KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - 1
Artikel 4 Bedrijf - 2
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorzieningen
Artikel 6 Gemengd - 1
Artikel 7 Gemengd - 2
Artikel 8 Gemengd - 3
Artikel 9 Gemengd - 4
Artikel 10 Groen - 1
Artikel 11 Groen - 2
Artikel 12 Horeca
Artikel 13 Kantoor
Artikel 14 Maatschappelijk
Artikel 15 Sport
Artikel 16 Tuin
Artikel 17 Verkeer - 1
Artikel 18 Verkeer - 2
Artikel 19 Verkeer - 3
Artikel 20 Water - 1
Artikel 21 Water - 2
Artikel 22 Wonen - 1
Artikel 23 Wonen - 2
Artikel 24 Leiding - Gas
Artikel 25 Waarde - Archeologie - 1
Artikel 26 Waarde - Archeologie - 2
Artikel 27 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 28 Waarde - Archeologie - 4
Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 30 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 31 Anti-dubbelregel
Artikel 32 Algemene Bouwregels
Artikel 33 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 34 Algemene Gebruiksregels
Artikel 35 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 36 Overgangsrecht
Artikel 37 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerreinen
Bijlage 1 Gebiedsvisie Rid+, Stadsdeel Nieuw-west, D.d. 26 Juni 2013
Bijlage 2 Essay Oeverlanden Nieuwe Meer, Stadsdeel Nieuw-west
Bijlage 3 Dmb Rapport 'Ibm Industrieterrein', D.d. 26-09-2012
Bijlage 4 Archeologisch Bureauonderzoek, Bureau Monumenten En Archeologie, November 2012
Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid Bestemmingsplan Nieuwe Meer E.o, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Dmb 1671, D.d. 25 Januari 2013
Bijlage 6 Onderzoek Buisleidingen Externe Veiligheid Bestemmingsplan Nieuwe Meer E.o, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Dmb 1671, D.d. 24 Januari 2013
Bijlage 7 Brandweeradvies Brandweer Amsterdam-amstelland, Referentie: 04/roev-2013, D.d. 30 Januari 2013
Bijlage 8 Verslag Informatieavonden 11 En 18 Oktober 2012
Bijlage 9 Nota Van Beantwoording Inspraak- En Overlegreacties
Bijlage 10 Onderzoek Aanpassen Westelijke Zone Industrieterrein Schinkel, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, D.d. 7 Mei 2013

Nieuwe Meer eo

Bestemmingsplan - Amsterdam

Vastgesteld op 26-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Nieuwe Meer e.o. met identificatienummer NL.IMRO.0363.F1108BPSTD-VG02 van de Gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aaneengesloten woningen

rijwoningen, geschakelde woningen en twee-aan-een gesloten woningen.

1.6 automatenhal

Iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek.

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bebouwingspercentage

een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag of ten minste moet worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend.

1.9 bedrijfsvaartuig

een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt en is bestemd voor bedrijfsmatige activiteiten.

1.10 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van een persoon en zijn gezin, die daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein ten behoeve van beheer of toezicht noodzakelijk is.

1.11 belwinkel

een gelegenheid waar één van de voornaamste activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet.

1.12 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 bijzondere bouwlaag

kelders, souterrains en kappen.

1.15 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.16 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.17 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen.

1.18 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.19 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.20 broedplaats

een bedrijfsverzamelgebouw voor kunstenaars met bijbehorende tuinen en erven en verkeersareaal.

1.21 bruto vloeroppervlak

de totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc..

1.22 creatieve bedrijven

bedrijf in de branche kunsten, media & entertainment en creatief zakelijke diensten.

1.23 dagelijks bestuur

het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West.

1.24 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen, het verhuren of leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.25 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals makelaarskantoren, bankfilialen, reisbureaus, wasserettes, kappers en schoonheidssalons, niet zijnde belwinkels of geldwisselkantoren.

1.26 dove gevel

  1. a. een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), of
  2. b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.27 erven

al dan niet verharde privé ruimte behorende bij de direct aangrenzende hoofdfunctie.

1.28 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.29 geluidsgevoelige bestemming

geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.30 gevel

een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, doch niet zijnde een dove gevel of een vliesgevel.

1.31 gevoelige bestemming

gevoelige bestemming, zoals bedoeld in het Besluit gevoelige bestemming (luchtkwaliteit).

1.32 hoofdgebouw

Een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.

1.33 horeca van categorie A

Een inrichting die overdag geopend is en kleine etenswaren, ijs en/of alcoholvrije dranken verstrekt, al dan niet voor consumptie ter plekke.

1.34 horeca van categorie B

Een inrichting die gericht is op het verstrekken van maaltijden die ter plaatse aan tafel genuttigd worden en verkoop van (alcoholhoudende) drank, eventueel aangevuld met een afhaalfunctie.

1.35 horeca van categorie C

Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van alcoholhoudende dranken, of anderzijds de uitstraling heeft van een café.

1.36 horeca van categorie D

Een inrichting die fastfood en alcoholvrije drank verstrekt, al dan niet voor consumptie ter plekke.

1.37 horeca van categorie E

Een inrichting met nachtelijke openingstijden die bedrijfsmatig muziek ten gehore brengt en gelegenheid geeft tot dansen, al dan niet met levende muziek, al dan niet met het schenken van (alcoholhoudende) drank en/of etenswaren voor consumptie ter plekke.

