Park Haagseweg eo
Bestemmingsplan - Amsterdam
Vastgesteld op 26-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Park Haagseweg e.o. met identificatienummer NL.IMRO.0363.F1201BPSTD-VG01 van de Gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 automatenhal
Iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek.
1.6 akoestisch onderzoek
de bepaling van de geluidsbelasting zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.8 bebouwingspercentage
een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag of ten minste moet worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend.
1.9 bedrijfsvaartuig
een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt en is bestemd voor bedrijfsmatige activiteiten.
1.10 belwinkel
een gelegenheid waar één van de voornaamste activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet.
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.12 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.14 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.15 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.16 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen.
1.17 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.18 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.19 bruto vloeroppervlak (bvo)
de totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc.
1.20 creatieve bedrijven
bedrijf in de branche kunsten, media & entertainment en creatief zakelijke diensten.
1.21 dagelijks bestuur
het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West.
1.22 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals makelaarkantoren, bankfilialen, reisbureaus, wasserettes, kappers en schoonheidssalons, niet zijnde belwinkels of geldwisselkantoren.
1.23 dove gevel
- a. een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), of
- b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
1.24 erven
al dan niet verharde privé ruimte behorende bij de direct aangrenzende hoofdfunctie.
1.25 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.26 geluidsgevoelige bestemmingen
geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.27 gevel
een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, doch niet zijnde een dove gevel of een vliesgevel.
1.28 hoofdgebouw
Een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.29 horeca van categorie A
een inrichting die overdag geopend is en kleine etenswaren, ijs en/of alcoholvrije dranken verstrekt, aldan niet voor consumptie terplekke, zoals een lunchroom, koffie- / theehuis, ijssalon en/of juicebar.
1.30 horeca van categorie B
een inrichting die gericht is op het verstrekken van maaltijden die ter plaatse aan tafel genuttigd worden en verkoop van (alcoholhoudende) drank, eventueel aangevuld met een afhaalfunctie, zoals een restaurant, pannekoek- / poffertjeshuis, brasserie en/of grill room.
1.31 horeca van categorie C
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van alcoholhoudende dranken, of anderzijds de uitstraling heeft van een café, zoals een (grand) cafe, bar en/of cocktailclub.
1.32 horeca van categorie D
een inrichting die fastfood en alcoholvrije drank verstrekt, al dan niet voor consumptie terplekke, zoals een snackbar / kebab zaak, fastfood restaurant, automatiek en/of snelbuffet.
1.33 horeca van categorie E
een inrichting met nachtelijke openingstijden die bedrijfsmatig muziek ten gehore brengt en gelegenheid geeft tot dansen, al dan niet met levende muziek, al dan niet met het schenken van (alcoholhoudende) drank en/of etenswaren voor consumptie terplekke, zoals een discotheek, bar-dancing en/of dansclub.
1.34 horeca van categorie F1
verhuur van zalen ten behoeve van besloten feesten, muziek- en dansevenementen, al dan niet met levende muziek en al dan niet in combinatie met verkoop van (alcoholhoudende) dranken en etenswaren, zoals zaalverhuur en/of partycentrum.
1.35 horeca van categorie F2
verhuur van zalen ten behoeve van congressen en seminars, al dan niet als nevenactiviteit van een hotel, zoals een congresruimte.
1.36 horeca van categorie G
een inrichting met een logiescapaciteit, zoals hotel en/of jeugdherberg.
1.37 huisgebonden beroepen
kantoren, bedrijven als bedoeld in artikel 17.3 van deze regels, maatschappelijke voorzieningen en medische dan wel paramedische praktijken die in een woning worden uitgeoefend, waarbij:
- a. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, en het huisgebonden beroep een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie van de betreffende woning en de omliggende woningen in dezelfde straat;
- b. maximaal 40% van het bruto vloeroppervlak van de woning voor het huisgebonden beroep gebruikt mag worden.
1.38 inventariserend veldonderzoek (IVO)
een inventariserend veldonderzoek conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), zoals deze geldt ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het dagelijks bestuur in voldoende mate is vastgesteld.
1.39 kantoor
gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden.
1.40 kap
een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven welke uit tenminste twee elkaar snijdende, hellende vlakken bestaat.
1.41 kelder
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.
