KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Bedrijf - Hovenier
Artikel 5 Bedrijf - Tramremise
Artikel 6 Gemengd - 1 (Niet-woonfuncties In Woonbuurten)
Artikel 7 Gemengd - 2 (Doorgaande Straten)
Artikel 8 Gemengd - 3 (Winkelstraat)
Artikel 9 Gemengd - 4 (Maatschappelijk En Wonen)
Artikel 10 Groen
Artikel 11 Horeca
Artikel 12 Kantoor
Artikel 13 Maatschappelijk
Artikel 14 Maatschappelijk - Begraafplaats
Artikel 15 Sport
Artikel 16 Tuin
Artikel 17 Verkeer
Artikel 18 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 19 Water
Artikel 20 Wonen
Artikel 21 Leiding - Gas
Artikel 22 Waarde - Archeologie
Artikel 23 Waarde - Architectonische Eenheid
Artikel 24 Waarde - Cultuurhistorie 1
Artikel 25 Waarde - Cultuurhistorie 2
Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie 3
Artikel 27 Waarde - Hoofdgroenstructuur
Artikel 28 Waarde - Landschap
Artikel 29 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 30 Anti-dubbeltelregel
Artikel 31 Algemene Bouwregels
Artikel 32 Algemene Gebruiksregels
Artikel 33 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 34 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 35 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 36 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 37 Overgangsrecht
Artikel 38 Slotregel
Toelichting
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Adressen Hogere Grenswaarden
Bijlage 1 Nota Van Uitgangspunten Bestemmingsplan Rivierenbuurt
Bijlage 2 Archeologisch Bureauonderzoek
Bijlage 3 Cultuurhistorisch Advies
Bijlage 4 Natuurwaardenonderzoek
Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 6 Onderzoek Ev Hogedruk Aardgasleiding
Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 8 Tac Advies
Bijlage 9 Aanvullend Tac Advies
Bijlage 10 Brandweer Advies
Bijlage 11 Tavga Verslag
Bijlage 12 Nota Van Beantwoording Inspraak
Bijlage 13 Beschikking Hogere Waarden Wet Geluidhinder
Bijlage 14 Nota Van Wijzigingen
Bijlage 15 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Rivierenbuurt

Bestemmingsplan - Amsterdam

Vastgesteld op 30-01-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Rivierenbuurt van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.K1201BPSTD-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aanbouw

Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat. Een gebouw dat onderscheiden wordt van, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan, het hoofdgebouw.

1.4 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aanlegsteiger

Boven of in het water aangebrachte of op het water drijvende constructie, voor het afmeren van een boot, waarna over de aanlegsteiger naar de wal kan worden gelopen.

1.7 achtererfgebied

Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.

1.8 archeologisch onderzoek

Werkzaamheden naar het bodemarchief die ten behoeve van de archeologische monumentenzorg worden uitgevoerd volgens de eisen zoals gesteld in de vigerende Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).

1.9 archeologisch rapport

Rapportage waarin de archeologische waarde van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt vastgesteld die naar het oordeel van het dagelijks bestuur voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.

1.10 archeologische waarden

Waarden waarvan de aanwezigheid bekend is in de vorm van fysieke overblijfselen in de bodem.

1.11 architectonische eenheid

Eén of meerdere aaneengesloten panden in de vorm van bebouwingscomplexen of bebouwingsarrangementen, die in dezelfde stijl zijn ontworpen en gebouwd. Niet aaneengesloten panden zijn tevens onderdeel van de architectonische eenheid voor zover deze met elkaar verbonden zijn met de figuur relatie.

1.12 automatenhal

Een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld.

1.13 bebouwing

Één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.14 bebouwingspercentage

Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

1.15 bed & breakfast

Een gelegenheid, die met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner in een woning wordt uitgeoefend en die voorziet in het verstrekken van nachtverblijf voor maximaal 4 personen voor korte tijd, waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten ondergeschikt is.

1.16 bedrijf

Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen, met dien verstande dat alleen bedrijven conform 32.3 zijn toegestaan.

1.17 bedrijfsvaartuig

Een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt ten behoeve van de uitvoering van bedrijfsmatige activiteiten, waaronder in ieder geval passagiersvaart wordt begrepen.

1.18 bedrijfswoning / dienstwoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is.

1.19 begraafplaats

Terrein waar stoffelijke resten van overledenen worden begraven, bewerkt, verwerkt, gecremeerd, bijgezet en/of verstrooid, inclusief de daarbij behorende voorzieningen, gebouwen, verkeersinfrastructuur, parkeerplaatsen, parken, tuinen, bos- of heesterstroken.

1.20 belwinkel

Een voor publiek toegankelijke gelegenheid waar de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen.

1.21 bestaand

Bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, die is gebouwd, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning.

1.22 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.23 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.24 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.25 bijgebouw

Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een op zichzelf staand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.

1.26 bijzondere bouwlaag

Kelder, souterrain en kap.

1.27 bodemverstoring

Elke vorm van grondverzet.

1.28 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.29 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.30 bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bijzondere bouwlagen.

1.31 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.32 bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.33 consumentverzorgende dienstverlening

Persoonlijke verzorging van consumenten, waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven.

1.34 dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuid.

1.35 daklaag

Een bouwwerk op het platte dak, dat dient ter vergroting van het bestaande oppervlak al dan niet in combinatie met toegang tot een dakterras.

1.36 dakopbouw

Een bouwwerk op het platte dak, niet zijnde een verblijfsruimte, dat uitsluitend dient als toegang tot een dakterras.

1.37 dakuitbouw

Een bouwwerk in het schuine dak, niet zijnde een dakkapel, dat dient ter vergroting van het bestaande oppervlak al dan niet in combinatie met toegang tot een dakterras.

1.38 dakvoet

Het snijpunt van het kapdakvlak en het (platte) achterdakvlak.

1.39 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.40 dienstverlening

Het verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek. Onder te verdelen in:

  1. a. consumentverzorgende dienstverlening;
  2. b. zakelijke dienstverlening;
  3. c. maatschappelijke dienstverlening.

1.41 dove gevel

  1. a. een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB, of
  2. b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.42 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.43 geldwisselkantoor

Een voor publiek toegankelijk kantoor of gelegenheid waarvan het hoofdbestanddeel van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig wisselen van geld of waardepapieren.

1.44 geluidsgevoelige objecten

Gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder.

1.45 geluidsluwe zijde van een gebouw

Gevel(deel) van een geluidsgevoelig object met een geluidsbelasting lager of gelijk aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder.

1.46 gestapelde woning

een woning in een gebouw met twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen.

1.47 grafmonument

Een al dan niet voor mensen toegankelijk bouwwerk, opgericht ter nagedachtenis van een overledene.

1.48 grondgebonden woning

een gebouw dat uitsluitend één woning omvat en waar op het bijbehorende bouwperceel geen andere woningen voorkomen.

1.49 hogere grenswaarde

Een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting op de gevel/ aan de rand van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder.

1.50 hoofdgebouw

Een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op het gebruik als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.

1.51 horeca van categorie I

Een inrichting die geheel of in overwegende mate fastfood producten verstrekt, die ter plaatse kunnen worden genuttigd dan wel afgehaald kunnen worden, daaronder worden in elk geval begrepen: fastfoodrestaurants, cafetaria's, snackbars, automatiek, loketverkoop en shoarmazaken.

1.52 horeca van categorie 2

Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning, al dan niet met levende muziek en al dan niet met verstrekking van dranken en kleine etenswaren, daaronder worden in elk geval begrepen: dancing/discotheek, zaalverhuurbedrijven en een sociëteit, (dance)club.

1.53 horeca van categorie 3

Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van alcoholische dranken, of anderzijds de uitstraling hebben van een café, daaronder worden in elk geval begrepen: café, bar, cocktailclub. Het bieden van de gelegenheid om te dansen is toegestaan op voorwaarde dat er geen entreegeld wordt geheven en de dansvloer niet groter is dan 20% van het bruto vloeroppervlakte van de horecazaak.