1.38 horeca van categorie F

F1. Verhuur van zalen ten behoeve van besloten feesten, muziek- en dansevenementen, al dan niet met levende muziek en al dan niet in combinatie met verkoop van (alcoholhoudende) dranken en etenswaren;

F2. Verhuur van zalen ten behoeve van congressen en seminars, al dan niet als nevenactiviteit van een hotel.

1.39 horeca van categorie G

Een inrichting met een logiescapaciteit.

1.40 huisgebonden beroepen

kantoren, bedrijven welke vallen onder milieucategorie A, zoals weergegeven in de bij deze regels horende 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging', maatschappelijke voorzieningen en medische dan wel paramedische praktijken die in een woning worden uitgeoefend, waarbij:

  1. a. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, en het huisgebonden beroep een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie van de betreffende woning en de omliggende woningen in dezelfde straat;
  2. b. maximaal 40% van het bruto vloeroppervlak van de woning voor het huisgebonden beroep gebruikt mag worden.

1.41 kantoor

gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden.

1.42 kap

een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven welke uit tenminste twee elkaar snijdende, hellende vlakken bestaat.

1.43 kelder

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.

1.44 ligplaats

de ruimte welke door een woonboot, passagiersvaartuig, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig en stationerend vaartuig, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, kan worden ingenomen.

1.45 maatschappelijke voorzieningen

overheids-, ouderen-, medische, onderwijs-, sociaal-culturele, religieuze en vergelijkbare voorzieningen en kinderdagverblijven.

1.46 maatvoeringsvlak

een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden.

1.47 nutsvoorzieningen

gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding / riolering, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.

1.48 omgevingsvergunning

vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.49 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden

omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.50 ondersteunende horeca

horeca van categorie A, horeca van categorie B, horeca van categorie C of horeca van categorie D die binnen een gebouw met een andere hoofdfunctie gevestigd is, zoals een kantine, waarbij:

  1. a. het betreffende gebouw in overwegende mate haar hoofdfunctie behoudt;
  2. b. de ondersteunende horeca een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de hoofdfunctie van het gebouw;
  3. c. maximaal 10% van het bruto vloeroppervlak van het gebouw voor ondersteunende horeca gebruikt mag worden.

1.51 ontspanning en vermaak

voorzieningen gericht op spel, vermaak en ontspanning, zoals een klimhal, laser-quest, indoor-minigolf, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, sauna/ wellness, indoor-speeltuin, bioscoop en daarmee te vergelijken voorzieningen. De functie smartshop, belwinkel, automatenhal, seksinrichting of prostitutiebedrijf vallen niet onder dit begrip.

1.52 passagiersvaartuig

een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot:

  1. a. vervoer van personen;
  2. b. om beschikbaar te worden gesteld aan één of meer personen ten behoeve van varende recreatie.

1.53 peil

  1. a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
  3. c. in geval van bouwen in het water: het gemiddelde waterpeil.

1.54 perifere detailhandel

detailhandel die vanwege de aard of omvang niet inpasbaar is in bestaande winkelgebied (auto's, boten, caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair en woninginrichting, waaronder meubels.

1.55 pleziervaartuig

een vaartuig dat gezien zijn inrichting en uitrusting niet bedoeld is voor (nagenoeg) permanente bewoning op een ligplaats, maar hoofdzakelijk wordt gebruikt en bestemd voor niet bedrijfsmatige varende recreatie.

1.56 prostitutiebedrijf

een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.

1.57 seksinrichting

een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, sekstheater, seksautomatenhal en sekswinkel.

1.58 short stay

het tijdelijk wonen in een zelfstandige woning voor een periode van tenminste 5 nachten en maximaal 6 maanden.

1.59 smartshop

een smartshop is een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.

1.60 souterrain

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 2,0 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.

1.61 stationerend vaartuig

  1. a. een vaartuig, daaronder begrepen een object dat afgemeerd is te water en niet tot enig andere categorie behoort;
  2. b. een schip, vaartuig of casco in aanbouw tot woonboot, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig, passagiersvaartuig of stationerend vaartuig als onder a bedoeld.

1.62 tramvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het tramverkeer, zoals rails, bovenleidingen, dienstgebouwen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het tramverkeer.

1.63 verkeersareaal

gronden die als verkeersruimte worden gebruikt, bestaande uit rijwegen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden en bermen.

1.64 vliesgevel

een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 meter bedraagt.

1.65 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder mede begrepen (natuurlijke) oevers, sluizen, duikers en dammen.

1.66 woonboot

een vaartuig met een (nagenoeg) voortdurende woonfunctie. Hiertoe behoren woonschepen, woonarken en woonvaartuigen, alsmede een woonboot waarvoor een vergunning voor aanbouw is verleend, alsmede een casco waarvoor een vergunning is verleend het casco tot woonboot op te bouwen of te verbouwen.

  1. a. een woonschip: een vaartuig dat aan romp en opbouw herkenbaar is als een van oorsprong varend schip en dat gebruikt wordt als of bestemd is tot woning;
  2. b. een woonark: een object te water, dat niet herkenbaar is als een van oorsprong varend schip en dat gebruikt wordt als of bestemd is tot woning;
  3. c. een woonvaartuig: een onderstuk van een schip met daarop een opbouw, waarop nagenoeg (voortdurend) wordt gewoond.

