Pendorp
Bestemmingsplan - Gemeente Alkmaar
Vastgesteld op 27-06-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Pendorp' met identificatienummer NL.IMRO.0361.BP00209-0305 van de gemeente Alkmaar.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aan huis verbonden beroep / bedrijf
een praktijkruimte, kantoor, webwinkel, atelier, kapsalon, schoonheidssalon, hondentrimsalon, logies met ontbijt en naar de aard daarmee gelijk te stellen functies welke in een woning worden uitgeoefend, alsmede een bedrijf dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten door de gebruiker van de woning en dat niet onder de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht valt, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, niet zijnde prostitutie en seksinrichtingen.
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.7 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.8 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.9 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.10 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.11 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.12 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.13 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.14 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.15 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.16 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
1.17 brutovloeroppervlak
de bruto-oppervlakte als bedoeld in NEN 2580.
1.18 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.
1.19 dienstverlening
commerciële activiteiten met een baliefunctie voor de verrichting van diensten aan of ten gerieve van het publiek, niet zijnde detailhandel. Dienstverlening omvat zowel persoonlijke als zakelijke dienstverlening;
1.20 dove gevel
- a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede;
- b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.
1.21 evenement categorie 1
een evenement met onversterkte (straat)muziek, achtergrondmuziek en beperkte spreekinstallaties.
1.22 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.23 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
1.24 horecabedrijf
een bedrijf of instelling, uitgezonderd een seksinrichting, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, ingedeeld in vier categorieën:
- horeca, categorie 1 (discotheek, nachtclub, bar/dancing)
een horecabedrijf, waaronder een discotheek, nachtclub, bar/dancing en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;
- horeca, categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant)
een horecabedrijf, waaronder een café, grand-café, café-restaurant en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
- horeca, categorie 3 (restaurant, lunchroom)
een horecabedrijf, waaronder een restaurant, lunchroom en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
- horeca, categorie 4 (snackbars, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak)
een horecabedrijf, waaronder een snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, zoals een eethuis, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van bereide etenswaren voor consumptie ter plaatse en elders dan ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken; de zwak-alcoholhoudende dranken worden alleen verstrekt voor het gebruik elders dan ter plaatse; binnen deze categorie vallen ook de coffeeshops en de zogenaamde ontnuchteringszaken; de coffeeshop heeft een gedoogbeschikking op het punt van verkoop softdrugs en mag geen alcoholische dranken schenken.
1.25 huishouden
de zelfstandige bewoning van een woning door één of meer personen, die op een duurzame, gemeenschappelijke wijze samenwonen en er hun hoofdverblijf hebben, en die gezamenlijk gebruik maken van voorzieningen zoals woonkamer, keuken, toilet en badkamer.
1.26 kampeermiddelen
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingswet een vergunning is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.27 kantoor
ruimte die, of complex van ruimten dat, door indeling en inrichting is gebouwd en/of geschikt is voor administratieve, zakelijke of maatschappelijke dienstverlening zonder een publieksaantrekkende functie.
1.28 maatschappelijke voorzieningen
overheids- en onderwijsvoorzieningen, medische, sociaal-culturele en religieuze voorzieningen, jeugd/kinderopvang en vergelijkbare maatschappelijke doeleinden, uitgezonderd het huisvesten van asielzoekers, met inbegrip van bijbehorend en aan de maatschappelijke doeleinden ondergeschikte detailhandel, dienstverlening en ondergeschikte horeca van categorie 3.
1.29 peil
onder het peil wordt verstaan de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
1.30 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.31 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.32 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.33 voorgevelrooilijn
een denkbeeldige of aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrens.
1.34 wonen
het gehuisvest zijn in een woning, waaronder niet inbegrepen kamerverhuur en inwoning;
1.35 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 ondergeschikte bouwdelen
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, liftschachten, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 meter bedraagt respectievelijk 2 meter voor liftschachten.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep/bedrijf waarbij het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 550;
- b. commerciële en maatschappelijke voorzieningen met een minimum oppervlak van in totaal 3.500 m² BVO een een maximum oppervlak van in totaal 7.500 m² BVO, bestaande uit:
- 1. dienstverlening;
- 2. kantoren met een maximum oppervlak van 500 m² BVO;
- 3. maatschappelijke voorzieningen waarbij geldt dat het maximum oppervlak van een school (inclusief gymzaal) niet meer dan 2.500 m² mag bedragen;
- 4. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt': één supermarkt met een maximum oppervlak van 1.500 m² BVO;
- 5. overige detailhandel met een maximum oppervlak van 500 m² BVO;
- 6. horeca in categorie 3 en 4 met een maximum oppervlak van 500 m² BVO, waarbij het BVO per vestiging niet meer dan 300 m² BVO mag bedragen;
met de daarbij behorende:
- c. bouwwerken;
- d. erven;
- e. entreeruimten en overige collectieve ruimten die ten dienste staan van het gebruik van gebouwen;
- f. tuinen en dakterrassen;
- g. wegen en paden;
- h. waterlopen en -partijen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. waterlopen en waterpartijen;
- c. speelvoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. beeldende kunst;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – ontsluiting' voor maximaal 4 ontsluitingswegen voor gemotoriseerd verkeer en één calamiteitenontsluiting;
met de daarbij behorende:
- h. bouwwerken;
- i. voet- en fietspaden;
- j. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Water
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen en waterpartijen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. oeverstroken;
- f. scheepvaartdoeleinden;
- g. infiltratievoorzieningen;
- h. kunstwerken;
- i. beeldende kunst;
- j. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
met de daarbij behorende:
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Waterstaat - Waterkering
6.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen. Op grond van de Keur van de waterbeheerder dient, alvorens kan worden gestart met de bouwwerkzaamheden, contact te worden opgenomen met de waterbeheerder, zodat kan worden beoordeeld of voor het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden een ontheffing benodigd is of niet;
- b. De bestemming 'Waterstaat - Waterkering' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op de gronden mogen ten behoeve van de onder 6.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- c. op grond van de Keur van de waterbeheerder dient, alvorens kan worden gestart met de bouwwerkzaamheden, contact te worden opgenomen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, om te laten beoordelen of voor het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden een ontheffing van de Keur is benodigd.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 6.2. De vergunning kan worden verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de op de verbeelding of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in a, waarbij deze met ten hoogste 5 meter mag worden overschreden ten behoeve van antennemasten voor telecommunicatie, mits het grondoppervlakte ten hoogste 5% van het dakvlak bedraagt;
- c. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- d. het bepaalde in het plan en toestaan dat geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- e. het bepaalde in het plan en toestaan dat nutsvoorzieningen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, wachthuisjes ten behoeve van openbaar vervoer, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 35 m³ bedraagt.
Artikel 9 Algemene Wijzigingsregels
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Artikel 10 Overige Regels
10.1 Voldoende parkeergelegenheid
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van de functie dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen. Dit dient plaats te vinden op eigen terrein dat bij dat bouwwerk of terrein waarvoor vergunning wordt verleend hoort. Daarbij moet worden voldaan aan het geldende parkeernormen beleid. Indien het beleid wijzigt dient rekening te worden gehouden met de wijzigingen. Bij de afmetingen van de parkeervoorzieningen dient te worden uitgegaan van de geldende CROW normen.
10.2 Laden en lossen
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Hierbij wordt uitgegaan van de ASVV 2012 van het CROW of diens opvolger.
10.3 Afwijken van de parkeereisen
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Pendorp'.
Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 2 Watertoets
Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 4 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 4 Archeologisch onderzoek
Bijlage 5 Cultuurhistorisch Onderzoek
Bijlage 5 Cultuurhistorisch onderzoek
Bijlage 6 Quickscan Natuur
Bijlage 7 Onderzoek Stikstofdepositie
Bijlage 7 Onderzoek stikstofdepositie
Bijlage 8 Nader Onderzoek Vleermuizen, Broedvogels En Kleine Marterachtigen
Bijlage 8 Nader onderzoek vleermuizen, broedvogels en kleine marterachtigen
Bijlage 9 Ontheffing Wet Natuurbescherming
Bijlage 9 Ontheffing Wet natuurbescherming
Bijlage 10 Wijziging Ontheffing Wet Natuurbescherming
Bijlage 10 Wijziging ontheffing Wet natuurbescherming
Bijlage 11 Onderzoek Verkeersgeneratie
Bijlage 11 Onderzoek verkeersgeneratie
Bijlage 12 Parkeeronderzoek
Bijlage 13 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 13 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlage 14 Onderzoek Luchtkwaliteit
Bijlage 14 Onderzoek luchtkwaliteit
Bijlage 15 Groepsrisicoberekening Buisleidingen A-637 En A-562
Bijlage 15 Groepsrisicoberekening Buisleidingen A-637 en A-562
Bijlage 16 Groepsrisicoberekening N9
Bijlage 16 Groepsrisicoberekening N9
Bijlage 17 Vooronderzoek Ontplofbare Oorlogsresten
Bijlage 17 Vooronderzoek Ontplofbare Oorlogsresten
Bijlage 18 Onderzoek Windklimaat
Bijlage 18 Onderzoek windklimaat