KadastraleKaart.com

1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Vigerend Bestemmingsplan
1.3 Ligging En Beschrijving Plangebied
1.4 Vooroverleg
1.5 Advies Stadsdeel
2 Wijziging
2.1 Huidige Situatie
2.2 Toekomstige Situatie
3 Beleidskader
3.1 Omgevingsvisie Amsterdam 2050
3.2 Regionale Energiestrategie
3.3 Externe Veiligheid
3.4 Maatregelen
4 Juridische Planbeschrijving
4.1 Verbeelding
4.2 Wijzigingsbevoegdheid Bestemmingsplan Sloterdijk Iii
4.3 Wijzigingsplan In Relatie Tot Bestemmingsplan
5 Uitvoering
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
1 Inleidende Regels
1 Begrippen
2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
3 Bedrijf - 1
4 Groen
5 Verkeer - 1
6 Water
7 Leiding - Gas
8 Waarde - Archeologie
3 Algemene Regels
9 Algemene Regels
4 Overgangs- En Slotregels
10 Overgangsrecht
11 Slotregel
1 Kwetsbare Objecten
2 Toelichting
1 Verbeelding
2 Regels

Windenergie Sloterdijk III

Wijzigingsplan - Gemeente Amsterdam

Vastgesteld op 12-07-2022 - geheel onherroepelijk in werking

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In het plangebied van bestemmingsplan Sloterdijk III hebben zich sinds de vaststelling van het plan in 2013 enkele ontwikkelingen voorgedaan op het gebied van windenergie. In het plangebied zijn aanwezige windturbines van het voormalige windpark Sloterdijk verwijderd. Op een nieuwe locatie zijn windturbines van Windpark Westpoortweg mogelijk gemaakt. Deze nieuwe windturbines zijn planologisch mogelijk gemaakt met een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan (PM datum/kenmerk) welke is verleend door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Deze omgevingsvergunning bevat de toestemming voor de bouw en het gebruik van de aangevraagde windturbines. De windturbines hebben een ashoogte van 80m tot 100m, een rotordiameter van 82m tot 103m en een tiphoogte van ten hoogste 140m.

Alhoewel het bestemmingsplan Sloterdijk III en de omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan naast elkaar gelde is het nog noodzakelijk gebleken het bestemmingsplan te wijzigen en de veiligheidszones voor het nieuwe windpark daarin vast te leggen. Daarmee wordt voorkomen dat in de omgeving van de windturbines een situatie ontstaat die in strijd is met het sectorale beleid en de sectorale normstelling ten aanzien van externe veiligheid.

De eerste aanleiding voor het wijzigingsplan is gelegen in de verlening van de omgevingsvergunning voor het nieuwe Windpark Westpoortweg. Door het planologisch regelen van de veiligheidscirkels krijgt het bestemmingsplan de beoogde signaleringsfunctie. Nu toch een wijzigingsplan is voorbereid, zijn daarin tevens functieaanduidingen opgenomen voor de windturbineposities. Het wijzigingsplan bevat een tweede wijziging in de vorm van het verwijderen van een functieaanduiding en gebiedsaanduidingen die samenhingen met het verwijderde windpark Sloterdijk. Het gaat de verwijdering van functieaanduidingen en gebiedsaanduidingen voor 2 van de 4 windturbinelocaties van het voormalige windpark Sloterdijk (zie figuur 1).

1.2 Vigerend Bestemmingsplan

Het plangebied is gelegen binnen de grenzen van het geldende bestemmingsplan Sloterdijk III, dat is vastgesteld en onherroepelijk geworden op 3 juli 2013. Ter plaatse van Windpark Westpoort vigeert de bestemming ‘Bedrijf-1’. Ter plaatse zijn bedrijfsactiviteiten uit categorie 2 tot en met 5 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Ter plaatse van het voormalige windpark Sloterdijk vigeert de bestemming ‘groen’.

In het bestemmingsplan zijn de gebiedsaanduidingen ‘veiligheidszone – windturbine 1’ en ‘veiligheidszone – windturbine 2’ opgenomen rond de windturbineaanduidingen van het voormalige windpark Sloterdijk. Binnen ‘veiligheidszone – windturbine 1’ zijn zowel kwetsbare als beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan. Binnen de veiligheidszone – windturbine 2’ zijn beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.

