KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden
Artikel 5 Bedrijf
Artikel 6 Cultuur En Ontspanning
Artikel 7 Groen
Artikel 8 Maatschappelijk
Artikel 9 Natuur
Artikel 10 Recreatie
Artikel 11 Sport
Artikel 12 Tuin
Artikel 13 Verkeer
Artikel 14 Water
Artikel 15 Wonen
Artikel 16 Wonen - Stadslandbouw
Artikel 17 Wonen - Woonwagenstandplaatsen
Artikel 18 Leiding
Artikel 19 Waarde - Archeologie
Artikel 20 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 21 Anti-dubbeltelregel
Artikel 22 Algemene Bouwregels
Artikel 23 Algemene Gebruiksregels
Artikel 24 Algemene Ontheffingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotbepalingen
Artikel 25 Overgangsrecht
Artikel 26 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging
Bijlage 1 Toelichting Osdorperweg E.o. (Moederplan)
Bijlage 2 Toelichting Partiële Herziening Osdorperweg E.o.

Osdorperweg e.o. Geconsolideerde versie

Bestemmingsplan - Gemeente Amsterdam

Geconsolideerde Versie op 06-06-2013 - geconsolideerd

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

Het bestemmingsplan 'Osdorperweg e.o. Geconsolideerde versie' van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.F1306BPSTD-GC01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 Agrarisch bedrijf

Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) of het houden van dieren.

1.6 Archeologische waarde

Een aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.7 Atelier

Werkruimte bestemd voor een kunstenaar en/of ambachtsman/vrouw.

1.8 Bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.9 Bebouwingspercentage

Het op de verbeelding of in de planregels aangegeven percentage tot waar het bouwperceel maximaal mag worden bebouwd, of wanneer dat in deze planregels uitdrukkelijk is bepaald, het percentage tot waar het bouwvlak maximaal mag worden bebouwd.

1.10 Bedrijf

Inrichting voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in de bij deze planregels behorende Staat vanbedrijfsactiviteiten - functiemenging of daarmee naar de aard vergelijkbare activiteiten.

1.11 Bedrijfsoppervlakte

De oppervlakte van de gronden die door het desbetreffende bedrijf in gebruik zijn en die ook voor deze bedrijvigheid zijn bestemd.

1.12 Bedrijfswoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van een persoon, die daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein ten behoeve van beheer of toezicht noodzakelijk is.

1.13 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.14 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 Bijgebouw

Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.16 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.17 Bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.18 Bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de planregels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.19 Bouwperceelsgrens

De grens van een bouwperceel.

1.20 Bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar volgens de planregels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.21 Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.22 Brutovloeroppervlakte (bvo)

De totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc.

1.23 Consumentverzorgende dienstverlening aan huis

Persoonlijke verzorging van consumenten, waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven, waarbij in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft.

1.24 Cultuurhistorische waarde

De waarde die kan worden toegekend aan een object, gebouw, terrein of structuur op basis van zijn sociaalhistorische, geschiedkundige, architectuurhistorische, (steden)bouwhistorische, archeologische of historisch geografische karakteristiek.

1.25 Dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West.

1.26 Dagrecreatie

Recreatie buiten de woning, zonder dat daar een overnachting elders mee gepaard gaat.

1.27 Detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.28 Dienstverlening

Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek.

1.29 Extensief dagrecreatief medegebruik

Een recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, en met uitsluiting van recreatief nachtverblijf.

1.30 Galerie

Een ruimte uitsluitend bestemd voor de tentoonstelling en verkoop van kunstwerken.

1.31 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.32 Geluidbelasting vanwege het wegverkeer

De etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.33 Geluidsgevoelige functies (of gebouwen)

Bewoning of andere geluidsgevoelige functies (of de gebouwen die daartoe dienen) zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.34 Groenvoorziening

Ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren.

1.35 Grondgebonden agrarisch bedrijf

Een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt en waarbij het gebruik van nabijgelegen agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf.

1.36 Hogere waarde

Een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder.

1.37 Horeca

Een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.38 Huishouden

Een samenleving van personen die een leefeenheid vormen waarbij sprake is van een continue samenstelling, (nagenoeg) zelfstandige bewoning en onderlinge verbondenheid.

1.39 Kampeermiddelen

Een tent, tentwagen, kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.40 Kas

Een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of gedeeltelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van het kweken van vruchten, groenten, bloemen en planten.

1.41 Landschappelijke waarde

De aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.

1.42 Ligplaats

Een met een schip in het water aan de walkant ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen.

1.43 Maaiveld

De hoogte van het afgewerkte bouwperceel voorafgaand aan het verlenen van de bouwvergunning.

1.44 Maatschappelijke dienstverlening

Het verlenen van diensten op het gebied van overheids-, educatieve, welzijns- (para-)medische, sociaal-medische, levensbeschouwelijke, sociaal-culturele recreatieve- en sportvoorzieningen.

1.45 Monument

Aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988.

1.46 Natuurlijke waarde

De aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomend in dat gebied.

1.47 Nutsvoorziening

Een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.

1.48 Op ruiterpaden gerichte paardenhouderij

Een paardenhouderij waar de bedrijfsactiviteiten uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het rijden met paarden over de ruiterpaarden in de omgeving.

