Bos en Lommerplein 2013
Bestemmingsplan - Amsterdam
Vastgesteld op 25-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het Bos en Lommerplein 2013 met identificatienummer NL.IMRO.0363.E1205BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel West.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanbouw
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat. Een gebouw dat onderscheiden wordt van, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsvlak
een aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding.
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 automatenhal
een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee spelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de kansspelen zijn opgesteld.
1.8 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.9 bebouwingspercentage
een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat het gedeelte van een bestemming(svlak) of bouwvlak aangeeft dat mag of ten minste moet worden bebouwd.
1.10 bedrijf
een onderneming, daaronder mede begrepen broedplaatsen, waar goederen worden vervaardigd, bewerkt, geïnstalleerd of verhandeld, waarbij ondergeschikte detailhandel is toegestaan, met dien verstande dat alleen bedrijven conform artikel 22.3 zijn toegestaan.
1.11 bedrijfsvaartuig
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zee- of binnen(vaart)schip, hoofdzakelijkgebruikt of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep, dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten.
1.12 belwinkel
een voor publiek toegankelijk ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en ontvangen van faxen.
1.13 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.14 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.16 bouwblok
een aaneengesloten, dan wel als geheel te beschouwen, reeks van gebouwen.
1.17 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.18 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bijzondere bouwlagen.
1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.20 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.21 bijzondere bouwlaag
kelder, souterrain, kap, dakopbouw.
1.22 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.23 consumentverzorgende dienstverlening
persoonlijke verzorging van consumenten, waaronder kapperszaken, nagelstudio's, schoonheidsinstituten, fitness, sauna en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven.
1.24 dove gevel
- a. een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), of
- b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.25 dagelijks bestuur
het dagelijks bestuur van het stadsdeel West.
1.26 dakopbouw
een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok van het dak of een toevoeging aan een plat dak.
1.27 dakuitbouw
een ondergeschikte uitbreiding van het hellend dakvlak niet hoger dan de nok, niet zijnde een dakkapel.
1.28 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van ondergeschikte horeca.
1.29 dienstvaartuig
vaartuig dat hoofdzakelijk in gebruik is bij een overheidsdienst, zoals havendiensten, rijkswaterstaat, douane en de politie.
1.30 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.31 geldwisselkantoor
een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het wisselen van geld.
1.32 geluidsgevoelige bestemmingen
geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.33 geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen
medische- en onderwijsvoorzieningen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en Besluit geluidhinder.
1.34 groenvoorzieningen
ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren.
1.35 horeca van categorie 1
fastfood (waaronder begrepen automatiek, snackbar, loketverkoop, fastfoodrestaurant en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).
1.36 horeca van categorie 2
nachtzaak (dancing, discotheek, sociëteit, zaalaccommodatie, nachtcafé en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).
1.37 horeca van categorie 3
café (café, bar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).
1.38 horeca van categorie 4
restaurant (restaurant, koffie-, en theehuis, lunchroom, juicebar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).
1.39 horeca van categorie 5
hotel (waaronder begrepen motel, jeugdherberg en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven), inclusief bijbehorende bar, restaurant en het bieden van vergaderaccommodatie.
1.40 inventariserend veldonderzoek (IVO)
een inventariserend veldonderzoek conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), zoals deze geldt ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het dagelijks bestuur in voldoende mate is vastgesteld.
1.41 kantoor
gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden.
1.42 kap
een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven welke uit tenminste twee hellende vlakken bestaat, die elkaar al dan niet snijden.
1.43 kelder
een bijzondere bouwlaag , waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag ten hoogste 0,50 meter boven het gemiddeld aangrenzende peil is gelegen.
1.44 kinderopvangvoorziening
kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening.
1.45 ligplaats voor een woonboot
een met een woonboot in het water aan de walkant ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen.