Met voorliggend wijzigingsplan worden deze gebiedsaanduidingen aangebracht rond de locaties van de vergunde windturbines van Windpark Westpoortweg. Tevens zijn met het wijzigingsplan de functieaanduiding ‘windturbine’ en de gebiedsaanduidingen rond één windturbinepositie van Windpark Sloterdijk verwijderd (positie direct ten zuiden van de Westpoortweg). Nu de functie windturbine op die locatie niet langer gewenst is vormen de gebiedsaanduiding een ongewenste beperking in de ontwikkelingsmogelijkheden voor nieuwe bedrijvigheid. Daarom worden deze functieaanduiding en gebiedsaanduidingen verwijderd. Deze verwijdering vindt ook plaats voor de meest noordelijke windturbinepositie van Windpark Sloterdijk. Die positie is echter gelegen in het plangebied van bestemmingsplan Kopraweg (2020) en kan daarom geen deel uitmaken van voorliggend wijzigingsplan, daarvoor een wordt een separaat bestemmingsplan opgesteld.

1.3 Ligging En Beschrijving Plangebied

Windpark Westpoortweg is gelegen binnen de inrichting van de RWZI West van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Bij het oorspronkelijke ontwerp en de bouw van de voorbezinktanks is al rekening gehouden met de inpassing van windturbines. De RWZI wordt aan de noordzijde begrensd door de havenspoorlijn. Ten noorden van de RWZI is de bebouwing van de Afval Energie Centrale prominent aanwezig. Ten zuiden zijn diverse bedrijven gevestigd aan de zuidzijde van de Westpoortweg. Verder naar het zuiden is het kunstwerk van de A5 Westrandweg aanwezig.

Voor de begrenzing van het wijzigingsplangebied is aangesloten bij de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone – windturbine 2’ rond de windturbines van Windpark Westpoortweg, behalve voor de meest westelijke windturbinelocatie van windpark Westpoortweg. Voor deze laatste locatie is aangesloten bij de plangrens van het bestemmingsplan Sloterdijk en logische grenzen van bestemmingsvlakken. Het plangebied is ter plaatse vergroot teneinde de gebiedsaanduidingen behorende bij het voormalige windpark Sloterdijk te kunnen wijzigen.

Met het opnemen van de gebiedsaanduiding veiligheidszone rond de windturbines van Westpoortweg wordt planologisch geregeld dat binnen de aanduiding geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan. Deze aanduiding is gelegen binnen de bestemming ‘Bedrijf-1’ en de bestemming ‘verkeer-1’.

1.4 Vooroverleg

Voorliggend wijzigingsplan is in november en begin december in vooroverleg geweest. Hier zijn geen reacties op binnengekomen.

1.5 Advies Stadsdeel

Stadsdeel Nieuw-West heeft een positief advies gegeven over het voorliggende wijzigingsplan.

2 Wijziging

2.1 Huidige Situatie

In de huidige situatie is sprake van de aanwezigheid van RWZI Westpoort, in beheer bij Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Ten zuiden van de Westpoortweg is bedrijfsbebouwing aanwezig en worden diverse bedrijfsactiviteiten ondernomen. Op grond van het bestemmingsplan zijn bedrijfsactiviteiten tot en met milieucategorie 5 mogelijk. Het bestemmingsplan biedt binnen de bestemming ‘bedrijf -1’ de mogelijkheid voor een bijbehorend kantoor met een oppervlakte van ten hoogste 2.000 m2. Daarmee is niet uitgesloten dat het pand waarin het kantoor is ingericht moet worden getypeerd als een beperkt kwetsbaar object in de zin van artikel 1 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevi). Ter plaatse van dergelijke objecten moet worden voldaan aan de grenswaarde 10-6 voor het plaatsgebonden risico.