1.49 Peil

  1. a. het peil voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: is de door burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de openbare weg waarop het desbetreffende gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde, is georiënteerd;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.50 Paardenmelkerij

Een bedrijf waarvan de omzet uitsluitend of in hoofdzaak wordt gehaald uit verkoop van melk en/of melkproducten geproduceerd uit melk afkomstig van merries aanwezig op het bedrijf.

1.51 Pensionstal

Een stalhouderij waarvan de bedrijfsactiviteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het houden van paarden van derden, waaronder wordt begrepen het verhuren van stalruimte en weiland om te grazen en het verzorgen van de paarden.

1.52 Planregels

De regels, deel uitmakende van het bestemmingsplan 'Osdorperweg e.o.'.

1.53 Praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis

Dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft.

1.54 Privéstal

Een stal die uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor het stallen van paarden die in eigendom zijn bij de eigenaar van de stal en die niet worden gebruikt voor het verwerven van inkomsten, waarbij de omvang uiteen kan lopen van het hobbymatig houden van 2 paarden tot iemand die 6 sportpaarden houdt voor de actieve (niet beroepsmatige) paardensport.

1.55 Productiegebonden paardenhouderij

Een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden.

1.56 Prostitutie

Het aanbieden of verrichten van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding.

1.57 Prostitutiebedrijf

Een bedrijf waar prostitutie wordt bedreven.

1.58 Recreatief medegebruik

Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.

1.59 Recreatieve voorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van:

  1. a. dagrecreatie (waaronder begrepen attractieparken, speeltuinen en speelterreinen, volkstuinen en kinderboerderijen);
  2. b. verblijfsrecreatie, (waaronder begrepen kampeerterreinen en bungalowparken);
  3. c. jacht- en passantenhavens.

1.60 Risicovolle inrichting:

Een inrichting, bij welke volgens het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

1.61 Scheidslijn bebouwingswaarden

Een op de verbeelding aangegeven lijn welke de scheiding aangeeft tussen bouwvlakken waar verschillende maximale bouwhoogten zijn toegestaan.

1.62 Schouwpad

Een onverhard pad ten behoeve van het onderhoud en beheer van watergangen en waterscheidingen door de waterbeheerder.

1.63 Seksinrichting

Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel en naar de aard daarmee te vergelijken inrichtingen.

1.64 Shortstay

Het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één week en maximaal zes maanden.

1.65 Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging

De als bijlage opgenomen lijst, behorende bij deze planregels, waarin vormen van bedrijfsactiviteiten zijn aangegeven, ingedeeld in categorieën van toenemende hinder.

1.66 Stadslandbouw

Agrarisch natuurbeheer in combinatie met groene dienstverlenende nevenactiviteiten die inspelen op natuur- en landschapsbeheer in het open veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder Zuid of de Osdorper Bovenpolder en/of die inspelen op de recreatieve landschapsbeleving van deze polders en/of die inspelen op voedselproductie, waarbij tenminste 10% van de inkomsten uit agrarische activiteiten moeten voortkomen.

Voorbeelden van stadslandbouw zijn:

  • natuur- en landschapsbeheer;
  • natuur- en milieueducatie;
  • dierverzorging en moestuinieren;
  • een kinderboerderij, een kaasboerderij, een zorgboerderij (zonder overnachtingsmogelijkheden) of andere boerderijvorm waarbij educatie over het agrarische bedrijf, landschap en natuur centraal staan;
  • schoolwerktuinen;
  • recreatieve activiteiten die inspelen op agrarisch natuurbeheer en/of het polderlandschap zoals bijvoorbeeld een boerenspeel-, sport- en/of doetuin, een speel-, sport- of doetuin;
  • jeugd-, kinder- en naschoolse opvang, waarbij het actief bezig zijn met dierverzorging, natuur- en landschapsbeheer en voedselproductie onderdeel is van de activiteiten;
  • horeca die mede gericht is op bewustwording van de voedselproducerende functie van de agrarische sector en/of de recreatieve functie van polderlandschap, zoals de verwerking van streekeigenproducten (vergeten groenten) en/of een theetuin.
  • In het kader van de stadslandbouw is de verkoop van agrarische producten en/of de verkoop van producten gerelateerd aan natuur- en milieueducatie toegestaan.

Onder stadslandbouw worden geen maneges en productiegerichte paardenhouderijen gerekend. Wel toelaatbaar is een op ruiterpaden gerichte paardenhouderij, een pensionstal, privéstal, paardenmelkerij en stalhouderij.

Ook grootschalige functies zoals tuincentra, congrescentra en grootschalige leisureachtige functies zoals ponypark slagharen zijn niet toelaatbaar.

1.67 Standplaats

Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen.

1.68 Stalhouderij

Een bedrijf waarvan de omzet uitsluitend of in hoofdzaak wordt gehaald uit het aanspannen van paarden ten behoeve van bijvoorbeeld huwelijken, begrafenissen, tochten en shows.

1.69 Tijdelijke teeltondersteunende voorziening

Een voorziening om de teelt van gewassen te ondersteunen, die daartoe maximaal 6 maanden per jaar aanwezig is (bijvoorbeeld een 'tunnelkas').

1.70 Verblijfsrecreatie

Recreatief buitenverblijven, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, dan wel in bouwwerken, die beschikbaar zijn gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf, niet zijnde een hotel, een pension of woning anders dan een zomerhuis.

1.71 Watergang

Een werk dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren, en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede begrepen.