1.54 horeca van categorie 4

Een inrichting die:

A. geheel gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaar, die uitsluitend ter plaatse aan tafel genuttigd worden, eventueel aangevuld met een afhaalfunctie, en in zoverre deze inrichting niet valt onder horeca van categorie 1 en horeca van categorie 3, daaronder worden in elk geval begrepen: restaurant en eetcafé (categorie 4A). Het bieden van de gelegenheid om te dansen is toegestaan op voorwaarde dat er geen entreegeld wordt geheven en de dansvloer niet groter is dan 20% van het bruto vloeroppervlakte van de horecazaak;

B. gericht is op het verstrekken van alcoholvrije dranken, dan wel van kleine etenswaren (niet vallende onder horeca van categorie 1), sandwiches en ijswaren, daaronder worden in elk geval begrepen: lunchroom, koffie-/theehuizen, juicebars en ijssalons (categorie 4B). Het bieden van de gelegenheid om te dansen is toegestaan op voorwaarde dat er geen entreegeld wordt geheven en de dansvloer niet groter is dan 20% van het bruto vloeroppervlakte van de horecazaak;

1.55 hotel

Een horeca-inrichting die in hoofdzaak nachtverblijf verstrekt en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken ondergeschikt is, één en ander met inbegrip van vergader- en congresfaciliteiten.

1.56 huisgebonden bedrijf

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Hieronder wordt wel begrepen een bed & breakfast, maar niet detailhandel of horeca.

1.57 huisgebonden beroep

Het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel of horeca.

1.58 kantoor

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, daaronder tevens begrepen aan het kantoor ondergeschikte congres- en vergaderaccommodatie.

1.59 kap

Een bijzondere bouwlaag waarvan de dakconstructie bestaat uit ten minste één hellend dakvlak.

1.60 kapprofiel

Doorsnede van de kap van een gebouw, waarbij verschillen in hoogte, hellingshoek en architectonische vormgeving worden weergegeven.

1.61 kelder

Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het peil is gelegen.

1.62 kunstwerk

Bouwwerk ten behoeve van de waterhuishouding, zoals dammen, dijken, duikers, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, niet zijnde steigers.

1.63 lichte evenementen

Evenementen met een geluidbelasting van maximaal 70 dB(A) en 85 dB(C) op 25 meter van het podium of de geluidsbron.

1.64 ligplaatsvergunning

Een vergunning die strekt tot het innemen van een ligplaats, zoals bedoeld in de Verordening op het binnenwater 2010.

1.65 loopplank

Een constructie die toegang verleent tot de woonboot en niet verbonden is met de waterbodem.

1.66 maaiveld

De bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.

1.67 maatschappelijke dienstverlening

Het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, cultuur, welzijn, woonzorg (inclusief een woonzorgcentrum), kinderopvang, onderwijs en educatie, sport, religie, overheid en vergelijkbare gebieden, waaronder mede ondergeschikte nevenfuncties ten behoeve van de diensten worden begrepen.

1.68 middelzware evenementen

Evenementen met een geluidbelasting van maximaal 85 dB(A) en 100 dB(C) op 25 meter van het podium of de geluidsbron.

1.69 nutsvoorziening

Een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de elektronische communicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, voorzieningen voor warmte / koude-opslag, telefooncellen en zendmasten.

1.70 object te water

Een voorwerp of vaartuig dat in, op of boven het water is aangebracht of afgemeerd en dat niet behoort tot enig andere categorie vaartuigen en niet gebruikt wordt als woonverblijf, niet zijnde een vlot.

1.71 omgevingsvergunning

Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.72 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.73 ondersteunende detailhandel

Niet-zelfstandige detailhandel, die wordt of is gerealiseerd binnen een vestiging en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, welke uitsluitend toegankelijk is via de vestiging en waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de vestiging.

1.74 ondersteunende horeca

Niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca van categorie 3 of horeca van categorie 4, die wordt of is gerealiseerd binnen een vestiging en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, welke uitsluitend toegankelijk is via de vestiging en waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de vestiging.

1.75 opstapplaats

Oever, kade of steiger welke ingericht dan wel gebouwd is om passagiers van passagiersvaartuigen en rondvaartboten de gelegenheid te bieden op, af of in te stappen, zonder dat sprake is van een permanente ligplaats van passagiersvaartuigen en rondvaartboten.

1.76 overkapping

Een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt, bestaande uit een dakconstructie en voorzien van ten hoogste één wand.

1.77 passagiersvaartuig

Een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot:

  1. a. vervoer van personen;
  2. b. het beschikbaar stellen aan een of meer personen ten behoeve van varende recreatie.

1.78 peil

  1. a. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk in het water, een woonboot of een bedrijfsboot: het plaatselijk aan te houden waterpeil;
  3. c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende ophogingen of verdiepingen niet meegeteld worden.

1.79 pleziervaartuig

Een vaartuig, gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.

1.80 relatie

Een figuur(lijn) tussen (delen van) bouwblokken die aangeeft dat beide (delen van) bouwblokken behoren tot dezelfde architectonische eenheid.

1.81 rondvaartboot

Passagiersvaartuig voor het vervoer van groepen passagiers, met als doel te varen langs een toeristische route.

1.82 seksinrichting

Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin handelingen of vertoningen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. een prostitutiebedrijf: een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen met anderen tegen een materiële vergoeding;
  2. b. erotisch getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische / pornografische aard, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een erotische videotheek, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, wel of niet in combinatie met elkaar.

1.83 short-stay

Het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden, dan wel maximaal 4 personen voor een aaneensluitende periode van tenminste één (1) week en maximaal zes (6) maanden. Voor het overige blijft het gebruik gelijk als bedoeld bij de bestemming 'Wonen'.

1.84 sloop/nieuwbouw

Het geheel of nagenoeg geheel slopen en opnieuw oprichten van een hoofdgebouw.

1.85 smartshop

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden van psychotrope stoffen.

1.86 souterrain

Een bijzondere bouwlaag waarvan de vloer onder het gemiddeld aangrenzend peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen.

1.87 staanplaats

Een vaste plaats die is ingenomen door of beschikbaar komt voor een houder of een aanvrager van een door het dagelijks bestuur verleend of te verlenen vergunning tot in het innemen van een plaats op de openbare weg, buiten enig marktterrein, waar artikelen worden uitgestald ten behoeve van verkoop.

1.88 Staat van bedrijfsactiviteiten

De als bijlage opgenomen lijst, behorende bij deze regels, waarin vormen van gebruik anders dan wonen, zijn aangegeven, ingedeeld in categorieën van toenemende hinder.

1.89 steiger

Een bouwwerk te water die aan één zijde met de wal is verbonden en/of door middel van palen met de grond is verbonden, dat wellicht door de gekozen constructie verticaal met het water/ getij beweegt, doch de eigenschap mist om van plaats te veranderen.

1.90 straatwand

Aan een straat gelegen zijde van een aaneengesloten bouwblok, welke aan weerszijden begrensd wordt door openbare ruimte en/of begrensd wordt door verandering van straatnaam.

1.91 terras

Een buiten de besloten ruimte liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden ten dienste van het horecabedrijf en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt.

1.92 tramvoorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van het tramverkeer, hieronder wordt in ieder geval abri's, tramrails en bovenleidingen gerekend.

1.93 uitbouw

Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.94 vaartuig

Vervoermiddel op of onder water.

1.95 verbeelding

De verbeelding van het bestemmingsplan 'Rivierenbuurt'.

1.96 vergelijkbare geluidwerende voorziening

Alle bouwkundige ingegrepen aan, in of achter de geluidbelaste gevel van een geluidsgevoelig object, met vergelijkbare geluidreducerende eigenschappen als een dove gevel.

1.97 vestiging

Een (deel van een) gebouw, waar een niet-woonfunctie inclusief nevenruimten wordt uitgeoefend en welke door aard en omvang een zelfstandig karakter heeft.

1.98 vlot

Een drijvende constructie, niet zijnde een bouwwerk, een vaartuig of een object te water, die niet met constructieve voorzieningen met de ondergrond noch met de wal verbonden is en daardoor de eigenschap heeft behouden om zich in horizontale richting te verplaatsen.

1.99 voorerfgebied

Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

1.100 voorgevel

De gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.101 waterberging

(Tijdelijke) opslag van een overmaat aan (oppervlakte)water in het (oppervlakte)watersysteem.

1.102 waarderingskaart

Welstandskaart waarbij binnen een ruimtelijk systeem de bebouwing stelselmatig gewaardeerd is volgens een getrapt stelsel. De architectonische kwaliteit van de bebouwing wordt in opklimmende waardering aangegeven met architectuurordes: Basisorde, Orde 3, Orde 2 en Orde 1.

