Beverkoog
Bestemmingsplan - gemeente Alkmaar
Onherroepelijk op 18-10-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.2 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.3 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.4 Bebouwingspercentage
Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.5 Bedrijf
Een onderneming in hoofdzaak gericht op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.6 Bedrijfsvloeroppervlak
De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.7 Bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, welke gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming is met de bestemming.
1.8 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.9 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0361.BP00015-0401 met de bijbehorende regels.
1.10 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.11 Bijgebouw
Een gebouw dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.12 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.13 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.14 Bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen als kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen niet inbegrepen.
1.15 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.16 Bouwperceelsgrens
De grens van een bouwperceel.
1.17 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.18 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.19 Consumentenvuurwerk
Vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 1, 2 of 3 en dat krachtens het Vuurwerkbesluit (AMvB d.d. 22 januari 2002) is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
1.20 Culturele en Ontspannende voorzieningen
Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning.
1.21 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.22 Dienstverlening
Commerciële activiteiten met een baliefunctie voor de verrichting van diensten aan of ten gerieve van het publiek, niet zijnde detailhandel. Dienstverlening omvat zowel persoonlijke als zakelijke dienstverlening.
1.23 Facilitypoint
Een voorziening ten behoeve van bedrijven of werkzame personen op bedrijventerrein 'Beverkoog' waarbinnen verschillende verzorgende functies zijn gehuisvest, bijvoorbeeld kinderopvang, wasserette en ondersteunende horeca van categorie 3 en 4.
1.24 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.25 Hoofdgebouw
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.26 Horecabedrijf
Een bedrijf of een instelling, uitgezonderd een seksinrichting, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, ingedeeld in 4 categorieën:
Horecabedrijf, categorie 1 (discotheek, nachtclub, bar / -dancing)
Een horecabedrijf, waaronder een discotheek, nachtclub, bar/ -dancing en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;
Horecabedrijf, categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant)
Een horecabedrijf, waaronder een café, grand-café, café-restaurant en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
Horecabedrijf, categorie 3 (restaurant, lunchroom)
Een horecabedrijf, waaronder een restaurant, lunchroom en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
Horecabedrijf, categorie 4 (snackbars, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak)
Een horecabedrijf, waaronder een snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van bereide etenswaren voor consumptie ter plaatse en buiten, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken.
1.27 Hotel
Een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken ondergeschikt is.
1.28 Huishouden
De zelfstandige bewoning van een woning door één of meer personen, die op een duurzame, gemeenschappelijke wijze samenwonen en er hun hoofdverblijf hebben, en die gezamenlijk gebruik maken van voorzieningen zoals woonkamer, keuken, toilet en badkamer.
1.29 Kampeermiddelen
Een tent, tentwagen, een kampeerauto of een caravan dan wel enig onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een omgevingsvergunning is vereist, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.30 Kantoor
Ruimte die, of complex van ruimten dat, door indeling en inrichting is gebouwd en/of geschikt is voor administratieve, zakelijke of maatschappelijke dienstverlening zonder een publiekaantrekkende functie.
1.31 Kindercentrum
Een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang.
1.32 Maatschappelijk
Overheids-, medische-, onderwijs-, sociaal-culturele, religieuze, jeugd/kinderopvang en vergelijkbare maatschappelijke doeleinden, met inbegrip van bijbehorende en aan de maatschappelijke doeleinden ondergeschikte detailhandel en dienstverlening.
1.33 Medische voorzieningen
Het leveren van (ambulante) zorg, waarbij er geen sprake is van nachtverblijf.
1.34 Nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.35 Ondergronds bouwwerk
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.
1.36 Onderwijs
Een leerwerkbedrijf, waarbij ter plaatse de theorie in de praktijk wordt gebracht alsmede een ruimte voor het geven van cursussen.
1.37 Parkmanagement
Publiek-private samenwerking ten behoeve van kwaliteitshandhaving en/of -verbetering van bedrijventerrein 'Beverkoog', onder meer ten aanzien van veiligheid, afvalinzameling en het beheer en/of onderhoud van de openbare ruimte.
1.38 Peil
- a. Voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang.
- b. Voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
- c. Indien in of op water wordt gebouwd, het plaatselijk aan te houden waterpeil.
1.39 Perifere detailhandel
Detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals tuinartikelen, grove bouwmaterialen, bouwmarkten, brand- en explosiegevaarlijke goederen, met uitzondering van auto's, boten en caravans (ABC-goederen), motoren en scooters, keukens, sanitair en woning inrichtingsartikelen, waaronder meubelen.