1.72 Waterkering

Natuurlijke of kunstmatige begrenzing of afscheiding die het water in zijn loop tegenhoudt en het achterliggende gebied beschermt tegen overstroming.

1.73 Waterpeil

Het N.A.P. of het plaatselijk aan te houden waterpeil. (Zie ook peil).

1.74 Waterstaatkundige werken

Werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houden met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen en remmingswerken, uitgezonderd steigers.

1.75 Weg

Alle voor het openbaar auto-, fiets-, voetgangers- of ander verkeer openstaande wegen of paden, geen spoorwegen zijnde, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen, taluds en zijkanten, waterstaatkundige en civieltechnische (kunst)werken, nutsvoorzieningen, alsmede de aan de wegen liggende parkeerplaatsen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.

1.76 Wooneenheid

Een gebouw of deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.

1.77 Woning

Een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.78 Woonwagen

Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.79 Zakelijke dienstverlening aan huis

Het verlenen van diensten die bestaan uit het verlenen van economische of commerciële diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek, zoals makelaars, hypotheekadviseurs, financieel adviseurs, waarbij in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:

2.1 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.2 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.5 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.6 de brutovloeroppervlakte van een gebouw:

de bebouwde oppervlakte van de afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld.

2.7 de bouwdiepte:

vanaf het peil tot aan het laagste punt van het bouwwerk, met uitzondering van fundering of ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk.

2.8 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens of andere woning:

daar waar de afstand tussen de woning en de zijdelingse perceelsgrens of de andere woning het kleinste is.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. glastuinbouw;
  2. b. kwekerij en/of tuinbouw op de volle grond;
  3. c. de instandhouding van de herkenbare strokenverkaveling met kavelsloten van de uitgeveende Osdorper Bovenpolder;
  4. d. ecologische verbindingszones;
  5. e. water, watergangen en oeververbindingen;
  6. f. waterberging en waterbeheer met de bijbehorende voorzieningen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. parkeervoorzieningen;

alsmede voor:

  1. i. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een hoveniersbedrijf;
  2. j. ter plaatse van de aanduiding 'kas', stadslandbouw in de kassen met uitzondering van een op ruiterpaden gerichte paardenhouderij, pensionstal, privéstal, paardenmelkerij en/of een stalhouderij;
  3. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hovenier en bloemenhandel', een hoveniersbedrijf en een bloemenhandel;
  4. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hovenier en manege', een hoveniersbedrijf en een manege
  5. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-verrijdbare kas', een verrijdbare kas met een maximale oppervlakte van 830 m²;
  6. n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling', de bestaande stalling van auto's, boten, caravans en/of andere voertuigen;
  7. o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - waterscheiding', een waterscheiding met schouwpad;

met dien verstande dat:

  1. p. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' , uitsluitend een agrarisch loonbedrijf is toegestaan;
  2. q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stoeterij', uitsluitend een stoeterij is toegestaan;
  3. r. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding';
  4. s. in de eerste plaats het bepaalde in 19 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde-Archeologie';
  5. t. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.

3.2 Bouwvoorschriften

Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. toegestaan zijn de volgende bouwwerken:
    1. 1. bedrijfsgebouwen zijn toegestaan ter plaatse van de bestaande bedrijfsgebouwen tot de hoogte en omvang van de bestaande bedrijfsgebouwen, met inachtneming van het bepaalde onder b;
    2. 2. een bestaand glastuinbouwbedrijf mag zijn kassen uitbreiden tot maximaal 20.000 m²;
    3. 3. uitbreiding van kassen is niet toegestaan voor glastuinbouwbedrijven die (een deel van) de kassen gebruiken voor de stalling van auto's, boten, caravans en/of andere voertuigen;
  2. b. ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch loonbedrijf', 'specifieke vorm van agrarisch - hovenier' en 'specifieke vorm van agrarisch - hovenier en manege' zijn de bedrijfsgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  3. c. de goothoogte van de bedrijfsgebouwen onder b mag niet meer dan 4 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 8 meter;
  4. d. toegestaan zijn tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen met een maximale hoogte van 1,50 meter;
  5. e. voor kassen gelden de volgende maxima:
    1. 1. bouwhoogte: 9.50 meter;
    2. 2. goothoogte: 8 meter.

3.3 Specifieke gebruiksvoorschriften

3.4 Aanlegvergunning

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch natuurbeheer;
  2. b. het beweiden met vee;
  3. c. het behoud, herstel of de ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van:
    1. 1. het veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder Zuid, dat bestaat uit de open en waterrijke karakteristiek van het veenweidelandschap met strokenverkaveling en kavelsloten en de daarbij behorende flora en fauna;
    2. 2. de uitgeveende Osdorper Bovenpolder, dat bestaat uit een open landschap met strokenverkaveling en kavelsloten en de daarbij behorende flora en fauna;
    3. 3. oeververbindingen in de vorm van bruggen;
  4. d. ecologische verbindingen;
  5. e. water, watergangen en oeververbindingen;
  6. f. waterberging en waterbeheer met de bijbehorende voorzieningen;

alsmede voor:

  1. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-laarzenpad', een onverhard laarzenpad door de weilanden;
  2. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water-waterscheiding', een waterscheiding met schouwpad;

met dien verstande dat:

  1. i. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding';
  2. j. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde-Archeologie';
  3. k. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 genoemde gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 1.50 meter.