1.103 wettelijke regelingen

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van:

  1. a. de inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor wat betreft het bouwen;
  2. b. de inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor wat betreft het gebruik;

tenzij in deze regels anders is bepaald.

1.104 woning

Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.105 woonark

Een woonboot, niet zijnde een woonschip.

1.106 woonboot

Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf van één huishouden, niet zijnde een object dat valt onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.107 woonschip

Een woonboot die herkenbaar is als een van origine varend schip en dat naargelang het type schip, in elk geval voorzien is van originele kenmerken zoals een stuurhut, een roer, gangboorden, een luikenkap, een mast en zwaarden.

1.108 woonzorgcentrum

Een gebouw of gedeelte van een gebouw waar een specifieke doelgroep, zoals ouderen, woont, die algemene en medische verzorging geniet en waar naast ruimten voor verzorging tevens bij het zorgcentrum behorende ruimten zoals ondergeschikte detailhandel, ondersteunende horeca en overige nevenruimten zijn inbegrepen.

1.109 zakelijke dienstverlening

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten en/of het leggen van contacten of het uitvoeren van commerciële handelingen, uitgezonderd detailhandel.

1.110 zeemrand

De rand om een woonark tot een maximale breedte van 0,6 meter ten behoeve van het schoonmaken van ramen en/of het verrichten van andere onderhoudswerkzaamheden.

1.111 zichtvlak

Het lijnrechte aanzicht van een woonark, gezien vanaf het waterpeil.

1.112 zorgwoning

Een zelfstandige woning waar (intensieve) zorgverlening mogelijk is en waar zorg op afroep beschikbaar is vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis, een woonzorgcentrum of een dienstencentrum.

1.113 zware evenementen

Evenementen met een geluidbelasting van 65 dB(A) en 80 dB(C) bij de nabij gelegen woonboten en 65 dB(A) op de gevels van de dichtstbijzijnde woningen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 begrenzing van de ondergescheidene bestemmingen

Voor zover niet in maten op de ( analoge) verbeelding vastgelegd, door middel van meting op de (digitale) verbeelding vanaf het hart van de lijn met een nauwkeurigheidsgraad van 1 meter.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de hoogte vaartuigen en objecten te water

Vanaf peil tot aan het hoogste punt van een vaartuig of van een object te water, met uitzondering van ondergeschikte onderdelen, zoals masten, schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.

2.4 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.6 de bruto vloeroppervlakte van een vestiging

De oppervlakte van een bouwwerk vermenigvuldigd met het aantal bouwlagen waar een vestiging zich bevindt, bijzondere bouwlagen daarin begrepen (tenzij in de regels anders bepaald), vermeerderd met het oppervlak van de door de vestiging in gebruik genomen bijbehorende bouwwerken.

2.7 de netto vloeroppervlakte van een vestiging

De bruto vloeroppervlakte van een vestiging, verminderd met de oppervlakten van draagconstructies, separatiewanden, gevels, brandwerende wanden, schachten en ruimten lager dan 1,5 meter.

2.8 de oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.9 de oppervlakte van een vaartuig

Binnen de uiterste contouren van de romp, neerwaarts geprojecteerd op het waterpeil.

2.10 de oppervlakte van een zichtvlak

Het vlak (niet meegerekend de zeemrand en het dakoverstek), gerekend vanaf de waterlijn en de lengtezijde vanaf de wal gezien, inclusief de zich daarin en/of daarop bevindende terugliggende vlakken en hekwerken, schuttingen et cetera.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven zoals bedoeld in artikel 32.3 van deze regels, met de daarbij behorende bergingen en nevenruimten;
  2. b. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in 3.1 onder a genoemde gebruik;
  3. c. ondersteunende horeca, met inachtneming van het bepaalde in 3.3.1;
  4. d. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van het in 3.1 onder a genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. tuinen;
  7. g. verkeersareaal;
  8. h. nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 4 Bedrijf - Hovenier

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Hovenier' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een bedrijf, zijnde een hoveniersbedrijf, met de daarbij behorende bergingen en nevenruimten;
  2. b. parkeervoorzieningen, ten behoeve van de in 4.1 onder a genoemde gebruik;
  3. c. ondersteunende horeca, met inachtneming van het bepaalde in 4.3.1;
  4. d. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in 4.1 onder a, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. tuinen;
  7. g. verkeersareaal;
  8. h. nutsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 5 Bedrijf - Tramremise

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf – Tramremise' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een bedrijf, zijnde een tramremise, met de daarbij behorende bergingen en nevenruimten;
  2. b. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding “bedrijfswoning”;
  3. c. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in 5.1 onder a en b genoemde gebruik;
  4. d. ondersteunende horeca, met inachtneming van het bepaalde in 5.3.1;
  5. e. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van het in 5.1 onder a genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. tuinen;
  8. h. verkeersareaal;
  9. i. nutsvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 6 Gemengd - 1 (Niet-woonfuncties In Woonbuurten)

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1 (niet-woonfuncties in woonbuurten)'aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (zorg)woningen en short-stay, uitsluitend in de tweede bouwlaag en hoger en ter plaatse van de functieaanduiding 'wonen' tevens in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met dien verstande dat bergingen en andere nevenruimten zijn toegestaan in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
  2. b. huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf, overeenkomstig het bepaalde in 6.4.1;
  3. c. bed & breakfast, overeenkomstig het bepaalde in 6.4.1;
  4. d. detailhandel, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  5. e. consumentverzorgende dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  6. f. bedrijf zoals bedoeld in artikel 32.3 van deze regels, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  7. g. maatschappelijke dienstverlening, uitsluitend binnen bebouwing in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder en op onbebouwd blijvende gronden uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - maatschappelijke dienstverlening' en ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  8. h. zakelijke dienstverlening, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'dienstverlening';
  9. i. horeca van categorie 1, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1' en 'horeca van categorie 2', met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  10. j. horeca van categorie 2, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie 2', met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  11. k. horeca van categorie 3, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 2' en 'horeca van categorie 3', met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  12. l. horeca van categorie 4, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 2', 'horeca van categorie 3' en 'horeca van categorie 4', met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  13. m. horeca van categorie 4B, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 2', 'horeca van categorie 3', 'horeca van categorie 4' en 'horeca van categorie 4B', met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  14. n. hotel, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van horeca – hotel' en de functieaanduiding 'gemengd';
  15. o. ondersteunende horeca, uitsluitend binnen detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke dienstverlening, sport, en bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in 6.4.2;
  16. p. sport, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'sport';
  17. q. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' is het gebruik van alle bouwlagen ten behoeve van hotel en maatschappelijke dienstverlening toegestaan;
  18. r. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 6.1 onder a t/m q genoemde gebruik, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  19. s. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 6.1 onder a t/m q genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  20. t. nutsvoorzieningen;
  21. u. tuinen;
  22. v. groenvoorzieningen;
  23. w. voet- en fietspaden.

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Specifieke gebruiksregels

6.5 Afwijken van de bouwregels

Artikel 7 Gemengd - 2 (Doorgaande Straten)

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2 (doorgaande straten)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (zorg)woningen en short-stay, uitsluitend in de tweede bouwlaag en hoger en ter plaatse van de functieaanduiding 'wonen' tevens in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met dien verstande dat bergingen en andere nevenruimten zijn toegestaan in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
  2. b. huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in 7.4.1;
  3. c. bed & breakfast, met in achtneming van het bepaalde in 7.4.1;
  4. d. detailhandel, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  5. e. consumentverzorgende dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  6. f. maatschappelijke dienstverlening, uitsluitend binnen bebouwing in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder en op onbebouwd blijvende gronden uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - maatschappelijke dienstverlening', met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  7. g. zakelijke dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  8. h. bedrijf zoals bedoeld in artikel 32.3 van deze regels, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  9. i. horeca van categorie 1, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1' en 'horeca van categorie 2', met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  10. j. horeca van categorie 2, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie 2', met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  11. k. horeca van categorie 3, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 2' en 'horeca van categorie 3', met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  12. l. horeca van categorie 4, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 2', 'horeca van categorie 3' en 'horeca van categorie 4', met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  13. m. horeca van categorie 4, uitsluitend in de tweede bouwlaag, ter plaatse van de functieaanduidingen 'specifieke vorm van horeca - horeca van categorie 4 – tweede bouwlaag', met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  14. n. horeca van categorie 4B, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 2', 'horeca van categorie 3', 'horeca van categorie 4' en 'horeca van categorie 4B', met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  15. o. ondersteunende horeca, uitsluitend binnen detailhandel, dienstverlening, bowlingbaan en bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2, met inachtneming van het bepaalde in 7.4.2;
  16. p. hotel, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel';
  17. q. verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  18. r. bowlingbaan en parkeren in de tweede bouwlaag, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'bowlingbaan';
  19. s. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 7.1 onder a t/m r genoemde gebruik, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  20. t. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 7.1 onder a t/m r genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  21. u. nutsvoorzieningen;
  22. v. tuinen;
  23. w. groenvoorzieningen;
  24. x. voet- en fietspaden.

