KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
Artikel 4 Recreatie
Artikel 5 Verkeer
Artikel 6 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Antidubbeltelbepaling
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 11 Algemene Ontheffingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
Artikel 13 Slotregel
Bijlage 1 Besluit Vaststellen Bestemmingsplan
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Gecumuleerde Geluidbelastingen
Bijlage 3 Bodemonderzoek
Bijlage 4 Natuurtoets
Bijlage 5 Vleermuizenonderzoek
Bijlage 6 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 7 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 8 Aanvullend Archeologisch Onderzoek
Bijlage 9 Onderzoek Luchtkwaliteit
Bijlage 10 Onderzoek Geurhinder
Bijlage 11 Geohydrologisch Onderzoek
Bijlage 12 Keurontheffing Waternet
Bijlage 13 Besluit Vaststelling Hogere Waarden Geluidhinder

Bestemmingsplan Bredius

Bestemmingsplan - Amsterdam

Onherroepelijk op 06-07-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het Bestemmingsplan Bredius van de gemeente Amsterdam, stadsdeel West.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.C0901BPSTD-OH01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 akoestisch onderzoek:

de bepaling van de geluidsbelasting zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.6 automatenhal:

een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee spelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld.

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.9 belhuis:

een voor publiek toegankelijk ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en ontvangen van faxen.

1.10 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.12 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.13 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.14 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben.

1.15 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.16 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.17 dagelijks bestuur

het dagelijks bestuur van het stadsdeel West.

1.18 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.19 daktuin

een groene ruimte op een dak, al dan niet ten behoeve van de realisatie van waterberging, welke is voorzien van vegetatie en is ingericht als al dan niet gemeenschappelijke tuin, terras en/of speelvoorziening.

1.20 dove gevel:

  1. a. een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), of
  2. b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.21 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.22 geldwisselkantoor:

een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het wisselen van geld.

1.23 geluidbelasting in dB(A) of dB:

geluidbelasting als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

1.24 gevel:

een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, doch niet zijnde een dove gevel of een vliesgevel.

1.25 horeca 1:

fastfood (waaronder begrepen automatiek, snackbar, loketverkoop, fastfoodrestaurant en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven);

1.26 horeca 2:

nachtzaak (dancing, discotheek, sociëteit, zaalaccommodatie, nachtcafé en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).

1.27 horeca 3:

café (café, bar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).

1.28 horeca 4:

restaurant (restaurant, koffie-, en theehuis, lunchroom, juicebar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).

1.29 praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis / bedrijf aan huis:

dienstverlening of bedrijf, uitsluitend zijnde categorie A uit de Staat van bedrijfsactiviteiten functiemenging, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij:

  1. a. in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft;
  2. b. deze een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie.

1.30 prostitutie:

het aanbieden of verrichten van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding.

1.31 parkeerkelder:

een gebouwde parkeervoorziening waarbij de bebouwing volledig ondergronds wordt gerealiseerd, met uitzondering van de bij de parkeerkelder behorende ruimten als installaties, in- en uitritten en toegangsgebouwen.

1.32 prostitutiebedrijf:

een bedrijf waar prostitutie wordt bedreven.

1.33 seksinrichting:

een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen of voorstellingen plaatsvinden van erotische of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel en naar de aard daarmee te vergelijke inrichtingen.

1.34 sportvoorzieningen

al dan niet gebouwde voorzieningen ten behoeve van de uitoefening van sport, bestaande uit gymzalen, fitnessruimten en vergelijkbare sportruimten, met inbegrip van bijbehorende ruimten als kleedkamers, verenigingsruimten, bergingen en andere nevenruimten.

1.35 stille zijde:

Een gevel of geveldeel, niet zijnde een plat dak of een vliesgevel, die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht of een afgeschermde buitenruimte, met een maximale geluidsbelasting per geluidsbron vanwege:

  1. c. wegverkeerslawaai van 48 dB;
  2. d. industrielawaai van 50 dB(A);
  3. e. spoorweglawaai van 55 dB.

1.36 vliesgevel:

een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 meter bedraagt.

1.37 voorkeurgrenswaarde:

de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege industrieterreinen, wegen en spoorwegen op geprojecteerde woningen binnen zones, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.38 woning:

een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwingspercentage:

het deel van het bestemmingsvlak of bouwvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 peil:

  1. a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang, tenzij anders in de regels is bepaald;
  2. b. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw, tenzij anders in de regels is bepaald.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvoorzieningen in alle bouwlagen;
  2. b. woningen met inbegrip van ruimten ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit in alle bouwlagen;
  3. c. woonzorgwoningen / aanleunwoningen met bijbehorende medische ruimten en kantoren.
  4. d. horeca 1, horeca 3 en horeca 4 in de eerste en tweede bouwlaag;
  5. e. kantoren, bedrijven en dienstverlening in de eerste bouwlaag;
  6. f. gebouwde parkeervoorzieningen in de kelder, het souterrain en/of de eerste bouwlaag met bijbehorende (technische) ruimten, bergingen, toegangsgebouwen en in- en uitritten;
  7. g. bergingen, technische ruimten en andere nevenruimten;
  8. h. (dak)tuinen en erven;
  9. i. rijwegen;
  10. j. fiets- en voetpaden;
  11. k. groenvoorzieningen
  12. l. speelvoorzieningen;
  13. m. nutsvoorzieningen;
  14. n. afvalinzamelingssystemen;
  15. o. water;
  16. p. horeca 3 en horeca 4 in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding horeca.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

  1. a. Het dagelijks bestuur stelt, indien akoestisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, nadere eisen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen met dien verstande dat de woningen worden voorzien van één of meer dove gevels, vliesgevels, geluidsschermen of vergelijkbare geluidwerende voorzieningen:
    1. 1. indien geen toereikende hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder zijn vastgesteld en;
    2. 2. geen bouwvergunning is verleend voor de bouw van gebouwen met zodanige afschermende werking dat de geluidbelasting op de gevels van de woningen en andere geluidgevoelige gebouwen lager of gelijk is dan de voorkeursgrenswaarde danwel de vastgestelde hogere grenswaarde;
  2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing voor gevels die zijn afgekeerd van de aan de Spaarndammerdijk, Transformatorweg en Zaanstraat gevestigde bedrijven / inrichtingen en daardoor niet direct worden belast door geluid van deze bedrijven;
  3. c. Voor het bepaalde onder b geldt dat het niet realiseren van dove gevels of vliesgevels niet mag leiden tot een beperking in de bedrijfsvoering van genoemde bedrijven;
  4. d. Ten aanzien van het bepaalde onder a, b en c geldt dat het dagelijks bestuur van een initiatiefnemer kan verlangen dat voor het bouwplan een akoestisch onderzoek wordt overlegd.

3.4 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Ten aanzien van de horeca 1, horeca 3 en horeca 4 zoals bedoeld in lid 3.1 onder d en p gelden de volgende bepalingen:
    1. 1. maximum totaal aantal vestigingen horeca zoals bedoeld in lid 3.1 onder d: 1;
    2. 2. maximum totaal aantal vestigingen horeca zoals bedoeld in lid 3.1 onder p: 1;
    3. 3. maximum totaal bruto vloeroppervlak horeca zoals bedoeld in lid 3.1 onder d: 300 m2;
    4. 4. maximum totaal bruto vloeroppervlak horeca zoals bedoeld in lid 3.1 onder p: 80 m2;
    5. 5. ten aanzien van de horeca 1, 3 en 4 als bedoeld in lid 3.1 onder d geldt dat deze uitsluitend mag worden gerealiseerd indien deze aan minimaal één zijde direct grenst aan de bestemming Recreatie;
    6. 6. de onderlinge afstand tussen de horeca 1, 3 en 4 als bedoeld in artikel 3.1 onder d en de horeca 3 en 4 als bedoeld in artikel 3.1 onder p moet minimaal 50 meter bedragen.
  2. b. Sportvoorzieningen mogen slechts worden gerealiseerd indien de afstand tussen de sportvoorzieningen en de bestemmingsgrens aan de zijde van de Zaanstraat minimaal 10 meter bedraagt.
  3. c. Voor kantoren, bedrijven en dienstverlening zoals bedoeld in lid 3.1 gelden de volgende bepalingen:
    1. 1. maximum totaal aantal vestigingen kantoren, bedrijven of dienstverlening samen: 3;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak per vestiging: 200 m2.
  4. d. Ten aanzien van de gebouwde parkeervoorzieningen als bedoeld in lid 3.1 geldt dat, voor zover deze worden gerealiseerd in de eerste bouwlaag, de parkeervoorzieningen slechts mogen worden gerealiseerd indien:
    1. 1. de afstand tot de bestemming Verkeer minimaal 8 meter bedraagt, zulks met uitzondering van de bijbehorende in- en uitritten;
    2. 2. de afstand tot de in lid 3.2 onder h genoemde onbebouwde ruimte minimaal 4 meter bedraagt.

Artikel 4 Recreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. zwembaden met bijbehorende voorzieningen als kleedruimten, bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. gebouwde parkeervoorzieningen in de kelder;
  3. c. terrassen;
  4. d. ligweiden;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. afvalinzamelingssystemen;
  8. h. fiets- en voetpaden;
  9. i. water.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. rijwegen;
  2. b. fiets- en voetpaden;
  3. c. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. kunstobjecten;
  8. h. afvalinzamelingssystemen;
  9. i. water.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering

6.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een waterkering;
  2. b. De bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Antidubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:

  1. a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
  2. b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
  3. c. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een rijwielpad en 2,2 meter boven een voetpad, voorzover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter.

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Verbodsregels

  1. a. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:
    1. 1. inrichtingen en bedrijven die worden begrepen in artikel 2.4 van het "Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer";
    2. 2. automatenhallen, seksinrichtingen, prostitutie en prostitutiebedrijven, belhuizen en geldwisselkantoren.
  2. b. Het dagelijks bestuur verleent ontheffing van het bepaalde in sub a wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

9.2 Toegelaten bedrijven

  1. a. Voor zover bedrijven zijn toegestaan, mogen de gronden en gebouwen worden gebruikt voor bedrijven die in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging vallen onder de categorie A;
  2. b. Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in a met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
    1. 1. niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    2. 2. in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    3. 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van Bedrijfsactiviteiten valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.

Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie - westpoort' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein “Westpoort” op woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen.
  2. b. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie - westpoort' de volgende regel:
    1. 1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welk aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelige bestemming, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein “Westpoort” op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

Artikel 11 Algemene Ontheffingsregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan met dien verstande dat:

  1. a. in het plangebied de volgende bebouwing wordt toegestaan:
    1. 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m², alsmede;
    2. 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, kunstuitingen, vrijstaande muren, geluidwerende voorzieningen, alsmede bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 5% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
  2. b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  3. c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 2 meter wordt vergroot;
  4. d. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan in bedoeld in c, met ten hoogste 5 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmingsinstallaties, zonneboilers, schoorstenen, glasbewassingsinstallaties, ventilatie-inrichtingen, vlaggenmasten, antennes en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen en windmolens;
  5. e. de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 0,80 meter ten behoeve van balkons, loggia's, geluidwerende voorzieningen (zoals vliesgevels), bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, met dien verstande dat dit niet geldt voor de eerste bouwlaag (begane grond) aan de zuidwestzijde van het bestemmingsvlak "Gemengd";
  6. f. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding balkon, worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, loggia's, geluidwerende voorzieningen (zoals vliesgevels), bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

12.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  2. 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

12.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 13 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het Bestemmingsplan Bredius.

Bijlage 1 Besluit Vaststellen Bestemmingsplan

Bijlage 1 Besluit vaststellen bestemmingsplan

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 1 Akoestisch onderzoek

Bijlage 2 Gecumuleerde Geluidbelastingen

Bijlage 2 Gecumuleerde geluidbelastingen

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 4 Natuurtoets

Bijlage 4 Natuurtoets

Bijlage 5 Vleermuizenonderzoek

Bijlage 5 Vleermuizenonderzoek

Bijlage 6 Onderzoek Externe Veiligheid

Bijlage 6 Onderzoek externe veiligheid

Bijlage 7 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 7 Archeologisch onderzoek

Bijlage 8 Aanvullend Archeologisch Onderzoek

Bijlage 8 Aanvullend archeologisch onderzoek

Bijlage 9 Onderzoek Luchtkwaliteit

Bijlage 9 Onderzoek luchtkwaliteit

Bijlage 10 Onderzoek Geurhinder

Bijlage 10 Onderzoek geurhinder

Bijlage 11 Geohydrologisch Onderzoek

Bijlage 11 Geohydrologisch onderzoek

Bijlage 12 Keurontheffing Waternet

Bijlage 12 Keurontheffing Waternet

Bijlage 13 Besluit Vaststelling Hogere Waarden Geluidhinder

Bijlage 13 Besluit vaststelling hogere waarden geluidhinder