4.3 Specifieke gebruiksregels

In aanvulling op het algemene gebruiksverbod in artikel 23 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:

  1. a. het aanleggen van paardenbakken;
  2. b. het aanbrengen van omheiningen en verlichting;
  3. c. het gebruik ten behoeve van opslag en/of stalling;
  4. d. dempen van watergangen, anders dan voor de toegang tot een perceel voor het onderhoud of voor waterbeheer;
  5. e. vogelaantrekkend gebruik zoals viskwekerijen met extramurale bassins;
  6. f. vogelaantrekkend gebruik zoals moerasgebieden met oppervlaktewateren groter dan 3 hectare.
  7. g. parkeren;
  8. h. het gebruik van de laarzenpaden tijdens het verstoringsgevoelige seizoen voor de weidevogels;
  9. i. het storten van bagger op de natuurvriendelijke oevers of het veenweidegebied.

4.4 Aanlegvergunning

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur kan de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen voor een alternatieve situering van het aangeduide laarzenpad en/of de aangeduide waterscheiding, indien de eigendom van de gronden in de weg staat aan de realisering van het aangeduide laarzenpad en/of de aangeduide waterscheiding.

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een bedrijf in de categorieën A of B van de Staat vanbedrijfsactiviteiten - functiemenging;
  2. b. kantoorruimte, ondergeschikt aan en ten dienste van deze bestemming;

alsmede voor:

  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-autosloperij' , een autosloperij met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 1000 m²;
  2. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf', een aannemingsbedrijf met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 1000 m²;
  3. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transport, aannemer en hovenier', een goederentransportbedrijf, een aannemingsbedrijf met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 1000 m² en een hoveniersbedrijf;
  4. f. ter plaatse van de aanduiding 'groothandel', een groothandel;
  5. g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen', een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;

met de daarbij behorende:

  1. h. tuinen en erven;
  2. i. bergingen en andere nevenruimten;
  3. j. parkeervoorzieningen;
  4. k. laad- en losvoorzieningen;
  5. l. nutsvoorzieningen;
  6. m. watergangen, oeververbindingen en water

met dien verstande dat:

  1. n. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', uitsluitend één bedrijfswoning is toegestaan;
  2. o. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend een nutsvoorziening is toegestaan;
  3. p. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', uitsluitend opslag is toegestaan;
  4. q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-verpakkingsbedrijf', uitsluitend een verpakkingsbedrijf is toegestaan;
  5. r. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding';
  6. s. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde-Archeologie';
  7. t. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

5.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Cultuur En Ontspanning

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. ateliers;
  2. b. het behoud van de karakteristieken van het beeldbepalende schoolgebouw aan de Lutkemeerweg 2, ter plaatse van de bouwaanduiding 'karakteristiek';

met dien verstande dat:

  1. c. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  2. d. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor "Waterstaat-Waterkering.

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. extensief dagrecreatief medegebruik;
  3. c. openbare ruimte;
  4. d. water, watergangen en oeververbindingen;
  5. e. waterberging en waterbeheer met de daarbij behorende voorzieningen;
  6. f. het weiden en begrazen door vee;

alsmede voor:

  1. g. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin', een speeltuin;
  2. h. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte': 40 meter voor een zendmast.

met de daarbij behorende:

  1. i. voet- en fietspaden;
  2. j. straatmeubilair;
  3. k. speelvoorzieningen;
  4. l. nutsvoorzieningen;
  5. m. faunapassages en andere faunavoorzieningen

met dien verstande dat:

  1. n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - afschermende beplanting' uitsluitend afschermende en gebiedseigen beplanting is toegestaan voor de landschappelijke inpassing van de bedrijven;
  2. o. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding;
  3. p. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  4. q. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.

7.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 7.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. maximale bouwhoogte: 2 meter;
  2. b. maximale bebouwingsoppervlakte: 8 m².

7.3 Specifieke gebruiksregels

7.3.1 Strijdig gebruik

In aanvulling op het algemene gebruiksverbod in artikel 23 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:

  1. a. opslag;
  2. b. paardenbakken;
  3. c. parkeren;
  4. d. het dempen van watergangen, anders dan voor de toegang tot een perceel of voor waterbeheer.

7.4 Aanlegvergunning

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, openbare dienstverlening, waaronder begrepen: jeugd/kinderopvang en/of religie en/of bibliotheken en/of openbare dienstverlening en/of verenigingsleven en met uitsluiting van gezondheidszorg, zorg- en welzijn en onderwijs;

alsmede voor:

  1. b. ter plaatse van de aanduiding 'dierenasiel' , een dierenasiel;
  2. c. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs' , een onderwijsinstelling;

met de daarbij behorende:

  1. d. tuinen en erven;
  2. e. kantoorruimte, ondergeschikt aan en ten dienste van deze bestemming;
  3. f. bergingen en andere nevenruimten;
  4. g. parkeervoorzieningen;
  5. h. nutsvoorzieningen.

met dien verstande dat:

  1. i. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' uitsluitend een begraafplaats is toegestaan;
  2. j. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding';
  3. k. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde-Archeologie';
  4. l. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.