7.2 Bouwregels

7.3 Afwijken van de bouwregels

7.4 Specifieke gebruiksregels

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 8 Gemengd - 3 (Winkelstraat)

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3 (winkelstraat)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (zorg)woningen en short-stay, uitsluitend in de tweede bouwlaag en hoger en ter plaatse van de functieaanduiding 'wonen' tevens in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met dien verstande dat bergingen en andere nevenruimten zijn toegestaan in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
  2. b. huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf, met in achtneming van het bepaalde in 8.4.1;
  3. c. bed & breakfast, met in achtneming van het bepaalde in 8.4.1;
  4. d. detailhandel, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  5. e. consumentverzorgende dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'dienstverlening', met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  6. f. zakelijke dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'dienstverlening', met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  7. g. bedrijf zoals bedoeld in 31.3 van deze regels, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf', met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  8. h. kantoor, uitsluitend in de tweede bouwlaag ter plaatse van de functieaanduiding ' specifieke vorm van kantoor – tweede bouwlaag ', met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  9. i. kantoor, uitsluitend in de vierde bouwlaag ter plaatse van de functieaanduiding ' specifieke vorm van kantoor – vierde bouwlaag ', met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  10. j. horeca van categorie 1, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie 1', met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  11. k. horeca van categorie 3, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1' en 'horeca van categorie 3', met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  12. l. horeca van categorie 4, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 3' en 'horeca van categorie 4', met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  13. m. horeca van categorie 4B, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 3', 'horeca van categorie 4' en 'horeca van categorie 4B', met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  14. n. ondersteunende horeca, uitsluitend binnen detailhandel, bedrijf en dienstverlening met inachtneming van het bepaalde in 8.4.2;
  15. o. sport, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'sport';
  16. p. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 8.1 onder a t/m o genoemde gebruik, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  17. q. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel onder 8.1 a t/m o genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  18. r. nutsvoorzieningen;
  19. s. tuinen;
  20. t. groenvoorzieningen;
  21. u. voet- en fietspaden.

8.2 Bouwregels

8.3 Afwijken van de bouwregels

8.4 Specifieke gebruiksregels

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 9 Gemengd - 4 (Maatschappelijk En Wonen)

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4 (maatschappelijk en wonen)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (zorg)woningen en short-stay, uitsluitend in de tweede bouwlaag en hoger gelegen bouwlagen, met dien verstande dat bergingen en andere nevenruimten zijn toegestaan in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
  2. b. huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf, overeenkomstig het bepaalde in 9.3.1;
  3. c. bed & breakfast, overeenkomstig het bepaalde in 9.3.1;
  4. d. maatschappelijke dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 9.3.2;
  5. e. ondersteunende horeca, uitsluitend binnen maatschappelijke dienstverlening, met inachtneming van het bepaalde in 9.3.2;
  6. f. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 9.1 onder a t/m e genoemde gebruik, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  7. g. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 9.1 onder a t/m e genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  8. h. tuinen;
  9. i. nutsvoorzieningen;
  10. j. voet- en fietspaden.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 10 Groen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. park- en groenvoorzieningen;
  2. b. speelvoorzieningen;
  3. c. voet- en fietspaden;
  4. d. terrassen;
  5. e. kunstwerken;
  6. f. waterlopen, waterpartijen en waterberging;
  7. g. werken van beeldende kunst;
  8. h. straatmeubilair;
  9. i. oeververbindingen;
  10. j. nutsvoorzieningen;
  11. k. gemeentewerf met inbegrip van bijbehorende kantoren, opslagvoorzieningen, bergingen en andere nevenruimten, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen – gemeentewerf';
  12. l. nooduitgangen ten behoeve van ondergronds railverkeer, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'openbaar vervoer'
  13. m. evenementen, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'evenemententerrein', met inachtneming van het bepaalde in 10.3;
  14. n. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld;
  15. o. ondergrondse parkeergarage, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens op maaiveld zijn toegestaan;
  16. p. tuinen.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

10.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 11 Horeca

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca van categorie 4;
  2. b. tuinen;
  3. c. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 11.1 onder a genoemde gebruik, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  4. d. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 11.1 onder a genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  5. e. terrassen;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. verkeersareaal;
  8. h. nutsvoorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 12 Kantoor

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren en zakelijke dienstverlening;
  2. b. maatschappelijke dienstverlening;
  3. c. bedrijf zoals bedoeld in 32.3 van deze regels;
  4. d. ondersteunende horeca, uitsluitend binnen kantoor, bedrijf en maatschappelijke dienstverlening, met inachtneming van het bepaalde in 12.3.1;
  5. e. hotel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – hotel'
  6. f. in alle bouwlagen; detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'gemengd';
  7. g. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 12.1 onder a t/m f genoemde gebruik, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  8. h. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 12.1 onder a t/m f genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  9. i. verkeersareaal;
  10. j. groenvoorzieningen;
  11. k. tuinen;
  12. l. nutsvoorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

12.4 Afwijken van de gebruiksregels

12.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke dienstverlening;
  2. b. ondersteunende horeca, met inachtneming van het bepaalde in 13.3.1;
  3. c. ondersteunende detailhandel, met in achtneming van het bepaalde in 13.3.1;
  4. d. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding “bedrijfswoning”;
  5. e. horeca van categorie 4, uitsluitend in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie 4', met inachtneming van het bepaalde in 13.3.1;
  6. f. horeca van categorie 4B, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 4' en 'horeca van categorie 4B', met inachtneming van het bepaalde in 13.3.1;
  7. g. terras, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding “specifieke vorm van maatschappelijk – terras”;
  8. h. pleinen en schoolpleinen;
  9. i. verkeersareaal;
  10. j. speelvoorzieningen;
  11. k. voet- en fietspaden;
  12. l. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 13.1 onder a t/m f genoemde gebruik, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld in de eerste bouwlaag;
  13. m. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 13.1 onder a t/m f genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  14. n. nutsvoorzieningen;
  15. o. groenvoorzieningen;
  16. p. tuinen.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 14 Maatschappelijk - Begraafplaats

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. begraafplaats met inbegrip van kantoren, bijeenkomstfaciliteiten (inclusief ondersteunende horeca), grafmonumenten, bergingen en andere nevenruimten;
  2. b. verkeersinfrastructuur;
  3. c. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 14.1 onder a genoemde gebruik, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld in de eerste bouwlaag;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. water;
  6. f. kunstwerken;
  7. g. werken van beeldende kunst;
  8. h. voet- en fietspaden;
  9. i. nutsvoorzieningen;
  10. j. straatmeubilair.

14.2 Bouwregels

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvoorzieningen, met inbegrip van bijbehorende kleedruimten, medische ruimten, bergruimten, kantoor- en vergaderruimten en kantines;
  2. b. ondersteunende horeca, met inachtneming van het bepaalde in 15.3.1;
  3. c. kinderdagopvang en buitenschoolse opvang (bso);
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. verkeersareaal;
  6. f. gemeentewerf met inbegrip van bijbehorende kantoren, opslagvoorzieningen, bergingen en andere nevenruimten, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen – gemeentewerf';
  7. g. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 15.1 onder a t/m c genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  8. h. speelvoorzieningen;
  9. i. terrassen;
  10. j. kunstwerken;
  11. k. waterlopen en waterpartijen;
  12. l. werken van beeldende kunst;
  13. m. straatmeubilair;
  14. n. nutsvoorzieningen;

15.2 Bouwregels

15.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 16 Tuin

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen;
  2. b. voetpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld;
  4. d. ondergrondse parkeergarage, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten zijn toegestaan.

