Brettenzone
Bestemmingsplan - Gemeente Amsterdam
Vastgesteld op 25-09-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Brettenzone van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Nieuw-West.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.F1010BPSTD-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aan- en uitbouw:
een gebouw dat aan het hoofdgebouw is aangebouwd, en daarmee in directe verbinding staat en welk gebouw door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 archeologische waarde:
een aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.7 archeologisch deskundige:
een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
1.8 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.9 bebouwingspercentage:
het op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd, of wanneer dat in deze regels uitdrukkelijk is bepaald, het percentage van het bouwvlak dat maximaal mag worden bebouwd.
1.10 bedrijf:
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
1.11 bedrijfsvloeroppervlakte/bruto vloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, bedrijf of andere voorziening, met inbegrip van de eventueel daartoe behorende magazijnen, technische ruimten en overige dienstruimten, met uitzondering van gebouwde parkeervoorzieningen, gemeten tussen de (denkbeeldige) buitenwerkse gevelvlakken en/of de het hart van de scheidingsmuren.
1.12 bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.13 beperkt kwetsbaar object:
beperkt kwetsbaar object zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.14 bestaande (bedrijfs)bebouwing of maatvoering:
(bedrijfs)bebouwing of maatvoering, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, met uitzondering van bebouwing of maatvoering, die weliswaar bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar is gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
1.15 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.16 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.17 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.18 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.19 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.20 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.21 bouwperceelsgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.22 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.23 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.24 cultuurhistorische waarde:
de waarde die kan worden toegekend aan een object, gebouw, terrein of structuur op basis van zijn sociaalhistorische, geschiedkundige, architectuurhistorische, (steden)bouwhistorische, archeologische of historisch geografische karakteristiek.
1.25 dagelijks bestuur:
het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West.
1.26 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.27 extensief dagrecreatief medegebruik:
recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, en met uitsluiting van recreatief nachtverblijf.
1.28 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.29 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht.
1.30 horeca:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en/of dat gericht is op het exploiteren van zaalaccommodatie, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
Voor horeca worden de volgende typen onderscheiden:
Type | Omschrijving | Voorbeelden |
Horeca A | Een inrichting die overdag geopend is en etenswaren/ijs en alcoholvrije dranken verstrekt, al dan niet voor consumptie terplekke. | - lunchroom - koffie-/ theehuis - ijssalon - juicebar |
Horeca B | Een inrichting die gericht is op het verstrekken van maaltijden die ter plaatse aan tafel genuttigd worden, eventueel aangevuld met een afhaalfunctie. | - restaurant - pannenkoek -/poffertjeshuis - brasserie |
Horeca C | Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van alcoholische dranken, of anderzijds de uitstraling heeft van een café. | - (grand) café - bar - cocktailclub |
Horeca D | Een inrichting die kleine etenswaren verstrekt, al dan niet voor consumptie terplekke, al dan niet met verkoop van alcoholvrije drank | - cafetaria / snackbar - grill room - fastfood restaurant - automatiek - snelbuffet |
Horeca E | Een inrichting met nachtelijke openingstijden die bedrijfsmatig muziek ten gehore brengt en gelegenheid geeft tot dansen, al dan niet met levende muziek, al dan niet met het schenken van (alcoholhoudende) drank en/of etenswaren voor consumptie terplekke | - discotheek - bar-dancing - dansclub |
Horeca F F1 | Verhuur van zalen ten behoeve van besloten feesten, muziek- en dansevenementen, al dan niet met levende muziek en al dan niet in combinatie met verkoop van dranken en etenswaren | - zaalverhuur - partycentrum |
F2 | Verhuur van zalen ten behoeve van congressen en seminars, al dan niet als nevenactiviteit van een hotel | - congresruimte |
Horeca G | Een inrichting met een logiescapaciteit van meer dan 4 bedden | - hotel - jeugdherberg |
N.B. als een horeca-inrichting onder meerdere categorieën valt, dan wordt de horeca-inrichting in de meest overlast gevende categorie geplaatst. |
1.31 kleinschalige leisure:
aan sport gelieerde recreatieve voorzieningen, niet zijnde voorzieningen als bedoeld in het Besluit MER.
1.32 kwetsbaar object:
kwetsbaar object zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.33 landschappelijke waarde:
een aan een gebied toegekende waarde in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.
1.34 maatschappelijke voorzieningen:
aan sport gelieerde onderwijs-, sociale, culturele en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen.
1.35 natuurlijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomend in dat gebied.
1.36 nutsvoorziening:
een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en telefooncellen. Zendmasten worden hieronder niet begrepen.
1.37 onderkomen:
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
1.38 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een wand.
1.39 peil:
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.40 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden gekweekt, vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces.
1.41 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.42 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke volgens het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
1.43 seksinrichting:
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.44 voorgevel:
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
1.45 voorgevellijn:
denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van een gebouw loopt tot aan de zijdelingse bouwperceelsgrenzen.
1.46 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, gemalen en inlaten.
1.47 winkelvloeroppervlak:
de voor het winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief zichtbare ruimte achter toonbanken en kassa's.
1.48 woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.5 de ondergrondse bouwdiepte:
vanaf het peil tot aan de onderkant van de laagst gelegen vloer, de fundering niet meegerekend.
2.6 ondergeschikte bouwonderdelen:
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, liftschachten, hemelwaterafvoeren, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, lichtkappen/-koepels, balkons, bordessen, (brand)trappen, balkonhekken en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwgrenzen en/of bestemmingsgrenzen en/of aanduidingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kwekerij', een kwekerij en paperpotproductiebedrijf;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - productiegebonden detailhandel', productiegebonden detailhandel behorend bij de onder a genoemde kwekerij;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stadsdeelwerf', een stadsdeelwerf inclusief een afvalverzamel- en afvalscheidingsstation;
met de daarbij behorende:
- d. (ontsluitings)wegen en paden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen en water;
- g. laad- en losvoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
met dien verstande dat:
- i. een bedrijfswoning niet is toegestaan.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
3.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. kantoren zijn slechts toegestaan ten behoeve van de toegelaten bedrijven tot een maximum van 30% van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen;
- b. er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeerruimte;
- c. de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor horeca;
- d. de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel behorend bij de in lid 3.1 onder a genoemde kwekerij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - productiegebonden detailhandel', met dien verstande dat de winkelvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 150 m².
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
Het Dagelijks Bestuur kan de bestemming 'Bedrijf' ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied -2' geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Sport' en/of 'Groen' en/of 'Natuur' en/of 'Water', indien de stadsdeelwerf en/of het afvalverzamel- en afvalscheidingsstation geheel of gedeeltelijk zijn beëindigd, mits:
- a. de wijziging niet leidt tot een onevenredige verkeerstoename;
- b. er voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen;
- c. het woon- en leefklimaat in de directe omgeving ten gevolge van de wijziging niet onevenredig wordt aangetast;
- d. uit onderzoek is gebleken dat de wijziging aanvaardbaar is vanuit het oogpunt van externe veiligheid.
een en ander met dien verstande dat bij wijziging naar de bestemming Sport de bestaande oppervlakte aan bebouwing en verharding als recht gaat gelden binnen de bestemming Sport.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. plantsoenen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. beplantingen;
- d. objecten van beeldende kunst;
- e. fiets- en voetpaden;
- f. toegangswegen en -paden naar percelen;
- g. water en waterberging;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen en bruggen;
- i. speelvoorzieningen, speelveldjes;
- j. ondergrondse vuilcontainers.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
op de voor 'Groen' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen toegestaan, met een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2, voor speeltoestellen en objecten van beeldende kunst tot een bouwhoogte van maximaal 5 meter, mits het gebruik op de aangrenzende bestemmingen daardoor niet onevenredig wordt gehinderd.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen niet voor parkeren worden gebruikt.
Artikel 5 Natuur
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;
- b. behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden;
- c. watergangen, sloten en andere waterpartijen, met bijbehorende oevers en taluds;
- d. extensief dagrecreatief medegebruik;
- e. objecten van beeldende kunst
met de daarbij behorende:
- f. voet- en fietspaden, ruiterpaden en picknickplaatsen;
- g. waterhuishoudkundige voorzieningen en bruggen;
- h. faunapassages;
- i. nutsvoorzieningen;
alsmede voor:
- j. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening', een speelplek met speelvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
op de voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 3 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' niet meer mag bedragen dan 5 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten dienste van:
- a. verblijfsrecreatie;
- b. gemotoriseerd verkeer, uitgezonderd hulp- en beheerdiensten;
- c. parkeren;
- d. waterbergingsopgaven uit het stedelijk gebied.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Recreatie
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuinen', volkstuinen;
- b. fiets- en voetpaden;
met de daarbij behorende:
- c. tuinhuizen;
- d. verenigingsgebouwen;
- e. sanitaire voorzieningen;
- f. (ontsluitings)wegen en paden;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. groenvoorzieningen en water;
- j. waterhuishoudkundige voorzieningen en bruggen;
- k. objecten van beeldende kunst;
- l. nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
6.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. tuinhuizen voor permanente bewoning;
- b. tuinhuizen voor bedrijfsactiviteiten.
Artikel 7 Sport
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvoorzieningen;
- b. maatschappelijke voorzieningen;
- c. kleinschalige leisure;
- d. aan sport gerelateerde buitenschoolse opvang;
- e. fiets- en voetpaden;
alsmede voor:
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', één dienstwoning;
met de daarbij behorende:
- g. sportfaciliteiten, zoals een kantine, verenigings- en kleedruimten, opslagruimten, tribunes, omheiningen, doelen, dugouts, ballenvangers en lichtmasten;
- h. (ontsluitings)wegen en paden;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. speelvoorzieningen;
- k. groenvoorzieningen en water;
- l. waterhuishoudkundige voorzieningen en bruggen;
- m. nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 voor het toestaan van een grotere oppervlakte aan bebouwing en verharding binnen en/of buiten de bouwvlakken, mits tevens de in lid 7.5.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt verleend.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 8 Verkeer
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten, en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. bermen en beplanting, waaronder begrepen water en waterberging;
- f. straatmeubilair, speelvoorzieningen en objecten van beeldende kunst;
met de daarbij behorende:
- g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. geluidswerende voorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
- k. faunapassages;
- l. kunstwerken, zoals onderdoorgangen, viaducten en bruggen.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen toegestaan, met een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van bruggen voor langzaam verkeer niet meer mag bedragen dan 10 meter.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2, voor speeltoestellen en objecten van beeldende kunst tot een bouwhoogte van maximaal 5 meter, mits:
- a. de verkeersveiligheid daardoor niet wordt belemmerd;
- b. het gebruik van de aangrenzende bestemmingen daardoor niet onevenredig wordt gehinderd.
8.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten dienste van:
- a. waterbergingsopgaven uit het stedelijk gebied.
Artikel 9 Verkeer - Railverkeer
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen;
- b. gelijk- of ongelijkvloerse wegen en paden ten opzichte van de spoorweg;
- c. groenvoorzieningen;
- d. bermen en beplanting, waaronder begrepen water en waterberging;
met de daarbij behorende:
- e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. geluidswerende voorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. faunapassages;
- i. kunstwerken, zoals onderdoorgangen, viaducten en bruggen.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen toegestaan, met een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter, met dien verstande dat:
- a. de bouwhoogte van bruggen voor langzaam verkeer niet meer mag bedragen dan 10 meter;
- b. de bouwhoogte van viaducten niet meer mag bedragen dan 10 meter.
9.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten dienste van:
- a. waterbergingsopgaven uit het stedelijk gebied.
Artikel 10 Water
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterwegen;
- b. waterlopen en waterpartijen;
- c. waterberging;
- d. waterhuishouding;
- e. extensief dagrecreatief medegebruik;
- f. behoud, herstel en ontwikkeling van natuurlijke en cultuurhistorische waarden;
- g. groenvoorzieningen, onder andere in de vorm van oevers en taluds;
- h. waterstaatkundige kunstwerken;
met de daarbij behorende:
- i. bruggen en andere oeververbindingen;
- j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. aanlegsteigers voor pleziervaartuigen;
- l. nutsvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
op de voor 'Water' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van niet meer dan 4 meter.
10.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
de voor 'Water' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt als ligplaats voor woonboten, woonschepen, woonarken, passagiersvaartuigen, pleziervaartuigen, bedrijfsvaartuigen en stationerende vaartuigen.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 11 Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
met de daarbij behorende:
- b. tuinen en erven.
11.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
11.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van bijgebouwen bij een woning als zelfstandige woonruimte.