1.46 maatschappelijke voorzieningen
overheids-, sociale, culturele-, medische, onderwijs-, sport-, religieuze en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, waaronder mede begrepen kinderopvangvoorziening, met inbegrip van bijbehorende ondergeschikte horeca.
1.47 maatvoeringsvlak
Een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden
1.48 nutsvoorzieningen
een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen, windmolens, windturbines en zendmasten.
1.49 omgevingsvergunning
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.50 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1. b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.51 ondergeschikte detailhandel
niet-zelfstandige detailhandel, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie, tot een maximum van 20% van het vloeroppervlakte van de hoofdfunctie tot maximaal 100 m².
1.52 ondergeschikte horeca
niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca 3 en 4 die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, met dien verstande dat in geval van ondergeschikte horeca in detailhandel, maximaal 20% van de verkoop vloeroppervlakte van de winkel tot maximaal 20 m² voor ondergeschikte horeca gebruikt mag worden.
1.53 peil
- a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang, tenzij anders is bepaald;
- b. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw, tenzij anders is bepaald.
1.54 pleziervaartuig
een schip, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
1.55 praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis / bedrijf aan huis
consumentverzorgende of zakelijke dienstverlening, webwinkel of bedrijf uitsluitend zijnde categorie A uit de Staat van bedrijfsactiviteiten functiemenging, waarbij:
- c. in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft;
- d. deze een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie.
1.56 prostitutie
het aanbieden of verrichten van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding.
1.57 prostitutiebedrijf
een bedrijf waar prostitutie wordt bedreven.
1.58 publieksgerichte zakelijke dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek in overwegende mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, zoals banken, makelaarskantoren, reisbureaus, wasserettes en uitzendbureaus.
1.59 seksinrichting
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen of voorstellingen plaatsvinden van erotische of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en –winkel en naar de aard daarmee te vergelijke inrichtingen.
1.60 stille zijde
een bouwkundige constructie, niet zijnde een dak, die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht met een maximale geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai van gezoneerde wegen van 48 dB en een maximale geluidbelasting vanwege spoorweglawaai van gezoneerde spoorwegen van 55 dB in geval van wonen en 53 dB in geval van overige geluidsgevoelige bestemmingen.
1.61 souterrain
een bijzondere bouwlaag waarvan de vloer onder het gemiddeld aangrenzend peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen.
1.62 verkeersareaal
gronden die als verkeersruimte worden gebruikt, bestaande uit rijwegen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden en bermen.
1.63 voorzieningen ten behoeve van het opwekken van duurzame energie
voorzieningen ten behoeve van het opwekken van duurzame energie, zoals windmolens, voor zover deze niet vallen onder het Besluit MER.
1.64 woning
een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor bijzondere woonvormen zoals woongroepen en vergelijkbare onzelfstandige woonvormen, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten en waaronder mede begrepen short stay en zorgwoningen.
1.65 woonboot
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf.
1.66 woonzorgcentrum
een gebouw of gedeelte van een gebouw waar een specifieke doelgroep, zoals ouderen, woont die algemene en medische verzorging geniet en waar naast ruimten voor verzorging tevens bij het zorgcentrum behorende ruimten zoals ondergeschikte detailhandel, eetzaal en overige nevenruimten zijn inbegrepen.
1.67 waterhuishoudkundige voorzieningen
werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houdend met de waterhuishouding, zoals dammen, dijken, sluizen en beschoeiingen.
1.68 waterbouwkundige kunstwerken
kunstwerken, verband houdend met het gebruiksmogelijkheden van het water, zoals steigers, remmingswerken, afmeervoorzieningen, kades en bruggen.
1.69 webwinkel
het verkopen van goederen via internet, waarbij de goederen elders worden bezorgd en er geen sprake is van voor publiek toegankelijke winkelruimte of showroom.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 Bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 Bruto vloeroppervlakte
de bruto vloeroppervlakte van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.4 Begrenzing bestemmingen
de begrenzing van de onderscheiden bestemmingen wordt vastgesteld door middel van meting met een nauwkeurigheidsgraad van 1 meter.
