragen dan 50 dB (A).

29.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, de volgende regel:

  1. a. de geluidsbelasting, afkomstig van industrielawaai, van de gezoneerde bedrijventerreinen Overdie, Oudorp en Boekelermeer, bedraagt ten hoogste 50 dB(A) of ten hoogste de hogere vastgestelde geluidwaarde.

Artikel 30 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken :

  1. a. de op de verbeelding of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. de in de regels toegestane maximale bouw- en goothoogten, anders dan bedoeld in a, met ten hoogste 5 meter worden overschreden ten behoeve van antennemasten voor telecommunicatie, mits het grondoppervlakte ten hoogste 5% van het dakvlak bedraagt;
  3. c. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  4. d. het bepaalde in het plan en toestaan dat geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  5. e. het bepaalde in het plan en toestaan dat nutsvoorzieningen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 35 m² bedraagt.

Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  3. c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
  4. d. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

Artikel 32 Overige Regels

32.1 schema van volgorde dubbelbestemmingen

Indien en voor zover op gronden meer dan 1 dubbelbestemming als geregeld in de artikelen 'Waterstaat- Waterkering', 'Leiding - Water', 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2', en 'Waarde -Cultuurhistorie' gelden, zijn voor zover de voor die dubbelbestemmingen geldende regels ten aanzien van bebouwing of gebruik niet met elkaar verenigbaar zijn, de regels van toepassing die gelden voor de dubbelbestemming met de hoogste prioriteit volgens de volgorde die is aangegeven in onderstaand schema:

Doeleinden artikelnummer volgorde van toepassing
Waterstaat - Waterkering 26 1
Leiding - Water 22 2
Waarde - Archeologie 1 23 3
Waarde - Archeologie 2 24 4
Waarde - Cultuurhistorie 25 5

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 33 Overgangsrecht

33.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

33.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 34 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Overdie, Omval en bedrijventerrein Oudorp'.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijven

Bijlage 1 Staat van Bedrijven

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten; Functiemenging

Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten; functiemenging

Bijlage 1 Lijst Met Beeldbepalende Panden En Monumenten

Bijlage 1 Lijst met beeldbepalende panden en monumenten

Bijlage 2 Nota Van Beantwoording Vooroverleg Artikel 3.1.1 Bro

Bijlage 2 Nota van beantwoording vooroverleg artikel 3.1.1 Bro

Bijlage 3 Nota Van Beantwoording Participatie

Bijlage 3 Nota van beantwoording participatie

Bijlage 4 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 4 Nota van beantwoording zienswijzen

Bijlage 5 Uitspraak Raad Van State

Bijlage 5 Uitspraak Raad van State