Oudorp
Bestemmingsplan - gemeente Alkmaar
Vastgesteld op 04-04-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 : Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1. plan:
het bestemmingsplan Oudorp van de gemeente Alkmaar;
2. bestemmingsplan:
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0361.BP00100-0305 met bijbehorende regels en bijlage;
3. aan- en uitbouw:
een onderdeel van een hoofdgebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
4. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
5. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
6. aan-huis-verbonden beroep/bedrijf:
een praktijkruimte, kantoor, webwinkel, atelier, kapsalon, schoonheidssalon of hondentrimsalon, logies met ontbijt en naar de aard daarmee gelijk te stellen functies welke in een woning worden uitgeoefend, alsmede een bedrijf dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten door de gebruiker van de woning en dat niet onder de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepaling omgevingsrecht valt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, niet zijnde prostitutie en seksinrichtingen;
7. aanpandig
gebouwen zijn aanpandig indien zij constructief aan elkaar zijn gebouwd en geluidoverlast kan ontstaan door contactgeluid via een constructieve verbinding;
8. achtererfgebied:
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw;
9. agrarisch bedrijf
een bedrijf gericht op ooft-, tuin- of akkerbouw, alsmede veehouderij- en weidebedrijven, mits de, exploitatie van deze bedrijven grotendeels gebonden is aan ter plaatse of in de nabijheid aanwezige gronden;
10. ballenvanger:
een bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient om aan de rand van sportvelden ballen te keren;
11. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
12. bebouwingspercentage:
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend;
13. bedrijf:
een onderneming in hoofdzaak gericht op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel (maximaal 20% van het totale bruto vloeroppervlak) van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
14. bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
15. bedrijfswoning:
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijke gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming;
16. bestaand:
bestaand bouwwerk:
een bouwwerk, dat ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan legaal aanwezig is, wordt gebouwd, dan wel nadien krachtens een melding of vergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd;
bestaand gebruik:
het gebruik dat legaal bestaat ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
17. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
18. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
19. bijgebouw:
een gebouw dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
20. bijzondere woonvorm:
een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals ouderen of gehandicapten;
21. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
22. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
23. bouwkundig afgescheiden
gebouwen zijn bouwkundig afgescheiden indien zij constructief onafhankelijk van elkaar zijn gebouwd;
24. bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen als kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen niet inbegrepen;
25. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
26. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
27. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
28. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
29. bruto vloeroppervlak:
de som van het product van de afstand tussen de gevelvlakken en de afstand hart op hart van de bouwmuren per bouwlaag, niet inbegrepen balkons, loggia's en galerijen;
30. consumentenvuurwerk:
vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 1, 2 of 3 en dat krachtens het Vuurwerkbesluit (AMvB d.d. 22 januari 2002) is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik;
31. cultuur- en ontspanning:
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning;
32. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
33. dienstverlening:
commerciële activiteiten met een baliefunctie voor de verrichting van diensten aan of ten gerieve van het publiek, niet zijnde detailhandel. Dienstverlening omvat zowel persoonlijke als zakelijke dienstverlening;
34. evenement:
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, waaronder mede wordt verstaan een herdenkingsplechtigheid, een braderie, een optocht niet zijnde een betoging, en een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg, met uitzondering van bioscoopvoorstellingen, markten, kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen, betogingen- samenkomsten- en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties, activiteiten als straatartiest, voetbalwedstrijden, en sport- en spelwedstrijden in of op de daartoe bestemde gebouwen en terreinen;
35. evenement categorie 1:
een evenement met onversterkte (straat)muziek, achtergrondmuziek en beperkte spreekinstallaties;
36. evenement categorie 2:
een evenement met spreekinstallaties, versterkte (live) muziek, orkest, taptoe, etc;
37. evenement categorie 3:
een evenement zoals popconcerten, live optredens, houseparty, Dj's, rap, dance-event en muziekprogramma's van radio en TV-omroepen, etc;
38. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
39. grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt;
40. grondgebonden woning
een woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau;
41. hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
42. horecabedrijf:
een bedrijf of instelling, uitgezonderd een seksinrichting, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, ingedeeld in 4 categorieën:
- a. horeca, categorie 1 (discotheek, nachtclub, bar/-dancing)
een horecabedrijf, waaronder een discotheek, nachtclub, bar/-dancing en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;
- b. horeca, categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant)
een horecabedrijf, waaronder een café, grand-café, café-restaurant en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
- c. een horecabedrijf, categorie 3 (restaurant, lunchroom)
