Jachthavenweg e.o
Bestemmingsplan - gemeente Amsterdam
Vastgesteld op 20-03-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
Het bestemmingsplan Jachthavenweg e.o. van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.K1205BPSTD-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 aanbouw
Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.4 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 achtererfgebied
Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw.
1.7 archeologisch onderzoek
Werkzaamheden naar het bodemarchief die ten behoeve van de archeologische monumentenzorg worden uitgevoerd volgens de eisen zoals gesteld in de vigerende Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
1.8 archeologisch rapport
Rapportage waarin de archeologische waarde van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt vastgesteld die naar het oordeel van het dagelijks bestuur voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
1.9 archeologische waarden
Waarden waarvan de aanwezigheid bekend is in de vorm van fysieke overblijfselen in de bodem.
1.10 automatenhal
Een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld.
1.11 bebouwing
Één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.12 bebouwingspercentage
Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bestemmingsvlak, funcieaanduidingsvlak of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.13 bed & breakfast
Een gelegenheid, die met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner in een woning wordt uitgeoefend en die voorziet in het verstrekken van nachtverblijf voor maximaal 4 personen voor korte tijd, waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten ondergeschikt is.
1.14 bedrijf
Een inrichting of instelling voor de bedrijfsmatige uitoefening van industrie, ambacht, groothandel, opslag en/of transport, gericht op het bedrijfmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen, met dien verstande dat alleen bedrijven conform 20.3 zijn toegestaan.
1.15 bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is.
1.16 belwinkel
Een voor publiek toegankelijke gelegenheid waar de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen.
1.17 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.18 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.19 bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.20 bijgebouw
Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een op zichzelf staand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.
1.21 bijzondere bouwlaag
Kelder en souterrain.
1.22 bodemverstoring
Elke vorm van grondverzet.
1.23 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.24 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.25 bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bijzondere bouwlagen.
1.26 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.27 bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.28 dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuid.
1.29 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.30 dove gevel
- a. een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB, of
- b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
1.31 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.32 geldwisselkantoor
Een voor publiek toegankelijk kantoor of gelegenheid waarvan het hoofdbestanddeel van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig wisselen van geld of waardepapieren.
1.33 geluidsgevoelige objecten
Gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
1.34 geluidsluwe zijde
Gevel(deel) van een geluidsgevoelig object met een geluidsbelasting lager of gelijk aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder.
1.35 gestapelde woning
Een woning in een gebouw met twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen.
1.36 grondgebonden woning
Een gebouw dat uitsluitend één woning omvat en waar op het bijbehorende bouwperceel geen andere woningen voorkomen.
1.37 hogere grenswaarde
Een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting op de gevel/ aan de rand van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
1.38 hoofdgebouw
Een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op het gebruik als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.39 horeca van categorie 1
Een inrichting die geheel of in overwegende mate fastfood producten verstrekt, die ter plaatse kunnen worden genuttigd dan wel afgehaald kunnen worden, daaronder worden in ieder geval begrepen: fastfoodrestaurants, cafetaria's, snackbars, automatiek, loketverkoop en shoarmazaken.
1.40 horeca van categorie 2
Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning, al dan niet met levende muziek en al dan niet met vertrekking van dranken en kleine etenswaren, daaronder worden in ieder geval begrepen: dancing/discotheek, zaalverhuurbedrijven en een sociëteit, (dance)club.
1.41 horeca van categorie 3
Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van alcoholische dranken, of anderzijds de uitstraling hebben van een café, daaronder worden in ieder geval begrepen: café, bar, cocktailclub. Het bieden van de gelegenheid om te dansen is toegestaan op voorwaarde dat er geen entreegeld wordt geheven en de dansvloer niet groter is dan 20% van het brutovloeroppervlak van de inrichting.
1.42 horeca van categorie 4
Een inrichting die:
- a. geheel gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaar, die uitsluitend ter plaatse aan tafel genuttigd worden, eventueel aangevuld met een afhaalfunctie, en in zoverre deze inrichting niet valt onder horeca van categorie 1 en horeca van categorie3, daaronder worden in ieder geval begrepen: restaurant en eetcafé (categorie 4A). Het bieden van de gelegenheid om te dansen is toegestaan op voorwaarde dat er geen entreegeld wordt geheven en de dansvloer niet groter is dan 20% van het brutovloeroppervlak van de inrichting.