In de huidige situatie is sprake van de aanwezigheid van functieaanduiding ‘windturbine’ en bijbehorende veiligheidszones windturbine 1 en 2. Ter plaatse is in de periode 2001- 2020 een windpark geëxploiteerd bestaande uit 4 windturbines van het type Vestas V47 met een geïnstalleerd vermogen van 0,66 MW per turbine. De windturbines met een ashoogte van 65 m en een rotordiameter van 47 m zijn in 2020 verwijderd. Nu de erfpachtovereenkomst met de exploitant van de windturbines ook eveneens in 2020 is beëindigd, is er geen mogelijkheid meer voor het opnieuw oprichten van een windpark op deze locatie (los van de vraag of een windpark met dergelijke afmetingen als energieproject nog rendabel kan worden geëxploiteerd). Omdat de huidige aanwezige gebiedsaanduidingen ‘veiligheidszone windturbine -1’ en ‘veiligheidszone windturbine -2’ beperkend zijn voor de ontwikkeling van bedrijfsactiviteiten binnen de bestemming ‘bedrijf -1’is het gewenst om deze aanduidingen van de verbeelding te verwijderen.

De twee zuidelijke windturbinelocaties blijven voorlopig gehandhaafd omdat niet direct sprake is van een beperking als gevolg van de aanwezigheid van de gebiedsaanduidingen ‘veiligheidszone windturbine 1’ en ‘veiligheidszone windturbine 2’ en de functieaanduiding ‘windturbine’. Dit biedt de mogelijkheid om in de toekomst op deze locaties, binnen de grenzen van het bestemmingsplan, een windturbine op te richten die bijvoorbeeld kan worden ingezet voor directe levering. De uitvoerbaarheid van een nieuwe windturbine moet in een vergunningprocedure worden onderzocht en aangetoond.

2.2 Toekomstige Situatie

In het kader van de vergunningverlening voor windpark Westpoortweg heeft onderzoek plaatsgevonden naar externe veiligheidseffecten. In de vergunning is gemotiveerd dat hoewel de maximale PR 10-6 contour van de windturbines reiken tot over de bedrijfsbestemming ten zuiden van de Westpoortweg, geen sprake is van belemmering in ontwikkelingsmogelijkheden. De overlap van de PR 10-6 contour met deze bestemmingen is minimaal. Om desondanks te voorkomen dat binnen deze zones (delen van) een beperkt kwetsbaar object worden gebouwd wordt met het wijzigingsplan geregeld dat ter plaatse van deze PR 10-6 contouren, die gelijk zijn aan de veiligheidszone – windturbine 2, geen beperkt kwetsbare objecten aanwezig kunnen zijn. Daarmee wordt voorkomen dat in de toekomst een knelpunt kan ontstaan.

Voor één turbinelocatie (Wt 3) zijn maatregelen vastgelegd in het wijzigingsplan, in overeenstemming met de verleende omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan. Deze maatregel bestaat uit de toepassing van sectormanagement (zie paragraaf 3.2). Met behulp van sectormanagement wordt op deze windturbinelocatie voorkomen dat de grenswaarde PR 10-6 reikt tot over de bestaande bedrijfsbebouwing. De maatregel bestaat uit het beperken van de omwentelingssnelheid van de rotor bij een bepaalde windrichting zodat de werpafstand voor een rotorblad, bij nominaal toerental, wordt beperkt.

Deze maatregel is alleen nodig in geval een windturbinetype wordt gebouwd dat een PR 10-6 contour heeft die overeenkomt met de maximale PR 10-6 contour zoals is vergund en zoals het uitgangspunt is voor het wijzigingsplan. Het is mogelijk dat een windturbinetype wordt gebouwd dat voldoet aan de minimale en maximale afmetingen voor ashoogte en rotordiameter maar dat een PR 10-6 contour heeft die kleiner is dan de maximale vergunde contour. In dat geval is sectormanagement niet nodig.

3 Beleidskader

3.1 Omgevingsvisie Amsterdam 2050

In Omgevingsvisie Amsterdam 2050 is aandacht besteed de toekomstige ruimtevraag van energie- en warmtesystemen. Met de groei van de stad groeit ook de vraag naar elektriciteit en warmte. Deze vraag is deels nog een grote onbekende. In de visie zijn al wel voorkeursgebieden voor windenergie aangewezen. De haven krijgt een belangrijke rol in de opwek en opslag van duurzame energie. Het gaat hierbij om zon op dak en windenergie. Dat zijn op dit moment de meest bewezen technieken voor grootschalige opwekking. De ambitie is om in 2030 minstern 127 MW aan windenergie te realiseren. In de RES 1.0 zijn hiervoor zes voorkeursgebieden en enkele reservegebieden benoemd. Windpark Westpoortweg is gelegen in zoekgebied 1B Haven Zuid. De uitvoering van het plan past geheel binnen de kaders van de Omgevingsvisie die op 8 juli 2021 is vastgesteld.