een horecabedrijf, waaronder een restaurant, lunchroom en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
- d. horeca, categorie 4 (snackbars, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak)
een horecabedrijf, waaronder een snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van bereide etenswaren voor consumptie ter plaatse en buiten, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken;
43. hotel:
een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken ondergeschikt is;
44. huishouden:
de zelfstandige bewoning van een woning door één of meer personen, die op een duurzame, gemeenschappelijke wijze samenwonen en er hun hoofdverblijf hebben, en die gezamenlijk gebruik maken van voorzieningen zoals woonkamer, keuken, toilet en badkamer;
45. kamerverhuur:
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft;
46. kampeermiddelen:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waardoor ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingswet een vergunning is vereist,een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
47. kantoor:
ruimte die, of complex dat, door indeling en inrichting is gebouwd en/of geschikt is voor administratie, zakelijke of maatschappelijke dienstverlening zonder een publieksaantrekkende werking;
48. kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
49. kunstwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civiel-technische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
50. lessenaarsdak:
een dak dat is voorzien van één hellend dakvlak of dakschild;
51. ligplaats:
een ruimte voor het afmeren en doen of laten liggen van een woonschip/drijvende woning of vaartuig;
52. luchtbrug:
een al dan niet overdekte verbinding tussen twee gebouwen, gebouwd vanaf te minste de tweede bouwlaag;
53. maatschappelijk:
overheids- medische, onderwijs- sociaal-culturele, religieuze, jeugd/kinderopvang, en vergelijkbare maatschappelijke doeleinden, met inbegrip van bijbehorend en aan de maatschappelijke doeleinden ondergeschikte detailhandel, dienstverlening en horeca van categorie 3;
54. nutsvoorziening:
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
55. onderdoorgang:
deel van een gebouw waar de eerste bouwlaag vrij is van bebouwing;
56. peil:
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de bouwhoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd, het plaatselijk aan te houden waterpeil;
- d. in andere gevallen de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld, of het afgewerkte bouwterrein.
57. perifere detailhandel:
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling zoals tuinartikelen, grove bouwmaterialen, bouwmarkten, brand- en explosiegevaarlijke goederen, auto's, boten en caravans (ABC-goederen), motoren en scooters, met uitzondering van keukens, sanitair en woninginrichtingsartikelen, waaronder meubelen;
58. productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
59. professioneel vuurwerk:
vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 4 alsmede vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 2 of 3 en dat krachtens het Vuurwerkbesluit (AMvB d.d. 22 januari 2002) niet is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik;
60. prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
61. prostitutiebedrijf:
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteit vormt;
62. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotisch-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
63. standplaats voor detailhandel:
een op een openbare en in de open lucht gelegen plaats om goederen en/of diensten te koop aan te beiden, te verkopen of af te laten leveren, gebruik makend van mobiele middelen zoals een boot, een kraam, een wagen of een tafel;
64. standplaats voor woonwagens:
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeente kunnen worden aangesloten;
65. tunnel:
een ondergrondse gang voor het verkeer;
66. verbeelding:
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen ruimtelijke informatie;
67. voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
68. voorgevelrooilijn:
een denkbeeldige of op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrens;
69. webwinkel:
detailhandel via internet, waarbij de goederen elders worden bezorgd en er geen sprake is van voor publiek toegankelijke (winkel)ruimte of showroom;
70. woning:
een zelfstandige woonruimte, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
71. woonschip / drijvende woning:
een zich op het water bevindend object, dat dient als woning;
72. woonwagen:
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Artikel 2 : Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
1. bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2. dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
3. goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
4. inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
5. oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
6. ondergeschikte bouwdelen:
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 : Agrarisch
3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het agrarisch grondgebruik;
met de daarbij behorende:
- b. erven;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. ontsluitingswegen;
- f. voet- en rijwielpaden;
- g. waterlopen en waterpartijen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. bouwwerken.
3.2. Bouwregels
3.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- d. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. een standplaats voor kampeermiddelen;
- b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
- d. het opslaan van mest en/of overige landbouwproducten;
- e. prostitutie;
- f. seksinrichting.
3.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 : Agrarisch - Bedrijf
4.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
- b. bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning;
- c. een bedrijfswoning;
- d. kassen, ter plaatse van de aanduiding 'kas';
met de daarbij behorende:
- e. erven;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. ontsluitingswegen;
- i. voet- en rijwielpaden;
- j. waterlopen en waterpartijen;
- k. groenvoorzieningen;
- l. bouwwerken.