8.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 8.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. de gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  2. b. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
    1. 1. bebouwingspercentage bouwvlak: 100%;
    2. 2. bouwhoogte: zoals op de verbeelding is aangegeven;
    3. 3. goothoogte: zoals op de verbeelding is aangegeven;
  3. c. buiten het bouwvlak zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;
  4. d. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
    1. 1. bouwhoogte erfafscheiding: 2 meter;
    2. 2. bouwhoogte windturbine maximaal 10 meter, mits op tenminste 10 meter van de perceelsgrenzen;
    3. 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 2.50 meter.

8.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 9 Natuur

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. behoud en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de polderscheiding die bestaan uit een groen dijklichaam met natuurlijke oevers in het open veenweidegebied die fungeren als een ecologische verbindingszone;
  2. b. water;
  3. c. extensief dagrecreatief medegebruik zonder verstoring van het aangrenzende weidevogelgebied;

met de daarbij behorende:

  1. d. voet- en fietspaden;
  2. e. nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. f. ter plaatse van de aanduiding 'brug', een fietsbrug;

met dien verstande dat:

  1. g. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding;
  2. h. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  3. i. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waterstaat-Waterkering.

9.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 9.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter, met dien verstande dat openbare aanlegsteigers zijn toegestaan met een oppervlakte van maximaal 15 m².

9.3 Specifieke gebruiksregels

9.4 Aanlegvergunning

Artikel 10 Recreatie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. nutstuinen met de daarbij behorende bebouwing, paden en watergangen;

met dien verstande dat:

  1. b. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  2. c. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.

10.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 10.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. per nutstuin is maximaal 1 gebouwtje toegestaan met een oppervlakte van maximaal 6 m² en een bouwhoogte van maximaal 2 meter;
  2. b. de afstand van een gebouwtje tot het hart van een waterloop bedraagt ten minste 3 meter;
  3. c. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
    1. 1. bouwhoogte: 2 meter.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 11 Sport

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. manege;

met de daarbij behorende

  1. b. bedrijfsgebouwen, kantinevoorzieningen, verenigings- en kleedruimten.

11.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 11.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  2. b. voor gebouwen gelden de volgende maxima:
    1. 1. bebouwingspercentage bouwvlak: 100 %;
    2. 2. bouwhoogte: 6,50 meter;
  3. c. buiten het bouwvlak zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;
  4. d. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
    1. 1. bouwhoogte erfafscheiding: 2 meter;
    2. 2. bouwhoogte windturbine maximaal 10 meter, mits op tenminste 10 meter van de perceelsgrenzen;
    3. 3. bouwhoogte lichtmasten: 12 meter;
    4. 4. bouwhoogte overige bouwwerken: 2.50 meter
    5. 5. bebouwingsoppervlakte: 20 m².

11.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 12 Tuin

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
  2. b. oeververbindingen en ontsluitingen;

met dien verstande dat:

  1. c. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding;
  2. d. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  3. e. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor "Waterstaat-Waterkering;
  4. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-tentoonstelling occasions', is het bepaalde in artikel 25.4Persoonsgebonden overgangsrecht van toepassing.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

In aanvulling op het algemene gebruiksverbod in artikel 23 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:

  1. a. opslag en stalling;
  2. b. het dempen van watergangen.

Artikel 13 Verkeer

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. straten en wegen;
  2. b. voet- en fietspaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. in- en uitritten ten behoeve van gebouwde parkeervoorzieningen;
  5. e. bermen en beplanting;
  6. f. behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden in de vorm van bruggen voor de ontsluiting van percelen;

met de daarbij behorende:

  1. g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. h. bestaande oeververbindingen en ontsluitingen;
  3. i. groenvoorzieningen;
  4. j. straatmeubilair;
  5. k. ondergrondse afvalcontainers;
  6. l. ondergrondse infrastructuur;
  7. m. nutsvoorzieningen;
  8. n. faunapassages en andere faunavoorzieningen;
  9. o. andere voorzieningen;

alsmede voor:

  1. p. de instandhouding van een oorlogsmonument ter hoogte van de Osdorperweg 614 / Osdorperweg 632;

met dien verstande dat:

  1. q. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding;
  2. r. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  3. s. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waterstaat-Waterkering.

13.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 13.1 genoemde gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.

13.3 Specifieke gebruiksregels

In aanvulling op het algemene gebruiksverbod in artikel 23 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van een motorbrandstoffenverkooppunt.

Artikel 14 Water

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water en watergangen en de bestaande oeververbindingen;
  2. b. waterberging en waterhuishouding met bijbehorende voorzieningen;
  3. c. waterkering en waterstaatkundige werken;
  4. d. behoud en ontwikkeling van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden die bestaan uit watergangen langs de lintbebouwing in het open veenweidegebied met kavel en dijksloten, bruggen voor de ontsluiting van percelen, en een ecologische verbindingszone langs de Wijsentkade;
  5. e. dagrecreatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

  1. f. groenvoorzieningen;
  2. g. nutsvoorzieningen;
  3. h. faunapassages en andere faunavoorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. i. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding;
  2. j. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  3. k. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waterstaat-Waterkering.

14.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 14.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende maxima:

  1. a. Op en onder de in lid 14.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende maxima:
  2. b. oppervlakte openbare aanlegsteigers: 15 m²;
  3. c. bouwhoogte van bruggen: 10 meter (gemeten vanaf de waterspiegel);
  4. d. bouwhoogte andere bouwwerken: 2.50 meter (gemeten vanaf de waterspiegel).