3.2 Regionale Energiestrategie

In mei 2021 heeft de gemeenteraad van Amsterdam ingestemd met de Regionale energiestrategie 1.0. Deze strategie legt zoekgebieden voor nieuwe windturbinelocaties vast. Dit plan heeft raakvlakken met deze strategie.

De vergunningverlening voor de vier nieuwe windturbines (per stuk 2,2 a 3 MW) op het terrein van de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Westpoort is bijna afgerond. Initiatiefnemer Amstel, Gooi en Vecht / Waternet voert momenteel, n.a.v. de uitspraak van de Raad van State over de landelijke windturbinenormen op 30 juni jl., overleg met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en de Provincie Noord-Holland over de vervolgstappen.

Dit initiatief, evenals het initiatief voor windenergie in het gebied Noorder IJ-plas / Cornelis Douwesterrein, maakt geen deel uit van de RES-reflectiefase. Beide initiatieven voor windenergie volgen uit de door gemeenteraad vastgestelde Windvisie 2012. In de Windvisie 2012 zijn deze gebieden aangeduid als kansrijke en wenselijke gebieden voor windenergie.

De RES-reflectiefase is opgezet om nieuwe initiatieven in het kader van de RES 1.0 te kunnen beoordelen. Aangezien dit initiatief reeds in de windvisie 2012 was opgenomen, valt dit niet onder de werking van de RES-reflectiefase. De locatie van het wijzigingsplan ligt wel binnen een voorkeursgebied voor het toepassen van windenergie. Dit plan is dan ook in lijn met de Regionale energiestrategie.

3.3 Externe Veiligheid

De normstelling omtrent windturbines en objecten waar personen verblijven volgt uit het Activiteitenbesluit:

  1. Het plaatsgebonden risico voor een buiten de inrichting gelegen kwetsbaar object, veroorzaakt door een windturbine of een combinatie van windturbines, is niet hoger dan 10-6 per jaar.
  2. Het plaatsgebonden risico voor een buiten de inrichting gelegen beperkt kwetsbaar object, veroorzaakt door een windturbine of een combinatie van windturbines, is niet hoger dan 10-5 per jaar.

Zie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.1 voor de definities kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten.

Op de 10-6 contour heeft een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, een kans op overlijden van één keer in de miljoen jaar als rechtstreeks gevolg van een falende windturbine. Op de 10-5 contour is deze kans één keer in de honderdduizend jaar.

3.4 Maatregelen

In de omgevingsvergunning voor Windpark Westpoortweg is onderbouwd welke maximale PR 10-6 contour kan optreden bij windturbinetypen die met de vergunde bandbreedte voor ashoogte en rotordiameter kunnen worden gebouwd. In de huidige situatie reikt deze maximale PR 10-6 contour van windturbinelocatie 3 van Windpark Westpoortweg tot over een bestaand gebouw gelegen ten zuiden van de Westpoortweg. Het is niet uitgesloten dat zich binnen het gedeelte van het gebouw dat binnen de 10-6 contour is gelegen, een kantoorruimte bevindt dat deel uitmaakt van een kantoor met een oppervlak van meer dan 1.500 m2 (en daarmee te kwalificeren is als een kwetsbaar object).

Om te voorkomen dat een handhavingssituatie ontstaan kan middels het toepassen van sectormanagement de 10-6 contour van de betreffende windturbine zodanig worden verkleind dat deze niet meer tot over het kwetsbare object reikt. De maatregel bestaat uit de toepassing van sectormanagement. De maatregels is vastgelegd in de voorschriften van de omgevingsvergunning voor windpark Westpoortweg. De Handreiking Risicozonering Windturbines (HRW 2020) zegt over sectormanagement het volgende:

