Bestemmingsplan Dorp Sloten en Ringvaartdijk Oost
Bestemmingsplan - Gemeente Amsterdam
Vastgesteld op 19-12-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan
Het bestemmingsplan 'Dorp Sloten en Ringvaartdijk Oost' van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.F1002BPSTD-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 Andere bouwwerken
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.6 Archeologische waarde
Een aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.7 Atelier
Werkruimte bestemd voor een kunstenaar en/of ambachtsman/vrouw.
1.8 Automatenhal
Iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de kansspelen zijn opgesteld ten beheoven van het publiek.
1.9 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.10 Bebouwingspercentage
Het op de verbeelding of in de planregels aangegeven percentage tot waar het bouwperceel maximaal mag worden bebouwd, of wanneer dat in deze planregels uitdrukkelijk is bepaald, het percentage tot waar het bouwvlak maximaal mag worden bebouwd.
1.11 Bedrijf
Inrichting voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in de bij deze planregels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging of daarmee naar de aard vergelijkbare activiteiten.
1.12 Bedrijfsoppervlakte
De oppervlakte van de gronden die door het desbetreffende bedrijf in gebruik zijn en die ook voor deze bedrijvigheid zijn bestemd.
1.13 Bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van een persoon, die daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein ten behoeve van beheer of toezicht noodzakelijk is.
1.14 Bestaande situatie
de aanwezige situatie waarvoor in het verleden een vergunning is verleend.
1.15 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.16 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.17 Bijgebouw
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.18 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.19 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.20 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de planregels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.21 Bouwperceelsgrens
De grens van een bouwperceel.
1.22 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar volgens de planregels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.23 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.24 Brutovloeroppervlakte (bvo)
De totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen, etc.
1.25 Consumentverzorgende dienstverlening aan huis
Persoonlijke verzorging van consumenten, waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven, waarbij in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft.
1.26 Cultuurhistorische waarde
De waarde die kan worden toegekend aan een object, gebouw, terrein of structuur op basis van zijn sociaalhistorische, geschiedkundige, architectuurhistorische, (steden)bouwhistorische, archeologische of historisch geografische karakteristiek.
1.27 Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West.
1.28 Dagrecreatie
Recreatie buiten de woning, zonder dat daar een overnachting elders mee gepaard gaat.
1.29 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.30 Dienstverlening
Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek.
1.31 Extensief dagrecreatief medegebruik
Een recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, en met uitsluiting van recreatief nachtverblijf.
1.32 Galerie
Een ruimte uitsluitend bestemd voor de tentoonstelling en verkoop van kunstwerken.
1.33 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.34 Geluidbelasting vanwege het wegverkeer
De etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
1.35 Geluidsgevoelige functies (of gebouwen)
Bewoning of andere geluidsgevoelige functies (of de gebouwen die daartoe dienen) zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.36 Groenvoorziening
Ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren.
1.37 Horeca
Een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, zoals genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten bijlage 3, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
1.38 Huishouden
Een samenleving van personen die een leefeenheid vormen waarbij sprake is van een continue samenstelling, (nagenoeg) zelfstandige bewoning en onderlinge verbondenheid.
1.39 Landschappelijke waarde
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.
1.40 Ligplaats
Een met een schip in het water aan de walkant ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen.
1.41 Maaiveld
De hoogte van het afgewerkte bouwperceel voorafgaand aan het verlenen van de bouwvergunning.
1.42 Maatschappelijke dienstverlening
Het verlenen van diensten op het gebied van overheids-, educatieve, welzijns- (para-)medische, sociaal-medische, levensbeschouwelijke, sociaal-culturele, recreatieve- en sportvoorzieningen.
1.43 Monument
Aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988.
1.44 Natuurlijke waarde
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomend in dat gebied.
1.45 Nutsvoorziening
Een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.
1.46 Peil
Indien op land wordt gebouwd:
- a. het peil voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: is de door burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de openbare weg waarop het desbetreffende gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde, is georiënteerd;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
indien op of over het water wordt gebouwd:
- c. het door of namens het dagelijks bestuur vastgestelde peil.
1.47 Parkeervoorzieningen
gebouwde en/of ongebouwde voorzieningen ten behoeve van parkeren.