- b. gericht is op het verstrekken van alcoholvrije dranken, dan wel van kleine etenswaren (niet vallende onder horeca van categorie 1), sandwiches en ijswaren , daaronder worden in ieder geval begrepen: lunchroom, koffie-/theehuizen, juicebars en ijssalons (categorie 4B). Het bieden van de gelegenheid om te dansen is toegestaan op voorwaarde dat er geen entreegeld wordt geheven en de dansvloer niet groter is dan 20% van het brutovloeroppervlak van de inrichting.
1.43 hotel
Een horeca-inrichting die in hoofdzaak nachtverblijf verstrekt en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken ondergeschikt is, één en ander met inbegrip van vergader- en congresfaciliteiten.
1.44 huisgebonden bedrijf
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Hiermee wordt wel een bed & breakfast begrepen, maar geen detailhandel of horeca.
1.45 huisgebonden beroep
Het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel of horeca.
1.46 kantoor
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, daaronder tevens begrepen aan het kantoor ondergeschikte congres- en vergaderaccommodatie.
1.47 kelder
Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het peil is gelegen.
1.48 kunstwerk
Bouwwerk ten behoeve van de waterhuishouding, zoals dammen, dijken, duikers, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, niet zijnde steigers.
1.49 maaiveld
De bovenkant van het terrein dat een terrein omgeeft.
1.50 maatschappelijke dienstverlening
Het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, cultuur, welzijn, woonzorg (inclusief een woonzorgcentrum), kinderopvang, onderwijs en educatie, sport, religie, overheid en vergelijkbare gebieden, waaronder mede ondergeschikte nevenfuncties ten behoeve van de diensten worden begrepen.
1.51 massagesalon
Een vorm van consumentverzorgende dienstverlening waarbij onder andere spieren manueel danwel mechanisch worden gedrukt, geknepen en/of gewreven.
1.52 nutsvoorziening
Een voorziening, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de elektronische communicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, voorzieningen voor warmte/koudeopslag, telefooncellen en zendmasten.
1.53 object te water
Een voorwerp of vaartuig dat in, op of boven het water is aangebracht of afgemeerd en dat niet behoort tot enig andere categorie vaartuigen en niet gebruikt wordt als woonverblijf, niet zijnde een vlot.
1.54 omgevingsvergunning
Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.55 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.56 ondersteunende detailhandel
Niet-zelfstandige detailhandel, die wordt of is gerealiseerd binnen een vestiging en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, welke uitsluitend toegankelijk is via de vestiging en waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de vestiging.
1.57 ondersteunende horeca
Niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca van categorie 3 of horeca van categorie4, die wordt of is gerealiseerd binnen een vestiging en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, welke uitsluitend toegankelijk is via de vestiging en waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de vestiging.
1.58 overkapping
Een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt, bestaande uit een dakconstructie en voorzien van ten hoogste één wand.
1.59 passagiersvaartuig
Een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot:
- a. vervoer van personen;
- b. het beschikbaar stellen aan een of meer personen ten behoeve van varende recreatie.
1.60 peil
- a. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk in het water: het plaatselijk aan te houden waterpeil;
- c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende ophogingen of verdiepingen niet meegeteld worden.
1.61 pleziervaartuig
Een vaartuig, gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
1.62 seksinrichting
Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin handelingen of vertoningen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
- a. een prostitutiebedrijf: een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen met anderen tegen een materiële vergoeding;
- b. erotisch getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische / pornografische aard, waaronder begrepen een erotisch massagesalon, een erotische videotheek, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, wel of niet in combinatie met elkaar.
1.63 short-stay
Het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één (1) week en maximaal zes (6) maanden. Voor het overige blijft het gebruik gelijk als bedoeld bij de bestemming 'Wonen'.
1.64 sloop/nieuwbouw
Het geheel of nagenoeg geheel slopen en opnieuw oprichten van een hoofdgebouw.
1.65 smartshop
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden van psychotrope stoffen.