Sectormanagement kan eveneens toegepast worden als bronmaatregel om het additionele risico, ten gevolge van de windturbines, op een object te verlagen. Sectormanagement biedt geen oplossing bij mast- en gondelfalen, maar wel bij bladafworp. Bij bladafworp is de richting veelal in het vlak van de rotor terwijl de richting van vallen bij mast- en gondelfalen meer willekeurig is. Om deze reden is sectormanagement enkel voor het bladafworpscenario zinvol. Indien een object slechts getroffen kan worden door een afgebroken rotorblad bij een beperkt aantal gondelposities, kan sector-management voor een verlaagd risiconiveau zorgen. Als preventieve maatregel kan het volgende toegepast worden:

  • Stilzetten van één of meerdere windturbines in vooraf bepaalde gondelposities, het risico door bladafworp wordt in deze gondelposities daarmee gelijk aan nul.
  • Verlagen van het toerental/vermogen van één of meerdere windturbines in vooraf bepaalde gondelposities, het risico door bladafworp wordt in deze gondelposities verlaagd.

Doordat de 10-6 contour maar zeer beperkt met het kwetsbare object overlapt is stilzetten van de windturbine niet noodzakelijk en is verlaging van het toerental in bepaalde windrichtingen afdoende om de 10-6 contour genoeg te verkleinen. Voor het referentie-turbinetype Enercon E103 geldt dat wanneer het nominale toerental tot 14,2 omwentelingen per minuut (round per minute, RPM) moet worden beperkt de 10-6 contour 91 meter bedraagt. Omdat de afstand tot het beperkt kwetsbare object 92 meter bedraagt, zou de 10-6 contour bij een toerental van 14,2 RPM niet langer tot over het betreffende gebouw reiken en wordt voldaan aan de grenswaarde voor het Plaatsgebonden Risico ter plaatse van beperkt kwetsbare objecten. In onderstaande figuur wordt de maximale risicocontour weergeven waarbij in bepaalde windrichtingen (oranje vlakken) het toerental wordt teruggebracht tot 14,2 RPM.

4 Juridische Planbeschrijving

4.1 Verbeelding

Voor de begrenzing van het plangebied is aangesloten bij de begrenzing van de te regelen veiligheidszone windturbine – 2 voor de vier windturbinelocaties van Windpark Westpoortweg. De aanduiding veiligheidszone – windturbine 2 wordt met het wijzigingsplan gelegd op bestemmingen waar beperkt kwetsbare objecten mogelijk zijn op grond van het geldende bestemmingsplan Sloterdijk III. Om die reden zijn de aanduidingen beperkt tot de bestemmingsgrenzen van de bestemming ‘bedrijf 1’ zoals vastgelegd in het geldende bestemmingsplan Sloterdijk III.

Aan de westzijde van het plangebied voor de begrenzing aangesloten bij logische grenzen van bestemmingsvlakken. Het plangebied is ter plaatse vergroot teneinde de gebiedsaanduidingen behorende bij het voormalige windpark Sloterdijk te kunnen wijzigen (verwijderen).

4.2 Wijzigingsbevoegdheid Bestemmingsplan Sloterdijk Iii

Artikel 23 van het geldende bestemmingsplan Sloterdijk III (2013) bevat algemene wijzigingsregels.

Op grond van artikel 23 lid c kan een functieaanduiding ‘windturbine’ met bijbehorende ‘veiligheidszones windturbine -1 en -2’ van de verbeelding worden verwijderd indien de windturbine wordt verwijderd.

Op grond van artikel 23 lid d kan een functieaanduiding ‘windturbine’ met bijbehorende ‘veiligheidszones windturbine -1 en -2’ aan de verbeelding worden toegevoegd indien een windturbine wordt geplaatst.

Beide artikelen vormen de basis voor het wijzigingsplan windturbines Sloterdijk III.