11.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 12 Leiding - Leidingenstrook
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Leidingenstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding- brandstof', een brandstofleiding met de daarbij behorende beschermingszone;
- b. ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - gas-1', een gasleiding met de daarbij behorende beschermingszone;
- c. ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - gas-2', een gasleiding met de daarbij behorende beschermingszone;
- d. ter plaatse van de figuur 'hartlijn-CO2', een CO2-leiding met de daarbij behorende beschermingszone;
waarbij de bestemming 'Leiding - Leidingenstrook' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
12.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 12.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
- a. de bouw verenigbaar is met de belangen van de leidingen;
- b. de veiligheid met betrekking tot de leidingen niet wordt geschaad;
- c. de leidingbeheerder omtrent het bepaalde onder a en b heeft geadviseerd;
- d. er geen kwetsbaar object wordt toegelaten.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 13 Waarde - Archeologie - 1
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van gronden met hoge archeologische verwachting, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het Dagelijks Bestuur kan het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde- Archeologie - 1' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn, of als gronden ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd.
Artikel 14 Waarde - Archeologie - 2
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van gronden met een hoge archeologische verwachting, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het Dagelijks Bestuur kan het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde- Archeologie - 2' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn, of als gronden ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd.
Artikel 15 Waarde - Archeologie - 3
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van gronden met een lage archeologische verwachting, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het Dagelijks Bestuur kan het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde- Archeologie - 3' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn, of als gronden ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd.
Artikel 16 Waarde - Archeologie - 4
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van gronden met een lage archeologische verwachting, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie - 4' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
16.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het Dagelijks Bestuur kan het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde- Archeologie - 4' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn, of als gronden ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd.
Artikel 17 Waterstaat - Waterkering
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering, waterhuishouding en de waterstaat, waarbij de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
17.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 17.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de waterstaatsbelangen en de waterbeheerder daarover heeft geadviseerd.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 18 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 19 Algemene Bouwregels
19.1 Bestaande en afwijkende maatvoering
- a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- b. Het bepaalde in artikel 19.1, onder a. geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
- c. In geval van herbouw is het bepaalde onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.
Artikel 20 Algemene Gebruiksregels
20.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met dit bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend:
- a. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
- b. het plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens;
- c. het storten en/of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
- d. het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting;
- e. (raam)prostitutie;
- f. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning.
Artikel 21 Algemene Aanduidingsregels
21.1 Geluidzone - industrie
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' geldt de geluidzone van een gezoneerd industrieterrein zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder1 en zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidswaarden volgens de Wet geluidhinder.
- 1. Zoals deze luidde ten tijde van de inwerking treding van dit bestemmingsplan.
21.2 Veiligheidszone - windturbine - 1
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - windturbine - 1' geldt de veiligheidszone van een windturbine en zijn kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.
21.3 Veiligheidszone - windturbine - 2
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - windturbine - 2' geldt de veiligheidszone van een windturbine en zijn beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.
Artikel 22 Algemene Afwijkingsregels
22.1 Bevoegdheid
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan, ten behoeve van:
- a. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en elektriciteitsvoorzieningen met een maximale bouwhoogte van 3 meter, en een maximale oppervlakte van 30 m²;
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, straatmeubilair, vrijstaande muren, keermuren, trapconstructies, bebouwing ten behoeve van al dan niet ondergrondse afvalopslag, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken, mits de bouwhoogte niet meer dan 15 meter bedraagt.
- c. geringe overschrijding van de bestemmings- en/of bouwgrenzen en/of aanduidingsgrenzen, indien een onnauwkeurigheid of de feitelijke toestand van het terrein daartoe aanleiding geeft, of indien een rationele verkaveling van de gronden een geringe overschrijding vergt, mits de grens of grenzen met niet meer dan 2 meter worden overschreden;
- d. geringe overschrijding van de voorgeschreven maten, afmetingen en percentages, mits deze voorgeschreven maten, afmetingen en percentages met niet meer dan 10% worden overschreden;
- e. een overschrijding van meer dan 1 meter van de bestemmings- en/of bouwgrenzen en/of aanduidingsgrenzen voor ondergeschikte bouwonderdelen, zoals bedoeld in lid 2.6, mits de overschrijding niet meer dan 2 meter bedraagt.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 23 Overgangsrecht
23.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het Dagelijks Bestuur kan eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
23.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 24 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Brettenzone
Bijlage 1 Archeologisch Bureauonderzoek
Bijlage 1 Archeologisch bureauonderzoek