2.5 Bebouwingspercentage
het bebouwingspercentage wordt bepaald door projectie van de bebouwing in het bestemmingsvlak, tenzij anders is bepaald, de kelders en souterrains niet mee te rekenen.
2.6 Inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. nutsvoorzieningen;
- b. (bedrijfs)erven;
- c. verkeersareaal;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water;
- f. waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Centrum
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoor, detailhandel en dienstverlening in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gemengd 1';
- b. kantoor en maatschappelijke voorzieningen, niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen, in de tweede bouwlaag en hoger uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gemengd 1';
- c. woningen (langs het Bos en Lommerplein) in de tweede bouwlaag en hoger uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gemengd 1';
- d. detailhandel, publieksgerichte zakelijke dienstverlening en horeca van categorie 5 in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gemengd 2';
- e. kantoor en woningen in de tweede bouwlaag en hoger uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gemengd 2';
- f. horeca van categorie 5 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
- g. kantoor en detailhandel in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gemengd 3';
- h. woningen (langs het Bos en Lommerplein) in de tweede bouwlaag en hoger uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gemengd 3';
- i. woningen in de derde bouwlaag en hoger uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gemengd 3'.
- j. horeca van categorie 1, horeca van categorie 3 en horeca van categorie 4 in de eerste bouwlaag , kelder en souterrain uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1, 3 en 4';
- k. horeca van categorie 3 en 4 in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3 en 4'
- l. horeca van categorie 4 in de tweede bouwlaag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
- m. markt uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'markt';
- n. parkeergarage ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- o. onderdoorgang ter plaatse van de bouwaanduiding 'onderdoorgang';
alsmede voor:
- p. bergingen en andere nevenruimten;
- q. tuinen en erven;
- r. groenvoorzieningen;
- s. verkeersareaal;
- t. geluidsschermen;
- u. nutsvoorzieningen;
- v. afvalinzamelingssystemen;
- w. water;
- x. waterhuishoudkundige voorzieningen;
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
- a. Ten aanzien van de op grond van lid 4.1 toegestane detailhandel geldt een maximum bruto vloeroppervlak van 550 m² per vestiging;
- b. Ten aanzien van de op grond van lid 4.1 toegestane detailhandel is tevens ondergeschikte horeca toegestaan;
- c. In afwijking van het bepaalde onder a zijn maximaal twee supermarkten toegestaan met een bruto vloeroppervlak van maximaal 1.500 m² per vestiging en één andere detailhandelsvestiging van maximaal 1300 m².
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het dagelijks bestuur kan, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c, van de Wet ruimtelijke ordening, bij een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, afwijken van het in lid 4.1 bepaalde, ten behoeve van het realiseren van maximaal 1 nieuwe horecavestiging van categorie 3 of 4 op voorwaarde dat er geen onevenredige hinder voor omwonenden ontstaat.