4.2. Bouwregels
4.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing;
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- d. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
4.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. een standplaats voor kampeermiddelen;
- b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
- d. prostitutie;
- e. seksinrichting.
4.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 : Bedrijf
5.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in bijlage 1 Bedrijvenlijst;
- b. bedrijfsgebonden kantoren, tot maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak per bedrijfsvestiging met een maximum van 2000 m² bruto vloeroppervlak;
- c. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij de functie gemaximaliseerd is tot 20% van het totale brutovloeroppervlak, met een maximale winkelvloeroppervlak van 100 m²;
- d. bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning;
- e. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- f. een woning op de eerste verdieping, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- g. een garagebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf';
met de daarbij behorende:
- h. erven;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. ontsluitingswegen;
- l. voet- en rijwielpaden;
- m. waterlopen en waterpartijen;
- n. groenvoorzieningen;
- o. bouwwerken.
5.2. Bouwregels
5.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
5.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. detailhandel, met uitzondering van detailhandel als bedoeld in lid 5.1 sub c;
- b. verkooppunt voor motorbrandstoffen;
- c. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
- d. bedrijven die vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo);
- e. wonen, met uitzondering van reeds gevestigde bedrijfswoningen als bedoeld in lid 5.1 sub e;
- f. de opslag en verkoop van professioneel vuurwerk;
- g. de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk;
- h. prostitutie;
- i. seksinrichting.
5.5. Afwijken van de gebruiksregels
- a. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 sub a voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd bijlage 1 onder de categorieën A en B, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd.
Artikel 6 : Bedrijf - Nutsvoorziening
6.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- b. bouwwerken.
6.2. Bouwregels
- a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
- 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
- 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.
- b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 5,00 m mag bedragen.
6.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. prostitutie;
- b. seksinrichting.
Artikel 7 : Cultuur En Ontspanning
7.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. speelvoorzieningen;
- b. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met de daarbij behorende:
- c. speelterreinen;
- d. erven;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. ontsluitingswegen;
- h. voet- en rijwielpaden;
- i. waterlopen en waterpartijen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. bouwwerken.
7.2. Bouwregels
7.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
7.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. wonen, met uitzondering van de reeds gevestigde bedrijfswoning als bedoeld in lid 7.1 sub b;
- b. de opslag en verkoop van professioneel vuurwerk;
- c. de opslag en verkoop van consumenten vuurwerk;
- d. prostitutie;
- e. seksinrichting.
Artikel 8 : Gemengd - 1
8.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep / bedrijf;
- b. dienstverlening op de eerste bouwlaag;
- c. kantoren op de eerste bouwlaag;
- d. cultuur en ontspanning op de eerste bouwlaag;
- e. maatschappelijk op de eerste bouwlaag;
- f. sportvoorzieningen op de eerste bouwlaag;
- g. bijgebouwen, aan- en uitbouwen;
- h. horecabedrijven categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' op de eerste bouwlaag;
- i. horecabedrijven categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' op de eerste bouwlaag;
- j. horecabedrijven categorie 4, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4' op eerste bouwlaag;
- k. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' op de eerste bouwlaag;
- l. de opslag en/of verkoop van ten hoogste 10.000 kg consumentenvuurwerk, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - vuurwerk' op de eerste bouwlaag;
- m. een bouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf' op de eerste bouwlaag;
met de daarbijbehorende:
- n. erven;
- o. parkeervoorzieningen;
- p. nutsvoorzieningen;
- q. ontsluitingswegen;
- r. voet- en rijwielpaden;
- s. waterlopen en waterpartijen;
- t. groenvoorzieningen;
- u. bouwwerken.
8.2. Bouwregels
8.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
8.4. Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1 onder b voor het vergroten van het aantal woningen, mits:
- a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt;
- b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving wordt gewaarborgd;
- c. de parkeerdruk in de directe omgeving niet onevenredig wordt vergroot.
8.5. Specifieke gebruiksregels
8.6. Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.5.1 sub a ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep-bedrijf tot een maximum van 100 m².
Artikel 9 : Gemengd - 2
9.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep / bedrijf op de tweede bouwlaag en hoger;
- b. dienstverlening op de eerste bouwlaag;
- c. cultuur en ontspanning op de eerste bouwlaag;
- d. maatschappelijk op de eerste bouwlaag;
- e. sportvoorzieningen op de eerste bouwlaag;
- f. detailhandel in de eerste bouwlaag op de eerste bouwlaag;
- g. kantoren op de eerste bouwlaag;
met de daarbij behorende:
- h. erven;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. ontsluitingswegen;
- l. voet- en rijwielpaden;
- m. waterlopen en waterpartijen;
- n. groenvoorzieningen;
- o. bouwwerken.
9.2. Bouwregels
9.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
9.4. Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 onder b voor het vergroten van het aantal woningen, mits:
- a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt;
- b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving wordt gewaarborgd;
- c. de parkeerdruk in de directe omgeving niet onevenredig wordt vergroot.
9.5. Specifieke gebruiksregels
9.6. Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.5.1 sub a ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep-bedrijf tot een maximum van 100 m².
Artikel 10 : Gemengd - 3
10.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 3' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijk;
- b. kantoren;
- c. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in bijlage 1 Bedrijvenlijst;
met de daarbij behorende:
- d. erven;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. ontsluitingswegen;
- h. voet- en rijwielpaden;
- i. waterlopen en waterpartijen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. bouwwerken.
10.2. Bouwregels
10.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
10.4. Specifieke gebruiksregels
Artikel 11 : Gemengd - 4
11.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning";
- b. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in bijlage 1 Bedrijvenlijst;
- c. dienstverlening;
- d. kantoren;
- e. cultuur en ontspanning;
- f. maatschappelijk;
- g. sportvoorzieningen;
- h. bijgebouwen, aan- en uitbouwen;
- i. een antennemast, ter plaatse van de aanduiding "antennemast";
met de daarbij behorende:
- j. erven;
- k. parkeervoorzieningen;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. ontsluitingswegen;
- n. voet- en rijwielpaden;
- o. waterlopen en waterpartijen;
- p. groenvoorzieningen;
- q. bouwwerken.
11.2. Bouwregels
11.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
11.4. Specifieke gebruiksregels
Artikel 12 : Gemengd - 5
12.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning";
- b. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in bijlage 1 Bedrijvenlijst;
- c. dienstverlening;
- d. kantoren;
- e. bijgebouwen, aan- en uitbouwen;
met de daarbij behorende:
- f. erven;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. ontsluitingswegen;
- j. voet- en rijwielpaden;
- k. waterlopen en waterpartijen;
- l. groenvoorzieningen;
- m. bouwwerken.
12.2. Bouwregels
12.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
12.4. Specifieke gebruiksregels
Artikel 13 : Gemengd - Maatschappelijk
13.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijk;
- b. detailhandel;
- c. dienstverlening;
- d. horeca categorie 3;
- e. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in Bijlage 1 Bedrijvenlijst, met dien verstande dat inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) niet zijn toegestaan;
met de daarbij behorende:
- f. bouwwerken;
- g. wegen en paden;
- h. laad- en losplaatsen;
- i. speelvoorzieningen;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. nutsvoorzieningen;
- l. ontsluitingswegen;
- m. voet- en rijwielpaden;
- n. verkeer- en verblijfsgebied;
- o. waterlopen en waterpartijen;
- p. groenvoorzieningen.
13.2. Bouwregels
- a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
- 1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
- 3. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
- b. Ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
- c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- 1. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn maximaal 1 meter mag bedragen en dat terrasafscheidingen maximaal 1,5 meter mogen bedragen;
- 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen, met dien verstande dat voor de voorgevelrooilijn geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan anders dan erf- en terreinafscheidingen als bedoeld in sub c onder 1.
13.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
13.4. Specifieke gebruiksregels
13.5. Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder artikel 13.4.1 ten behoeve van een verruiming van het maximaal percentage en/of het maximale vloeroppervlak, onder de voorwaarde dat:
- a. voldoende parkeerruimte beschikbaar is;
- b. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt.
Artikel 14 : Gemengd - Molen
14.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een molen;
- b. woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep / bedrijf;
met daaraan ondergeschikt:
- c. ondergeschikte detailhandel;
- d. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
met de daarbij behorende:
- e. parkeervoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. voet- en rijwielpaden;
- h. waterlopen en waterpartijen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. bouwwerken.
14.2. Bouwregels
14.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
14.4. Specifieke gebruiksregels
14.5. Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.4.1 sub a ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep- of bedrijf tot een maximum van 100 m².
Artikel 15 : Groen
15.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. geluidwerende voorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. kunstwerken;
- g. waterlopen en waterpartijen;
- h. beeldende kunst;
- i. gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen en onderhoud;
- j. een standplaats voor detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats';
- k. een luchtbrug, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luchtbrug';
- l. een reclamemast, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - reclamemast";
- m. ondergrondse afvalcontainers;
- n. evenementen categorie 1;
- o. evenementen categorie 2 en 3, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - evenemententerrein 2';
met de daarbijbehorende:
- p. bouwwerken.
15.2. Bouwregels
15.3. Specifieke gebruiksregels
Artikel 16 : Groen - Park
16.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. geluidwerende voorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. kunstwerken;
- g. waterlopen en waterpartijen;
- h. beeldende kunst;
- i. evenementen van categorie 1;
- j. evenementen van categorie 2 ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van cultuur en ontspanning - evenemententerrein 1";
en mede bestemd voor:
- k. het behoud van de landschappelijke en natuurwaarden;
met de daarbij behorende:
- l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
16.2. Bouwregels
16.3. Specifieke gebruiksregels
16.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 17 : Kantoor
17.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. dienstverlening;
met de daarbij behorende:
- c. wegen en paden;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. bouwwerken.
17.2. Bouwregels
17.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
17.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. prostitutie;
- b. seksinrichting.
Artikel 18 : Maatschappelijk
18.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. bijgebouwen, ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen";
- c. een begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
- d. bijzondere woonvormen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- e. een luchtbrug, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luchtbrug';
en mede bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
- f. wegen en paden;
- g. groenvoorzieningen;
- h. water;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. speelvoorzieningen;
- k. bouwwerken.
18.2. Bouwregels
18.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
18.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. prostitutie;
- b. seksinrichting.
Artikel 19 : Recreatie
19.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen;
- b. geluidwerende voorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. waterlopen en waterpartijen;
- e. gebouwen ten behoeve van onderhoud;
met de daarbij behorende
- f. bouwwerken.
19.2. Bouwregels
19.3. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen/drijvende woningen;
- b. agrarisch bedrijfsmatig grondgebruik;
- c. seksinrichtingen;
- d. prostitutie;
- e. een standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 20 : Sport
20.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met inbegrip van bij behorende en aan de sportactiviteit ondergeschikte detailhandel, dienstverlening en horeca van categorie 3;
- b. speeltoestellen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
met de daarbij behorende:
- c. wegen en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. waterlopen en waterpartijen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. bouwwerken.
20.2. Bouwregels
20.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- d. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
20.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. prostitutie;
- b. seksinrichting.
- c. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
- d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
Artikel 21 : Verkeer
21.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. pleinen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. waterlopen en waterpartijen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. laad- en losplaatsen;
- h. straatmeubilair;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. kunstwerken;
- k. beeldende kunst;
- l. geluidwerende voorzieningen;
- m. ondergrondse afvalcontainers;
- n. een tunnel ter plaatse van de aanduiding "tunnel";
met de daarbijbehorende:
- o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen.
21.2. Bouwregels
21.3. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. een standplaats voor kampeermiddelen;
- b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- d. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen/drijvende woningen;
- e. seksinrichtingen;
- f. prostitutie.
Artikel 22 : Verkeer - Railverkeer
22.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorlijnen en spoorwegvoorzieningen;
- b. gebouwen ten behoeve van wachtruimten;
- c. voet- en rijwielpaden;
- d. groenvoorzieningen;
- e. waterlopen en waterpartijen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. straatmeubilair;
- h. speelvoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. kunstwerken;
- k. beeldende kunst;
- l. een tunnel ter plaatse van de aanduiding "tunnel";
met de daarbij behorende:
- m. bouwwerken.
22.2. Bouwregels
22.3. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. een standplaats voor kampeermiddelen;
- b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- d. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen/drijvende woningen;
- e. seksinrichtingen;
- f. prostitutie.
Artikel 23 : Verkeer - Verblijfsgebied
23.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. pleinen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. waterlopen en waterpartijen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. laad- en losplaatsen;
- h. straatmeubilair;
- i. speelvoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. kunstwerken;
- l. beeldende kunst;
- m. evenementen categorie 1;
- n. een standplaats voor detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats';
- o. horecabedrijven categorie 4, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
- p. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- q. ondergrondse afvalcontainers;
- r. oeververbindingen (bruggen);
- s. markten;
- t. fietsenstalling, ter plaatse van de aanduiding 'fietsenstalling';
met de daarbijbehorende:
- u. bouwwerken.
23.2. Bouwregels
23.3. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. een standplaats voor kampeermiddelen;
- b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- d. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen/drijvende woningen;
- e. seksinrichtingen;
- f. prostitutie.
Artikel 24 : Water
24.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen en waterpartijen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. oeverstroken;
- f. scheepvaartdoeleinden;
- g. infiltratievoorzieningen;
- h. kunstwerken;
- i. beeldende kunst;
- j. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
- k. oeververbindingen;
- l. een luchtbrug, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luchtbrug';
- m. evenementen categorie 1;
met de daarbij behorende:
- n. bouwwerken.
24.2. Bouwregels
24.3. Specifieke gebruiksregels
Artikel 25 : Wonen
25.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep / bedrijf;
- b. grondgebonden woningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - grondgebonden woningen';
- c. een overdekte parkeergarage, op de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- d. een onderdoorgang, ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang";
- e. bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen";
met de daarbijbehorende:
- f. tuinen en erven;
- g. wegen en paden;
- h. waterlopen en waterpartijen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. bouwwerken.
25.2. Bouwregels
25.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
25.4. Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.1 onder b voor het vergroten van het aantal woningen, mits:
- a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt;
- b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving wordt gewaarborgd;
- c. de parkeerdruk in de directe omgeving niet onevenredig wordt vergroot.
25.5. Specifieke gebruiksregels
25.6. Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.5.1 onder a ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroept tot een maximum van 100 m².
Artikel 26 : Wonen - Woonwagencentrum
26.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonwagencentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. standplaatsen voor woonwagens;
- b. aan huis verbonden beroep/bedrijf;
met de daarbij behorende:
- c. bouwwerken;
- d. tuinen en erven;
- e. wegen en paden;
- f. waterlopen en waterpartijen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen.
26.2. Bouwregels
26.3. Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
26.4. Specifieke gebruiksregels
Artikel 27 : Leiding - Riool
27.1. Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- 1. een strook ten behoeve van een rioolwaterpersleiding en de daarbijbehorende veiligheidszone, alsmede het onderhoud en beheer daarvan;
met de daarbijbehorende:
- 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. de bestemming 'Leiding - Riool' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen, is artikel 38 van toepassing.
27.2. Bouwregels
27.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 28 : Waarde - Archeologie 1
28.1. Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden;
- b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen, is artikel 38 van toepassing.
28.2. Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. er mag slechts worden gebouwd, indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag wordt verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning de volgende verplichtingen kunnen worden verbonden:
- 1. het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag vastgesteld programma van eisen; of
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de bouwwerkzaamheden plaatsvinden met een maximale diepte van 0,20 meter en een maximum oppervlak van 25 m².
28.3. Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde onder 28.2 sub a voor de bouw van bouwwerken onder de voorwaarden, dat:
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een ontheffing in redelijkheid niet kan worden geweigerd;
- b. het bevoegd gezag bij de afweging omtrent de afwijking toepassing geeft aan de criteria als genoemd onder 28.2 sub a, dan wel dat voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning als bedoeld onder 28.4 is verleend;
- c. alvorens de afwijking wordt verleend door het bevoegd gezag advies is ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige;
- d. het bepaalde in de onderliggende bestemming onverminderd van toepassing blijft.
28.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 : Waarde - Archeologie 2
29.1. Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden;
- b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen, is artikel 38 van toepassing.
29.2. Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. er mag slechts worden gebouwd, indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag wordt verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning de volgende verplichtingen kunnen worden verbonden:
- 1. het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door burgemeester en wethouder vastgesteld programma van eisen; of
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de bouwwerkzaamheden plaatsvinden met een maximale diepte van 0,40 meter en een maximum oppervlak van 500 m².
29.3. Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijking verlenen van het bepaalde onder 29.2 sub a voor de bouw van bouwwerken onder de voorwaarden, dat:
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een ontheffing in redelijkheid niet kan worden geweigerd;
- b. het bevoegd gezag bij de afweging omtrent de afwijking toepassing geven aan de criteria als genoemd onder 29.2 sub a, dan wel dat voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning als bedoeld onder 29.4 is verleend;
- c. alvorens de afwijking wordt verleend door het bevoegd gezag advies is ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige;
- d. het bepaalde in de onderliggende bestemming onverminderd van toepassing blijft.
29.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 : Waarde - Archeologie 3
30.1. Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
- b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen, is artikel 38 van toepassing.
30.2. Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. er mag slechts worden gebouwd, indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag wordt verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning de volgende verplichtingen kunnen worden verbonden:
- 1. het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag vastgesteld programma van eisen; of
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de bouwwerkzaamheden plaatsvinden met een maximale diepte van 0,40 meter en een maximum oppervlak van 5.000 m².
30.3. Afwijken van de bouwregels
het bevoegd gezag kan afwijking verlenen van het bepaalde onder 30.2 sub a voor de bouw van bouwwerken onder de voorwaarden, dat:
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een afwijking in redelijkheid niet kan worden geweigerd;
- b. het bevoegd gezag bij de afweging omtrent de afwijking toepassing geven aan de criteria als genoemd onder 30.2 sub a, dan wel dat voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning als bedoeld onder 30.4 is verleend;
- c. alvorens de afwijking wordt verleend door het bevoegd gezag advies is ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige;
- d. het bepaalde in de onderliggende bestemming onverminderd van toepassing blijft.
30.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 31 : Waarde - Cultuurhistorie
31.1. Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het herstel van de cultuurhistorische, bouwhistorische en beeldbepalende elementen in de op die grond gelegen bouwwerken;
- b. de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen, is artikel 38 van toepassing.
31.2. Bouwregels
31.3. Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder:
- a. 31.2.1 sub a en b voor het realiseren van kleinere en grotere goot- en bouwhoogten en gevelbreedtes onder de voorwaarden dat:
- 1. de door middel van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven minimale en maximale goot- en bouwhoogten en de aangegeven maximale gevelbreedtes niet worden overschreden;
- 2. het pand wordt vernieuwd of verbouwd waarbij een restauratieve aanpak van de voorgevel en de kap voorop staat;
- 3. de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast.
31.4. Wijzigingsbevoegdheid
Het college van burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen:
- a. door één of meerdere bestemmingsvlakken op de verbeelding met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' te verwijderen mits:
- 1. de cultuurhistorische, bouwhistorische en/of beeldbepalende elementen niet langer aanwezig zijn in de bouwwerken op de met de dubbelbestemming 'Waarde -Cultuurhistorie' gelegen gronden en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het bouwwerk kunnen worden hersteld;
- 2. de cultuurhistorische, bouwtechnische en/of beeldbepalende elementen welke aanwezig zijn in de bouwwerken op de met de dubbelbestemming 'Waarde -Cultuurhistorie' gelegen gronden, redelijkerwijs niet langer geheel of gedeeltelijk te handhaven zijn in relatie tot de functie die het bouwwerk moet of uitsluitend nog kan vervullen;
- b. indien door verbeterwerkzaamheden, danwel door gewijzigde inzichten, een bouwwerk welke gelegen is op gronden waarop niet de dubbelbestemming 'Waarde -Cultuurhistorie' van toepassing is, cultuurhistorische en/of beeldbepalende waarde krijgt, deze gronden tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' toe te kennen.
Artikel 32 : Waterstaat - Waterkering
32.1. Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor als waterstaatkundige voorzieningen;
- b. de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen, is artikel 38 van toepassing.
32.2. Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op de gronden mogen ten behoeve van het bepaalde onder 32.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag -met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels- uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- c. op grond van de Keur van de waterbeheerder dient, alvorens kan worden gestart met de bouwwerkzaamheden, contact te worden opgenomen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, zodat kan worden beoordeeld of voor het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden een ontheffing van het Keur benodigd is of niet.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 33 : Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 34 : Algemene Bouwregels
34.1. Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
- a. Indien afstanden tot, bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken en reeds onherroepelijk verleende vergunningen die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel de Woningwet op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
- b. In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel de Woningwet, op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
- c. In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde onder a en b uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
34.2. Algemene bepaling met betrekking tot ondergronds bouwen
- a. Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
- b. Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
- 1. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
- 2. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²;
- 3. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter onder peil;
- 4. bij het berekenen van de blijkens de digitale verbeelding of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.
- c. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder b sub 3 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat:
- 1. de waterhuishouding niet wordt verstoord;
- 2. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.
Artikel 35 : Algemene Aanduidingsregels
35.1. Doel aanduiding
- a. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden tevens bedoeld voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op geluidsgevoelige objecten;
- b. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn de gronden tevens bedoeld voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een LPG-installatie;
- c. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden tevens bedoeld voor:
- 1. bescherming van de functie als werktuig van de in dit gebied voorkomende windmolen, onder andere gelet op de windvang;
- 2. bescherming van de waarde van deze molen als landschapsbepalend element.