1.66 souterrain
Een bijzondere bouwlaag waarvan de vloer onder het gemiddeld aangrenzend peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen.
1.67 sportgerelateerde dienstverlening
Het verlenen van diensten op het gebied van sport en vergelijkbare gebieden, waaronder mede ondergeschikte nevenfuncties ten behoeve van deze diensten worden begrepen.
1.68 Staat van bedrijfsactiviteiten
De als Bijlage 1 opgenomen lijst, behorende bij deze regels, waarin vormen van gebruik anders dan wonen, zijn aangegeven, ingedeeld in categorieën van toenemende hinder.
1.69 steiger
Een bouwwerk te water die aan één zijde met de wal is verbonden en/of door middel van palen met de grond is verbonden, dat wellicht door de gekozen constructie verticaal met het water/ getij beweegt, doch de eigenschap mist om van plaats te veranderen.
1.70 terras
Een buiten de besloten ruimte liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden ten dienste van het horecabedrijf en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt.
1.71 tramvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van het tramverkeer, hieronder wordt in ieder geval abri's, tramrails en bovenleidingen gerekend.
1.72 uitbouw
Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.73 vaartuig
Vervoermiddel op of onder water.
1.74 verbeelding
De verbeelding van het bestemmingsplan 'Jachthavenweg e.o.'.
1.75 vergelijkbare geluidwerende voorzieningen
Alle bouwkundige ingrepen aan, in of achter de geluidbelaste gevel van een geluidsgevoelig object, met vergelijkbare geluidreducerende eigenschappen als een dove gevel.
1.76 vestiging
Een (deel van een) gebouw, waar een niet-woonfunctie inclusief nevenruimten wordt uitgeoefend en welke door aard en omvang een zelfstandig karakter heeft.
1.77 voorerfgebied
Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
1.78 voorgevel
De gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.79 waterberging
(Tijdelijke) opslag van een overmaat aan (oppervlakte)water in het (oppervlakte)watersysteem.
1.80 wellness
Het aanbieden van diensten en behandelingen met het oogmerk het persoonlijke welbevinden van de klant te bevorderen, dit gebeurt middels behandelingen gericht op ontspanning, lichamelijke gesteldheid/fitheid of uiterlijke verfraaiing (tijdelijk of permanent), uitgesloten zijn seksuele dienstverlening.
1.81 wettelijke regelingen
Indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van:
- a. de terinzagelegging van het ontwerpplan voor wat betreft het bouwen;
- b. de inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor wat betreft het gebruik;
tenzij in deze regels anders is bepaald.
1.82 woning
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.83 woonboot
Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf van één huishouden, niet zijnde een object dat valt onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.84 woonzorgcentrum
Een gebouw of gedeelte van een gebouw waar een specifieke doelgroep, zoals ouderen, woont, die algemene en medische verzorging geniet en waar naast ruimten voor verzorging tevens bij het zorgcentrum behorende ruimten zoals ondergeschikte detailhandel, ondersteunende horeca en overige nevenruimten zijn inbegrepen.
1.85 zakelijke dienstverlening
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten en/of het leggen van contacten of het uitvoeren van commerciële handelingen, uitgezonderd detailhandel.
1.86 zorgwoning
Een zelfstandige woning waar (intensieve) zorgverlening mogelijk is en waar zorg op afroep beschikbaar is vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis, een woonzorgcentrum of een dienstencentrum.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 begrenzing van de onderscheidene bestemmingen
Voorzover niet in maten op de (analoge) verbeelding vastgelegd, door middel van meting op de (digitale) verbeelding vanaf het hart van de lijn met een nauwkeurigheidsgraad van 1 meter.
2.2 goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 hoogte van vaartuigen en objecten te water
Vanaf peil tot aan het hoogste punt van een vaartuig of een object te water, met uitzondering van ondergeschikte onderdelen, zoals masten, schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen;
2.4 inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.5 bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.6 bruto vloeroppervlakte van een gebouw
De oppervlakte van een bouwwerk vermenigvuldigd met het aantal bouwlagen waar een vestiging zich bevindt, bijzondere bouwlagen daarin begrepen (tenzij in de regels anders bepaald), vermeerderd met het oppervlak van de door de vestiging in gebruik genomen bijbehorende bouwwerken.