Artikel 5 Gemengd - 1
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. consumentverzorgende dienstverlening in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain;
- b. publieksgerichte zakelijke dienstverlening in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain;
- c. horeca van categorie 3 in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain;
- d. horeca van categorie 4 in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain;
- e. maatschappelijke voorzieningen niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen;
- f. kantoor;
alsmede voor:
- g. bergingen en andere nevenruimten;
- h. erven;
- i. groenvoorzieningen;
- j. verkeersareaal;
- k. geluidsschermen;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. afvalinzamelingssystemen;
- n. water;
- o. waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- p. onderdoorgang, ter plaatse van de bouwaanduiding 'onderdoorgang'.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Gemengd - 2
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijf in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain;
- b. kantoor in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain;
- c. maatschappelijke voorzieningen niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain;
- d. consumentverzorgende en publieksgerichte zakelijke dienstverlening;
- e. horeca van categorie 3 in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain;
- f. horeca van categorie 4 in de eerste bouwlaag, kelder en souterrain;
- g. woningen in de tweede en hoger gelegen bouwlagen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2 - woningen';
- h. gebouwde parkeervoorzieningen in maximaal drie parkeerlagen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- i. gebouwde fietsenstallingen en ondergrondse parkeervoorziening uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - gebouwd parkeren', met dien verstande dat de ondergrondse tevens toegankelijk is vanaf het lager gelegen maaiveld ter plaatse van de bestemming 'Verkeer - 2';
- j. bedrijven, kantoren, maatschappelijke voorzieningen niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen, consumentverzorgende en publieksgerichte zakelijke dienstverlening, horeca van categorie 3, horeca van categorie 4 en horeca van categorie 5 en woningen in alle bouwlagen, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- k. onderdoorgang ter plaatse van de bouwaanduiding 'onderdoorgang';
alsmede voor:
- l. terrassen ten behoeve van horeca in het aangrenzende hoofdgebouw;
- m. dakterras op de bovenste bouwlaag ten behoeve van horeca;
- n. bergingen en andere nevenruimten;
- o. tuinen en erven;
- p. groenvoorzieningen;
- q. verkeersareaal;
- r. geluidsschermen;
- s. nutsvoorzieningen;
- t. afvalinzamelingssystemen;
- u. water;
- v. waterhuishoudkundige voorzieningen;
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het dagelijks bestuur kan, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c, van de Wet ruimtelijke ordening, bij een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, afwijken van het in lid 6.1 en lid 6.3 bepaalde, ten behoeve van het realiseren van:
- a. horeca van categorie 5 op voorwaarde dat er geen onevenredige hinder voor omwonenden ontstaat en de totale oppervlakte ten behoeve van horeca van categorie 5 maximaal 40.000 m² bedraagt;
- b. horeca van categorie 2 op voorwaarde dat er geen onevenredige hinder voor omwonenden ontstaat en de totale oppervlakte ten behoeve van horeca van categorie 2 maximaal 1.300 m² bedraagt.
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. fiets- en voetpaden;
- b. groenvoorzieningen;
- c. plastieken en kunstobjecten;
- d. speelvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. verkeersareaal;
- g. afvalinzamelingssystemen;
- h. water;
- i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- j. ondergrondse parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- k. kas ter plaatse van de aanduiding 'kas'.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 8 Horeca
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca van categorie 3;
- b. horeca van categorie 4;
alsmede voor:
- c. bergingen en andere nevenruimten;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. afvalinzamelingssystemen;
- h. water;
- i. waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
Artikel 9 Maatschappelijk
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. een woonzorgcentrum in alle bouwlagen, met de daarbij behorende medische en therapeutische voorzieningen, parkeervoorzieningen op maaiveld en gemeenschappelijke ruimten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - woonzorgcentrum;
- c. een rijksmonument uitsluitend ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument';
alsmede voor:
- d. bergingen en andere nevenruimten;
- e. tuinen en erven;
- f. groenvoorzieningen;
- g. verblijfsgebied;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. afvalinzamelingssystemen;
- j. water;
- k. waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Tuin-1
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen met inbegrip van bijbehorende voetpaden;
- b. speelvoorzieningen en groenvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Specifieke gebruiksregel
De onbebouwde gronden mogen slechts worden ingericht en gebruikt als tuin en ten behoeve van de doeleinden die in de eerste bouwlaag van de direct aangrenzende hoofdbebouwing zijn toegestaan.
Artikel 11 Tuin-2
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. semi-openbare tuinen;
- b. privétuinen;
- c. voetpaden;
- d. speelvoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- h. kunstobjecten;
- i. water;
- j. waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.3 Specifieke gebruiksregel
De onbebouwde gronden mogen slechts worden ingericht en gebruikt als tuin en ten behoeve de doeleinden die in de eerste bouwlaag van de direct aangrenzende hoofdbebouwing zijn toegestaan, zulks met uitzondering van terrassen behorend bij horeca.
