De Staalmeester Schermerweg 33
Bestemmingsplan - gemeente Alkmaar
Vastgesteld op 17-10-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
Het bestemmingsplan De Staalmeester Schermerweg 33 met identificatienummer NL.IMRO.0361.BP00197-0305 van de gemeente Alkmaar.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 Verbeelding
De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen ruimtelijke informatie.
1.4 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 Aan-huis-verbonden beroep/bedrijf
Een praktijkruimte, kantoor, webwinkel, atelier, kapsalon, schoonheidssalon of hondentrimsalon, logies met ontbijt en naar de aard daarmee gelijk te stellen functies welke in een woning worden uitgeoefend, alsmede een bedrijf dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten door de gebruiker van de woning en dat niet onder de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepaling omgevingsrecht valt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, niet zijnde prostitutie en seksinrichtingen.
1.7 Atelier
Werkplaats in het bijzonder voor creatieve activiteiten/werkzaamheden op het gebied van:
- creatieve zakelijke dienstverlening: reclame en grafische bedrijven, architecten, industriële ontwerpers;
- multimedia: bedrijven die in hoofdzaak producten maken of diensten verlenen op het gebied van beeld, geluid, gaming en tekst met gebruikmaking van radio, televisie, computer, internet, mobiele telefonie, print en evenementen;
- toegepaste kunsten: audiovisuele en fotografiebedrijven, dienstverlenende bedrijven tbv de kunsten, mode en interieurbedrijven;
- autonome kunsten: zoals beeldend kunstenaar, muzikanten, theatermakers;
waarbij tevens kunstwerken, producten en/of creatieve activiteiten/werkzaamheden tentoongesteld en verkocht kunnen worden al dan niet in samenhang met het geven en organiseren van cursussen, workshops en exposities etc.
1.8 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.9 Bedrijf
Een onderneming in hoofdzaak gericht op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel (maximaal 20% van het totale bruto vloeroppervlak) van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.10 Begane grond
De begane grond is de onderste (eerste) bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een (parkeer)kelder.
1.11 Bestaand
- a. bestaand bouwwerk:
een bouwwerk, dat ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan legaal aanwezig is, wordt gebouwd, dan wel nadien krachtens een melding of vergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd;
- b. bestaand gebruik:
het gebruik dat legaal bestaat ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.12 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.13 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.14 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.15 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.16 Bouwlaag
Een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en (parkeer)kelder.
1.17 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 Bouwperceelgrens
Een grens van een bouwperceel.
1.19 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.20 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.21 Bruto vloeroppervlak (bvo)
De som van het product van de afstand tussen de gevelvlakken en de afstand hart op hart van de bouwmuren per bouwlaag, niet inbegrepen balkons, loggia's en galerijen.
1.22 Consumentenvuurwerk
Vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 1, 2 of 3 en dat krachtens het Vuurwerkbesluit (AMvB d.d. 22 januari 2002) is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
1.23 Dakterras
Een buitenruimte op een (plat) dak met bijbehorende afrastering en vloerconstructie ten dienste van de bewoners van de erop aansluitende woning(en) en/of functies.
1.24 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.25 Dienstverlening
Commerciële activiteiten met een baliefunctie voor de verrichting van diensten aan of ten gerieve van het publiek, niet zijnde detailhandel. Dienstverlening omvat zowel persoonlijke als zakelijke dienstverlening.
1.26 Entree
Een bouwwerk ten behoeve van de toegang tot een gebouw.
1.27 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.28 Hoofdgebouw
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
1.29 Horeca
Een bedrijf of instelling, uitgezonderd een seksinrichting, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt.
1.30 Horeca categorie 1 (discotheek, nachtclub, bar-dancing)
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.
1.31 Horeca categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant)
Een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar-dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
1.32 Horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom)
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
1.33 Horeca categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak)
Een horecabedrijf gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse en buiten, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken.
1.34 Huishouden
De zelfstandige bewoning van een woning door één of meer personen, die op een duurzame, gemeenschappelijke wijze samenwonen en er hun hoofdverblijf hebben, en die gezamenlijk gebruik maken van voorzieningen zoals woonkamer, keuken, toilet en badkamer.