16.2 Bouwregels

Artikel 17 Verkeer

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en voet- en fietspaden met een verkeersfunctie;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. ondergronds railtrace, inclusief ondergrondse voetgangersverbindingen en vlucht- en ontluchtingsschachten;
  4. d. tramvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de Churchill-laan, de Vrijheidslaan, de Amsteldijk (tussen de kruising met de Vrijheidslaan en de entree tot de tramremise ter hoogte van Amsteldijk 153), de Rijnstraat (vanaf de brug over het Amstelkanaal tot de kruising met de President Kennedylaan) en de Rooseveltlaan;
  5. e. bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf';
  6. f. maatschappelijke dienstverlening, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'maatschappelijk';
  7. g. ondergrondse parkeergarage, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens op maaiveld zijn toegestaan;
  8. h. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  9. i. nutsvoorzieningen;
  10. j. speelvoorzieningen;
  11. k. terrassen;
  12. l. pleinen;
  13. m. kunstwerken;
  14. n. waterlopen en waterpartijen;
  15. o. oeververbindingen (bruggen);
  16. p. werken voor de beeldende kunst;
  17. q. straatmeubilair;
  18. r. openbare toiletvoorzieningen;
  19. s. laad- en losvoorzieningen.

17.2 Bouwregels

Artikel 18 Verkeer - Verblijfsgebied

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. pleinen;
  2. b. wegen, straten en voet- en fietspaden met een verkeersfunctie;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. tramvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de President Kennedylaan (tussen de kruising met de Rijnstraat tot de kruising met de Hunzestraat), de Hunzestraat (tussen de kruising met de President Kennedylaan en de kruising met de Uiterwaardenstraat) en de Uiterwaardenstraat (tussen de kruising met de Hunzestraat en de kruising met de Rijnstraat) en de Lekstraat (tussen de kruising met de Rijnstraat en de entree tot de tramremise ter hoogte van de Kromme Mijdrechtstraat 25);
  5. e. ondergrondse parkeergarage, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens op maaiveld zijn toegestaan;
  6. f. staanplaatsen ten behoeve van detailhandel, met inachtneming van het bepaalde in 18.3;
  7. g. groenvoorzieningen;
  8. h. speelvoorzieningen;
  9. i. straatmeubilair;
  10. j. nutsvoorziening;
  11. k. kunstwerken ten behoeve van de waterhuishouding;
  12. l. waterlopen en waterpartijen;
  13. m. oeververbindingen (bruggen);
  14. n. pleinen;
  15. o. werken voor de beeldende kunst;
  16. p. terrassen;
  17. q. openbare toiletvoorzieningen;
  18. r. laad- en losvoorzieningen;
  19. s. tuinen.

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

18.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 18.3 een omgevingsvergunning te verlenen voor:

  1. a. staanplaatsen met een afmeting van maximaal 20 m2op voorwaarde dat het straatbeeld op de betreffende locatie niet onevenredig wordt aangetast;
  2. b. staanplaatsen op andere locaties dan genoemd onder 18.3 sub a, op voorwaarde dat:
    1. 1. de staanplaats op de betreffende locatie het functioneren van de omliggende winkels versterkt;
    2. 2. het straatbeeld niet onevenredig wordt aangetast;
    3. 3. het totaal aantal staanplaatsen niet toeneemt.

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging, waterhuishouding, waterlopen, waterwegen en waterpartijen;
  2. b. groenvoorzieningen;
  3. c. ligplaats voor woonboten en in samenhang daarmee huisgebonden beroep, huisgebonden bedrijf, short-stay en/of bed & breakfast, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'ligplaats';
  4. d. vlotten, loopplanken en steigers ten behoeve van ligplaatsen voor woonboten, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'ligplaats';
  5. e. opstapplaatsen voor passagiersvaart, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegsteiger 1' en 'specifieke vorm van water - aanlegsteiger 3' ;
  6. f. steigers voor roeiboten, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegsteiger 2';
  7. g. laden en lossen uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'laden en lossen'
  8. h. ondergrondse parkeergarage, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens op maaiveld zijn toegestaan;
  9. i. werken voor de beeldende kunst;
  10. j. waterstaatkundige werken;
  11. k. oeververbindingen (bruggen);
  12. l. nutsvoorzieningen.

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

19.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 19.3.3 onder a een omgevingsvergunning te verlenen voor een boot die afwijkt van de in dat lid genoemde maximale afmetingen, met een afwijking van ten hoogste 10%.

Artikel 20 Wonen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (zorg)woningen en short-stay;
  2. b. huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in 20.3.1;
  3. c. bed & breakfast, met inachtneming van het bepaalde in 20.3.1;
  4. d. horeca van categorie 4, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie 4', met inachtneming van het bepaalde in 20.4.1;
  5. e. horeca van categorie 4B, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 4' en 'horeca van categorie 4B', met inachtneming van het bepaalde in 20.4.1;
  6. f. tuinen;
  7. g. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 20.1 onder a t/m e genoemde bestemming, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  8. h. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 20.1 onder a t/m e genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  9. i. verkeersareaal;
  10. j. nutsvoorzieningen;
  11. k. groenvoorzieningen.

20.2 Bouwregels

20.3 Afwijken van de bouwregels

20.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 21 Leiding - Gas

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van (ondergrondse) gasleidingen met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

21.2 Bouwregels

21.3 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 21.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten aanzien van het bouwen van bouwwerken en toestaan dat op of in deze gronden een bij de andere bestemming toelaatbaar bouwwerk wordt gebouwd, mits positief advies is verkregen bij de betrokken leidingbeheerder. En de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en nieuwe kwetsbare objecten niet zijn toegestaan.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

21.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te verwijderen, mits de leiding is verwijderd of niet langer als zodanig wordt gebruikt en de betreffende leidingbeheerder hierover heeft geadviseerd.

Artikel 22 Waarde - Archeologie

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

22.2 Bouwregels

Op en onder de in 22.1genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. voor zover met betrekking tot de in 22.1genoemde gronden sprake is van bodemverstoring, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch rapport te overleggen;
  2. b. aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door het dagelijks bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Het bepaalde in 22.2 is niet van toepassing indien de bodemverstoring:

  1. a. betrekking heeft op een gebied met zowel een kleiner oppervlak dan 500 m2 als een diepte minder dan 2 meter onder maaiveld, op een gebied met een kleiner oppervlak dan 500 m2 maar een diepte meer dan 2 meter onder maaiveld of op een gebied met een groter oppervlak dan 500 m2 maar een diepte minder dan 2 meter onder maaiveld;
  2. b. het normale onderhoud betreft;
  3. c. reeds in uitvoering is op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan of uitgevoerd kan worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde danwel verleende vergunning;
  4. d. plaatsvindt in en op gronden waarvan vaststaat dat daar geen archeologische waarden aanwezig of meer aanwezig zijn.

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

22.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening de verbeelding van het bestemmingsplan te wijzigen:

  1. a. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. b. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' toe te kennen indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 23 Waarde - Architectonische Eenheid

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Architectonische eenheid' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en de uitbouw van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van de als architectonische eenheid ontworpen bebouwing.

23.2 Bouwregels

Op en onder de in 23.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), met dien verstande dat bebouwing, met uitzondering van interne verbouwingen, slechts is toegestaan indien deze in samenhang wordt ontworpen binnen een op de verbeelding aangegeven architectonische eenheid.

23.3 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening de verbeelding van het bestemmingsplan te wijzigen door aan een of meerdere bestemmingsvlakken de dubbelbestemming 'Waarde - Architectonische eenheid' toe te kennen, indien ter plaatse op basis van nader onderzoek architectonische eenheden worden aangewezen of bij een of meerdere bestemmingsvlakken de dubbelbestemming 'Waarde - architectonische eenheid' te verwijderen indien ter plaatse op basis van nader onderzoek geen sprake meer is van architectonische eenheden.

Artikel 24 Waarde - Cultuurhistorie 1

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en de uitbouw van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.