35.2. Bouwregels
- a. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt voor het bouwen van gebouwen de volgende regel:
- 1. een op grond van de daar voorkomende bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelig object, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
- b. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' geldt de volgende regel:
- 1. In afwijking van het bepaalde bij de voorkomende bestemming mogen op/in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
- c. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden de volgende regels voor het oprichten van bouwwerken:
- 1. binnen een afstand van 100 m van de molen mag niet worden gebouwd;
- 2. op een afstand van 100 m tot 400 m vanaf de molen moet de hoogte van de bebouwing voldoen aan de volgende formule: H(x) = x/n + c*z, waarbij:
- a. H(x) de maximaal toelaatbare hoogte van het bouwwerk is;
- b. x de afstand is van een bouwwerk tot de molen (in meters);
- c. n=75 (ruw gebied);
- d. c=0,2 (vaste waarde);
- e. z= askophoogte van de molen;
- 3. in afwijking van het bepaalde onder 1 en 2 is bebouwing met een grotere hoogte toegestaan indien:
- a. het een bouwwerk betreft met een bestaande grotere hoogte;
- b. het een bouwwerk betreft dat gezien vanuit de molen aan de achterzijde van bestaande bouwwerken wordt opgericht, en waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- de hoogte en breedte blijft binnen de contouren (hoogte, breedte) van de
bouwwerken waarachter deze worden opgericht;
- het bouwwerk wordt aan een vrijstaand bouwwerk gebouwd, dan wel
vrijstaand opgericht binnen een afstand van ten hoogste 10 m uit
bestaande bouwwerken;
- het vloeroppervlak van krachtens deze bepaling opgerichte bouwwerken
mag in totaal niet meer bedragen dan 10% van de bouwwerken
waarachter dit wordt gebouwd;
- het oprichten van een bouwwerk is uitsluitend toegestaan, voor zover dit
mogelijk is op basis van de voor deze gronden geldende bestemmingen.
35.3. Afwijken van de bouwregels
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 35.2 onder b in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen;
- b. het bepaalde in lid 35.2 onder c ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' voor bebouwing op een andere locatie, met een grotere hoogte of een grotere breedte, met dien verstande dat:
- 1. afwijken kan alleen voor zover bebouwing:
- a. voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in lid 35.2 sub c onder 3;
- b. dan wel krachtens het bepaalde elders in deze regels en/of op de verbeelding aan de achterzijde van bestaande bebouwing of beplanting niet mogelijk is;
- c. of indien de bebouwing of ander gebruik onder de voorwaarden als bedoeld in lid 35.2 onder c om bedrijfstechnische redenen redelijkerwijs niet mogelijk is;
- 2. afwijken kan alleen voor bouwwerken tot in totaal een vloeroppervlak van maximaal 10% van de bebouwing waarbij wordt gebouwd;
- 3. afwijken is uitsluitend toegestaan, voor zover het voorgenomen bouwen of gebruik mogelijk is op basis van de overige voor deze gronden geldende bestemming(en);
- 4. het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 35.2 sub c onder 2 en in lid 35.2 sub c onder 3 voor het toelaten van hogere bebouwing.
- 1. afwijken kan alleen voor zover bebouwing:
Artikel 36 : Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de op de verbeelding of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in a, met ten hoogste 5 meter worden overschreden ten behoeve van antennemasten voor telecommunicatie, mits het grondoppervlakte ten hoogste 5% van het dakvlak bedraagt;
- c. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- d. het bepaalde in het plan en toestaan dat geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- e. het bepaalde in het plan en toestaan dat nutsvoorzieningen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, wachthuisjes ten behoeve van openbaar vervoer, telefooncellen, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 35 m³ bedraagt.
Artikel 37 : Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
- d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 38 : Overige Regels
38.1. Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van inwerkingtreding van het plan.
38.2. Volgorde van dubbelbestemmingen
Indien er voor zover op gronden meerdere van de dubbelbestemmingen als geregeld in de artikelen Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 2, Waarde - Archeologie 3, Waarde - Cultuurhistorie , Leiding - Riool en/of Waterstaat - Waterkering gelden, zijn voor zover de voor die dubbelbestemmingen geldende regels ten aanzien van bebouwing of gebruik niet met elkaar verenigbaar zijn, de regels van toepassing die gelden door de dubbelbestemming met de hoogste prioriteit volgens de volgorde die is aangegeven in onderstaand schema:
doeleinden | artikelnummer | volgorde van toepassing |
Waarde - Archeologie 1 | 28 | 3 |
Waarde - Archeologie 2 | 29 | 4 |
Waarde - Archeologie 3 | 30 | 5 |
Waarde - Cultuurhistorie | 31 | 6 |
Waterstaat - Waterkering | 32 | 1 |
Leiding - Riool | 27 | 2 |
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 39 : Overgangsrecht
39.1. Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sublid a. met maximaal 10%.
- c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
39.2. Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 40 : Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplanOudorp.
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 1 Lijst Beeldbepalende Panden En Monumenten
Bijlage 1 Lijst beeldbepalende panden en monumenten