14.3 Specifieke gebruiksregels

14.4 Aanlegvergunning

Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. praktijk of vrije beroepsuitoefening aan huis;
  3. c. consumentverzorgende dienstverlening aan huis;
  4. d. zakelijke dienstverlening aan huis;
  5. e. 'shortstay';

alsmede voor:

  1. f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', een bedrijf in categorie A van de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten- functiemenging;
  2. g. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de karakteristieken van de aanwezige beeldbepalende bebouwing;


met de daarbij behorende:

  1. h. tuinen en erven;
  2. i. bergingen en andere nevenruimten;
  3. j. parkeervoorzieningen;
  4. k. nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. l. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding;
  2. m. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  3. n. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waterstaat-Waterkering.

15.2 Bouwregels

15.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksbepalingen:

15.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 16 Wonen - Stadslandbouw

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Stadslandbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. praktijk of vrije beroepsuitoefening aan huis;
  3. c. consumentverzorgende dienstverlening aan huis;
  4. d. zakelijke dienstverlening aan huis;
  5. e. stadslandbouw met de daarbij behorende (agrarische) bedrijfsgebouwen;

alsmede voor:

  1. f. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de karakteristieken van de aanwezige beeldbepalende bebouwing;

met de daarbij behorende:

  1. g. tuinen en erven;
  2. h. bergingen en andere nevenruimten;
  3. i. parkeervoorzieningen;
  4. j. nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. k. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding;
  2. l. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  3. m. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waterstaat-Waterkering.

16.2 Bouwregels

16.3 Specifieke gebruiksregels

16.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur kan het plan wijzigen in die zin dat de situering van een bouwvlak voor een woning kan worden gewijzigd teneinde de ruimtelijke kwaliteit op het perceel te verbeteren of teneinde de situering van de woning bovenop een gasleiding op te heffen, mits:

  1. a. de voorgevel van de woning niet verder van de weg wordt gesitueerd, waaraan de woning het adres ontleent';
  2. b. de oppervlakte van het bouwvlak voor de woning na wijziging van de situering niet meer dan 150 m² bedraagt, met inachtneming van het bepaalde onder c;
  3. c. in afwijking van het bepaalde onder b mag bij bouwvlakken voor een woning met een bestaande oppervlakte groter dan 150 m², deze bestaande grotere oppervlakte na wijziging van de situering worden voortgezet;
  4. d. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrenzen tenminste 3 meter bedraagt èn tot een andere bestaande woning tenminste 5 meter, met inachtneming van het bepaalde onder e;
  5. e. in afwijking van het bepaalde onder d mag bij een bestaande kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens of een andere bestaande woning, deze bestaande afstand worden aangehouden doch niet verder worden verkleind;
  6. f. de grens van de bestemming 'Tuin' niet wordt overschreden;
  7. g. vooraf met een bodemonderzoek is aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  8. h. een goede ontsluiting van de bedrijfswoning is verzekerd.

Artikel 17 Wonen - Woonwagenstandplaatsen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaatsen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de inrichting van standplaatsen ten behoeve van woonwagens met de daarbij behorende sanitaire ruimten/bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, verhardingen en erven;

met dien verstande dat:

  1. b. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding;
  2. c. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  3. d. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor "Waterstaat-Waterkering.

17.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 17.1 genoemde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

  1. a. binnen het bouwvlak gelden de volgende maxima:
    1. 1. woonwagens: per bouwvlak niet meer dan 1 woonwagen;
    2. 2. bebouwingspercentage: 100%;
  2. b. voor de woonwagens binnen het bouwvlak gelden de volgende maxima:
    1. 1. bouwhoogte: 7.50 meter;
    2. 2. goothoogte: 3,50 meter
  3. c. buiten het bouwvlak gelden de volgende bouwregels:
    1. 1. bebouwingsmogelijkheden: per woonwagen is op de bij de woonwagen behorende gronden buiten het bouwvlak maximaal 20 m² vrijstaande bebouwing toegestaan.
    2. 2. afstand watergang; de afstand van bebouwing tot het hart van een watergang dient ten minste 3 meter te bedragen;
    3. 3. buiten het bouwvlak zijn geen woonwagens toegestaan;
  4. d. voor de gebouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende maxima:
    1. 1. bouwhoogte: 3 meter;
  5. e. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
    1. 1. bouwhoogte erfafscheiding: 2 meter;
    2. 2. bouwhoogte windturbine maximaal 10 meter, mits op tenminste 10 meter van de perceelsgrenzen;
    3. 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 2.50 meter.

17.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 18 Leiding

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding-brandstof', de beschermingszone van een brandstofleiding;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding-gas', de beschermingszone van een gasleiding;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding-riool' de beschermingszone van een rioolpersleiding;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding-water' de beschermingszone van een drinkwater- en ruwwaterleiding.

18.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 18.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

18.3 Ontheffing van bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 18.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, mits daartegen uit hoofde van het leidingentransport geen bezwaren bestaan en de desbetreffende leidingbeheerder daar vooraf over is gehoord.

18.4 Aanlegvergunning

Artikel 19 Waarde - Archeologie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor archeologisch waardevol gebied.

19.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 19.1 genoemde gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. ver-/nieuwbouw van gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw, gelegen op minder dan 1 meter boven peil, met ten hoogste 100 m² wordt vergroot;
  2. b. de bouw van een bijgebouw of de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw met ten hoogste 100 m²;

één en ander behoudens ontheffing.