1.48 Praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis
Dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft.
1.49 Prostitutie
Het aanbieden of verrichten van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding.
1.50 Prostitutiebedrijf
Een bedrijf waar prostitutie wordt bedreven.
1.51 Recreatief medegebruik
Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
1.52 Recreatieve voorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van:
- a. dagrecreatie (waaronder begrepen attractieparken, speeltuinen en speelterreinen, volkstuinen en kinderboerderijen);
- b. verblijfsrecreatie, (waaronder begrepen kampeerterreinen en bungalowparken);
- c. jacht- en passantenhavens.
1.53 Risicovolle inrichting:
Een inrichting, bij welke volgens het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
1.54 Seksinrichting
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel en naar de aard daarmee te vergelijken inrichtingen.
1.55 Shortstay
Het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één week en maximaal zes maanden.
1.56 Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging
De als bijlage opgenomen lijst, behorende bij deze planregels, waarin vormen van bedrijfsactiviteiten zijn aangegeven, ingedeeld in categorieën van toenemende hinder.
1.57 Smartshop
Een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.
1.58 Standplaats
Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen.
1.59 Volumineuze detailhandel
Detailhandel die wegens aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals detailhandel in auto's, boten en caravans, grove bouwmaterialen, tuininrichtingsartikelen, keukens en sanitair en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen.
1.60 Watergang
Een werk dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren, en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede begrepen.
1.61 Waterkering
Natuurlijke of kunstmatige begrenzing of afscheiding die het water in zijn loop tegenhoudt en het achterliggende gebied beschermt tegen overstroming.
1.62 Waterpeil
Het N.A.P. of het plaatselijk aan te houden waterpeil. (Zie ook peil).
1.63 Waterstaatkundige werken
Werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houden met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen en remmingswerken, uitgezonderd steigers.
1.64 Weg
Alle voor het openbaar auto-, fiets-, voetgangers- of ander verkeer openstaande wegen of paden, geen spoorwegen zijnde, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen, taluds en zijkanten, waterstaatkundige en civieltechnische (kunst)werken, nutsvoorzieningen, alsmede de aan de wegen liggende parkeerplaatsen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
1.65 Wooneenheid
Een gebouw of deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
1.66 Woning
Een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.67 Woonwagen
Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.5 de brutovloeroppervlakte van een gebouw:
de bebouwde oppervlakte van de afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld.
2.6 de bouwdiepte:
vanaf het peil tot aan het laagste punt van het bouwwerk, met uitzondering van fundering of ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk.
2.7 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens of andere woning:
daar waar de afstand tussen de woning en de zijdelingse perceelsgrens of de andere woning het kleinste is.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarisch natuurbeheer;
- b. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het open weidelandschap dat bestaat uit open weidelandschap, grasland, strokenverkaveling, kavelsloten en de daarbij behorende flora en fauna.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 1.50 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. de gronden voor boomteelt;
- b. de gronden voor bebossing;
- c. de aanleg van paardenbakken, al dan niet met omheiningen en verlichting.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijf in de categorieën A en B van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
alsmede voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenstal', een paardenstal;
met dien verstande dat:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', uitsluitend een bedrijfswoning is toegestaan;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal', uitsluitend een gemaal;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier', uitsluitend een hoveniersbedrijf is toegestaan;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend een nutsvoorziening is toegestaan;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kaasmakerij', uitsluitend een kaasmakerij en kaaswinkel is toegestaan;
met de daarbij behorende
- h. bedrijfsgebouwen, tuinen en erven, groen, water, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
4.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Artikel 5 Bedrijventerrein
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven in de categorieën 2 t/m 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein;
- b. kantoren;
alsmede voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', een dartvereniging met verkoop dartartikelen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
met de daarbij behorende:
- e. bedrijfsgebouwen, tuinen en erven, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen;
- f. wegen, paden, verblijfsgebieden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en andere op een bedrijventerrein voorkomende functies;
met dien verstande dat:
- g. geen risicovolle inrichtingen zijn toegestaan;
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:
- a. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
- b. horeca.
Artikel 6 Cultuur En Ontspanning
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. atelier en galerie;
- b. museum;
- c. horeca van categorie 1 en 2, ondergeschikt aan en ten dienste van de functies onder a en b;
alsmede voor:
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek': de instandhouding van een karakteristieke stellingmolen;
met de daarbij behorende:
- e. gebouwen, tuinen en erven, groen, water, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- b. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
- 1. bebouwingspercentage: 100 % van het bouwvlak;
- 2. de bestaande bouwhoogte van de karakteristieke stellingmolen dient te worden gehandhaafd;
- 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen deze aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
- c. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding voor de voorgevel: 1 meter;
- 2. bouwhoogte erfafscheiding achter de voorgevel: 2 meter;
- 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 3 meter;
- 4. bebouwingsoppervlakte overkappingen: 20 m².
6.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van horeca in categorie 3 en horeca die niet ondergeschikt is en niet ten dienste van de bestemming staat.
Artikel 7 Detailhandel
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
met de daarbij behorende:
- b. gebouwen, tuinen en erven, groen, water, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- b. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
- 1. bebouwingspercentage: 100 % van het bouwvlak;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag deze aangeduide bouwhoogte niet worden overschreden;
- c. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding voor de voorgevel: 1 meter;
- 2. bouwhoogte erfafscheiding achter de voorgevel: 2 meter;
- 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 3 meter;
- 4. bebouwingsoppervlakte overkappingen: 20 m².
7.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van volumineuze detailhandel.
Artikel 8 Gemengd
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ateliers;
- b. bedrijven in de categorieën A en B van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
- c. detailhandel;
- d. dienstverlening;
- e. wonen;
alsmede voor:
- f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca t/m categorie 2': horeca tot en met categorie 2 van de bij deze regels behorende Staat van horeca-activiteiten;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', maatschappelijke dienstverlening;
met de daarbij behorende:
- h. gebouwen, tuinen en erven, groen, water, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
- 1. bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: maximaal 100 % van het bouwvlak;
- 2. bebouwingspercentage buiten het bouwvlak: maximaal 65% van het desbetreffende bouwperceel waarbij de bebouwing binnen het bouwvlak moet worden meegeteld;
- 3. goothoogte binnen het bouwvlak: 4 meter, tenzij op de plankaart een andere goothoogte is aangeduid;
- 4. bouwhoogte binnen bouwvlak: 10 meter, tenzij op de plankaart een andere bouwhoogte is aangeduid;
- 5. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
- 6. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de aangeduide hoogte niet worden overschreden
- 7. goot- en bouwhoogte buiten het bouwvlak: maximaal 3 respectievelijk 5 meter;
- 8. per detailhandelsvestiging mag de breedte van de voorgevel niet meer dan 11 meter bedragen;
- b. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding voor de voorgevel: 1 meter;
- 2. bouwhoogte erfafscheiding achter de voorgevel: 2 meter;
- 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 3 meter;
- 4. bebouwingsoppervlakte overkappingen: 20 m².
8.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing, ten einde een goede ontsluiting van de percelen en de bereikbaarheid voor de hulpdiensten te garanderen.
8.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Artikel 9 Groen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. plantsoenen, parken en groenvoorzieningen;
- b. extensief dagrecreatief gebruik met bijbehorende kleinschalige voorzieningen;
- c. openbare ruimte;
- d. waterlopen en waterpartijen;
- e. faunapassages;
met de daarbij behorende:
- f. voet- en fietspaden, in- en uitritten naar percelen, bruggenhoofden, straatmeubilair, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen;
alsmede voor:
- g. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische waarde',natuurontwikkeling in de vorm van een ecologische verbindingszone met de daarbij behorende voorzieningen.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op en onder de in lid 9.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. maximale bouwhoogte: 2 meter;
- b. maximale bebouwingsoppervlakte: 8 m².
9.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:
- a. detailhandel;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. verblijfsrecreatie;
- d. tuin.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Horeca
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Horeca aangegeven gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van horeca-activiteiten;
alsmede voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', horeca in categorie 3 van de bij deze regels behorende Staat van horeca-activiteiten;
met de daarbij behorende:
- c. gebouwen, tuinen en erven, groen, water, parkeervoorzieningen, terrassen, nutsvoorzieningen en overige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- b. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
- 1. bebouwingspercentage: 100 % van het bouwvlak;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
- 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de aangeduide hoogte niet worden overschreden;
- 4. buiten het bouwvlak zijn geen gebouwen toegestaan;
- c. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding voor de voorgevel: 1 meter;
- 2. bouwhoogte erfafscheiding achter de voorgevel: 2 meter;
- 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 3 meter;
- 4. bebouwingsoppervlakte overkappingen: 20 m².
10.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van horeca in categorie 3 en 4, indien het daarvoor niet specifiek is aangeduid.
Artikel 11 Kantoor
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren, al dan niet met baliefunctie;
met de daarbij behorende:
- b. gebouwen, tuinen en erven, groen, water, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- b. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
- 1. bebouwingspercentage: 100 % van het bouwvlak;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
- 3. buiten het bouwvlak zijn geen gebouwen toegestaan;
- c. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding voor de voorgevel: 1 meter;
- 2. bouwhoogte erfafscheiding achter de voorgevel: 2 meter;
- 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 3 meter;
- 4. bebouwingsoppervlakte overkappingen: 20 m².
Artikel 12 Maatschappelijk
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke dienstverlening;
met dien verstande dat:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' uitsluitend een begraafplaats is toegestaan;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin', uitsluitend een speeltuin is toegestaan;
met de daarbij behorende:
- d. gebouwen, tuinen en erven, groen, water, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, speel- en sportvoorzieningen en overige voorzieningen.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- b. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
- 1. bebouwingspercentage: 100 % van het bouwvlak;
- 2. goothoogte: de bestaande goothoogte, tenzij op de plankaart een andere hoogte is aangeduid;
- 3. bouwhoogte: de bestaande bouwhoogte, tenzij op de plankaart een andere hoogte is aangeduid;
- 4. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de aangeduide bouwhoogte niet worden overschreden;
- 5. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
- 6. buiten het bouwvlak zijn geen gebouwen toegestaan;
- c. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding voor de voorgevel: 1 meter;
- 2. bouwhoogte erfafscheiding achter de voorgevel: 2 meter;
- 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 3 meter;
- 4. bebouwingsoppervlakte overkappingen: 20 m²;
- d. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' gebouwen toegestaan buiten het bouwvlak bouwvlak, met een bouwhoogte van maximaal 2,50 meter tot een maximale oppervlakte van 20% van het bestemmingsvlak;
- e. in afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin' een speeltuingebouw toegestaan buiten het bouwvlak met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 250 m².
12.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Ten dienste van de aanwezige maatschappelijke dienstverlening zijn ondergeschikte kantine en sportvoorzieningen toegestaan.
Artikel 13 Recreatie
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen;
- b. tuinhuizen;
- c. verenigingsgebouwen;
met de daarbij behorende:
- d. sanitaire voorzieningen, tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. per volkstuin is maximaal 1 tuinhuis toegestaan;
- b. voor een tuinhuisje gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte: 3,55 meter;
- 2. oppervlakte: 40 m²;
- c. per tuinhuisje is maximaal 1 berging van ten hoogste 6 m² toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 meter;
- d. op het terrein is maximaal 150 m² toegestaan voor een verenigingsgebouw, met een goothoogte van maximaal 3 meter en een bouwhoogte van 5 meter
- e. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding voor de voorgevel: 1 meter;
- 2. bouwhoogte erfafscheiding achter de voorgevel: 2 meter;
- 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 3 meter;
- 4. bebouwingsoppervlakte overkappingen: 20 m².
13.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. tuinhuisjes voor permanente bewoning;
- b. tuinhuisjes voor bedrijfsactiviteiten.
Artikel 14 Sport
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvelden;
met de daarbij behorende
- b. sportfaciliteiten, zoals kantine, verenigings- en kleedruimten, tribunes, omheiningen, doelen, ballenvangers, dugouts en lichtmasten;
alsmede voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduidig - antennemast', een antennemast voor mobiele telecommunicatie met een bouwhoogte van maximaal 40 meter.
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
- 1. de gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden geplaatst, met dien verstande dat buiten het bouwvlak één opslagloods is toegestaan met een oppervlakte van 100 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 meter;
- 2. bebouwingspercentage: 100 % van het bouwvlak;
- 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag deze aangeduide bouwhoogte niet worden overschreden;
- 4. buiten het bouwvlak zijn geen gebouwen toegestaan;
- b. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding en omheiningen: 2 meter;
- 2. bouwhoogte ballenvangers: 5 meter;
- 3. bouwhoogte lichtmasten: 18 meter;
- 4. bouwhoogte vlaggenmasten: 8 meter;
- 5. overige bouwwerken: 4 meter;
- 6. totale bebouwingsoppervlakte overkappingen: 20 m².
14.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
De in 14.1 genoemde gronden en bebouwing mogen mede worden gebruikt voor naschoolse opvang.
Artikel 15 Tuin
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen of ligplaatsen voor woonschepen;
alsmede voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak', een paardenbak.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 16 Verkeer
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeervoorzieningen, gebouwd en ongebouwd;
- d. in- en uitritten ten behoeve van gebouwde parkeervoorzieningen;
- e. bermen en beplanting (waaronder begrepen water en waterberging);
met dien verstande dat:
- f. ter plaatse van de aanduiding 'plein', uitsluitend openbare ruimte in de vorm van een dorpsplein is toegestaan;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische waarden', natuurontwikkeling in de vorm van een ecologische verbindingszone onder het viaduct.
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
- h. bruggenhoofden;
- i. groenvoorzieningen en faunapassages;
- j. straatmeubilair;
- k. ondergrondse afvalcontainers en andere ondergrondse infrastructuur;
- l. nutsvoorzieningen;
16.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 16.1 genoemde gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
16.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van een motorbrandstoffenverkooppunt.
Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten, en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. in- en uitritten ten behoeve van gebouwde parkeervoorzieningen;
- e. bermen en beplanting (waaronder begrepen water en waterberging);
alsmede voor:
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garageboxen' , garageboxen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - ambulante detailhandel', ambulante detailhandel;
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
- h. bruggenhoofden;
- i. groenvoorzieningen en faunapassages;
- j. straatmeubilair;
- k. ondergrondse afvalcontainers en andere ondergrondse infrastructuur;
- l. nutsvoorzieningen.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op en in de in lid 17.1 genoemde gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een maximale bouwhoogte van 3 meter;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a. zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garageboxen' garageboxen toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2 voor speeltoestellen en beeldende kunstwerken tot een hoogte van maximaal 5 meter, mits:
- a. de verkeersveiligheid daardoor niet wordt belemmerd;
- b. het gebruik van de aangrenzende bestemmingen daardoor niet onevenredig wordt gehinderd.
17.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van een motorbrandstoffenverkooppunt.
Artikel 18 Water
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangegeven gronden zijn bestemd voor:
- a. waterwegen;
- b. watergangen en waterlopen, waterpartijen, zoals sloten en beken;
- c. waterkering;
- d. waterberging;
- e. afwateringskanalen;
- f. waterhuishouding;
- g. waterstaatkundige werken;
- h. vijvers;
met de daarbij behorende:
- i. groenvoorzieningen;
- j. bruggen en andere oeververbindingen;
- k. sluizen en andere vergelijkbare voorzieningen;
- l. nutsvoorzieningen.
alsmede voor:
- m. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats', ligplaatsen voor woonschepen.
18.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 18.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats gelden de volgende maxima:
- 1. 8 woonschepenligplaatsen;
- 2. goothoogte: 4,20 meter;
- 3. bouwhoogte: 5 meter;
- 4. breedte: 6.05 meter;
- b. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte andere bouwwerken: 2 meter;
- 2. afstand tot de kade of oever: aanlegsteigers 1,50 meter;
- 3. bebouwingsoppervlakte aanlegsteigers: 8 m².
18.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het zonder ligplaats aan- of afmeren of afgemeerd houden van schepen;
- b. een plaats innemen met woonboten, woonschepen en/of woonarken buiten de aanduiding 'woonschepenligplaatsen'.
Artikel 19 Wonen
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangegeven gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
met de daarbij behorende:
- b. tuinen en erven;
- c. bergingen en andere nevenruimten;
- d. parkeervoorzieningen, gebouwd en ongebouwd;
- e. nutsvoorzieningen.
19.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
- 1. binnen het bouwvlak zijn niet meer woningen toegestaan dan het bestaande aantal ten tijde van de inwerking treding van dit bestemmingsplan;
- 2. hoofdgebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
- 3. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw', is binnen het desbetreffende bouwvlak uitsluitend een bijgebouw toegestaan (en geen hoofdgebouw), behorend bij het op hetzelfde perceel aanwezige hoofdgebouw;
- 4. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
- 5. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
- 6. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de aangeduide bouwhoogte niet worden overschreden;
- b. buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
- 1. gezamenlijke oppervlakte, aan- en uitbouwen en overkappingen per woning: maximaal 50 m²;
- 2. bebouwingspercentage: maximaal 60% van het bij de woning behorende bouwperceel;
- 3. bouwhoogte bijgebouwen, aan- en uitbouwen: maximaal 3 meter;
- 4. situering aan- en uitbouwen: achter de voorgevel van de woning en tenminste 2 meter uit de grens van de bestemming Water;
- c. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding voor de voorgevel: 1 meter;
- 2. bouwhoogte erfafscheiding achter de voorgevel: 2 meter;
- 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 3 meter;
- 4. bebouwingsoppervlakte overkappingen: 20 m².
19.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Artikel 20 Wonen - Woonwagenstandplaatsen
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaatsen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de inrichting van standplaatsen ten behoeve van woonwagens met de daarbij behorende sanitaire ruimten/bijgebouwen/aan- en uitbouwen, overkappingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, verhardingen en erven.
20.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Standplaatsen:
- 1. Woonwagenstandplaatsen: maximaal 10 woonwagenstandplaatsen;
- 2. per woonwagenstandplaats is niet meer dan 1 woonwagen toegestaan of een woning op een bouwperceel in plaats van een woonwagen;
- b. Situering:
- 1. woonwagens/woningen en bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
- 2. buiten het bouwvlak is geen bebouwing toegestaan;
- 3. de onderlinge afstand tussen de woonwagens/woningen: tenminste 5 meter;
- 4. afstand watergang; tenminste 2 meter;
- c. Maatvoering:
- 1. bouwhoogte: 7.50 meter;
- 2. goothoogte: 4 meter;
- 3. bijgebouwen en overkappingen per woonwagen: 20 m²;
- d. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden bestaande afwijkingen als regel, indien daarvoor in het verleden een vergunning is verleend;
- e. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- 1. bouwhoogte erfafscheiding: 2 meter;
- 2. bouwhoogte overige bouwwerken: 2.50 meter.
20.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Artikel 21 Leiding - Gas
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gasleiding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming Leiding - Gas voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
21.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
21.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 21.2.1, voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de gasleiding en de leidingbeheerder daarover heeft geadviseerd.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Cultuurhistorie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden van het Dorp Sloten, die bestaan uit:
- dorpse bebouwing langs de historisch structuren van Sloterweg en Osdorperweg;
- steegjes met doorzichten naar het achterland aan de zuidzijde van de Sloterweg;
- Hollandse lindes rond de Rooms Katholieke Kerk;
- 2 beuken voor Sloterweg 1252;
waarbij de bestemming Waarde - Cultuurhistorie voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
22.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. handhaven van de bestaande goot- en bouwhoogte;
- b. handhaven van de bestaande kapvorm;
- c. handhaven van de bestaande nokrichting;
- d. handhaven van de bestaande gevelindeling.
22.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de omvang en de situering van de bebouwing ter bescherming van de cultuurhistorische waarden.
22.4 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 ten behoeve van een afwijking van de bestaande maatvoering en te bouwen volgens de medebestemming, in het geval binnen de bestaande maatvoering niet kan worden voldaan aan de normen voor nieuwbouw volgens het Bouwbesluit.
- b. Alvorens het bevoegd gezag beslist over een afwijking winnen zij eerst schriftelijk advies in bij een cultuurhistorisch deskundige over de vraag of de in lid 1 genoemde waarden als gevolg van de beoogde afwijking niet onevenredig worden aangetast en of er nadere eisen moeten worden gesteld ter bescherming van de cultuurhistorische waarden.
22.5 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
De gronden en opstallen mogen niet worden gebruikt op een wijze die afbreuk doet aan de cultuurhistorische waarden van Dorp Sloten.
22.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Waarde - Archeologie
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor archeologisch waardevol gebied.
23.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 19.1 genoemde gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
- a. ver-/nieuwbouw van gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw, gelegen op minder dan 1 meter boven peil, met ten hoogste 100 m² wordt vergroot;
- b. de bouw van een bijgebouw of de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw met ten hoogste 100 m²;
één en ander behoudens afwijking.
23.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, mits op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
- b. In de omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden opgenomen tot:
- 1. het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks het uitvoeren van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht;
- 2. het doen van opgravingen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
- 3. het begeleiden van de activiteiten waarvoor ontheffing is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige.
- c. De afwijking met omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
- d. Alvorens het bevoegd gezag beslist over een afwijking met omgevingsvergunning, winnen zij bij een archeologisch deskundige schriftelijk advies in omtrent de vraag of de in lid 1 genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast als gevolg van de beoogde afwijking en of er voorschriften ter bescherming van de archeologische belangen in de omgevingsvergunning moeten worden opgenomen.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur is bevoegd om de bestemming, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin dat de dubbelbestemming Waarde-Archeologie WR-A van de verbeelding wordt verwijderd, mits uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 24 Waterstaat - Waterkering
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering en de waterstaat, waarbij de bestemming Waterstaat - Waterkering voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
24.2 Bouwregels
Op en onder de in 24.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
24.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, mits daartegen uit hoofde van de waterstaatsbelangen geen overwegende bezwaren bestaan en de waterbeheerder daar vooraf over is gehoord.
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 25 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 26 Algemene Bouwregels
26.1 Bestaande en afwijkende maatvoering
- a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen.
- b. Het bepaalde in artikel 26.1, onder a. geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
- c. In geval van herbouw is het bepaalde onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.
26.2 Toegelaten overschrijdingen
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bouw- en bestemmingsgrenzen te overschrijden ten behoeve van:
- a. stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
- b. gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1/10 van de breedte van de aangrenzende straat met een maximum van 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg dan wel 2,4 meter boven een rijwielpad of voetpad, dat geen deel uitmaakt van de bedoelde strook van 1,5 meter;
- c. hijsinrichtingen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 meter en deze werken niet lager gelegen zijn dan 4,2 meter boven het aangrenzende peil;
- d. trappenhuizen, dakterrassen, hekwerken en dergelijke mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 2 meter en conform de toepasselijke eisen van het Bouwbesluit.
26.3 Parkeren
Bij nieuwbouw dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, met dien verstande dat deze regel niet geldt voor vervangende nieuwbouw waarbij de bestaande bebouwing op dezelfde locatie wordt vervangen door nieuwe bebouwing.
Artikel 27 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met dit bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend:
- a. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
- b. het plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens anders dan mogelijk volgens de planregels van de verbeelding;
- c. het storten en/of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
- d. het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting;
- e. (raam)prostitutie;
- f. andere doeleinden dan waarvoor burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor afwijken hebben verleend;
- g. de vestiging van een andere functie, zonder daarbij te voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
Artikel 28 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan, ten behoeve van:
- a. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en elektriciteitsvoorzieningen met een maximale bouwhoogte van 3 meter, en een maximale bruto vloeroppervlakte van 30 m²;
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, straatmeubilair, vrijstaande muren, keermuren, trapconstructies, bebouwing ten behoeve van al dan niet ondergrondse afvalopslag, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
- c. geringe afwijkingen worden toegestaan welke in het belang zijn van een ruimtelijke en/of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken, wegen en anderszins, of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking in situering niet meer bedraagt dan 2 meter;
- d. de in de voorschriften toegestane maximale bouwhoogte met ten hoogste 10% mag worden overschreden, met dien verstande dat een overschrijding is toegestaan ten behoeve van:
- 1. lift- en trappenhuizen met ten hoogste 2 meter;
- 2. centrale verwarmingsinstallaties, dakopbouwen en met ten hoogste 2,50 meter
- 3. schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, antennes en zendmasten ten behoeve van mobiele telefoniemet ten hoogste 5 meter;
- e. de op de kaart aangegeven bestemmings- of bouwgrenzen met ten hoogste 2 meter mag worden overschreden ten behoeve van uitkragingen, bordessen, buitentrappen, galerijen, luifels, erkers, balkons, lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen;
- f. het voorzien in minder parkeervoorzieningen op eigen terrein, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Artikel 29 Algemene Wijzigingsregels
29.1 wro-zone - wijzigingsgebied 1
Het dagelijks bestuur is bevoegd om gronden de ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' (locatie Lies Bakhuyzenlaan) te wijzigen in de bestemming Wonen als bedoeld in artikel 19 en Tuin als bedoeld in artikel 15 en Verkeer - Verblijfsgebied als bedoeld in artikel 17, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
- a. het verhaal van kosten voor de gemeente is verzekerd;
- b. vooraf de volgende onderzoeken plaatsvinden: bodem, geluid, flora- en fauna en archeologie;
- c. maximaal 9 grondgebonden woningen worden gerealiseerd;
- d. de bouwhoogte niet meer dan 8 meter bedraagt;
- e. de goothoogte van de bijgebouwen bij de woningen niet meer bedraagt dan 3 meter en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter.
29.2 wro-zone - wijzigingsgebied 2
Het dagelijks bestuur is bevoegd om gronden de ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' (locatie Langsom/Sloterweg) geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de bestemmingen Horeca als bedoeld in artikel Artikel 10 en Groen als bedoeld in artikel Artikel 9, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
- a. het verhaal van kosten voor de gemeente is verzekerd;
- b. vooraf de volgende onderzoeken plaatsvinden: bodem en flora- en fauna;
- c. het bepaalde in de artikelen Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie en Artikel 23 Waarde - Archeologie in acht wordt genomen;
- d. ter plaatse uitsluitend een pannenkoekenrestaurant is toegestaan;
- e. de oppervlakte van het pannenkoekenrestaurant mag niet meer dan 195 m² bedragen;
- f. de goothoogte van het pannenkoekenrestaurant mag niet meer dan 3 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 7,5 meter;
- g. een terras bij het pannenkoekenrestaurant mag niet meer dan 100 m² bedragen;
- h. op eigen terrein worden tenminste 12 parkeerplaatsen gerealiseerd;
- i. het perceel wordt groen ingericht, waarbij de parkeerplaatsen, het pannenkoekenrestaurant en het terras groen worden omzoomd met een haag of heester.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 30 Overgangsrecht
30.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig afwijken van het bepaalde onder a, en een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
30.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 31 Slotregel
Dit plan wordt aangehaald als:
Bestemmingsplan Dorp Sloten en Ringvaartdijk Oost van het stadsdeel Nieuw-West.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein
Bijlage 3 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Natuurtoets Ringvaartdijk Oost
Bijlage 1 Natuurtoets Ringvaartdijk Oost
Bijlage 2 Startnotitie Ringvaartdijk Oost
Bijlage 2 Startnotitie Ringvaartdijk Oost
Bijlage 3 Variantennota Ringvaartdijk Oost
Bijlage 3 Variantennota Ringvaartdijk Oost
Bijlage 4 Rapport Externe Veiligheid
Bijlage 4 Rapport Externe veiligheid
Bijlage 5 Nota Van Antwoord Inspraak En Art. 3.1.1 Bro Overleg
Bijlage 5 Nota van antwoord inspraak en art. 3.1.1 Bro overleg
Bijlage 6 Nota Van Beantwoording Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen
Bijlage 6 Nota van beantwoording zienswijzen en ambtshalve wijzigingen
Bijlage 7 Beantwoording Nagekomen Zienswijze Nr. 51 Van De Heer Van Gerwen
Bijlage 7 Beantwoording nagekomen zienswijze nr. 51 van de heer Van Gerwen
Bijlage 8 Aanmeldingsnotitie Dijkverbetering Ringvaartdijk Oost, M.e.r. Beoordeling
Bijlage 8 Aanmeldingsnotitie dijkverbetering Ringvaartdijk Oost, m.e.r. beoordeling
Bijlage 9 Verslag Van Inspraak, Dijkverbeteringsplan Ringvaartdijk Oost
Bijlage 9 Verslag van inspraak, dijkverbeteringsplan Ringvaartdijk Oost