1.40 Perifere detailhandel in ABC-goederen
Detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling van de verkoop van auto`s, boten en caravans, motoren en scooters, met uitzondering van tuinartikelen, grove bouwmaterialen, bouwmarkten, brand- en explosiegevaarlijke goederen, keukens, sanitair en woning inrichtingsartikelen, waaronder meubelen.
1.41 Plan
Het bestemmingsplan 'Beverkoog' van de gemeente Alkmaar.
1.42 Professioneel vuurwerk
Vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 4 alsmede vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 2 of 3 en dat krachtens het Vuurwerkbesluit (AMvB d.d. 22 januari 2002) niet is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
1.43 Prostitutie
Het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.44 Regio
Het orgaan dat namens de regio Alkmaar optreedt, ten tijde van het vaststellen van het bestemmingsplan de regionale advies commissie Alkmaar (RAC).
1.45 Seksinrichting
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een vorm alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.46 Straatmeubilair
De op of bij de (openbare) weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals parkeermeters, zitbanken, afvalbakken, stadsplattegronden, kunstobjecten en dergelijke.
1.47 Verbeelding
De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen ruimtelijke informatie.
1.48 Voorgevel
Een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw.
1.49 Voorgevellijn
Een denkbeeldige of op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrens.
1.50 Webwinkel
Detailhandel via internet, waarbij sprake is van opslag van goederen die elders worden bezorgd en waarbij er geen sprake is van een voor publiek toegankelijke (winkel)ruimte of showroom.
1.51 Woning
Een zelfstandige woonruimte, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.52 Woonschip / drijvende woning
Een zich op het water bevindend object, dat voortdurend dient als woning.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 De ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.7 Bruto vloeroppervlak
De som van het product van de afstand tussen de gevelvlakken en de afstand hart op hart van de bouwmuren per bouwlaag, niet inbegrepen balkons, loggia's en galerijen.
2.8 De afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel
De kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
2.9 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsplangrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 4 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1);
- b. solitaire kantoren, met een maximale oppervlakte van 750 m², mits deze geen sterke publiekaantrekkende werking c.q. baliefunctie hebben, waarbij een maximum oppervlak van 3000 m² aan kantoorunits per gebouw geldt;
- c. bedrijfsgebonden kantoorvoorzieningen, gemaximeerd tot 50% van het bruto vloeroppervlak van de hoofdfunctie en een maximale bruto vloeroppervlak van 2000 m² per bedrijf;
- d. dienstverlening;
- e. perifere detailhandel in ABC-goederen;
- f. perifere detailhandel tot 1500 m2 winkelvloeroppervlak (wvo);
- g. ondergeschikte detailhandel, al dan niet in combinatie met reparatiewerkzaamheden, gemaximeerd tot 20% van het totale bruto vloeroppervlak van de hoofdfunctie, met een maximale omvang van 100 m² winkelvloeroppervlak (wvo), mits de detailhandel gerelateerd is aan de hoofdfunctie;
- h. een webwinkel;
- i. medische voorzieningen;
- j. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- k. een horecabedrijf van categorie 4, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
- l. een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- m. een kindercentrum, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
- n. een sportschool, ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum';
met de daarbij behorende:
- o. bouwwerken;
- p. aan- en uitbouwen;
- q. tuinen, erven en terreinen;
- r. ontsluitingswegen, voet- en fietspaden;
- s. parkeervoorzieningen;
- t. nutsvoorzieningen;
- u. groenvoorzieningen;
- v. waterlopen en waterpartijen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.1:
- a. voor vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd onder milieucategorie 1, 2, 3 of 4 in de bij deze regels horende Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1), mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd;
- b. voor het toestaan van perifere detailhandel op gronden, waar milieucategorie 1 en/of 2 geldt, groter dan 1500 m2, onder de voorwaarden dat met een distributieplanologisch onderzoek (DPO) is aangetoond dat er geen structurele ontwrichting van de detailhandelsstructuur optreedt en advies is ingewonnen bij de regio (RAC).
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan besluiten de aanduiding als bedoeld in 3.1 sub j te verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de desbetreffende activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.