1.35 Insteek van de watergang
Het knikpunt tussen maaiveld en talud
1.36 Kamerverhuur
Het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
1.37 Kantoor
Ruimte die, of complex van ruimten dat, door indeling en inrichting is gebouwd en/of geschikt is voor administratieve, zakelijke of maatschappelijke dienstverlening zonder een publieksaantrekkende functie.
1.38 Kunstwerk
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civiel-technische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
1.39 Loopbrug
Een al dan niet overdekte verbinding tussen twee gebouwen, gebouwd vanaf ten minste de tweede bouwlaag.
1.40 Maatschappelijke voorzieningen
Jeugd/kinderopvang, zorgwoningen en eerstelijnszorgvoorzieningen, zoals huisarts, fysiotherapie, tandarts, ergotherapie, apotheek, wijkverpleging/thuiszorg.
1.41 Maatvoeringsvlak
Een op de verbeelding aangegeven vlak die binnen een bestemmingsvlak de grens aangeeft tussen verschillende bouwhoogtes.
1.42 Mobiliteitshub
Een gebouw waarin diverse vormen van vervoersvormen samenkomen, al dan niet gecombineerd met voorzieningen.
1.43 Nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van op het openbare net aangesloten voorzieningen, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.44 Peil
De gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.
1.45 Plint
Een ruimte gelegen achter de gevel aan de straatzijde op de begane grond, welke qua invulling en architectuur overwegend onderscheidend is ten opzichte van de boven gelegen bouwlagen.
1.46 Prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.47 Seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.48 Voorgevel
De naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
1.49 Voorgevelrooilijn
Een denkbeeldige of op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrens ligt.
1.50 Webwinkel
Detailhandel via internet, waarbij sprake is van opslag van goederen die hoofdzakelijk elders worden bezorgd en waar een afhaalpunt voor publiek aanwezig kan zijn, waarbij er geen sprake is van een showroom.
1.51 Woning
Een zelfstandige woonruimte, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.52 Zorgwoning
Een woning voor de huisvesting van personen voor wie in het kader van de algemene dagelijkse levensverrichtingen hulp of begeleiding nodig is van huishoudelijke, sociale, sociaal-medische of medische aard.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 De dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 Insteek van de watergang
De insteek van de watergang dient te worden gemeten vanaf het knikpunt tussen het maaiveld en talud van de watergang.
2.7 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt, met dien verstande dat:
- a. de overschrijding van overkragende balkons niet meer mag bedragen dan 2,5 meter met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder n.
- b. de overschrijding van luifels ter voorkoming van windhinder niet meer dan 5 meter mag bedragen.
- c. de overschrijding van voorzieningen tegen geluid en hittestress (bijvoorbeeld groene gevel) niet meer dan 5 meter mag bedragen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maximaal 300 woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep / bedrijf;
- b. dienstverlening en kantoren tot een maximum van 3.000 m2 bvo, met dien verstande dat voor kantoren geldt dat zelfstandige kantoren tot maximaal 750 m² bvo per kantoor is toegestaan, met een maximum van 3.000 m² bvo per gebouw;
- c. maatschappelijke voorzieningen tot een maximum van 3.000 m2 bvo;
- d. horeca in de categorieen 3 en 4 tot een maximum van 150 m2 bvo;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - mobiliteitshub' uitsluitend een mobiliteitshub;
met dien verstande dat:
- f. de maximale oppervlakte van alle onder sub b t/m d bedoelde functies niet meer dan 5.000 m2 bvo mag bedragen;
- g. woningen in de plint niet zijn toegestaan met uitzondering van entrees voor woningen op bovenliggende bouwlagen;
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - niet wonen begane grond', met dien verstande dat de diepte van de plint minimaal 4 m bedraagt gemeten vanaf de binnen deze aanduiding gelegen voorgevel;
- 2. de voorgevel van de plint mag ook achter de aanduiding ''specifieke vorm van gemengd - niet wonen begane grond' worden gerealiseerd; ook dan bedraagt de diepte van de plint vanaf de voorgevel minimaal 4 meter;
- h. er voldoende parkeerplaatsen dienen te worden gerealiseerd conform het bepaalde in lid 12.1;
met de daarbijbehorende:
- i. erven;
- j. parkeervoorzieningen buiten de mobiliteitshub, als bedoeld onder e;
- k. loopbruggen;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. ontsluitingswegen; waarbij de hoofdontsluiting van het plangebied voor gemotoriseerd verkeer uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' plaats mag vinden;
- n. voet- en rijwielpaden;
- o. waterlopen en waterpartijen;
- p. groenvoorzieningen;
- q. ondergrondse afvalcontainers;
- r. bouwwerken.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
3.6 Voorwaardelijke verplichting Kavelpaspoort
Het oprichten van bebouwing is uitsluitend toegestaan indien wordt voldaan aan het kavelpaspoort, zoals opgenomen in 'Bijlage 1 Kavelpaspoort De Staalmeester'.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. waterlopen en waterpartijen;
- c. speelvoorzieningen;
- d. beeldende kunst;
- e. kunstwerken;
- f. (ondergrondse) afvalcontainers;
met de daarbij behorende:
- g. bouwwerken;
- h. voet- en fietspaden;
- i. nutsvoorzieningen;
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan:
- a. de plaats van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen onderhoud en gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.
- b. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Water
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen en waterpartijen;
- d. oeverstroken;
- e. infiltratievoorzieningen;
- f. kunstwerken;
- g. beeldende kunst;
- h. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
met de daarbij behorende:
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- j. paden;
- k. groenvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Waarde - Archeologie E
6.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie E' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden
- b. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen is artikel 12.2 Schema van volgorde dubbelbestemmingen van toepassing.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Er mag slechts worden gebouwd, indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag wordt verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning de volgende verplichtingen kunnen worden verbonden:
- 1. het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag vastgesteld programma van eisen; of
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de bouwwerkzaamheden plaatsvinden met een maximale diepte van 0,40 meter en een maximum oppervlak van 10000 m².
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijking verlenen van het bepaalde onder 6.2 sub a voor de bouw van bouwwerken onder de voorwaarden, dat:
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een afwijking in redelijkheid niet kan worden geweigerd;
- b. het bevoegd gezag bij de afweging omtrent de afwijking toepassing geven aan de criteria als genoemd onder 6.2 sub a, dan wel dat voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de aanvraag reeds een omgevingsvergunning als bedoeld onder 6.4 is verleend;
- c. alvorens de afwijking wordt verleend door het bevoegd gezag advies is ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige;
- d. het bepaalde in de onderliggende bestemming onverminderd van toepassing blijft.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Waterstaat - Waterkering
7.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve de daarvoor aangewezen bestemming(en), mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen;
- b. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen is artikel 12.2 Schema van volgorde dubbelbestemmingen van toepassing.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op de gronden mogen ten behoeve van de onder 7.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- c. op grond van de Keur van de waterbeheerder dient, alvorens kan worden gestart met de bouwwerkzaamheden, contact te worden opgenomen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, zodat kan worden beoordeeld of voor het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden een ontheffing van het Keur benodigd is.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2. De vergunning kan worden verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkering belang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Bouwregels
9.1 Algemene bepaling over ondergrondse werken en werkzaamheden
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden,
behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
9.2 Toegestane bouwhoogte techniek
Technische voorzieningen op het dak of parkeerdek, welke noodzakelijk zijn voor het doelmatig functioneren van het bouwwerk, zoals liftopbouwen, lichtkoepels, schoorstenen, antennemasten, luchtverversingsapparatuur, warmte-installaties e.d., zijn toegestaan, mits:
- a. het bepaalde in lid 2.7 in acht wordt genomen;
- b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld waarbij de afstand van de installaties op minimaal 1,5 meter afstand van de dakrand gesitueerd dient te worden dan wel vanaf maaiveld niet zichtbaar zijn.
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de op de verbeelding of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in a, met ten hoogste 5 meter worden overschreden ten behoeve van antennemasten voor telecommunicatie, mits het grondoppervlakte ten hoogste 5% van het dakvlak bedraagt;
- c. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- d. het bepaalde in het plan en toestaan dat geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- e. het bepaalde in het plan en toestaan dat nutsvoorzieningen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, wachthuisjes ten behoeve van openbaar vervoer, telefooncellen, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 35 m³ bedraagt.
Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
- d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 12 Overige Regels
12.1 Voldoende parkeergelegenheid
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik is verzekerd, dat op eigen terrein, dat bij dat bouwwerk of terrein waarvoor vergunning wordt verleend hoort, wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen. Daarbij dient voldaan te worden aan de parkeeropgave, zoals neergelegd in de 'Parkeernormennota 2020-2027', dan wel het alsdan geldende parkeernormenbeleid.
12.2 Schema van volgorde dubbelbestemmingen
Indien en voor zover op gronden meerdere van de dubbelbestemmingen als geregeld in de artikelen 6 en 7 gelden, zijn voor zover de voor die dubbelbestemmingen geldende regels ten aanzien van bebouwing of gebruik niet met elkaar verenigbaar zijn, de regels van toepassing die gelden voor de dubbelbestemming met de hoogste prioriteit volgens de volgorde die is aangegeven in onderstaand schema:
Doeleinden | Artikelnummer | Volgorde van toepassing |
Waterstaat - Waterkering | 7 | 1 |
Waarde - Archeologie | 6 | 2 |
12.3 Klimaatadaptatieregels
- a. Bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk dient op eigen terrein ten minste voldaan te worden aan de klimaatadaptieve bepalingen uit het beleidsplan Klimaatadaptatie 2024-2028 (Bijlage 2). Het niet voldoen aan en het niet in stand houden van deze bepalingen wordt gerekend tot strijdig gebruik.
- b. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het gestelde onder a als door belanghebbenden wordt aangetoond dat het vasthouden aan de bepalingen zal leiden tot onevenredige nadelige gevolgen en de te nemen maatregelen onevenredig zijn in verhouding tot de te dienen doelen.
- c. In het geval de klimaatadaptieve bepalingen worden aangepast, houden Burgemeester en wethouders rekening met deze aanpassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 14 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'De Staalmeester Schermerweg 33'.
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Kavelpaspoort De Staalmeester
Bijlage 2 Beleidsplan Klimaatadaptatie
Bijlage 1 Omgevingsbeeld Alkmaars Kanaal
Bijlage 1 Omgevingsbeeld Alkmaars Kanaal
Bijlage 2 Ontwikkelbeeld Oudorp
Bijlage 2 Ontwikkelbeeld Oudorp
Bijlage 3 Ladder En Behoefteonderzoek
Bijlage 3 Ladder en behoefteonderzoek
Bijlage 4 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 4 Quickscan Flora en fauna
Bijlage 5 Waterparagraaf
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 6 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlage 7 Verkeersonderzoek
Bijlage 8 Parkeerberekening
Bijlage 9 Vooronderzoek Bodem
Bijlage 10 Aanmeldingsnotitie
Bijlage 11 Stikstofonderzoek
Bijlage 12 Quickscan Windklimaat
Bijlage 12 Quickscan windklimaat
Bijlage 13 Participatieverslag
Bijlage 13 Participatieverslag
Bijlage 14 Advies Veiligheidsregio
Bijlage 14 Advies veiligheidsregio
Bijlage 15 Verslag Vooroverleg
Bijlage 15 Verslag vooroverleg
Bijlage 16 Plan Van Aanpak
Bijlage 17 Ontwerpbesluit Hogere Waarden
Bijlage 17 Ontwerpbesluit Hogere Waarden
Bijlage 18 Bezonningsstudie
Bijlage 19 Nota Van Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 19 Nota van beantwoording zienswijzen
Bijlage 20 Notitie Verkeersgeneratie
Bijlage 20 Notitie verkeersgeneratie