24.2 Bouwregels

Op en onder de in 24.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. de hoofdvorm van bouwwerken, bepaald door het kapprofiel, zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en zoals die is gebouwd dan wel mag worden gerealiseerd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) dient gehandhaafd te worden;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ondergeschikte overschrijdingen van het kapprofiel ten behoeve van ornamenten, dakkapellen en daklijsten toegestaan, op voorwaarde dat deze in samenhang worden ontworpen en gerealiseerd binnen de op de verbeelding aangegeven architectonische eenheid, voor zover de ornamenten, dakkapellen en daklijsten zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte.

24.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

24.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - cultuurhistorie 1' te wijzigen:

  1. a. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien het betreffende pand of de betreffende panden niet langer zijn aangewezen als welstandsorde 1.
  2. b. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' geheel of gedeeltelijk te vervangen door de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' of 'Waarde - Cultuurhistorie 3', indien het betreffende pand of de betreffende panden wordt/worden aangewezen als welstandsorde 2 respectievelijk welstandsorde 3 of welstandsorde basis.
  3. c. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' toe te kennen, indien het betreffende pand of de betreffende panden wordt/worden aangewezen als welstandsorde 1.

Artikel 25 Waarde - Cultuurhistorie 2

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en de uitbouw van de in de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.

25.2 Bouwregels

Op en onder de in 25.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. de hoofdvorm van bouwwerken, bepaald door het kapprofiel, zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en zoals die is gebouwd, dan wel mag worden gerealiseerd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) dient gehandhaafd te worden ;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag een dakuitbouw gerealiseerd worden mits er voldaan word aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. De hoogte van de dakuitbouw moet minimaal 0,3 meter minder zijn dan de bestaande bouwhoogte van het betreffende hoofdgebouw;
    2. 2. Afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen dient groter dan 0,5 meter te zijn;
    3. 3. De dakuitbouw dient in de dakvoet geplaatst te worden;
    4. 4. Indien binnen het betreffende bouwblok reeds dakuitbouwen aanwezig zijn, dient de dakuitbouw in maatvoering en positionering in het dakvlak aan te sluiten bij de al aanwezige dakuitbouwen;
    5. 5. Indien binnen het betreffende bouwblok nog geen dakuitbouwen aanwezig zijn, mag de eerste dakuitbouw, en dakuitbouwen die daaropvolgend op grond van het bepaalde onder 4 gerealiseerd kunnen worden, geen onevenredige aantasting van het daklandschap tot gevolg hebben;
    6. 6. Indien de dakuitbouw zichtbaar is vanaf de openbare ruimte, mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarde;
    7. 7. Door het bouwen van de dakuitbouw mag het aantal woningen of zelfstandige niet-woonfuncties niet toenemen;
    8. 8. Over de daklaag dient geadviseerd te zijn door Bureau Monumentenzorg en Archeologie.
  3. c. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ondergeschikte overschrijdingen van het kapprofiel ten behoeve van ornamenten, dakkapellen en daklijsten toegestaan, op voorwaarde dat ter plaatse van de dubbelbestemming Waarde - architectonische eenheid deze in samenhang worden ontworpen en gerealiseerd binnen de op de verbeelding aangegeven architectonische eenheid, voor zover de ornamenten, dakkapellen en daklijsten zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte.

25.3 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 25.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het wijzigen van het kapprofiel in die zin dat:

  1. a. een daklaag wordt toegestaan, op voorwaarde dat:
    1. 1. De hoogte van de daklaag moet minimaal 0,3 meter minder zijn dan de bestaande bouwhoogte van het betreffende hoofdgebouw;
    2. 2. De afstand tussen de daklaag en de dakrand van de achtergevel moet ten minste 2 meter zijn.
    3. 3. Indien binnen het betreffende bouwblok reeds daklagen aanwezig zijn, dient de daklaag in maatvoering en positionering in het dakvlak aan te sluiten bij al aanwezige daklagen;
    4. 4. Indien binnen het betreffende bouwblok nog geen daklagen aanwezig zijn, mag de eerste daklaag, en daklagen die daaropvolgend op grond van het bepaalde onder 3 gerealiseerd kunnen worden, geen onevenredige aantasting van het daklandschap tot gevolg hebben;
    5. 5. Indien de daklaag zichtbaar is vanaf de openbare ruimte, mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarde;
    6. 6. Door het bouwen van de daklaag mag het aantal woningen of zelfstandige niet-woonfuncties niet toenemen;
    7. 7. Over de dakuitbouw dient geadviseerd te zijn door Bureau Monumentenzorg en Archeologie.
  2. b. een dakopbouw wordt toegestaan, op voorwaarde dat:
    1. 1. de op de verbeelding toegestane maximale bouwhoogte niet wordt overschreden;
    2. 2. de afstand tussen de dakopbouw en de dakrand van de achtergevel ten minste 2 meter is;
    3. 3. indien de dakopbouw zichtbaar is vanaf de openbare ruimte, mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarde;
    4. 4. als de indeling van de woning geen andere mogelijkheid biedt om het dakterras te ontsluiten;
    5. 5. er geadviseerd is door Bureau Monumenten en Archeologie.

25.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

25.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' te wijzigen:

  1. a. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien het betreffende pand of de betreffende panden niet langer is/zijn aangewezen als welstandsorde 2.
  2. b. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' geheel of gedeeltelijk te vervangen door de dubbelbestemming 'Waarde - cultuurhistorie 1' of 'Waarde - Cultuurhistorie 3', indien het betreffende pand of de betreffende panden wordt/worden aangewezen als welstandsorde 1 respectievelijk welstandsorde 3 of welstandsorde basis.
  3. c. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' toe te kennen, indien het betreffende pand of de betreffende panden wordt/worden aangewezen als welstandsorde 2.

Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie 3

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en de uitbouw van de in de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.

26.2 Bouwregels

Op en onder de in 26.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. de hoofdvorm van bouwwerken, bepaald door het kapprofiel, zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en zoals die is gebouwd dan wel mag worden gerealiseerd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) dient gehandhaafd te worden;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag een dakuitbouw gerealiseerd worden mits er voldaan word aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. De hoogte van de dakuitbouw moet minimaal 0,3 meter minder zijn dan de bestaande bouwhoogte van het betreffende hoofdgebouw;
    2. 2. Afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen dient groter dan 0,5 meter te zijn;
    3. 3. De dakuitbouw dient in de dakvoet geplaatst te worden;
    4. 4. Indien binnen het betreffende bouwblok reeds dakuitbouwen aanwezig zijn, dient de dakuitbouw in maatvoering en positionering in het dakvlak aan te sluiten bij de al aanwezige dakuitbouwen;
    5. 5. Indien binnen het betreffende bouwblok nog geen dakuitbouwen aanwezig zijn, mag de eerste dakuitbouw, en dakuitbouwen die daaropvolgend op grond van het bepaalde onder 4 gerealiseerd kunnen worden, geen onevenredige aantasting van het daklandschap tot gevolg hebben;
    6. 6. Indien de dakuitbouw zichtbaar is vanaf de openbare ruimte, mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarde;
    7. 7. Door het bouwen van de dakuitbouw mag het aantal woningen of zelfstandige niet-woonfuncties niet toenemen;
  3. c. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ondergeschikte overschrijdingen van het kapprofiel ten behoeve van ornamenten, dakkapellen en daklijsten toegestaan, op voorwaarde dat ter plaatse van de dubbelbestemming Waarde - architectonische eenheid deze in samenhang worden ontworpen en gerealiseerd binnen de op de verbeelding aangegeven architectonische eenheid, voor zover de ornamenten, dakkapellen en daklijsten zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte.

26.3 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 26.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het wijzigen van het kapprofiel in die zin dat:

  1. a. een dakopbouw wordt toegestaan, op voorwaarde dat:
    1. 1. de op de verbeelding toegestane maximale bouwhoogte niet wordt overschreden;
    2. 2. de afstand tussen de dakopbouw en de dakrand van de achtergevel ten minste 2 meter is;
    3. 3. indien de dakopbouw zichtbaar is vanaf de openbare ruimte, mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarde;
    4. 4. als de indeling van de woning geen andere mogelijkheid biedt om het dakterras te ontsluiten;
  2. b. een daklaag wordt gerealiseerd, op voorwaarde dat:
    1. 1. de hoogte van de daklaag moet minimaal 0,3 meter minder zijn dan de bestaande bouwhoogte van het betreffende hoofdgebouw;
    2. 2. de afstand tussen de daklaag en de dakrand van de achtergevel moet ten minste 2 meter zijn;
    3. 3. indien binnen het betreffende bouwblok reeds daklagen aanwezig zijn, dient de daklaag in maatvoering en positionering in het dakvlak aan te sluiten bij al aanwezige daklagen;
    4. 4. indien binnen het betreffende bouwblok nog geen daklagen aanwezig zijn, mag de eerste daklaag, en daklagen die daaropvolgend op grond van het bepaalde onder 3 gerealiseerd kunnen worden, geen onevenredige aantasting van het daklandschap tot gevolg hebben;
    5. 5. indien de daklaag zichtbaar is vanaf de openbare ruimte, mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarde;
    6. 6. door het bouwen van de daklaag mag het aantal woningen of zelfstandige niet-woonfuncties niet toenemen.