1.42 ligplaats
de ruimte welke door een woonboot, passagiersvaartuig, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig en stationerend vaartuig, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, kan worden ingenomen.
1.43 maatschappelijke voorzieningen
overheids-, ouderen-, medische, onderwijs-, sociaal-culturele, religieuze en vergelijkbare voorzieningen en kinderdagverblijven.
1.44 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden.
1.45 nutsvoorzieningen
gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding / riolering, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.
1.46 omgevingsvergunning
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.47 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.48 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.49 pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.50 passagiersvaartuig
een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot:
- a. vervoer van personen;
- b. om beschikbaar te worden gesteld aan één of meer personen ten behoeve van varende recreatie.
1.51 peil
- a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
- c. in geval van bouwen in het water: het gemiddelde waterpeil.
1.52 pleziervaartuig
een vaartuig dat gezien zijn inrichting en uitrusting niet bedoeld is voor (nagenoeg) permanente bewoning op een ligplaats, maar hoofdzakelijk wordt gebruikt en bestemd voor niet bedrijfsmatige varende recreatie.
1.53 prostitutiebedrijf
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
1.54 seksinrichting
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, sekstheater, seksautomatenhal en sekswinkel.
1.55 short stay
het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één week en maximaal zes maanden.
1.56 smartshop
een smartshop is een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.
1.57 souterrain
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 2,0 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.
1.58 stationerend vaartuig
- a. een vaartuig, daaronder begrepen een object dat afgemeerd is te water en niet tot enig andere categorie behoort;
- b. een schip, vaartuig of casco in aanbouw tot woonboot, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig, passagiersvaartuig of stationerend vaartuig als onder a bedoeld.
1.59 steiger
een bouwwerk te water die vast met de wal is verbonden en/of door middel van palen met de grond is verbonden, dat wellicht door de gekozen constructie verticaal met het water/ getij beweegt, maar de eigenschap mist om in horizontale richting te verplaatsen, niet zijnde waterstaatkundige werken.
1.60 stille zijde
een gevel of geveldeel, niet zijnde een plat dak of een vliesgevel, die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht of een afgeschermde buitenruimte, met een maximale geluidsbelasting per geluidsbron vanwege:
- a. wegverkeerslawaai van 48 dB;
- b. industrielawaai van 50 dB(A);
- c. spoorweglawaai van 55 dB.
1.61 tramvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het tramverkeer, zoals rails, bovenleidingen, dienstgebouwen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het tramverkeer.
1.62 verkeersareaal
gronden die als verkeersruimte worden gebruikt, bestaande uit rijwegen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden en bermen.
1.63 vliesgevel
een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 meter bedraagt.
1.64 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder mede begrepen (natuurlijke) oevers, sluizen, duikers en dammen.
1.65 woonboot
een vaartuig met een (nagenoeg) voortdurende woonfunctie. Hiertoe behoren woonschepen, woonarken en woonvaartuigen, alsmede een woonboot waarvoor een vergunning voor aanbouw is verleend, alsmede een casco waarvoor een vergunning is verleend het casco tot woonboot op te bouwen of te verbouwen.
- a. een woonschip: een vaartuig dat aan romp en opbouw herkenbaar is als een van oorsprong varend schip en dat gebruikt wordt als of bestemd is tot woning;
- b. een woonark: een object te water, dat niet herkenbaar is als een van oorsprong varend schip en dat gebruikt wordt als of bestemd is tot woning;
- c. een woonvaartuig: een onderstuk van een schip met daarop een opbouw, waarop nagenoeg (voortdurend) wordt gewoond.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 bebouwingspercentage:
het bebouwingspercentage wordt bepaald door projectie van de bebouwing in het bestemmingsvlak, tenzij anders in de regels is bepaald, de kelders en souterrains niet mee te rekenen.