1.67 woning

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwingspercentage:

het bebouwingspercentage wordt bepaald door projectie van de bebouwing in het bestemmingsvlak, tenzij anders in de regels is bepaald, de kelders en souterrains niet mee te rekenen.

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.5 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven;

met de daarbij behorende:

  1. b. ondergeschikte kantoorruimte;
  2. c. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  3. d. nutsvoorzieningen;
  4. e. (bedrijfs)erven;
  5. f. tuinen en erven;
  6. g. verkeersareaal;
  7. h. fietsparkeervoorzieningen;
  8. i. groenvoorzieningen;
  9. j. speelvoorzieningen;
  10. k. water;
  11. l. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. m. zendmast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in voor de in 3.1 genoemd gronden gelden de volgende regels:

  1. a. Ter plaatse van bestemming 'Bedrijf - 1' zijn bedrijven toegestaan die vallen onder de categorieën 1 of 2 van de bij deze regels horende 'Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerreinen'.
  2. b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in a voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf dat:
    1. 1. niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerreinen' voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de benoemd categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    2. 2. in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerreinen' voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de benoemd categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    3. 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerreinen' valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de benoemd categorieën meer milieuhinder veroorzaakt.
  3. c. voor bedrijven en ondergeschikte kantoorruimte geldt een parkeernorm van maximaal 1 parkeerplaats per 125 m2 bedrijfs- en kantoorvloeroppervlak.

3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' geheel of gedeeltelijk te wijzigen door toevoeging of vergroting van bouwvlakken', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. het betreft een uitbreiding van een datacentrum (milieucategorie 1 of 2);
  2. b. de totale geluidsbelasting vanwege het bedrijf op de omgeving mag niet toenemen;
  3. c. de maximale oppervlakte van het datacentrum mag niet meer bedragen dan 65.900 m² bvo;
  4. d. de maximale bouwhoogte mag niet meer dan 20 meter bedragen;
  5. e. op eigen terrein worden minimaal 0,35 parkeerplaatsen per 100 m² bvo gerealiseerd voor de totale bedrijfsoppervlakte;
  6. f. de bebouwing en het parkeren ingepast worden in de omgeving;
  7. g. het verhaal van kosten voor de gemeente is verzekerd.

Artikel 4 Bedrijf - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, met bijbehorende overkappingen;

met de daarbij behorende:

  1. b. ondersteunende detailhandel;
  2. c. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  3. d. nutsvoorzieningen;
  4. e. (bedrijfs)erven;
  5. f. tuinen en erven;
  6. g. verkeersareaal;
  7. h. fietsparkeervoorzieningen;
  8. i. groenvoorzieningen;
  9. j. speelvoorzieningen;
  10. k. water;
  11. l. waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op en onder in 4.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.

4.3 Specifieke gebruiksregels

voor de in 4.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. maximum bruto vloeroppervlak ondersteunende detailhandel: 150 m2.

Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorzieningen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. nutsvoorzieningen;
  2. b. ondergrondse en bovengrondse leidingen en toebehoren;
  3. c. (bedrijfs)erven;
  4. d. verkeersareaal;

met de daarbij behorende:

  1. e. groenvoorzieningen;
  2. f. water;
  3. g. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. h. maximaal één bedrijfswoning/dienstwoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Gemengd - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven;
  2. b. horeca van categorie A;

met de daarbij behorende:

  1. c. ondergeschikte kantoorruimte;
  2. d. parkeervoorzieningen ten dienste van de bestemming;
  3. e. nutsvoorzieningen;
  4. f. (bedrijfs)erven;
  5. g. tuinen en erven;
  6. h. verkeersareaal;
  7. i. fietsparkeervoorzieningen;
  8. j. groenvoorzieningen;
  9. k. speelvoorzieningen;
  10. l. water;
  11. m. waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

voor de in 6.1 genoemd gronden gelden de volgende regels:

  1. a. horeca van categorie A is toegestaan met een maximum oppervlak van 200 m2 bruto vloeroppervlak;
  2. b. Ter plaatse van bestemming 'Gemengd - 1' zijn bedrijven toegestaan die vallen onder de categorieën 1 of 2 van de bij deze regels horende 'Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerreinen' en bedrijven die vallen onder de categorieën A of B van de bij deze regels horende 'Staat van bedrijfsactiviteiten -functiemenging'.
  3. c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in a en b voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf dat:
    1. 1. niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' of 'Staat van bedrijfsactiviteiten -bedrijventerreinen' voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de benoemd categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    2. 2. in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' of 'Staat van bedrijfsactiviteiten -bedrijventerreinen' voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de benoemd categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    3. 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' of 'Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerreinen' valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de benoemd categorieën meer milieuhinder veroorzaakt.
  4. d. voor bedrijven en ondergeschikte kantoorruimte geldt een parkeernorm van maximaal 1 parkeerplaats per 125 m2 bedrijfs- en kantoorvloeroppervlak.

Artikel 7 Gemengd - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. bedrijven;
  3. c. horeca van categorie A;
  4. d. horeca van categorie B;

met de daarbij behorende:

  1. e. ondergeschikte kantoorruimte;
  2. f. ondersteunende horeca;
  3. g. parkeervoorzieningen ten dienste van de bestemming;
  4. h. nutsvoorzieningen;
  5. i. (bedrijfs)erven;
  6. j. tuinen en erven;
  7. k. verkeersareaal;
  8. l. fietsparkeervoorzieningen;
  9. m. groenvoorzieningen;
  10. n. speelvoorzieningen;
  11. o. water;
  12. p. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. q. horeca van categorie G, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie g';
  2. r. perifere detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'perifere detailhandel';
  3. s. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  4. t. opnamestudio voor radio en tv, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-1'.
  5. u. opnamestudio voor radio en tv en kantoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1'.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing, ten einde een goede ontsluiting van de percelen en de bereikbaarheid voor de hulpdiensten te garanderen.