26.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

26.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 3' te wijzigen:

  1. a. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 3' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien het betreffende pand of de betreffende panden niet langer zijn aangewezen als welstandsorde 3 of welstandsorde basis.
  2. b. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 3' geheel of gedeeltelijk te vervangen door de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' of 'Waarde - Cultuurhistorie 2', indien het betreffende pand of de betreffende panden wordt/worden aangewezen als welstandsorde 1 respectievelijk welstandsorde 2.
  3. c. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 3' toe te kennen, indien het betreffende pand of de betreffende panden wordt/worden aangewezen als welstandsorde 3 of welstandsorde basis.

Artikel 27 Waarde - Hoofdgroenstructuur

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Hoofdgroenstructuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de hoofdgroenstructuur.

27.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk

27.3 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Hoofdgroenstructuur' te wijzigen:

  1. a. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Hoofdgroenstructuur ' geheel of gedeeltelijk te verwijderen mits de betreffende gronden niet langer zijn aangewezen als hoofdgroenstructuur en de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur hierover heeft geadviseerd;
  2. b. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Hoofdgroenstructuur ' toe te kennen mits de betreffende gronden worden aangewezen als hoofdgroenstructuur en de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur hierover heeft geadviseerd;

Artikel 28 Waarde - Landschap

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het herstel van doorzichten vanuit straten op het water en uitzicht van het water op waardevolle ruimtelijke stadsgezichten.

28.2 Bouwregels

Op en onder de in 28.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. maximale bouwhoogte meerpalen en dergelijke voorzieningen ten behoeve van het aanmeren van vaartuigen: 2 meter;
  2. b. maximale bouwhoogte steigers: 1,5 meter.

28.3 Afwijken van de bouwregels

Overkapping steiger

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in artikel 28.2 onder b een omgevingsvergunning te verlenen om ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water – aanlegsteiger 3' een overkapping met een maximale bouwhoogte van 3,5 meter te realiseren, mits door deze overkapping het doorzicht op de Amstel ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast.

28.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap' te wijzigen:

  1. a. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap ' geheel of gedeeltelijk te verwijderen mits de betreffende gronden niet langer zijn aangewezen als waardevolle doorzichten;
  2. b. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap ' toe te kennen mits ter plaatse op basis van nader onderzoek waardevolle doorzichten worden aangewezen.

Artikel 29 Waterstaat - Waterkering

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een waterkering.

29.2 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' te wijzigen:

  1. a. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap ' geheel of gedeeltelijk te verwijderen mits de betreffende gronden niet langer zijn aangewezen als waterkering en het betreffende Hoogheemraadschap hierover heeft geadviseerd.;
  2. b. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap ' toe te kennen mits de betreffende gronden niet langer zijn aangewezen als waterkering en het betreffende Hoogheemraadschap hierover heeft geadviseerd.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 30 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 31 Algemene Bouwregels

31.1 Ondergechikte bouwdelen

  1. a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, koekoeken, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,3 meter bedraagt;
  2. b. In geval het gebouw is voorzien van de aanduiding 'relatie' geldt dat onderschikte bouwdelen als bedoeld onder a slechts zijn toegestaan indien deze in samenhang worden ontworpen en gerealiseerd binnen de aangegeven architectonische eenheid, zoals op de verbeelding is aangegeven met de aanduiding 'relatie'.

31.2 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

De regels van de bouwverordening Amsterdam 2003 ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheids eisen blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de bereikbaarheid van gebouwen voor het wegverkeer/brandblusvoorzieningen;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  3. c. de ruimte tussen bouwwerken;
  4. d. het bouwen bij bovengrondse hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  5. e. in geval van sloop/nieuwbouw: de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheid bij of in gebouwen.

31.3 Bestaande bebouwing

Bestaande bebouwing, die in overeenstemming met een verleende vergunning is gebouwd en afwijkt van dit bestemmingsplan mag geheel of gedeeltelijk worden vervangen of vernieuwd, mits de afwijking van dit bestemmingsplan naar aard en omvang niet wordt vergroot, tenzij daarvoor met toepassing van enige in dit bestemmingsplan geregelde afwijkingsbevoegdheid een omgevingsvergunning wordt verleend.

Artikel 32 Algemene Gebruiksregels

32.1 Algemeen gebruiksverbod

Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

32.2 Gebruiksverbod

Onder verboden gebruik als bedoeld in 32.1 wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en/of bebouwing:

  1. a. als bedrijven die worden begrepen in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
  2. b. als automatenhal, belwinkel, geldwisselkantoor, seksinrichting en smartshop;
  3. c. als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen;
  4. d. als stortplaats voor puin, schroot, afbraak- en bouwmaterialen of andere afvalstoffen, voor zover dit niet betrekking heeft op het tijdelijk storten van geringe hoeveelheden afvalstoffen;
  5. e. als opslagplaats van bagger en grondspecie, tenzij zulks plaatsvindt langs een waterloop en in verband met het onderhoud van de waterloop;
  6. f. als ligplaats voor woonboten, bedrijfsvaartuigen, passagiersvaartuigen en stationerende vaartuigen en objecten, behoudens de op grond van artikel 18 toegestane ligplaatsen voor woonboten;
  7. g. ten dienste van bedrijven die worden begrepen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
  8. h. ten dienste van inrichtingen waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing is.

32.3 Toegelaten bedrijven

Voor zover bedrijven zijn toegestaan, mogen de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de volgende categorieën bedrijven:

  1. a. Voor zover op grond van deze regels bedrijven zijn toegestaan, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die vallen onder categorie A van de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten.
  2. b. Het dagelijks bestuur is bevoegd in afwijking van het bepaalde in a een omgevingsvergunning te verlenen met dien verstande dat het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
    1. 1. niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    2. 2. in de Staat van bedrijfsactiviteiten voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    3. 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactiviteiten valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.

32.4 Doelmatigheidsbepaling

Het dagelijks bestuur verleent een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde in 32.1 wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

32.5 Bestaand gebruik

  1. a. Bestaand gebruik, dat in overeenstemming met een verleende vergunning wordt gebruikt en afwijkt van dit bestemmingsplan, is toegestaan;
  2. b. Nadat het gebruik als bedoeld onder a is beëindigd of gedurende minimaal 12 maanden is gestaakt, geldt dat uitsluitend het gebruik conform de aldaar geldende bestemming is toegestaan.

32.6 Parkeren bij sloop / nieuwbouw

Bij sloop/nieuwbouw is het toegestaan om op maaiveld en/of de eerste bouwlaag te parkeren indien:

  1. a. de verkeersveiligheid niet in het geding komt;
  2. b. het parkeren niet ten koste gaat van (waardevolle) bomen in de gronden buiten het bouwvlak;
  3. c. het parkeren niet zal plaatsvinden in het achtererfgebied.
  4. d. aan de gronden niet de bestemming Gemengd – 2, Gemengd – 3, Gemengd – 4 is toegekend, tenzij ter plaatse een functieaanduiding 'parkeerterrein' op de verbeelding is aangegeven.

Artikel 33 Algemene Aanduidingsregels

33.1 Vrijwaringszone - straalpad

33.2 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - straalpad' te verwijderen, mits het straalpad niet langer aanwezig is en de betreffende straalpadbeheerder hierover heeft geadviseerd.

