KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Sport
Artikel 5 Tuin
Artikel 6 Verkeer-1
Artikel 7 Verkeer-2
Artikel 8 Water
Artikel 9 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Antidubbeltelregel
Artikel 11 Algemene Bouwregels
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
Artikel 13 Algemene Ontheffingsregels
Hoofdstuk 4 Algemene Regels
Artikel 14 Overgangsrecht
Artikel 15 Slotregel

Bestemmingsplan Admiralengracht

Bestemmingsplan - Amsterdam

Onherroepelijk op 15-04-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Admiralengracht van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Bos en Lommer;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.H0901BPSTD-OH01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;

1.3 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:

dienstverlenende beroepen, kantoren en medische dan wel paramedische practijken die in een woning worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate, dat wil zeggen minimaal 60% van het bruto vloeroppervlakte, haar woonfunctie behoudt, en welke een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 automatenhal:

iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek;

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.8 bebouwingspercentage:

het in het bestemmingsplan aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak dat maximaal mag worden bebouwd;

1.9 belhuis:

een bedrijf dat zich in hoofdzaak richt op publiekgerichte dienstverlening op het gebied van telefoon, internet- of faxvoorzieningen;

1.10 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 bijzondere bouwlaag:

kelder, souterrain, niet zijnde geschikt voor zelfstandige bewoning;

1.13 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.14 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.15 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen.

1.16 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.17 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.18 bouwwerk geen gebouw zijnde:

elk bouwwerk dat niet valt onder het begrip gebouw;

1.19 dagelijks bestuur:

het dagelijks bestuur van het stadsdeel;

1.20 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen, het verhuren of leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van ondergeschikte horeca;

1.21 erven:

deel van een perceel dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;

1.22 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.23 geldwisselkantoor:

een voor publiek toegankelijk kantoor of gelegenheid waarvan het hoofdbestanddeel van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig wisselen van geld of waardepapieren;

1.24 gevel:

een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak;

1.25 gevelvlak:

het verticale vlak ter plaatse van een gevel;

1.26 helofytenfilter:

een biologisch waterfilter dat wordt gebruikt voor zuivering van water met als doel de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren;

1.27 internetcafé:

een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot internetten (verbinding maken met dan wel het raadplegen van websites);

1.28 kelder:

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de daarboven gelegen bouwlaag niet boven het peil is gelegen;

1.29 maatvoeringsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde maximum bouwhoogte en goothoogte en/of bebouwingspercentage;

1.30 nutsvoorzieningen:

gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden;

1.31 Peil:

voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst:

  1. a. de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.32 pleziervaartuig:

een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie;

1.33 prostitutie:

het aanbieden of verrichten van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding;

1.34 prostitutiebedrijf:

een bedrijf waar prostitutie wordt bedreven;

1.35 scootsafe:

een stallingsconstructie (met oplaadpunt) voor een scootmobiel (elektrisch voertuig) dat gebruikt wordt door invaliden;

1.36 seksinrichtingen:

een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en –winkel en naar de aard daarmee te vergelijke inrichtingen;

1.37 souterain:

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven het peil is gelegen;

1.38 short stay:

het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één (1) week en maximaal zes (6) maanden.

1.39 telefoneerinrichtingen:

een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoneergesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en ontvangen van faxen.

1.40 tuin:

een bij woonbebouwing behorend doorgaans omheind stuk grond ten behoeve van beplanting en/of terras;

1.41 verblijfsgebied:

een niet voor gemotoriseerd verkeer openbaar toegankelijke en ongebouwde ruimte, tevens bestemd voor groen;

1.42 verkeersareaal:

gronden die in gebruik zijn als verkeersruimte voor al dan niet gemotoriseerd verkeer, bestaande uit rijwegen, fiets- en voetpaden, niet zijnde autowegen of autosnelwegen;

1.43 wegdek:

verharde bovenlaag van een weg;

1.44 woning:

een gebouw of een gedeelte daarvan bevattende een complex van ruimten, dat blijkens zijn aard en indeling geschikt is om door één of meer personen permanent te worden bewoond.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.3 bebouwingspercentage:

door projectie van de bebouwing in het bestemmingsvlak, tenzij anders in de regels is bepaald, de kelders en souterrains niet mee gerekend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen;
  2. b. speelvoorzieningen;
  3. c. voetpaden;
  4. d. water.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 3.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor speelvoorzieningen geldt: situering uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening'.

Artikel 4 Sport

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sporthal;
  2. b. sportveld;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. parkeren, met bijbehorende toegangswegen;
  5. e. erven.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 4.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor parkeren geldt een maximum aantal parkeerplaatsen van: 10.