Artikel 4 Gemengd
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 4 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1);
- b. ondergeschikte detailhandel, al dan niet in combinatie met reparatiewerkzaamheden, gemaximeerd tot 20% van het totale bruto vloeroppervlak van de hoofdfunctie, met een maximale omvang van 100 m² winkelvloeroppervlak (wvo), mits de detailhandel gerelateerd is aan de hoofdfunctie;
- c. solitaire kantoren, met een maximale oppervlakte van 750 m², mits deze geen sterke publieksaantrekkende werking c.q. baliefunctie hebben, waarbij een maximum oppervlak van 3000 m² aan kantoorunits per gebouw geldt;
- d. bedrijfsgebonden kantoorvoorzieningen, gemaximeerd tot 50% van het bruto vloeroppervlak van de hoofdfunctie en een maximale bruto vloeroppervlak van 2000 m² per bedrijf;
- e. dienstverlening;
- f. perifere detailhandel in ABC-goederen;
- g. perifere detailhandel tot 1500 m2 winkelvloeroppervlak (wvo);
- h. een webwinkel;
- i. een facilitypoint;
- j. copyshops;
- k. horecabedrijven van categorie 3 en 4;
- l. sportvoorzieningen;
- m. parkmanagement;
- n. maatschappelijk;
- o. culturele en ontspannende voorzieningen;
- p. kindercentrum;
- q. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- r. opslag en verkoop van consumentenvuurwerk, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - vuurwerk';
met de daarbij behorende:
- s. bouwwerken;
- t. aan- en uitbouwen;
- u. tuinen, erven en terreinen;
- v. ontsluitingswegen, voet- en rijwielpaden;
- w. parkeervoorzieningen;
- x. nutsvoorzieningen;
- y. groenvoorzieningen;
- z. waterlopen en waterpartijen.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.1:
- a. voor vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd onder milieucategorie 1, 2, 3 of 4 in de bij deze regels horende Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1), mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd;
- b. voor het toestaan van perifere detailhandel op gronden, waar milieucategorie 1 en/of 2 geldt, groter dan 1500 m2, onder de voorwaarden dat met een distributieplanologisch onderzoek (DPO) is aangetoond dat er geen structurele ontwrichting van de detailhandelsstructuur optreedt en advies is ingewonnen bij de regio (RAC)
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan besluiten de aanduidingen als bedoeld in 4.1 sub q te verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de desbetreffende activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. in- en uitritten ten behoeve van de aangrenzende bebouwing;
- d. straatmeubilair;
- e. geluidwerende voorzieningen;
- f. kunstwerken;
- g. beeldende kunst;
- h. waterlopen en waterpartijen;
- i. een rioolgemaal, ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';
met de daarbij behorende:
- j. bouwwerken;
- k. nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan:
- a. de plaats van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen, onderhoud en gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen;
- b. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- c. de instandhouding en/of de versterking van de ecologische waarden.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. een standplaats voor kampeermiddelen;
- b. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- d. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen / drijvende woningen;
- e. seksinrichtingen;
- f. prostitutie.
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
- e. straatmeubiliair;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. kunstwerken;
- h. beeldende kunst;
- i. waterlopen en waterpartijen;
- j. oeververbindingen (bruggen).
- k. in- en uitritten ten behoeve van aangrenzende bebouwing.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. een standplaats voor kampeermiddelen;
- b. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- d. seksinrichtingen;
- e. prostitutie.
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterwegen;
- c. waterhuishouding;
- d. waterlopen en waterpartijen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. infiltratievoorzieningen;
- g. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
- h. kunstwerken ten behoeve van de waterhuishouding;
- i. beeldende kunst;
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. op, in of boven deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 meter.
7.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen / drijvende woningen;
- d. prostitutie.
Artikel 8 Waterstaat - Waterkering
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de aanleg en het onderhoud van de waterkering.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
10.2 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:
- a. de op de verbeelding of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in a, met ten hoogste 5 meter worden overschreden ten behoeve van antennemasten voor telecommunicatie, mits het grondoppervlakte ten hoogste 5% van het dakvlak bedraagt;
- c. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- d. het bepaalde in het plan en toestaan dat geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- e. het bepaalde in het plan en toestaan dat nutsvoorzieningen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, wachthuisjes ten behoeve van openbaar vervoer, telefooncellen, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 35 m3 bedraagt.
Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het wijzigen van de Staat van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
- d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 13 Algemene Procedureregels
13.1 Wijzigingsbevoegdheid
Bij het uitvoering geven aan de in deze regels gegeven wijzigingsbevoegdheden neemt het bevoegd gezag artikel 3.9a Wet ruimtelijke ordening in acht.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Beverkoog'.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten