KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Cultuur En Ontspanning
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Maatschappelijk - 1
Artikel 6 Maatschappelijk - 2
Artikel 7 Maatschappelijk - 3
Artikel 8 Natuur
Artikel 9 Recreatie
Artikel 10 Sport
Artikel 11 Verkeer - 1
Artikel 12 Verkeer - 2
Artikel 13 Water
Artikel 14 Leiding - Gas
Artikel 15 Waarde - Archeologie - 1
Artikel 16 Waarde - Archeologie - 2
Artikel 17 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 18 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 19 Anti-dubbeltelregel
Artikel 20 Algemene Bouwregels
Artikel 21 Algemene Gebruiksregels
Artikel 22 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 23 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 24 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 25 Overgangsrecht
Artikel 26 Slotregel
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 1 Archeologisch Onderzoek, Westelijk Deel
Bijlage 2 Archeologisch Onderzoek, Oostelijk Deel
Bijlage 3 Onderzoek Externe Veiligheid Gasleiding
Bijlage 4 Natuurtoets
Bijlage 5 Historisch Bodemonderzoek
Bijlage 6 Tac Advies, 30 Maart 2012
Bijlage 7 Aanvullend Tac Advies, 3 December 2012
Bijlage 8 Bodemonderzoek Tauw, Oktober 2011

Overbrakerpolder 2013

Bestemmingsplan - Amsterdam

Vastgesteld op 04-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Overbrakerpolder 2013 met identificatienummer NL.IMRO.0363.E1005BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam, stadsdeel West.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsvlak

Een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding.

1.5 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 automatenhal

Een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee spelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld.

1.7 bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bebouwingspercentage

Een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat het gedeelte van bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag worden bebouwd.

1.9 bedrijfsvaartuig

Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijkgebruikt of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep, dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten.

1.10 bedrijfswoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van een persoon, die daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein ten behoeve van beheer of toezicht noodzakelijk is.

1.11 belwinkel

Een voor publiek toegankelijk ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en ontvangen van faxen.

1.12 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.15 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.16 bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bijzondere bouwlagen.

1.17 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.19 bruto vloeroppervlak (bvo)

De totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc.

1.20 bijzondere bouwlaag

Kelder, souterrain, kap, dakopbouw.

1.21 culturele voorzieningen

Musea, (muziek)theaters, bioscopen, dansscholen, expositieruimten en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen, met inbegrip van bijbehorende ondergeschikte horeca, niet zijnde een recreatieve voorziening als bedoeld in Besluit milieu-effectrapportage 1994.

1.22 dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van het stadsdeel West.

1.23 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.24 geldwisselkantoor

Een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het wisselen van geld.

1.25 geluidgevoelige bestemmingen

Geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.26 groenvoorzieningen

Ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren.

1.27 horeca van categorie 1

Fastfood (waaronder begrepen automatiek, snackbar, loketverkoop, fastfoodrestaurant en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).

1.28 horeca van categorie 2

Nachtzaak (dancing, discotheek, sociëteit, zaalaccommodatie, nachtcafé en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).

1.29 horeca van categorie 3

Café (café, bar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).

1.30 horeca van categorie 4

Restaurant (restaurant, koffie-, en theehuis, lunchroom, juicebar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).

1.31 horeca van categorie 5

Hotel (waaronder begrepen motel, jeugdherberg en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven), met inbegrip van bijbehorende ruimten als receptie en ontbijtzaal (niet zijnde restaurant), inclusief het bieden van vergaderaccomodatie.

1.32 inventariserend veldonderzoek (IVO)

Een inventariserend veldonderzoek conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), zoals deze geldt ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het dagelijks bestuur in voldoende mate is vastgesteld.

1.33 kantoor

Gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden.

1.34 kap

Een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven welke uit tenminste twee hellende vlakken bestaat, die elkaar al dan niet snijden.

1.35 kelder

Een bijzondere bouwlaag , waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag ten hoogste 0,50 meter boven het gemiddeld aangrenzende peil is gelegen.

1.36 ligplaats voor een woonboot

Een met een woonboot in het water aan de walkant ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen.

1.37 maatschappelijke voorzieningen

Overheids-, sociale, culturele-, medische, onderwijs-, sport-, religieuze en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, waaronder mede begrepen kinderdagverblijven, met inbegrip van bijbehorende ondergeschikte horeca.

1.38 maatvoeringsvlak

Een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden.

1.39 nutsvoorzieningen

Een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.

1.40 ondergeschikte horeca

Niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca van categorie 4 die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is.

1.41 omgevingsvergunning

Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.42 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden

Omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.43 passagiersvaartuig

Een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot:

  1. a. het vervoer van personen of;
  2. b. om beschikbaar te worden gesteld aan een of meer personen ten behoeve van varende recreatie.

1.44 peil

  1. a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang, tenzij anders is bepaald;
  2. b. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw, tenzij anders is bepaald;

1.45 pleziervaartuig

Een schip, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.

1.46 praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis / bedrijf aan huis

Dienstverlening, webwinkel of bedrijf uitsluitend zijnde categorie 1 of 2 uit de Staat van bedrijfsactiviteiten, waarbij:

  1. a. in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft;
  2. b. deze een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie.

1.47 prostitutie

Het aanbieden of verrichten van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding.

1.48 prostitutiebedrijf

Een bedrijf waar prostitutie wordt bedreven.

1.49 seksinrichting

Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen of voorstellingen plaatsvinden van erotische of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en –winkel en naar de aard daarmee te vergelijke inrichtingen.

1.50 souterrain

Een bijzondere bouwlaag waarvan de vloer onder het gemiddeld aangrenzend peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven gemiddeld aangrenzende peil is gelegen.

1.51 verkeersareaal

Gronden die in gebruik zijn als verkeersruimte voor al dan niet gemotoriseerd verkeer, bestaande uit rijwegen, fiets- en voetpaden en parkeervoorzieningen.

1.52 webwinkel

Het verkopen van goederen via internet, waarbij de goederen elders worden bezorgd en er geen sprake is van voor publiek toegankelijke winkelruimte of showroom.

1.53 woning

Een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.54 woonboot

Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf.

1.55 waterhuishoudkundige voorzieningen

Werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houdend met de waterhuishouding, zoals dammen, dijken, sluizen en beschoeiingen.

1.56 waterbouwkundige kunstwerken

Kunstwerken, verband houdend met het gebruiksmogelijkheden van het water, zoals steigers, remmingswerken, afmeervoorzieningen, kades en bruggen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 De goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.2 De bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 De oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.4 De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 Bruto vloeroppervlakte

De totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc.

2.6 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage wordt bepaald door projectie van de bebouwing in het bestemmingsvlak, tenzij anders is bepaald, de kelders en souterrains niet mee te rekenen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Cultuur En Ontspanning

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van geluidgevoelige bestemmingen;
  2. b. horeca van categorie 2, uitsluitend zijnde zaalaccomodatie;
  3. c. horeca van categorie 3 met inbegrip van bijbehorend terras;
  4. d. horeca van categorie 4 met inbegrip van bijbehorend terras;
  5. e. bedrijfswoning;
  6. f. tuinen en erven;
  7. g. parkeervoorzieningen;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. fiets- en voetpaden;
  10. j. speelvoorzieningen;
  11. k. kunstobjecten;
  12. l. nutsvoorzieningen;
  13. m. afvalinzamelingssystemen;
  14. n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. fiets- en voetpaden;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. kunstobjecten;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. afvalinzamelingssystemen;
  7. g. ondergeschikte horeca;
  8. h. natuurspeeltuinen met bijbehorende bergingen;
  9. i. natuureducatiecentrum;
  10. j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Maatschappelijk - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een begraafplaats met bijbehorende voorzieningen als gastenverblijven, ontvangstruimten, aula, een kapel, kantoren, bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. bedrijfswoningen;
  3. c. tuinen en erven;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. fiets- en voetpaden;
  7. g. speelvoorzieningen;
  8. h. kunstobjecten;
  9. i. nutsvoorzieningen;
  10. j. afvalinzamelingssystemen;
  11. k. verkeersareaal;
  12. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 6 Maatschappelijk - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen, waaronder mede begrepen justitiële inrichtingen met bijbehorende kantoren, bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. tuinen en erven;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. fiets- en voetpaden;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. kunstobjecten;
  8. h. nutsvoorzieningen;
  9. i. afvalinzamelingssystemen;
  10. j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Maatschappelijk - 3

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen met uitzondering van geluidgevoelige bestemmingen;
  2. b. bij de maatschappelijke voorziening behorende buitenruimten;
  3. c. horeca van categorie 5 behorend bij de maatschappelijke voorzieningen als bedoeld onder a, met inbegrip van bijbehorend terras;
  4. d. tuinen en erven;
  5. e. parkeervoorzieningen;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. fiets- en voetpaden;
  8. h. speelvoorzieningen;
  9. i. kunstobjecten;
  10. j. nutsvoorzieningen;
  11. k. afvalinzamelingssystemen;
  12. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 8 Natuur

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. natuur;
  2. b. groenvoorzieningen;
  3. c. voetpaden;
  4. d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

Artikel 9 Recreatie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatieve voorzieningen;
  2. b. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van geluidgevoelige bestemmingen;
  3. c. bedrijfswoning;
  4. d. tuinen en erven;
  5. e. parkeervoorzieningen;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. fiets- en voetpaden;
  8. h. speelvoorzieningen;
  9. i. kunstobjecten;
  10. j. nutsvoorzieningen;
  11. k. afvalinzamelingssystemen;
  12. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 10 Sport

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvoorzieningen met bijbehorende ruimten als kleedkamers, kantine, opslagruimten, kantoren, bergingen, dienstwoning en andere nevenruimten;
  2. b. maatschappelijke voorzieningen één en ander met uitzondering van geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen;
  3. c. tuinen en erven;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. fiets- en voetpaden;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. kunstobjecten;
  8. h. nutsvoorzieningen;
  9. i. afvalinzamelingssystemen;
  10. j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 11 Verkeer - 1

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verkeersareaal;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. fiets- en voetpaden;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. kunstobjecten;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. kiosken ten behoeve van detailhandel en horeca van categorie 4;
  9. i. afvalinzamelingssystemen;
  10. j. waterbouwkundige kunstwerken;
  11. k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

11.2 Bouwregels

Artikel 12 Verkeer - 2

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorbanen met bijbehorende kunstwerken zoals dijklichamen en viaducten;
  2. b. spoorwegemplacementen met bijbehorende opstelsporen;
  3. c. bedrijven;
  4. d. haltegebouwen, opslagloodsen, technische ruimten en andere nevenruimten;
  5. e. opslagterreinen;
  6. f. verkeersareaal;
  7. g. parkeervoorzieningen;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. fiets- en voetpaden;
  10. j. kunstobjecten;
  11. k. nutsvoorzieningen;
  12. l. afvalinzamelingssystemen;
  13. m. waterbouwkundige kunstwerken;
  14. n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Ten aanzien van de in lid 12.1 toegestane bedrijven geldt dat uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die vallen onder de SBI-code 352 uit de bijgevoegde Bedrijvenlijst, zijnde Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen.
  2. b. In afwijking van het bepaalde onder a zijn ook andere bedrijven toegestaan, indien deze een vergelijkbare milieuhinder hebben als de bedrijven bedoeld onder a.

Artikel 13 Water

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water;
  2. b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  3. c. waterbouwkundige kunstwerken.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

Als verboden gebruik als bedoeld in Artikel 21 van deze regels wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van de in lid 13.1 genoemde gronden als ligplaats voor woonboten, passagiersvaartuigen, pleziervaartuigen, bedrijfsvaartuigen en stationerende vaartuigen.

Artikel 14 Leiding - Gas

14.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Leiding - gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van gasleidingen.
  2. b. De dubbelbestemming Leiding - gas is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
  3. c. Voor zover de dubbelbestemming Leiding - gas geheel of gedeeltelijk samenvalt met andere dubbelbestemmingen, is de dubbelbestemming Leiding - gas primair ten opzichte van de overige dubbelbestemmingen.

14.2 Omgevingsvergunning

  1. a. Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het dagelijks bestuur (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of vanwerkzaamheden), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    1. 1. het aanbrengen van hoogopgaand en/of diepwortelende beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
    2. 2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
    3. 3. het verrichten van grondroeractiviteiten (b.v. het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage) anders dan normaal spit- en ploegwerk;
    4. 4. diepploegen;
    5. 5. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
    6. 6. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
    7. 7. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
    8. 8. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
    9. 9. het indrijven van voorwerpen in de bodem
  2. b. Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in onder a, wint het dagelijks bestuur schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
  3. c. De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in onder a zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen vermeld onder b.
  4. d. Het onder a vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    1. 1. voorkomen op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
    2. 2. mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de werking van de Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netwerken;
    3. 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    4. 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
    5. 5. worden uitgevoerd t.b.v. van de instandhouding van de leiding(en).

Artikel 15 Waarde - Archeologie - 1

15.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor Waarde - Archeologie - 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.
  2. b. De bestemming Waarde - Archeologie - 1 is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

15.2 Bouwregels

15.3 Omgevingsvergunning

Artikel 16 Waarde - Archeologie - 2

16.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.
  2. b. De bestemming Waarde - Archeologie - 2 is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

16.2 Bouwregels

16.3 Omgevingsvergunning

Artikel 17 Waarde - Cultuurhistorie

De voor Waarde - Cultuurhistorie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van cultuurhistorische waarden.

Artikel 18 Waterstaat - Waterkering

De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een waterkering.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 19 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 20 Algemene Bouwregels

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:

  1. a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
  2. b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
  3. c. ten behoeve van schoorstenen en ventilatiekanalen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, voor zover deze gelegen zijn achter de voorgevel en mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,5 meter;
  4. d. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een rijwielpad en 2,2 meter boven een voetpad, voorzover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter;
  5. e. tot maximaal 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen en luifels, voor zover deze gelegen zijn aan de van de straat afgekeerde gevel (achtergevel).

Artikel 21 Algemene Gebruiksregels

21.1 Algemeen gebruiksverbod

Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

21.2 Verbodsregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in lid 21.1 wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:

  1. a. een inrichting en bedrijf die wordt begrepen in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
  2. b. een automatenhal;
  3. c. een seksinrichting;
  4. d. prostitutie;
  5. e. een prostitutiebedrijf;
  6. f. een belwinkel;
  7. g. een geldwisselkantoor;
  8. h. een internetcafé;
  9. i. een massagesalon.

21.3 Ontheffing verbodsregels

Het dagelijks bestuur verleent ontheffing van het bepaalde in lid 21.1 wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 22 Algemene Aanduidingsregels

22.1 Geluidszones

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie - westpoort' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein “Westpoort” op geluidsgevoelige bestemmingen.
  2. b. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie - Westpoort' de volgende regel:
    1. 1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welk aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelige bestemming, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein “Westpoort” op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

22.2 Luchtvaartverkeerzone

  1. a. Voor het plangebied gelden ingevolge hetgeen is bepaald in artikel 2.2.2 lid 1 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol” (Stb. 2002, nr. 591) beperkingen in de toegestane bouwhoogte.
  2. b. De toegestane bouwhoogte binnen gronden als bedoeld in lid 1 dient te worden getoetst aan hetgeen is bepaald in artikel 2.2.2 lid 1 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
  3. c. Binnen de aangeven aanduiding “luchtvaartverkeerszone” zijn uitsluitend gebouwen toegestaan:
    1. 1. die ten tijde van de datum van inwerkingtreding van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol op de desbetreffende plaats rechtmatig aanwezig zijn en overeenkomstig de bestemming worden gebruikt,
    2. 2. die ten tijde van de datum van inwerkingtreding van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol kunnen worden gebouwd op grond van een verleende omgevingsvergunning, mits binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol een begin met de werkzaamheden is gemaakt;
    3. 3. die in overeenstemming zijn met een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart.

Artikel 23 Algemene Afwijkingsregels

Indien niet met toepassing van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het dagelijks bestuur bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan, ten behoeve van:

  1. a. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m², alsmede;
  2. b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
  3. c. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  4. d. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
  5. e. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan in bedoeld in c, met ten hoogste 5 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmingsinstallaties, zonneboilers, schoorstenen, glasbewassingsinstallaties, ventilatie-inrichtingen, vlaggenmasten, antennes en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen en ten hoogste 12 meter ten behoeve van windmolens en windturbines;
  6. f. de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen.

Artikel 24 Overige Regels

24.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in de planregels worden verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op die regelingen, zoals zij luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 25 Overgangsrecht

25.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

25.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 26 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Overbrakerpolder 2013

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van stadsdeel West.

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

Bijlage 1 Archeologisch Onderzoek, Westelijk Deel

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek, westelijk deel

Bijlage 2 Archeologisch Onderzoek, Oostelijk Deel

Bijlage 2 Archeologisch onderzoek, oostelijk deel

Bijlage 3 Onderzoek Externe Veiligheid Gasleiding

Bijlage 3 Onderzoek externe veiligheid gasleiding

Bijlage 4 Natuurtoets

Bijlage 4 Natuurtoets

Bijlage 5 Historisch Bodemonderzoek

Bijlage 5 Historisch bodemonderzoek

Bijlage 6 Tac Advies, 30 Maart 2012

Bijlage 6 TAC advies, 30 maart 2012

Bijlage 7 Aanvullend Tac Advies, 3 December 2012

Bijlage 7 Aanvullend TAC advies, 3 december 2012

Bijlage 8 Bodemonderzoek Tauw, Oktober 2011

Bijlage 8 Bodemonderzoek Tauw, oktober 2011