19.3 Ontheffing van bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 19.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, mits op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

Aan een ontheffing kunnen regels worden verbonden tot:

  1. a. het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks het uitvoeren van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht;
  2. b. het doen van opgravingen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
  3. c. het begeleiden van de activiteiten waarvoor ontheffing is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige.

De ontheffing wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het dagelijks bestuur in voldoende mate is vastgesteld.

Alvorens het dagelijks bestuur beslist over een ontheffing winnen zij bij een archeologisch deskundige schriftelijk advies in omtrent de vraag of door het verlenen van de ontheffing archeologische waarden worden aangetast, en welke regels moeten worden gesteld.

19.4 Aanlegvergunning

19.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd om de bestemming, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin dat de dubbelbestemming Waarde-Archeologie WR-A van de verbeelding wordt verwijderd, mits uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 20 Waterstaat - Waterkering

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering en de waterstaat.

20.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 20.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.

20.3 Ontheffing van bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 20.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, mits daartegen uit hoofde van de waterstaatsbelangen geen overwegende bezwaren bestaan en de waterbeheerder daar vooraf over is gehoord.

20.4 Aanlegvergunning

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 21 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 22 Algemene Bouwregels

22.1 Bestaande maatvoering:

Op en onder in het bestemmingsplan begrepen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen;

  1. a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemming zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze bestond ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, en destijds in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet is gerealiseerd.
  2. b. Indien zowel goot- als bouwhoogtes zijn voorgeschreven worden dakopbouwen getoetst aan het welstandsbeleid.

22.2 Toegelaten overschrijdingen:

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bouw- en/of bestemmingsgrenzen te overschrijden ten behoeve van:

  1. a. stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
  2. b. gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1/10 van de breedte van de aangrenzende straat met een maximum van 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg dan wel 2,4 meter boven een rijwielpad of voetpad, dat geen deel uitmaakt van de bedoelde strook van 1,5 meter;
  3. c. hijsinrichtingen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 meter en deze werken niet lager gelegen zijn dan 4,2 meter boven het aangrenzende peil;
  4. d. trappenhuizen, dakterrassen, hekwerken en dergelijke mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 2 meter en conform de toepasselijke eisen van het Bouwbesluit.

22.3 Afstand tot watergangen

Gebouwen dienen tenminste 3 meter uit het hart van een watergang te worden gebouwd.

Artikel 23 Algemene Gebruiksregels

Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van gronden en bebouwing voor:

    1. 1. telefoneerinrichting of belhuis, automatenhal, prostitutiebedrijf, seksinrichting, geldwisselkantoor, smartshop;
    2. 2. de opslag en/of stalling van kampeermiddelen, voer- of vaartuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen, en aan hun gebruik onttrokken machines, behoudens gebruik dat strekt tot realisering van de bestemming en gebruik dat voortvloeit uit het normale dagelijkse gebruik en onderhoud en beheer dat ingevolge de bestemming is toegestaan;
    3. 3. Andere doeleinden dan waarvoor voor het dagelijks bestuur ontheffing heeft verleend.

Artikel 24 Algemene Ontheffingsregels

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels ontheffing kan worden verleend, is het dagelijks bestuur bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan, ten behoeve van:

  1. a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, straatmeubilair, vrijstaande muren, keermuren, trapconstructies, bebouwing ten behoeve van al dan niet ondergrondse afvalopslag, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
  2. b. geringe afwijkingen worden toegestaan welke in het belang zijn van een ruimtelijke en/of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken, wegen en anderszins, of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking in situering niet meer bedraagt dan 2 meter;
  3. c. de in de planregels toegestane maximale bouwhoogte mag worden overschreden ten behoeve van:
    1. 1. lift- en trappenhuizen met ten hoogste 1,50 meter;
    2. 2. centrale verwarmingsinstallaties en dakopbouwen met ten hoogste 1,50 meter
    3. 3. schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, antennes en zendmasten ten behoeve van mobiele telefonie met ten hoogste 3 meter;
  4. d. de op de kaart aangegeven bestemmings- of bouwgrenzen met ten hoogste 1.50 meter mogen worden overschreden ten behoeve van uitkragingen, bordessen, buitentrappen, galerijen, luifels, erkers, balkons, lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen.
  5. e. de vestiging van een bedrijf dat is genoemd in de naast hogere categorie van de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging, of de vestiging van een bedrijf dat daarin niet is genoemd, maar dat naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven;
  6. f. de plaatsing van een windturbine met een maximale bouwhoogte van 15 meter op minder dan 10 meter van de perceelsgrenzen, mits:
    1. 1. dat vanwege de windvang noodzakelijk is;
    2. 2. het woon- en leefklimaat op de aangrenzende percelen daardoor niet onevenredig wordt aangetast;
    3. 3. de vogels op gronden met de bestemming Agrarisch met waarden, daardoor niet worden verstoord.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotbepalingen

Artikel 25 Overgangsrecht

25.1 Overgangsrecht bouwen

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het dagelijks bestuur kan eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

25.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

25.3 Hardheidsclausule

Indien de toepassing van het overgangsrecht in 25.1 of 25.2 zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan de grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan het dagelijks bestuur aan de desbetreffende persoon of personen een niet overdraagbare ontheffing verlenen van dat overgangsrecht, met het oog op de beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie.