2.7 netto vloeroppervlakte van een vestiging
De bruto vloeroppervlakte van een vestiging, verminderd met de oppervlakten van draagconstructies, separatiewanden, gevels, brandwerende wanden, schachten en ruimten lager dan 1,5 meter.
2.8 oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Waterleidingbedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Waterleidingbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijf, zijnde een waterleidingsbedrijf met de bijbehorende installaties, pompstations, bergingen en nevenruimten, dat valt onder categorie B zoals bedoeld in artikel 20.3 van deze regels;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. bedrijfswoning met bijbehorende tuinen en erven, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijfswoning' met inachtneming van het bepaalde in 3.3.2;
- e. tuinen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. verkeersareaal.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. park- en groenvoorzieningen;
- b. speelvoorzieningen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. steigers uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'steiger';
- e. terrassen;
- f. kunstwerken;
- g. oeververbindigen (bruggen);
- h. waterlopen en waterpartijen;
- i. werken van beeldende kunst;
- j. straatmeubilair;
- k. nutsvoorzieningen;
- l. tuinen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Horeca
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca van categorie 3 en horeca van categorie 4;
- b. nutsvoorzieningen;
- c. tuinen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. waterlopen en waterpartijen;
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Kantoor
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren en zakelijke dienstverlening met inachtneming van het bepaalde in 6.3.1;
- b. sportgerelateerde dienstverlening;
- c. bedrijven, zoals bedoeld in artikel 20.3 van deze regels, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf van categorie B', uitsluitend in de eerste en tweede bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
- d. horeca van categorie 3 en horeca van categorie 4, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 6.3.2;
- e. ondersteunende horeca met inachtneming van het bepaalde in 6.3.3;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. verkeersareaal;
- h. parkeervoorzieningen, uitsluitend op maaiveld, in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder en ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' tevens in de tweede en derde bouwlaag, met dien verstande dat parkeren in de derde bouwlaag uitsluitend buiten bebouwing is toegestaan;
- i. groenvoorzieningen;
- j. tuinen;
- k. terrassen;
- l. hotel, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel';
- m. maatschappelijke dienstverlening uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - maatschappelijke dienstverlening'.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 6.3.1 een omgevingsvergunning te verlenen waarmee maximum percentage van het bruto vloeroppervlak voor kantoorruimte wordt verhoogd tot 65% en het maximum aantal vierkante meter kantoor wordt verhoogd tot 14.400 m2, onder voorwaarden dat:
- a. het woon- en leefklimaat ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast;
- b. er voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Natuur
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bos;
- b. moeras;
- c. park- en groenvoorzieningen;
- d. fiets- en voetpaden;
- e. waterlopen en waterpartijen.
7.2 Specifieke gebruiksregels
Voor de in lid 7.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:
- a. ten aanzien van de verharding van de gronden binnen deze bestemming, waaronder niet wordt begrepen het bebouwen van de gronden, gelden de volgende bepalingen:
- 1. het bestaand verhard oppervlak mag in stand gehouden worden;
- 2. bij herinrichting van de gronden mogen deze voor maximaal 5% worden verhard ten behoeve van de bestemming.
Artikel 8 Sport
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvoorzieningen, met inbegrip van bijbehorende kleedruimten, medische ruimten, bergruimten, sportgerelateerde kantoor- en vergaderruimten en kantines;
- b. kinderdagopvang en buitenschoolse opvang met inachtneming van het bepaalde in 8.3.1;
- c. groenvoorzieningen;
- d. verkeersareaal;
- e. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' met inachtneming van het bepaalde in 8.3.7;
- f. speelvoorzieningen;
- g. kunstwerken;
- h. tuinen;
- i. waterlopen en waterpartijen;
- j. werken van beeldende kunst;
- k. terrassen;
- l. straatmeubilair;
- m. nutsvoorzieningen;
- n. horeca van categorie 4 ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie 4' met inachtneming van het bepaalde in 8.3.2;
- o. ondersteunende horeca, met inachtneming van het bepaalde in 8.3.3;
- p. wellness ter plaatse van de functieaanduiding 'wellness' met inachtneming van het bepaalde in 8.3.4;
- q. sport- en/of wellness gerelateerd hotel ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel' met inachtneming van het bepaalde in 8.3.5;
- r. ondersteunende detailhandel ter plaatse van de functieaanduiding 'detailhandel' met inachtneming van het bepaalde in 8.3.6;
- s. bedrijfswoning met bijbehorende bergingen, nevenruimten, tuinen en erven, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijfswoning' met inachtneming van het bepaalde in 8.3.8.