Artikel 12 Verkeer - 1
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeersareaal;
- b. trambanen met bijbehorende voorzieningen;
- c. uitwegen van parkeerplaatsen of aangrenzende gebouwde parkeervoorzieningen;
- d. gebouwde- en ongebouwde parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. kunstobjecten;
- i. tunnels;
- j. geluidsschermen;
- k. afvalinzamelingssystemen;
- l. voorzieningen ten behoeve van het opwekken van duurzame energie;
- m. stallingsvoorzieningen voor scootmobiels;
- n. voorzieningen ten behoeve van elektrisch vervoer;
- o. standplaatsen;
- p. kiosken ten behoeve van detailhandel en horeca van categorie 4;
- q. water;
- r. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- s. waterbouwkundige kunstwerken;
12.2 Bouwregels
Artikel 13 Verkeer - 2
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. autosnelweg;
- b. fiets- en voetpaden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. voorzieningen ten behoeve van het opwekken van duurzame energie;
- f. standplaatsen;
- g. geluidsschermen;
- h. tunnels;
- i. water;
- j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. waterbouwkundige kunstwerken.
13.2 Bouwregels
Artikel 14 Water
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. waterbouwkundige kunstwerken;
alsmede voor:
- d. steigers ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
- e. ligplaatsen ten behoeve van pleziervaartuigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - ligplaatsen pleziervaartuigen'.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 15 Wonen - 1
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen inclusief ruimten ten behoeve van praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis / bedrijf aan huis;
- b. bedrijven, kantoren, consumentverzorgende en publieksgerichte zakelijke dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen, in de eerste bouwlaag, de kelder en het souterrain ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemengd - 1';
- c. detailhandel, bedrijven, kantoren, consumentverzorgende en publieksgerichte zakelijke dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijkevoorzieningen,in de eerste bouwlaag, de kelder en het souterrain ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemengd - 2';
- d. bedrijven, kantoren, consumentverzorgende en publieksgerichte zakelijke dienstverlening, horeca van categorie 3 en categorie 4, en maatschappelijke voorzieningen niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen,in de eerste bouwlaag, de kelder en het souterrain ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemengd - 3';
- e. horeca van categorie 3 en horeca van categorie 4 in de eerste bouwlaag, de kelder en het souterrain ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3,4';
- f. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' zijn woningen op de begane grond niet toegestaan;
- g. gebouwde parkeervoorzieningen in de kelder, het souterrain en de eerste bouwlaag met inbegrip van bijbehorende technische ruimten, bergingen, in- en uitritten, toegangsvoorzieningen en uitwegen ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.
- h. onderdoorgang, uitsluitend ter plaatse van de bouwaanduiding 'onderdoorgang';
alsmede voor:
- i. bergingen en andere nevenruimten;
- j. geluidsschermen;
- k. nutsvoorzieningen;
- l. tuinen en erven;
- m. verkeersareaal;
- n. afvalinzamelingssystemen;
- o. groenvoorzieningen;
- p. water;
- q. waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
Het dagelijks bestuur kan, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in lid 15.2.4 een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, te verlenen ten behoeve van het realiseren van een daktoegangsopbouw op een pand dat in overeenstemming met Bijlage 2 van de regels is aangewezen als 'orde-2', op voorwaarde dat:
- a. wordt voldaan aan de maximale afmetingen zoals opgenomen in lid 15.2.4
- b. de dakopbouw niet zichtbaar is vanaf de straat.