2.2 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.5 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd - 1
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen, niet zijnde geluidsgevoelige bestemmingen in de eerste en tweede bouwlaag;
- b. creatieve bedrijven in de eerste en tweede bouwlaag;
- c. kantoren in de eerste en tweede bouwlaag;
- d. bedrijven in de eerste en tweede bouwlaag;
- e. horeca van categorie A t/m C en F1 in de eerste en tweede bouwlaag;
- f. studentenhuisvesting;
- g. fietsparkeervoorzieningen;
- h. verkeersareaal;
- i. afvalcontainers;
- j. groenvoorzieningen;
- k. speelvoorzieningen;
- l. water;
- m. waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Voor de in lid 3.1, onder a t/m e genoemde gronden gelden de volgende regels:
- a. totaal maximum vloeroppervlak: 9.000 m²;
- b. maximum vloeroppervlak voor kantoren: 3.000 m², met maximum vestigingsgrootte per vestiging van 250 m²;
- c. maximum vloeroppervlak voor horeca van categorie A t/m C en F1: 2.000 m²;
- d. voor bedrijven en kantoren geldt een maximum parkeernorm van 1 parkeerplaats per 125 m². vloeroppervlak.
- e. bedrijven zijn toegestaan die vallen onder milieucategorie A, zoals weergegeven in de bij deze regels horende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
- f. Voor gebouwen waarin niet gewoond wordt, zijn in afwijking van het bepaalde onder e bedrijven toegestaan die vallen onder milieucategorie A en B, zoals weergegeven in de bij deze regels horende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
- a. Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 3.3 onder e en f een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
- 1. niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten milieucategorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 2. in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging voorkomt en valt onder één of meer milieucategorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten milieucategorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging onder één of meer milieucategorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten milieu categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.
Artikel 4 Gemengd - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. ruimten ten behoeve van uitoefening van huisgebonden beroepen;
- c. short stay;
- d. maatschappelijke voorzieningen;
- e. creatieve bedrijven;
- f. bedrijven;
- g. horeca van categorie A t/m C en F1;
- h. fietsparkeervoorzieningen;
- i. verkeersareaal;
- j. afvalcontainers;
- k. groenvoorzieningen;
- l. speelvoorzieningen;
- m. water;
- n. waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen ten aanzien van voorzieningen die verband houden met de geluidbelasting. Het dagelijks bestuur stelt, indien akoestisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, nadere eisen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden voorzien van één of meer dove gevels of vliesgevels:
- a. indien geen of niet toereikende hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder zijn vastgesteld en
- b. geen omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van gebouwen met zodanige afschermende werking dat de geluidbelasting op de gevels van de woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen lager of gelijk is dan de voorkeursgrenswaarde. In dat kader kan het dagelijks bestuur tevens van een initiatiefnemer verlangen dat voor zijn bouwplan een akoestisch onderzoek wordt overlegd.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Voor de in lid 4.1, onder a t/m e genoemde gronden gelden de volgende regels:
- a. maximum vloeroppervlak voor horeca van categorie A t/m C en F1: 400 m²;
- b. bedrijven zijn toegestaan die vallen onder milieucategorie A, zoals weergegeven in de bij deze regels horende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
- c. Voor gebouwen waarin niet gewoond wordt, zijn in afwijking van het bepaalde onder b bedrijven toegestaan die vallen onder milieucategorie A en B, zoals weergegeven in de bij deze regels horende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
- a. Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 4.3 onder c en d een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
- 1. niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten milieucategorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 2. in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging voorkomt en valt onder één of meer milieucategorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten milieucategorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging onder één of meer milieucategorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten milieu categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. fiets- en voetpaden;
- c. speelvoorzieningen;
- d. (duiker-) bruggen ten behoeve van langzaam verkeer;
- e. water;
- f. steigers;
- g. natuurvriendelijke oevers;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Tuin
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen, met inbegrip van bijbehorende voetpaden.
- b. ongebouwde parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Verkeer
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeersareaal;
- b. fietsparkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. (duiker-) bruggen;
- g. water;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- i. tramvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - trambaan'.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Water
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. (natuurvriendelijke) oevers;
- c. (duiker-) bruggen ten behoeve van langzaam verkeer;
- d. steigers ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
- e. waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
Artikel 9 Wonen - 1
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen met inbegrip van bijbehorende bouwwerken, technische ruimtes en andere nevenruimten;
- b. ruimten ten behoeve van uitoefening van huisgebonden beroepen;
- c. short stay;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. tuinen en erven;
alsmede voor:
- f. gebouwde parkeervoorzieningen, in de kelder, het souterrain en de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Wonen - 2
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. vrijstaande en twee-aan-een-gebouwde woningen met inbegrip van bijbehorende bouwwerken, technische ruimtes en andere nevenruimten;
- b. ruimten ten behoeve van uitoefening van huisgebonden beroepen;
- c. short stay;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. tuinen en erven.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen ten aanzien van voorzieningen die verband houden met de geluidbelasting. Het dagelijks bestuur stelt, indien akoestisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, nadere eisen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden voorzien van één of meer dove gevels of vliesgevels:
- a. indien geen of niet toereikende hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder zijn vastgesteld en
- b. geen omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van gebouwen met zodanige afschermende werking dat de geluidbelasting op de gevels van de woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen lager of gelijk is dan de voorkeursgrenswaarde.