Artikel 34 Algemene Afwijkingsregels

  1. a. Indien niet met toepassing van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het dagelijks bestuur bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c, van de Wet ruimtelijke ordening een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de desbetreffende regels van dit bestemmingsplan, ten behoeve van:
    1. 1. het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximale bouwhoogte van 6 meter en een maximaal vloeroppervlak van 25 m²;
    2. 2. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, kunstobjecten, fonteinen, plastieken, vrijstaande muren, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, bruggen en andere waterbouwkundige constructies en ondergrondse vuilstortcontainers;
    3. 3. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
    4. 4. het overschrijden van de bouwvlak- en bestemmingsgrenzen met ten hoogste 2,5 meter voor erkers, serres, uitkragingen, bordessen, buitentrappen, galerijen, luifels, balkons, lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen;
    5. 5. het overschrijden van de in de regels toegestane maximale goot- en bouwhoogten met maximaal 1,5 meter;
    6. 6. het overschrijden van de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld onder 4 en 5, met ten hoogste 3 meter ten behoeve van centrale verwarmingsinstallaties, liftschachten en trappenhuizen, met ten hoogste 5 meter ten behoeve van schoorstenen, antennes, ventilatie-inrichtingen, zonneboilers, zonnepanelen, antennemasten voor mobiele telefonie en met ten hoogste 5 meter ashoogte ten behoeve van windmolens;
    7. 7. het bouwen van kelders en souterrains en het vergroten van bestaande kelders en souterrains onder voorwaarden dat:
      • het gebruik ten dienste is van de functie in het hoofdgebouw;
      • de technische haalbaarheid is aangetoond;
      • de diensten, die belast zijn met de zorg op het terrein van milieu- en bouwtoezicht, het waterbeheer en de bescherming van monumenten en archeologie, geen bezwaar hebben tegen de ontwikkeling;
      • de bovenzijde van het dak van het deel van de kelder dat zich op een grotere afstand van 2,5 meter uit de oorspronkelijke achtergevel bevindt, tenminste 0,80 meter is gelegen onder de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld van de (binnen)tuin en op dit deel van de kelder een grondpakket wordt gerealiseerd van minimaal 0,80 meter;
      • aangetoond is dat de ontwikkeling in de tuin niet ten koste gaat van (waardevolle) bomen in de (binnen-)tuin.
    8. 8. het gebruik van gronden en/of gebouwen ten behoeve van parkeren, mits: aangetoond kan worden dat, ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan,
      • daar waar reeds op eigen terrein geparkeerd werd;
      • voor het aantal auto's dat op eigen terrein geparkeerd wordt geen parkeervergunning verleend is en/of een eventueel verleende parkeervergunning voor het openbaar gebied wordt ingetrokken;
      • een in- en uitrit beschikbaar is voor het ontsluiten van de parkeerplaatsen.
    9. 9. het gebruik van gronden en/of gebouwen ten behoeve van parkeren op andere plekken dan ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' mits :
      • de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
      • aangetoond is dat de ontwikkeling in de tuin niet ten koste gaat van (waardevolle) bomen in de (binnen-)tuin;
      • het parkeren niet zal plaatsvinden in het achtererfgebied;
  2. b. een omgevingsvergunning als bedoeld in dit artikel kan worden verleend, mits de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 35 Algemene Wijzigingsregels

35.1 Algemeen

Het dagelijks bestuur is bevoegd om overeenkomstig artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat:

  1. a. bestemmingsgrenzen worden overschreden, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. bestemmingsgrenzen worden overschreden voor zover dit van belang is voor het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate ten behoeve van de verkeersveiligheid en/of –intensiteit. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  3. c. de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bijlage bij deze regels wordt gewijzigd, ten behoeve van het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van bedrijven, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten ten aanzien van de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven;
  4. d. de regels in de voorafgaande artikelen worden aangepast, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan worden gewijzigd.

35.2 Horeca

Het dagelijks bestuur is bevoegd onder de voorwaarde dat het woon- en leefklimaat ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast en overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 1' een functieaanduiding 'horeca van categorie 4' toe te voegen onder voorwaarde dat het percentage van de lengte van de straatwand dat voor horeca wordt toegestaan binnen de gebiedsaanduidingen 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 1' in totaal maximaal 25% is;
  2. b. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 2' een functieaanduiding 'horeca van categorie 4B toe te voegen onder voorwaarde dat het aantal vestigingen binnen de gebiedsaanduidingen 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 2', zoals deze zijn weergegeven bij vaststelling van dit bestemmingsplan, maximaal 2 bedraagt.
  3. c. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 3' een functieaanduiding 'horeca van categorie 4B' toe te voegen onder voorwaarde dat het aantal vestigingen binnen de gebiedsaanduidingen 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 3', zoals deze zijn weergegeven bij vaststelling van dit bestemmingsplan, maximaal 1 bedraagt;
  4. d. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 4' een functieaanduiding 'horeca van categorie 4B toe te voegen onder voorwaarde dat het aantal vestigingen binnen de gebiedsaanduidingen 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 4', zoals deze zijn weergegeven bij vaststelling van dit bestemmingsplan, maximaal 1 bedraagt;
  5. e. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 5' een functieaanduiding 'horeca van categorie 4' toe te voegen onder voorwaarde dat het aantal vestigingen binnen de gebiedsaanduidingen 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 5', zoals deze zijn weergegeven bij vaststelling van dit bestemmingsplan, maximaal 2 bedraagt, waarvan maximaal 1 vestiging van horeca van categorie 4A op Lekstraat 16 t/m 48, Gaaspstraat 5 t/m 35 of Trompenburgstraat 99 t/m 109;
  6. f. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 6' een functieaanduiding 'horeca van categorie 4B toe te voegen onder voorwaarde dat het aantal vestigingen binnen de gebiedsaanduidingen 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 6', zoals deze zijn weergegeven bij vaststelling van dit bestemmingsplan, maximaal 1 bedraagt;
  7. g. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 7' een functieaanduiding 'horeca van categorie 4B toe te voegen onder voorwaarde dat het aantal vestigingen binnen de gebiedsaanduidingen 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 7', zoals deze zijn weergegeven bij vaststelling van dit bestemmingsplan, maximaal 1 bedraagt;
  8. h. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 8' een functieaanduiding 'horeca van categorie 3 toe te voegen onder voorwaarde dat het aantal vestigingen binnen de gebiedsaanduidingen 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 8', zoals deze zijn weergegeven bij vaststelling van dit bestemmingsplan, maximaal 1 bedraagt;
  9. i. voorwaarde voor de toepassing van de in 24.2 sub a tot en met h opgenomen wijzigingsbevoegdheden is dat het woon- en leefklimaat niet in onevenredige mate wordt aangetast.

Artikel 36 Algemene Procedureregels

36.1 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 37 Overgangsrecht

37.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

37.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 38 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Rivierenbuurt van stadsdeel Zuid van de gemeente Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de stadsdeelraadsvergadering van

.........

De voorzitter, De griffier,

... ...

Toelichting

Toelichting

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Adressen Hogere Grenswaarden

Bijlage 2 Adressen hogere grenswaarden

Bijlage 1 Nota Van Uitgangspunten Bestemmingsplan Rivierenbuurt

Bijlage 1 Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Rivierenbuurt

Bijlage 2 Archeologisch Bureauonderzoek

Bijlage 2 Archeologisch bureauonderzoek

Bijlage 3 Cultuurhistorisch Advies

Bijlage 3 Cultuurhistorisch advies

Bijlage 4 Natuurwaardenonderzoek

Bijlage 4 Natuurwaardenonderzoek

Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid

Bijlage 5 Onderzoek externe veiligheid

Bijlage 6 Onderzoek Ev Hogedruk Aardgasleiding

Bijlage 6 Onderzoek EV Hogedruk aardgasleiding

Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 7 Akoestisch onderzoek

Bijlage 8 Tac Advies

Bijlage 8 TAC advies

Bijlage 9 Aanvullend Tac Advies

Bijlage 9 Aanvullend TAC advies

Bijlage 10 Brandweer Advies

Bijlage 10 Brandweer advies

Bijlage 11 Tavga Verslag

Bijlage 11 TAVGA verslag

Bijlage 12 Nota Van Beantwoording Inspraak

Bijlage 12 Nota van beantwoording inspraak

Bijlage 13 Beschikking Hogere Waarden Wet Geluidhinder

Bijlage 13 Beschikking Hogere waarden Wet Geluidhinder

Bijlage 14 Nota Van Wijzigingen

Bijlage 14 Nota van wijzigingen

Bijlage 15 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 15 Nota van beantwoording zienswijzen