4.3 Wijzigingsplan In Relatie Tot Bestemmingsplan

De grens van het wijzigingsplan valt grotendeels samen met de begrenzing van de ‘veiligheidszone windturbine - 2’ voor de windturbines van Windpark Westpoortweg. Met het wijzigingsplan is immers ten eerste beoogd om binnen deze veiligheidszones de ontwikkeling van beperkt kwetsbare objecten uit te sluiten. Om die reden is naast een verwijzing naar de regels behorende bij de bestemming ‘Bedrijf -1’ de regel opgenomen dat de ontwikkeling van beperkt kwetsbare objecten is uitgesloten. Deze bepaling lijkt overbodig gelet op artikel 3.1 lid x. In het wijzigingsplan moet echter een link worden gelegd tussen de verbeelding en de regels. Om die reden moet in het wijzigingsplan zowel de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone windturbine -2’ als de verbodsbepaling worden opgenomen. Voor overige bepalingen wordt verwezen naar de regels zoals opgenomen in het bestemmingsplan. Ook de uitsluiting van kwetsbare objecten binnen de ‘veiligheidszone windturbine -1’ is relevant om strijdige situaties te voorkomen. Alhoewel deze zone niet tot buiten de bestaande inrichting van de RWZI reikt en het risico op strijdige situaties zeer klein is, is vanuit het oogpunt van congruentie met het bestemmingsplan eveneens de veiligheidszone windturbine 1 opgenomen in het wijzigingsplan. Het wijzigingsplan bevat tevens een functieaanduiding ‘windturbine’ ter plaatse van de 4 windturbineposities van Windpark Westpoortweg. De bouwregels behorende bij deze aanduiding sluiten aan bij de omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan die vooruitlopend op het wijzigingsplan voor Windpark Westpoortweg door GS van Noord-Holland is verleend (PM datum/kenmerk).

Voor windturbinepositie 1 van windpark Westpoortweg (zie figuur 2) geldt dat een groter gebied dan de veiligheidszone windturbine – 2 is aangehouden voor de begrenzing van het wijzigingsplan. De reden daarvoor is dat in dat deel van het wijzigingsplangebied aanduidingen moesten worden verwijderd die samenhingen met aanduidingen voor het voormalige Windpark Sloterdijk (zie figuur 6).

Met het wijzigingsplan Windenergie Sloterdijk is tevens beoogd om aanduidingen die samenhangen met de bouw en het gebruik van windturbines ter plaatse van het voormalige windpark Sloterdijk te verwijderen. Deze verwijdering geldt voor de twee noordelijke van de vier windturbinelocaties (zie figuur 6 en 7).

Van deze twee locaties is de meest noordelijke locatie buiten de grenzen van het wijzigingsplangebied gelegen, de bijbehorende gebiedsaanduidingen (veiligheidszones), voor zover gelegen binnen het wijzigingsplangebied, worden wel verwijderd. De functieaanduiding voor de windturbinelocatie direct ten zuiden van de Westpoortweg, gelegen in de bestemming ‘Groen’, met inbegrip van bijbehorende gebiedsaanduidingen, wordt met het wijzigingsplan verwijderd.

5 Uitvoering

5.1 Economische Uitvoerbaarheid

Het wijzigingsplan is geen voorgenomen bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 Bro. De exploitatieplanplicht is niet van toepassing. Er is tevens geen aanleiding tot het sluiten van een planschaderisico-overeenkomst. Het betreft het consolideren van een ruimtelijke ontwikkeling die al met een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan planologisch is mogelijk gemaakt. Planschaderisico’s als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling van Westpoortweg hangen samen met de door Gedeputeerde Staten verleende omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan. Tussen vergunninghouder en bevoegd gezag Gedeputeerde Staten van Noord-Holland zijn in het kader van die omgevingsvergunningprocedure afspraken vastgelegd over het planschaderisico.

Voor het verwijderen van de functieaanduiding en gebiedsaanduidingen voor windturbinelocaties van het voormalige windpark Sloterdijk geldt dat de erfpachtovereenkomst met gemeente Amsterdam is beëindigd waardoor geen sprake meer is van belanghebbendheid van derden bij deze aanduidingen.

5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Het voorliggende wijzigingsplan maakt geen nieuwe functies mogelijk, de maatschappelijk uitvoerbaarheid van windpark Westpoortweg is door het college van GS van Noord-Holland gemotiveerd in de omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan die voor het windpark is verleend. Het wijzigingsplan wordt na vaststelling evenwel voor eenieder ter inzage gelegd. Gedurende de terinzageleggingstermijn kunnen belangstellenden zienswijzen indienen bij het college van B&W.