10.4 Specifieke gebruiksregels
Voor de in lid 10.1, genoemde gronden gelden de volgende regels:
- a. per woning geldt een minimum parkeernorm van 1 parkeerplaats op eigen terrein.
Artikel 11 Woongebied - Uit Te Werken
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. vrijstaande woningen met inbegrip van bijbehorende bouwwerken, technische ruimtes en andere nevenruimten;
- b. ruimten ten behoeve van uitoefening van huisgebonden beroepen;
- c. short stay;
- d. tuinen en erven;
- e. groenvoorzieningen;
- f. verkeerareaal;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. (duiker) bruggen;
- j. water;
- k. waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Uitwerkingsregels
Met toepassing van het in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bepaalde werkt het dagelijks bestuur de in lid 11.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
- a. voor wonen geldt: maximum aantal woningen per bouwvlak: zoals met de aanduiding 'aantal wooneenheden' staat aangegeven;
- b. voor parkeren: per woning geldt een minimum parkeernorm van 1 parkeerplaats op eigen terrein;
- c. het uitwerkingsplan dient voor advies voorgelegd te worden aan de waterbeheerder.
11.3 Bouwregels
Artikel 12 Waarde - Archeologie
12.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.
- b. De bestemming 'Waarde - Archeologie' is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met uitzondering van de bestemming ‘Waterstaat - Waterkering’.
12.2 Bouwregels
12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 13 Waterstaat - Waterkering
- a. De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een waterkering;
- b. De bestemming 'Waterstaat - Waterkering' is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemming.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 14 Anti-dubbelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 15 Algemene Bouwregels
15.1 Toegestane overschrijdingen
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmingsgrenzen te overschrijden:
- a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
- b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 m;
- c. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1.0 m en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 m langs een rijweg, 2,4 m boven een rijwielpad en 2,2 m boven een voetpad, voorzover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 m.
Artikel 16 Algemene Aanduidingsregels
16.1 Geluidszones
- a. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidszone - industrie - Schiphol' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein 'Schiphol' op geluidsgevoelige bestemmingen.
- b. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie - Schiphol' de volgende regel:
- 1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welk aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelige bestemming, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein “Schiphol” op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Artikel 17 Algemene Gebruiksregels
17.1 Algemeen gebruiksverbod
Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
17.2 Verbodsregels
Tot een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 17.1 wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en bebouwing:
- a. ten dienste van bedrijven die worden begrepen onder bijlage I onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
- b. als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
- c. als stortplaats voor puin of afvalstoffen, voor zover dit niet betrekking heeft op geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van de in het plan begrepen gronden;
- d. als opslagplaats van bagger en grondspecie, tenzij zulks plaatsvindt langs een waterloop en in verband met het onderhoud van de waterloop;
- e. als ligplaats voor woonboten, steigers voor pleziervaartuigen, passagiersvaartuigen, bedrijfsvaartuigen, stationerende vaartuigen, pleziervaartuigen en bijboten;
- f. ten behoeve van een smartshop, seksinrichting, prostitutiebedrijf, automatenhal of belwinkel, tenzij dit op grond van Hoofdstuk 2 is toegestaan.
17.3 Toegelaten bedrijven
- a. Voor zover bedrijven zijn toegestaan, mogen de gronden en gebouwen uitsluitend worden gebruikt voor bedrijven welke vallen onder milieucategorie A, zoals weergegeven in de bij deze regels horende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
- b. Voor zover de gronden zijn bestemd als 'Woongebied - Uit te werken' zijn in afwijking van het bepaalde onder a bedrijven toegestaan die vallen onder milieucategorie A en B, zoals weergegeven in de bij deze regels horende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
- c. Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
- 1. niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten milieucategorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 2. in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging voorkomt en valt onder één of meer milieucategorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten milieucategorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging onder één of meer milieucategorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten milieu categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.