7.4 Specifieke gebruiksregels

7.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigingen door het toestaan van

  1. a. nieuwe maatschappelijke voorzieningen die moeten worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen, mits wordt voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder doordat:
    1. 1. de geluidbelasting op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen lager of gelijk is aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    2. 2. de geluidbelasting op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen lager of gelijk is aan de voor deze gebouwen vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    3. 3. de gevels van de van geluidsgevoelige gebouwen worden uitgevoerd als dove gevel;
    4. 4. het bestaande bouwvlak, het maximum bebouwingspercentage en de maximum bouwhoogte niet worden overschreden;
    5. 5. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en functies ontstaat;
    6. 6. er in voldoende parkeergelegenheid op het eigen perceel wordt voorzien;
    7. 7. er geen onaanvaardbare verkeerssituatie ontstaat.
  2. b. sportvoorzieningen en/of ontspanning en vermaak, onder voorwaarde dat:
    1. 1. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en functies ontstaat;
    2. 2. er in voldoende parkeergelegenheid op het eigen perceel wordt voorzien;
    3. 3. geen onaanvaardbare verkeerssituatie ontstaat.

Artikel 8 Gemengd - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. kantoren;
  3. c. bedrijven;
  4. d. horeca van categorie A;
  5. e. horeca van categorie B;

met de daarbij behorende:

  1. f. ondergeschikte kantoorruimte;
  2. g. ondersteunende horeca;
  3. h. parkeervoorzieningen ten dienste van de bestemming;
  4. i. nutsvoorzieningen;
  5. j. (bedrijfs)erven;
  6. k. tuinen en erven;
  7. l. verkeersareaal;
  8. m. fietsparkeervoorzieningen;
  9. n. groenvoorzieningen;
  10. o. speelvoorzieningen;
  11. p. water;
  12. q. waterhuishoudkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 8.3.1 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van nieuwe gevoelige bestemmingen of een uitbreiding van gevoelige bestemmingen, mits wordt voldaan aan het bepaalde in het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit.

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigingen door het toestaan van

  1. a. nieuwe maatschappelijke voorzieningen die moeten worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen, mits wordt voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder doordat:
    1. 1. de geluidbelasting op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen lager of gelijk is aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    2. 2. de geluidbelasting op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen lager of gelijk is aan de voor deze gebouwen vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    3. 3. de gevels van de van geluidsgevoelige gebouwen worden uitgevoerd als dove gevel;
    4. 4. het bestaande bouwvlak, het maximum bebouwingspercentage en de maximum bouwhoogte niet worden overschreden;
    5. 5. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en functies ontstaat;
    6. 6. er in voldoende parkeergelegenheid op het eigen perceel wordt voorzien;
    7. 7. er geen onaanvaardbare verkeerssituatie ontstaat.
  2. b. sportvoorzieningen en/of ontspanning en vermaak, onder voorwaarde dat:
    1. 1. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en functies ontstaat;
    2. 2. er in voldoende parkeergelegenheid op het eigen perceel wordt voorzien;
    3. 3. geen onaanvaardbare verkeerssituatie ontstaat.

Artikel 9 Gemengd - 4

9.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. kantoren;
  3. c. bedrijven;
  4. d. horeca van categorie A;
  5. e. horeca van categorie B;

met de daarbij behorende:

  1. f. ondergeschikte kantoorruimte;
  2. g. ondersteunende horeca;
  3. h. parkeervoorzieningen ten dienste van de bestemming;
  4. i. nutsvoorzieningen;
  5. j. (bedrijfs)erven;
  6. k. tuinen en erven;
  7. l. verkeersareaal;
  8. m. fietsparkeervoorzieningen;
  9. n. groenvoorzieningen;
  10. o. speelvoorzieningen;
  11. p. water;
  12. q. waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 9.3.1 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van nieuwe gevoelige bestemmingen of een uitbreiding van gevoelige bestemmingen, mits wordt voldaan aan het bepaalde in het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit.

9.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigingen door het toestaan van

  1. a. nieuwe maatschappelijke voorzieningen die moeten worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen, mits wordt voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder doordat:
    1. 1. de geluidbelasting op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen lager of gelijk is aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    2. 2. de geluidbelasting op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen lager of gelijk is aan de voor deze gebouwen vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    3. 3. de gevels van de van geluidsgevoelige gebouwen worden uitgevoerd als dove gevel;
    4. 4. het bestaande bouwvlak, het maximum bebouwingspercentage en de maximum bouwhoogte niet worden overschreden;
    5. 5. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en functies ontstaat;
    6. 6. er in voldoende parkeergelegenheid op het eigen perceel wordt voorzien;
    7. 7. er geen onaanvaardbare verkeerssituatie ontstaat.
  2. b. sportvoorzieningen en/of ontspanning en vermaak, onder voorwaarde dat:
    1. 1. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en functies ontstaat;
    2. 2. er in voldoende parkeergelegenheid op het eigen perceel wordt voorzien;
    3. 3. geen onaanvaardbare verkeerssituatie ontstaat.