Artikel 16 Wonen - 2
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen inclusief ruimten ten behoeve van praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis / bedrijf aan huis;
- b. bedrijven, consumentverzorgende en publieksgerichte zakelijke dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen;
- c. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' in de eerste 2 bouwlagen, kelder en souterrain;
- d. onder- en bovengrondse parkeervoorzieningen ten behoeve van onder a. t/m c. genoemde bestemmingen.
alsmede voor:
- e. bergingen en andere nevenruimten;
- f. geluidsschermen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. tuinen en erven;
- i. verkeersareaal;
- j. afvalinzamelingssystemen;
- k. groenvoorzieningen;
- l. water;
- m. waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.3 Nadere eisen
Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen ten aanzien van voorzieningen die verband houden met de geluidbelasting. Het dagelijks bestuur stelt, indien akoestisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, nadere eisen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden voorzien van één of meer dove gevels, vliesgevels of andere vergelijkbare maatregelen ter voldoening aan de Wet geluidhinder:
- a. indien geen of niet toereikende hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder zijn vastgesteld en
- b. geen omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van gebouwen met zodanige afschermende werking dat de geluidbelasting op de gevels van de woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen lager of gelijk is dan de voorkeursgrenswaarde. In dat kader kan het dagelijks bestuur tevens van een initiatiefnemer verlangen dat voor zijn bouwplan een akoestisch onderzoek wordt overlegd.
16.4 Specifieke gebruiksregel
Voor de in artikel 16.1 genoemde gronden dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeeraccommodatie op basis van de geldende parkeernormen.
16.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het dagelijks bestuur kan, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c, van de Wet ruimtelijke ordening, bij een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, afwijken van het in lid 16.1 bepaalde, ten behoeve van het realiseren van bovengrondse parkeervoorzieningen ten behoeve van ringparkeren onder voorwaarde dat het aantal parkeerplaatsen maximaal 200 parkeerplaatsen bedraagt en de oppervlakte maximaal 6000 m² bedraagt.
16.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur kan, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan wijzigen door:
- a. ter plaatse tevens toe te staan:
- 1. horeca van categorie 3 en horeca van categorie 4 in de eerste bouwlaag, de kelder en het souterrain, op voorwaarde dat:
- er geen onevenredige hinder voor omwonenden ontstaat;
- 2. horeca van categorie 5 in alle bouwlagen, op voorwaarde dat:
- er geen onevenredige hinder voor omwonenden ontstaat;
- bij het oprichten van gebouwen danwel het veranderen in gebruik van de inrichting van het gebouw dient voldoende ruimte aanwezig te zijn om zowel het parkeren als het eventueel laden en lossen op eigen terrein te kunnen afwikkelen;
- op eigen terrein dient voorzien te zijn in voldoende parkeeraccommodatie.
- 1. horeca van categorie 3 en horeca van categorie 4 in de eerste bouwlaag, de kelder en het souterrain, op voorwaarde dat:
Artikel 17 Leiding - Riool
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ' Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor transport van afvalwater door een ondergrondse rioolwaterpersleiding.
17.2 Bouwregels
17.3 Omgevingsvergunning voor het aanleggen
Artikel 18 Waarde - Archeologie
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.
- a. De bestemming 'Waarde - Archeologie' is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met uitzondering van de bestemming 'Waterstaat - Waterkering'.
18.2 Bouwregels
18.3 Omgevingsvergunning voor het aanleggen
Artikel 19 Waterstaat - Waterkering
19.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een waterkering;
- b. De bestemming 'Waterstaat - Waterkering' is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 20 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 21 Algemene Bouwregels
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:
- a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
- b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, (wanden van) ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
- c. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een rijwielpad en 2,2 meter boven een voetpad, voorzover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter;
- d. tot maximaal 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen en luifels, voor zover deze gelegen zijn aan de van de straat afgekeerde gevel (achtergevel);
- e. (wanden van) ventilatiekanalen, schoorstenen, rookgasafvoerkanalen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,5 meter en deze achter de voorgevel worden gerealiseerd.
Artikel 22 Algemene Gebruiksregels
22.1 Algemeen gebruiksverbod
Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
22.2 Verbodsregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in lid 22.1 wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:
- a. een inrichting en bedrijf die wordt begrepen in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
- b. een automatenhal;
- c. een seksinrichting;
- d. prostitutie;
- e. een prostitutiebedrijf;
- f. massagesalons;
- g. een belwinkel;
- h. een geldwisselkantoor;
- i. bedrijfsmatige opslag van materialen, voertuigen, machines, etc.
tenzij deze op grond van de regels zijn toegestaan.
22.3 Toegelaten bedrijven
Voor zover bedrijven zijn toegestaan, mogen de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de volgende categorieën bedrijven:
- a. Uitsluitend bedrijven toegestaan die vallen onder categorie A van de bij deze regels gevoegde Staatvan Bedrijfsactiviteiten.
- b. Het dagelijks bestuur kan, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c, van de Wet ruimtelijke ordening, bij een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, afwijken van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
- 1. niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 2. in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van Bedrijfsactiviteiten valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.
22.4 Doelmatigheidsbepaling
Het dagelijks bestuur verleent, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c, van de Wet ruimtelijke ordening, een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in afwijking van het bepaalde in lid 22.1 wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 23 Algemene Aanduidingsregels
23.1 Geluidszones
Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels
Indien niet met toepassing van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, kan het dagelijks bestuur, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, verlenen in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan, ten behoeve van:
- a. het toestaan van de volgende bebouwing in het plangebied:
- 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m², alsmede;
- 2. bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen;
- b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 2 meter wordt vergroot;
- d. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan in bedoeld in c, met ten hoogste 5 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmingsinstallaties, zonneboilers, rookgasafvoerkanalen, glasbewassingsinstallaties, ventilatie-inrichtingen, terrasafscherming, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen en ten hoogste 12 meter ten behoeve van windmolens en windturbines;
- e. de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen;
- f. scootsafes met een inhoud van maximaal 3 m³, op voorwaarde dat:
- 1. plaatsing van de scootsafe inpandig niet mogelijk is;
- 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen.
Artikel 25 Overige Regels
25.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen
Waar in de planregels worden verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op die regelingen, zoals zij luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
26.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
26.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 27 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bos en Lommerplein 2013. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel West.
De voorzitter,
De griffier,
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Ordekaart Aup
Bijlage 1 Cultuurhistorische Verkenning En Advies - Bestemmingsplan Bos En Lommerplein, Bureau Monumenten En Archeologie, D.d. 9 Juli 202
Bijlage 2 Archeologisch Bureauonderzoek, Bureau Monumenten En Archeologie, Bo 1-037, Juni 012
Bijlage 2 Archeologisch bureauonderzoek, Bureau Monumenten en Archeologie, BO 1-037, Juni 012
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek "Bos En Lommerplein E.o."/ "In Den Gulden Winckel", Cauberg-huygen, Referentie 2012182-06 D.d. 5 December 2012
Bijlage 4 Archiefonderzoek Dienst Milieu En Bouwtoezicht (Dmb), Behandelnummer Am033/1582/o05
Bijlage 4 Archiefonderzoek Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB), Behandelnummer AM033/1582/O05
Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid A10-west Bos En Lommerplein En In Den Gulden Winckel, Aviv, Project: 122339, D.d. 18 September 2012
Bijlage 6 Besluit Vaststelling Hogere Grenswaarden, Stadsdeel West
Bijlage 6 Besluit vaststelling hogere grenswaarden, Stadsdeel West
Bijlage 7 Zienswijze Am, Stadgenoot Projecten Bv En Blp1 Properties Bv
Bijlage 7 Zienswijze AM, Stadgenoot Projecten BV en BLP1 Properties BV
Bijlage 8 Verbeelding 'Nl.imro.0363.e205bpstd-vg01', Bestemmingsplan 'Bos En Lommerplein 2013'
Bijlage 8 Verbeelding 'NL.IMRO.0363.E205BPSTD-VG01', bestemmingsplan 'Bos en Lommerplein 2013'