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen;
  2. b. groen;
  3. c. voetpaden;
  4. d. water;
  5. e. parkeren;
  6. f. bergingen;
  7. g. fietsenstalling;
  8. h. technische ruimte.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 5.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. parkeren, bergingen, fietsenstallingen en technische ruimtes zijn uitsluitend toegstaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  2. b. voor parkeren geldt een minimum aantal parkeerplaatsen van 141;
  3. c. bergingen, fietsenstallingen en technische ruimtes zijn slechts toegestaan als in het bestemmingsplan aangegeven aanduidingvlakken 'parkeergarage' tezamen voorzien in minimaal 141 parkeerplaatsen.

Artikel 6 Verkeer-1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verkeersareaal;
  2. b. parkeren;
  3. c. groen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Verkeer-2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsgebied;
  2. b. parkeren;
  3. c. bergingen;
  4. d. fietsenstalling;
  5. e. technische ruimte.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 7.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. parkeren, bergingen, fietsenstallingen en technische ruimtes zijn uitsluitend toegstaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  2. b. voor parkeren geldt een minimum aantal parkeerplaatsen van 141;
  3. c. bergingen, fietsenstallingen en technische ruimtes zijn slechts toegestaan als de in het bestemmingsplan aangegeven aanduidingvlakken 'parkeergarage' tezamen voorzien in minimaal 141 parkeerplaatsen.

Artikel 8 Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water;
  2. b. steigers;
  3. c. helofytenfilter;
  4. d. verblijfsgebied.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. steigers zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  2. b. helofytenfilters zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water – helofytenfilter';
  3. c. voor verblijfsgebied geldt: uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water – helofytenfilter' en de aanduiding 'steiger'.

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. tuinen;
  3. c. aan-huis-verbonden beroepen;
  4. d. short stay;
  5. e. dakterrassen;
  6. f. parkeren;
  7. g. bergingen;
  8. h. fietsenstalling;
  9. i. technische ruimte.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 9.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. parkeren, bergingen, fietsenstallingen en technische ruimtes zijn uitsluitend toegstaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  2. b. voor parkeren geldt een minimum aantal parkeerplaatsen van 141;
  3. c. bergingen, fietsenstallingen en technische ruimtes zijn slechts toegestaan als de in het bestemmingsplan aangegeven aanduidingvlakken 'parkeergarage' tezamen voorzien in minimaal 141 parkeerplaatsen.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 10 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene Bouwregels

11.1 Toegestane overschrijdingen

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:

  1. a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
  2. b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
  3. c. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een rijwielpad en 2,2 meter boven een voetpad, voorzover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter.

Artikel 12 Algemene Gebruiksregels

12.1 Verbodsregels

Artikel 13 Algemene Ontheffingsregels

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels ontheffing kan worden verleend, is het dagelijks bestuur bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende regels van dit bestemmingsplan, met dien verstande dat:

  1. a. in het plangebied gebouwen worden toegestaan ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer, met een maximum bouwhoogte van 3 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m²;
  2. b. in het plangebied worden stallingsconstructies ten behoeve van scootmobiles toegestaan, mits een medische noodzaak ten grondslag ligt, voor wat betreft de plaatsing van de scootsafe moet worden voldaan aan de volgende stedenbouwkundige criteria:
      • plaatsing zo mogelijk op eigen terrein;
      • plaatsing mag vanuit verkeersveiligheidsoogpunt geen bezwaar opleveren;
      • vrije doorloopruimte moet minimaal 1.50 meter bedragen;
      • plaatsing mag niet tot de aanwezigheid van losse kabels etc. op de weg leiden;
      • de maximale afmeting van de scootsafe bedraagt (l x b x h) 1,65 x 1,30 x 1,40 meter;
      • de scootsafe dient het straatbeeld zo min mogelijk aan te tasten en moet zoveel mogelijk uit het zicht worden geplaatst, bijvoorbeeld door opneming in een groenstrook;
  3. c. in het plangebied bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden toegestaan, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
  4. d. geringe afwijkingen van maatvoeringen worden toegestaan welke in het belang zijn van een ruimtelijke en/of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken, wegen en anderszins, of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  5. e. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten in geringe mate worden overschreden, doch de betrokken bouwhoogte met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
  6. f. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in e, met ten hoogste 2 meter worden vergroot ten behoeve van schoorstenen, antenne-installaties en zendmasten ten behoeve van telefonie;
  7. g. de bouwgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen.

Hoofdstuk 4 Algemene Regels

Artikel 14 Overgangsrecht

14.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

14.2 Ontheffing

Het Dagelijks Bestuur kan eenmalig ontheffing verlenen van 14.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 14.1 met maximaal 10%.

14.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

14.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

14.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

14.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 14.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

14.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 14.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

14.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

14.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Admiralengracht.