Artikel 10 Groen - 1

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bescherming en instandhouding van de Hoofdgroenstructuur en de Stadsdeelgroenstructuur;
  2. b. groenvoorzieningen;
  3. c. fiets- en voetpaden;
  4. d. fietsparkeervoorzieningen;
  5. e. kunstobjecten;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. bruggen en viaducten;
  9. i. steigers;
  10. j. water;
  11. k. oevers;
  12. l. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. m. kunstenaarsateliers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 1';
  2. n. jachthaven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  3. o. recreatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
  4. p. horeca van categorie A, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie a';
  5. q. volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  6. r. aanlanding pont, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - aanlanding pont';
  7. s. botenhelling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - botenhelling';
  8. t. een windsurfvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - windsurfvereniging';
  9. u. een oefenterrein voor honden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - oefenterrein voor honden';
  10. v. verkeersareaal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkeer';
  11. w. parkeerterreinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'verkeer' en 'parkeerterrein';
  12. x. ongebouwde parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'verkeer', 'specifieke vorm van groen - broedplaats', 'jachthaven' en 'volkstuin';
  13. y. horeca van categorie A en horeca van categorie B, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie A + B'.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 11 Groen - 2

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. fiets- en voetpaden;
  3. c. fietsparkeervoorzieningen;
  4. d. kunstobjecten;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. bruggen en viaducten;
  8. h. steigers;
  9. i. water;
  10. j. oevers;
  11. k. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. l. ongebouwde parkeervoorzieningen ten dienste van de bestemmingen 'Groen - 1' en 'Groen - 2';
  2. m. reclamemast, uitsluitend ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding- reclamemast'.

11.2 Bouwregels

11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.4 Wijzigingsbevoegdheid

  1. a. Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de bestemming 'Horeca', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. uitsluitend horeca van categorie B is toegestaan;
    2. 2. het maximum vloeroppervlak horeca van categorie B bedraagt 800 m² bvo;
    3. 3. de maximale bouwhoogte mag niet meer dan 8 meter bedragen en er zijn maximaal twee bouwlagen toegestaan;
    4. 4. een terras mag niet meer dan 200 m² bedragen;
    5. 5. op eigen terrein worden minimaal 12 en maximaal 14 parkeerplaatsen per 100 m² bvo horeca gerealiseerd;
    6. 6. de bebouwing en het parkeren moet worden ingepast in de omgeving;
    7. 7. minimaal 5% van de kavel wordt als groen ingericht;
    8. 8. het verhaal van kosten voor de gemeente is verzekerd;
  2. b. Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de bestemming 'Horeca', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. een reclamemast van maximaal 30 meter is toegestaan;
    2. 2. van deze wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik mag worden gemaakt in samenhang met de wijzigingsbevoegdheid genoemd onder a.

Artikel 12 Horeca

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca van categorie G, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie g';
  2. b. horeca van categorie A, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie a';
  3. c. horeca van categorie B, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie b';
  4. d. uitsluitend horeca van categorieën A en B, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie a+b';

met de daarbij behorende:

  1. e. ongebouwde parkeervoorzieningen en ondergronds gebouwde parkeervoorzieningen;
  2. f. tuinen en erven;
  3. g. nutsvoorzieningen;
  4. h. fietsparkeervoorzieningen;
  5. i. verkeersareaal;
  6. j. groenvoorzieningen;
  7. k. speelvoorzieningen;
  8. l. water;
  9. m. waterhuishoudkundige voorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 13 Kantoor

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;

met de daarbij behorende:

  1. b. ondersteunende horeca;
  2. c. bergingen en andere nevenruimten;
  3. d. ongebouwde parkeervoorzieningen en ondergronds gebouwde parkeervoorzieningen;
  4. e. fietsparkeervoorzieningen;
  5. f. tuinen en erven;
  6. g. verkeersareaal;
  7. h. groenvoorzieningen;
  8. i. speelvoorzieningen;
  9. j. water;
  10. k. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. l. gebouwde parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  2. m. gemeentelijk monument ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  3. n. onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  4. o. horeca van categorie A en horeca van categorie B ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie A + B'.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Maatschappelijk

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. kunstateliers;
  3. c. creatieve bedrijven;

met de daarbij behorende:

  1. d. bergingen en andere nevenruimten;
  2. e. ondersteunende horeca;
  3. f. kantoren ten behoeve van de hoofdfunctie;
  4. g. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  5. h. fietsparkeervoorzieningen;
  6. i. tuinen en erven;
  7. j. verkeersareaal;
  8. k. groenvoorzieningen;
  9. l. speelvoorzieningen;
  10. m. water;
  11. n. waterhuishoudkundige voorzieningen.

alsmede voor:

  1. o. gemeentelijk monument ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  2. p. zendmast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.