17.4 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin, dat:
- a. aan de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging bedrijven en/of bedrijfsvormen kunnen worden toegevoegd;
- b. de in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging opgenomen bedrijven en bedrijfssoorten kunnen worden ingedeeld bij een andere milieucategorie.
Artikel 18 Algemene Afwijkingsregels
Indien niet met toepassing van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het dagelijks bestuur bevoegd om in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan ten behoeve van:
- a. het bouwen van de volgende bebouwing:
- 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m², alsmede;
- 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, (duiker-) bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 10% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
- b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- c. bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen of grenzen van maatvoeringsvlakken met ten hoogste 2 meter worden overschreden ten behoeve van balkons, luifels, erkers, toegangsportalen, tochtportalen, brandtrappen, ventilatiekanalen, overstekende daken en vergelijkbare onderdelen van gebouwen;
- d. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met ten hoogste:
- 1. 5 meter worden overschreden ten behoeve van schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, vlaggenmasten, bouwkundige maatregelen ten behoeve van een stille zijde, antennes en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen;
- 2. 10 meter worden overschreden ten behoeve van windmolens;
- 3. 3 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen en algemene technische ruimten.
Artikel 19 Algemene Wijzigingsregels
Het dagelijks bestuur kan, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan wijzigen door ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘Wro-zone- wijzigingsgebied' de bestemming van de in de leden 5.1, 6.1, 7.1, 8.1 en 10.1 genoemde gronden te wijzigen in de bestemming 'Gemengd - 2' ten behoeve van instandhouding, geheel of gedeeltelijke vernieuwing en uitbreiding van bestaande bebouwing, met dien verstande dat uitbreiding niet mag leiden tot een vergroting met meer dan 10% van de goot- of bouwhoogte, het oppervlak en/of de inhoud van de bestaande bebouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 20 Overgangsrecht
20.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
20.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 21 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Park Haagseweg e.o..
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging
Bijlage 1 Nota Van Beantwoording Overleg Ex Artikel 3.1.1 Besluit Ruimtelijke Ordening Park Haagseweg E.o., D.d. 30 Januari 2013
Bijlage 2 Nota Van Beantwoording Inspraak Bestemmingsplan Park Haagseweg E.o., D.d. 30 Januari 2013
Bijlage 2 Nota van beantwoording inspraak bestemmingsplan Park Haagseweg e.o., d.d. 30 januari 2013
Bijlage 3 Nota Van Beantwoording Zienswijzen Bestemmingsplan Park Haagseweg E.o., D.d. 18 Maart 2013
Bijlage 3 Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Park Haagseweg e.o., d.d. 18 maart 2013
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek Voormalige Politieacademie, Cauberg-huygen, D.d. 14 Februari 2013
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek voormalige politieacademie, Cauberg-Huygen, d.d. 14 februari 2013
Bijlage 5 Bezonningstudie Dakopbouwen Park Haagseweg, Afdeling Stedenbouw, Stadsdeel Nieuw-west
Bijlage 5 Bezonningstudie Dakopbouwen Park Haagseweg, afdeling Stedenbouw, stadsdeel Nieuw-West
Bijlage 6 Zichtstudie Dakopbouwen Park Haagseweg, Afdeling Stedenbouw, Stadsdeel Nieuw-west
Bijlage 6 Zichtstudie Dakopbouwen Park Haagseweg, afdeling Stedenbouw, stadsdeel Nieuw-West
Bijlage 7 Quick Scan Ecologie Park Haagseweg Te Amsterdam, Els & Linde, Projectnummer 12.065, September 2012
Bijlage 8 Archeologisch Bureauonderzoek, Bureau Monumenten & Archeologie, Kenmerk Bo 12-070, Juni 2012
Bijlage 9 Besluit Vaststelling Hogere Grenswaarden Wet Geluidhinder, D.d. 22 Mei 2013
Bijlage 9 Besluit vaststelling hogere grenswaarden Wet geluidhinder, d.d. 22 mei 2013