1 Inleidende Regels

1 Begrippen

1.1 plan

Het wijzigingsplan Windenergie Sloterdijk III

1.2 wijzigingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0363.F2102BPGST-VG01

1.3 bestemmingsplan

Het bestemmingsplan ‘Sloterdijk III’ van gemeente Amsterdam dat door de gemeenteraad van Amsterdam is vastgesteld op 3 juli 2013 met planidentificatie NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02

1.4 overige begrippen

Voor de overige begrippen wordt verwezen naar artikel 1 Begrippen van de planregels van het bestemmingsplan; https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02/r_NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02.html#NL.IMRO.PT._1_Begrippen

2 Wijze Van Meten

Voor de wijze van meten wordt verwezen naar artikel 1 ‘Begrippen’ van de planregels van het bestemmingsplan; https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02/r_NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02.html#_2_Wijzevanmeten

2.6 tiphoogte van een windturbine

Vanaf het peil tot aan de tip (uiteinde) van het bovenste verticaal staande rotorblad

2 Bestemmingsregels

3 Bedrijf - 1

3.1 Algemeen

Voor de regels behorende bij de bestemming ‘bedrijf-1’ wordt verwezen naar artikel 3 ‘Bedrijf-1’ van de planregels van het bestemmingsplan; https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02/r_NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02.html#_3_Bedrijf-1

Met dien verstande dat kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone -bevi’ niet zijn toegestaan

De voor ‘bedrijf -1’ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  1. ter plaatse van de aanduidingen “windturbine”: een windturbine

3.2 Bouwregels

  1. De ashoogte van een windturbine bedraagt ten minste 80 m en ten hoogste 100 m
  2. De tiphoogte van een windturbine bedraagt ten hoogste 140 m

3.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de voor Bedrijf - 1 aangewezen gronden geldt het volgende:

  1. bedrijfswoningen niet zijn toegestaan
  2. kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten niet zijn toegestaan binnen de "veiligheidszone - windturbine 1";
  3. kwetsbare objecten niet zijn toegestaan binnen de "veiligheidszone - windturbine 2";

4 Groen

4.1 Algemeen

Voor de regels behorende bij de bestemming ‘Groen’ wordt verwezen naar artikel 8 ‘Groen’ van de planregels van het bestemmingsplan; https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02/r_NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02.html#_8_Groen

Met dien verstande dat kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone -bevi’ niet zijn toegestaan

5 Verkeer - 1

5.1 Algemeen

Voor de regels behorende bij de bestemming ‘Verkeer - 1’ wordt verwezen naar artikel 9 ‘Verkeer - 1’ van de planregels van het bestemmingsplan; https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02/r_NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02.html#_9_Verkeer-1

Met dien verstande dat kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone -bevi’ niet zijn toegestaan

6 Water

6.1 Algemeen

Voor de regels behorende bij de bestemming ‘Water’ wordt verwezen naar artikel 11 ‘Water’ van de planregels van het bestemmingsplan; https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02/r_NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02.html#_11_Water

Met dien verstande dat kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone -bevi’ niet zijn toegestaan

7 Leiding - Gas

7.1 Algemeen

Voor de regels behorende bij de dubbelbestemming ‘Leiding - Gas’ wordt verwezen naar artikel 12 ‘Leiding-Gas’ van de planregels van het bestemmingsplan; https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02/r_NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02.html#_12_Leiding-Gas

8 Waarde - Archeologie

8.1 Algemeen

Voor de regels behorende bij de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ wordt verwezen naar artikel 16 ‘Waarde- Archeologie’ van de planregels van het bestemmingsplan; https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02/r_NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02.html#_16_Waarde-Archeologie

3 Algemene Regels

9 Algemene Regels

9.1 Algemeen

Voor de algemene regels wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van de planregels van het bestemmingsplan; https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02/r_NL.IMRO.0363.B0804BPGST-VG02.html#_3_Algemeneregels

9.2 Specifieke gebruiksregel

De bepalingen als opgenomen in artikel 23 van de algemene regels van het bestemmingsplan zijn niet van toepassing op het wijzigingsplan

4 Overgangs- En Slotregels

10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

10.2 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 10.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

10.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 10.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

10.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

10.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 10.5, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

10.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 10.4, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.


10.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 10.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

11 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan Windenergie Sloterdijk III

1 Kwetsbare Objecten

1 Kwetsbare objecten

2 Toelichting

2 Toelichting

1 Verbeelding

1 Verbeelding

2 Regels

2 Regels