14.2 Bouwregels

14.3 Specifieke gebruiksregels

voor de in 14.1 genoemd gronden gelden de volgende regels:

  1. a. Ter plaatse van de bestemmingen 'Maatschappelijk' zijn creatieve bedrijven toegestaan die vallen onder de categorieën A of B van de bij deze regels horende 'Staat van bedrijfsactiviteiten -functiemenging'.
  2. b. In uitzondering op 14.3 onder a. worden de volgende bedrijven van de bij deze regels horende 'Staatvan bedrijfsactiviteiten - functiemenging' uitgesloten:
    1. 1. SBI code 24 - vervaardiging van chemische produkten;
    2. 2. SBI code 40 - produktie en distrib. van stroom, aardgas, stoom en warm water;
    3. 3. SBI code 41 - winning en ditributie van water;
    4. 4. SBI code 50 - handel/reparatie van auto's, motorfietsen; benzineservicestations;
    5. 5. SBI code 51 - groothandel en handelsbemiddeling;
    6. 6. SBI code 60 - vervoer over land;
    7. 7. SBI code 61,62 - vervoer over water/door de lucht;
    8. 8. SBI code 64 - post en telecommunicatie;
    9. 9. SBI code 711 - personenautoverhuurbedrijven.
  3. c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in a voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een creatief bedrijf dat:
    1. 1. niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de benoemd categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    2. 2. in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de benoemd categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    3. 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de benoemd categorieën meer milieuhinder veroorzaakt.

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvelden en vergelijkbare voorzieningen;
  2. b. kleinschalige leisure;
  3. c. gebouwde sportvoorzieningen met inbegrip van kleedkamers, bijbehorende kantines, kinderopvang, opslagruimtes en andere nevenruimten, één en ander met inbegrip van ondersteunende horeca;
  4. d. verkeersareaal en ongebouwde parkeervoorzieningen uitsluitend ten behoeve van de in dit lid genoemd functies;
  5. e. fietsenstallingen;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. groenvoorzieningen;
  8. h. speelvoorzieningen;
  9. i. water;
  10. j. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. k. maximaal één bedrijfswoning/dienstwoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  2. l. een manege ter plaatse van de aanduiding 'manege';
  3. m. gebouwde parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.

15.2 Bouwregels

Artikel 16 Tuin

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen;
  2. b. ongebouwde parkeervoorzieningen ten dienste van de bestemming 'Wonen - 1'.

16.2 Bouwregels

16.3 Specifieke gebruiksregels

Als strijdig gebruik zoals bedoeld in 34.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de in 16.1 bedoelde gronden voor ongebouwde parkeervoorzieningen anders dan ten dienste van de bestemming 'Wonen - 1'.

Artikel 17 Verkeer - 1

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verkeersareaal;
  2. b. fiets- en voetpaden;
  3. c. fietsparkeervoorzieningen;
  4. d. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. bruggen;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. water;
  10. j. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor;

  1. k. opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  2. l. plein en ondergronds gebouwde parkeervoorziening ter plaatse van de aanduiding 'plein';
  3. m. viaducten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - viaduct'.

17.2 Bouwregels

Artikel 18 Verkeer - 2

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. rijwegen;
  2. b. verkeersareaal;
  3. c. bruggen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. water;
  6. f. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. g. viaducten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - viaduct'.

18.2 Bouwregels

Artikel 19 Verkeer - 3

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen en metrobanen;
  2. b. metrostation met bijbehorende voorzieningen als perrons al dan niet met overkappingen, wachtruimten, toegangsvoorzieningen, fietsenstallingen, technische ruimten, bergingen en andere nevenruimten;
  3. c. groenvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. d. viaducten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - viaduct'.

19.2 Bouwregels

Artikel 20 Water - 1

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur;
  1. a. water;
  2. b. (natuurvriendelijke) oevers;
  3. c. voetpaden;
  4. d. bruggen;
  5. e. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. f. steigers ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  2. g. woonboten, ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
  3. h. jachthaven met bijbehorende steigers en ligplaatsen voor pleziervaartuigen, ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  4. i. botenhelling ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - botenhelling.

20.2 Bouwregels

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 20.1 een omgevingsvergunning te verlenen ten aanzien van het bouwen van steigers op gronden die niet zijn aangeduid als 'steiger', mits positief advies is verkregen bij de betrokken waterbeheerder, geen onevenredige aantasting van het groene karakter plaatsvindt en met een maximale bouwhoogte van 1 meter.

20.4 Specifieke gebruiksregels

voor de in 20.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. als verboden gebruik als bedoeld in artikel 34 van deze regels wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van de in van de in 20.1 genoemde gronden als ligplaats voor woonboten, passagiersvaartuigen, bedrijfsvaartuigen en stationerende vaartuigen, met uitzondering van de op grond van 20.1 onder h en i toegestane ligplaatsen voor woonboten en jachthaven.

20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het aanleggen) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. het graven, dempen of verbreden van waterlopen;
    2. 2. het aanbrengen van boven- en ondergrondse kabels, leidingen en andere infrastructurele voorzieningen;
    3. 3. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de waterbodem en/of gronden;
  2. b. Een omgevingsvergunning voor het aanleggen als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
    1. 1. het normale onderhoud van water en groenvoorzieningen;
    2. 2. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
  3. c. De omgevingsvergunning voor het aanleggen kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, sprake zou zijn van een onevenredige aantasting van de water-ecologie.
  4. d. De omgevingsvergunning voor het aanleggen kan slechts worden verleend indien een onderzoek naar de mogelijke gevolgen van de betreffende werkzaamheden voor de water-ecologie heeft plaatsgevonden.
  5. e. Aan de omgevingsvergunning voor het aanleggen kunnen in het belang van de water-ecologie de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de water-ecologie zoveel mogelijk wordt gewaarborgd;
    2. 2. de verplichting de activiteit die tot een mogelijke verstoring van de water-ecologie leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van flora en fauna, die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Artikel 21 Water - 2

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water;
  2. b. (natuurvriendelijke) oevers;
  3. c. voetpaden;
  4. d. bruggen;
  5. e. waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  1. f. gemaal ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';
  2. g. steigers ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  3. h. een ondergronds gebouwde parkeervoorziening ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.