25.4 Persoonsgebonden overgangsrecht

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-tentoonstelling occasions' mag het bestaande strijdige gebruik in de vorm van de tentoonstelling van maximaal 10 auto-occasions in de tuin, worden voortgezet door de volgende personen: mevrouw E.M. van Klooster-Timmer en de heer H.G.A. van Klooster.
  2. b. De gebruiksrechten onder a zijn persoonsgebonden en derhalve niet in rechte overdraagbaar aan een rechtsopvolger.
  3. c. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  4. d. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Artikel 26 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. Geconsolideerde versie

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING
C
A
T
E
G
O
R
I
E
01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
016 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
016 - algemeen (o.a. loonbedrijven), b.o < 500 m² B
016 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 3.1
016 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m² B
016 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 3.1
0162 KI-stations B
10, 11 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
101, 102 Slachterijen en overige vleesverwerking:
101 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m² B
1052 Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m² B
1071 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, charge-ovens, v.c.< 7.500 kg meel/week B
10821 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
10821 - Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m² B
10821 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m² B
1102 t/m 1104 Vervaardiging van wijn, cider e.d. B
13 VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
139 Vervaardiging van textielwaren B
139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen B
14 VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
141 Vervaardiging kleding van leer B
141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) C
16
16 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
162 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 B
162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken B
58 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
581 Uitgeverijen (kantoren) A
18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen B
1814 Grafische afwerking A
1814 Binderijen B
1813 Grafische reproduktie en zetten B
1814 Overige grafische aktiviteiten B
182 Reproduktiebedrijven opgenomen media A
20
20 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2120 Farmaceutische produktenfabrieken:
2120 - verbandmiddelenfabrieken C
23 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
231 Glasbewerkingsbedrijven B
232, 234 Aardewerkfabrieken:
232, 234 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW B
237 Natuursteenbewerkingsbedrijven:
237 - zonder breken, zeven en drogen p.o. < 2.000 m² B
2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken B
25 VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
251, 331 - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 B
255, 331 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 B
2562, 3311 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 B
259, 331 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 B
26, 28, 33 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
26, 28, 33 Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie B
26, 32, 33 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
26, 32, 33 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie B
31 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
9524 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 A
321 Fabricage van munten, sieraden e.d. B
322 Muziekinstrumentenfabrieken B
32991 Sociale werkvoorziening B
35 PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
35 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
35 - < 10 MVA B
35 Gasdistributiebedrijven:
35 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A A
35 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C B
35 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
35 - blokverwarming B
36
36 WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
36 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
36 - < 1 MW B
41, 42, 43 BOUWNIJVERHEID
41, 42, 43 Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m2 B
41, 42, 43 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 3.1
45, 47 HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
451, 452, 454 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven B
45204 Autobeklederijen A
45205 Autowasserijen B
453 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires B
46 GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
461 Handelsbemiddeling (kantoren) A
4634 Grth in dranken C
4635 Grth in tabaksprodukten C
4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk C
4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen C
464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen C
46499 Grth in vuurwerk en munitie:
46499 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton C
4673 Grth in hout en bouwmaterialen:
5153 - algemeen C
4673 - indien b.o. =< 2000 m2 B
5153.4 zand en grind:
46735 - indien b.o. =< 200 m² B
4674 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154 - algemeen C
4674 - indien b.o. =<2.000 m² B
4676 Grth in overige intermediaire goederen C
4677 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 3.2
466 Grth in machines en apparaten, exclusief machines voor de bouwnijverheid C
466, 469 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. C
47 DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN
952 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) A
55 LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING
562 Cateringbedrijven B
49 VERVOER OVER LAND
493 Taxibedrijven B
494 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. =< 1.000 m² C
494 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 3.2
495 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen B
50, 51 VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT
50, 51 Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) A
52
52 DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
52.1 Opslag
52.109 Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) B
52.2 Dienstverlening voor vervoer
5221 Autoparkeerterreinen, parkeergarages C
5222 Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) A
791 Reisorganisaties A
5229 Expediteurs, cargadoors (kantoren) A
53 POST EN TELECOMMUNICATIE
531, 532 Post- en koeriersdiensten C
61 Telecommunicatiebedrijven A
61 zendinstallaties:
61 - FM en TV B
64, 65, 66 FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN
64, 65, 66 Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen B
41, 68
41, 68 VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED
41, 68 Verhuur van en handel in onroerend goed A
71
7711 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN B
7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) C
773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen C
772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. C
62 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
62 Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. A
58, 63 Datacentra B
72 SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
722 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek A
63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
74203 Foto- en filmontwikkelcentrales C
82992 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. A
84 OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN
8425 Brandweerkazernes C
85
37, 38, 39 MILIEUDIENSTVERLENING
3700 rioolgemalen B
96 OVERIGE DIENSTVERLENING
96013 Wasverzendinrichtingen B
96013 Wasserettes, wassalons A
9602 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten A
9603 Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra A
9313, 9604 Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden B
9609 Persoonlijke dienstverlening n.e.g. A

Bijlage 1 Toelichting Osdorperweg E.o. (Moederplan)

Bijlage 1 Toelichting Osdorperweg e.o. (Moederplan)

Bijlage 2 Toelichting Partiële Herziening Osdorperweg E.o.

Bijlage 2 Toelichting Partiële Herziening Osdorperweg e.o.