21.2 Bouwregels

Artikel 22 Wonen - 1

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aaneengesloten en vrijstaande woningen met inbegrip van bijbehorende bouwwerken, technische ruimtes en andere nevenruimten;
  2. b. ruimten ten behoeve van uitoefening van huisgebonden beroepen;
  3. c. short stay;

met de daarbij behorende:

  1. d. fietsparkeervoorzieningen;
  2. e. parkeervoorzieningen;
  3. f. tuinen en erven ten behoeve van de in dit lid genoemde gebruiksvormen;

alsmede voor:

  1. g. bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
  2. h. kantoor ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  3. i. opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag'.

22.2 Bouwregels

22.3 Specifieke gebruiksregels

22.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 22.3.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van:

  1. a. het hervatten van de bedrijfsuitoefening of de vestiging van een nieuw bedrijf, overeenkomstig het bepaalde in 22.3.1;
  2. b. vergroting van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte zoals aanwezig is op de eerste dag van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan, mits daartoe een bedrijfseconomische noodzaak bestaat.

22.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigingen door het toestaan van nieuwe woningen ten opzichte van het bepaalde in 22.2.2 onder a, mits wordt voldaan aan het bepaalde in

  1. a. in 22.2.2 onder e;
  2. b. de Wet geluidhinder doordat:
    1. 1. de geluidbelasting op de gevels van de woning lager of gelijk is aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    2. 2. de geluidbelasting op de gevels van de woning lager of gelijk is aan de voor deze gebouwen vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    3. 3. de gevels van de van de woning worden uitgevoerd als dove gevel.

Artikel 23 Wonen - 2

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen met inbegrip van bijbehorende bouwwerken, technische ruimtes en andere nevenruimten;
  2. b. ruimten ten behoeve van uitoefening van huisgebonden beroepen;
  3. c. short stay;

met de daarbij behorende:

  1. d. fietsparkeervoorzieningen;
  2. e. parkeervoorzieningen;
  3. f. tuinen en erven ten behoeve van de in dit lid genoemde gebruiksvormen.

23.2 Bouwregels

Artikel 24 Leiding - Gas

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van (ondergrondse) gasleidingen met de daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

24.2 Bouwregels

24.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 24.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten aanzien van het bouwen van bouwwerken en toestaan dat op of in deze gronden een bij de andere bestemming toelaatbaar bouwwerk wordt gebouwd, mits positief advies is verkregen bij de betrokken leidingbeheerder en de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en kwetsbare objecten niet zijn toegestaan.

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

24.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te verwijderen, mits de leiding is verwijderd of niet langer als zodanig wordt gebruikt en de betreffende leidingbeheerder hierover heeft geadviseerd.

Artikel 25 Waarde - Archeologie - 1

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.

25.2 Bouwregels

25.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 26 Waarde - Archeologie - 2

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.

26.2 Bouwregels

26.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 27 Waarde - Archeologie - 3

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.

27.2 Bouwregels

27.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 28 Waarde - Archeologie - 4

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.

28.2 Bouwregels

28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie

29.1 Bestemmingsomschrijving

De als 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, herstel en de uitbouw van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.

29.2 Bouwregels

Op en onder de in 29.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), na advies van Bureau Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam.

29.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

29.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' te wijzigen door:

  1. a. een of meerdere vlakken met de bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde -Cultuurhistorie' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien het betreffende pand of de betreffende panden niet langer zijn aangewezen als cultuurhistorisch waardevol;
  2. b. aan een of meedere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde -Cultuurhistorie' toe te kennen, indien het betreffende pand of de betreffende panden wordt/worden aangewezen als cultuurhistorisch waardevol.

Artikel 30 Waterstaat - Waterkering

  1. a. De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een waterkering;
  2. b. De bestemming 'Waterstaat - Waterkering' is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemming.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 31 Anti-dubbelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 32 Algemene Bouwregels

32.1 Toegestane overschrijdingen

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmingsgrenzen te overschrijden:

  1. a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
  2. b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 m;
  3. c. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1,0 m en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 m langs een rijweg, 2,4 m boven een rijwielpad en 2,2 m boven een voetpad, voorzover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 m.

Artikel 33 Algemene Aanduidingsregels

33.1 Geluidszones

  1. a. Ter plaatse van de gebiedsaanduidingen 'geluidszone - industrie - bedrijventerrein schinkel' en 'geluidszone - industrie - schiphol' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege de industrieterreinen 'Schinkel' en 'Schiphol' op geluidsgevoelige bestemmingen.
  2. b. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduidingen 'Geluidzone - industrie - schiphol' en 'Geluidzone - industrie - bedrijventerrein schinkel' de volgende regel:
    1. 1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welk aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelige bestemming, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege de industrieterreinen op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

33.2 Luchtvaartverkeerzone

Binnen de aangeven aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - lib artikel 2.2.3 (vogels)' geldt dat geen nieuwe vogelaantrekkende functies (zoals viskwekerijen en grote waterpartijen) zijn toegestaan, conform hetgeen bepaald in artikel 2.2.3 van het 'Luchthavenindelingbesluit Schiphol'.

33.3 Veiligheidszone - LPG

  1. a. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een lpg-vulpunt;
  2. b. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lgp' de volgende regel:
    1. 1. op deze gronden mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd;
    2. 2. het gebruik van gebouwen als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object is niet toegestaan;
  3. c. Het bevoegd gezag is bevoegd, in afwijking van het bepaalde in b onder 2 een omgevingsvergunning te verlenen voor de vestiging van nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen de 'veiligheidszone - lgp', onder voorwaarde dat dit gelet op de zelfredzaamheid van de aanwezige personen geen onaanvaardbare risico's oplevert.

Artikel 34 Algemene Gebruiksregels

34.1 Algemeen gebruiksverbod

Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

34.2 Verbodsregels

Tot een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 34.1 wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en bebouwing:

  1. a. ten dienste van bedrijven die worden begrepen onder bijlage I onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
  2. b. als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  3. c. als stortplaats voor puin of afvalstoffen, voor zover dit niet betrekking heeft op geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van de in het plan begrepen gronden;
  4. d. als opslagplaats van bagger en grondspecie, tenzij zulks plaatsvindt langs een waterloop en in verband met het onderhoud van de waterloop;
  5. e. als ligplaats voor woonboten, passagiersvaartuigen, bedrijfsvaartuigen, stationerende vaartuigen, pleziervaartuigen en bijboten;
  6. f. ten behoeve van een smartshop, seksinrichting, prostitutiebedrijf, automatenhal of belwinkel;
  7. g. het gebruik van bijgebouwen bij woningen als zelfstandige woonruimte;
  8. h. het gebruik van tuinhuisjes voor permanente bewoning of bedrijfsactiviteiten.

Artikel 35 Algemene Afwijkingsregels

Indien niet met toepassing van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het bevoegd gezag bevoegd om een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan ten behoeve van:

  1. a. het bouwen van de volgende bebouwing:
    1. 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m², alsmede;
    2. 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, reclamezuilen, vrijstaande muren, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 10% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
  2. b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  3. c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
  4. d. bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen of grenzen van maatvoeringsvlakken met ten hoogste 2 meter worden overschreden ten behoeve van balkons, luifels, erkers, toegangsportalen, tochtportalen, brandtrappen, ventilatiekanalen, overstekende daken en vergelijkbare onderdelen van gebouwen;
  5. e. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met ten hoogste:
    1. 1. 5 meter worden overschreden ten behoeve van schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, vlaggenmasten, bouwkundige maatregelen ten behoeve van een stille zijde, antennes en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen;
    2. 2. 10 meter worden overschreden ten behoeve van windmolens;
    3. 3. 3 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen en algemene technische ruimten, mits deze dakopbouwen tenminste 3 meter terugliggen ten opzichte van de gevels;
    4. 4. 2 meter worden overschreden ten behoeve van de aanleg van daktuinen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 36 Overgangsrecht

36.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

36.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 37 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Nieuwe Meer e.o..

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerreinen

Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerreinen

Bijlage 1 Gebiedsvisie Rid+, Stadsdeel Nieuw-west, D.d. 26 Juni 2013

Bijlage 1 Gebiedsvisie RID+, Stadsdeel Nieuw-West, d.d. 26 juni 2013

Bijlage 2 Essay Oeverlanden Nieuwe Meer, Stadsdeel Nieuw-west

Bijlage 2 Essay Oeverlanden Nieuwe Meer, Stadsdeel Nieuw-West

Bijlage 3 Dmb Rapport 'Ibm Industrieterrein', D.d. 26-09-2012

Bijlage 3 DMB rapport 'IBM industrieterrein', d.d. 26-09-2012

Bijlage 4 Archeologisch Bureauonderzoek, Bureau Monumenten En Archeologie, November 2012

Bijlage 4 Archeologisch bureauonderzoek, Bureau Monumenten en Archeologie, november 2012

Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid Bestemmingsplan Nieuwe Meer E.o, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Dmb 1671, D.d. 25 Januari 2013

Bijlage 5 Onderzoek externe veiligheid bestemmingsplan Nieuwe Meer e.o, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, DMB 1671, d.d. 25 januari 2013

Bijlage 6 Onderzoek Buisleidingen Externe Veiligheid Bestemmingsplan Nieuwe Meer E.o, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Dmb 1671, D.d. 24 Januari 2013

Bijlage 6 Onderzoek buisleidingen externe veiligheid bestemmingsplan Nieuwe Meer e.o, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, DMB 1671, d.d. 24 januari 2013

Bijlage 7 Brandweeradvies Brandweer Amsterdam-amstelland, Referentie: 04/roev-2013, D.d. 30 Januari 2013

Bijlage 7 Brandweeradvies Brandweer Amsterdam-Amstelland, referentie: 04/RoEv-2013, d.d. 30 januari 2013

Bijlage 8 Verslag Informatieavonden 11 En 18 Oktober 2012

Bijlage 8 Verslag informatieavonden 11 en 18 oktober 2012

Bijlage 9 Nota Van Beantwoording Inspraak- En Overlegreacties

Bijlage 9 Nota van beantwoording inspraak- en overlegreacties

Bijlage 10 Onderzoek Aanpassen Westelijke Zone Industrieterrein Schinkel, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, D.d. 7 Mei 2013

Bijlage 10 Onderzoek aanpassen westelijke zone industrieterrein Schinkel, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, d.d. 7 mei 2013