8.2 Bouwregels
8.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 9 Verkeer
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten, voet- en fietspaden met een verkeersfunctie;
- b. tramvoorzieningen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. pleinen;
- g. terrassen;
- h. kunstwerken;
- i. waterberging, waterlopen en waterpartijen;
- j. oeververbindingen (bruggen);
- k. geluidwerende voorzieningen;
- l. tuinen;
- m. werken voor de beeldende kunst;
- n. speelvoorzieningen;
- o. straatmeubilair;
- p. openbare toiletvoorzieningen;
- q. laad- en losvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Water
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging, waterlopen en waterpartijen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. kunstwerken;
- d. oeververbindingen (bruggen);
- e. werken voor de beeldende kunst;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. jachthaven met ligplaatsen voor pleziervaartuigen uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'jachthaven';
- h. steigers, ter plaatse van de functieaanduiding 'steiger' en ter plaatse van de functieaanduiding 'jachthaven' met inachtneming van het bepaalde in 10.2.2.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (zorg)woningen en short-stay, met inbegrip van bergingen en andere nevenruimten;
- b. huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf, met in achtneming van het bepaalde in 11.4.1;
- c. bed & breakfast, met in achtneming van het bepaalde in 11.4.1;
- d. tuinen;
- e. parkeervoorzieningen, uitsluitend in het souterrain en/of de kelder, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 12 Leiding - Gas
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van (ondergrondse) gasleidingen met de daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.3 Afwijken van de bouwregels
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 12.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten aanzien van het bouwen van bouwwerken en toestaan dat op of in deze gronden een bij de andere bestemming toelaatbaar bouwwerk wordt gebouwd, mits positief advies is verkregen bij de betrokken leidingbeheerder en de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en kwetsbare objecten niet zijn toegestaan.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te verwijderen, mits de leiding is verwijderd of niet langer als zodanig wordt gebruikt en de betreffende leidingbeheerder hierover heeft geadviseerd.
Artikel 13 Leiding - Water
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van (ondergrondse) drinkwatertransportleidingen met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 13.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten aanzien van het bouwen van bouwwerken en toestaan dat op of in deze gronden een bij de andere bestemming toelaatbaar bouwwerk wordt gebouwd, mits positief advies is verkregen bij de betrokken leidingbeheerder.
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Water' te wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Water' te verwijderen, mits de leiding is verwijderd of niet langer als zodanig wordt gebruikt en de betreffende leidingbeheerder hierover heeft geadviseerd.
Artikel 14 Waarde - Archeologie
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
14.2 Bouwregels
Op en onder de in 14.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. voor zover met betrekking tot de in 14.1 genoemde gronden sprake is van bodemverstoring, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologischrapport te overleggen.
- b. aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologischewaarden in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door het dagelijks bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
14.3 Afwijken van de bouwregels
Het bepaalde in 14.2 is niet van toepassing op een bodemverstoring:
- a. die betrekking heeft op een gebied met een kleiner oppervlak dan 500 m2 en een kleinere diepte dan 2,50 meter onder maaiveld;
- b. die het normale onderhoud betreft;
- c. die reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van inwerkingtreding van dit plan of uitgevoerd kan worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
- d. in en op gronden waarvan vaststaat dat daar geen archeologische waarden aanwezig of meer aanwezig zijn.
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening en met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, het bestemmingsplan te wijzigen:
- a. door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' op te heffen indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
- b. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken de dubbelbestemming 'Waarde -Archeologie' toe te kennen indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 15 Waarde - Cultuurhistorie
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Cultuurhistorie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de cultuurhistorische waarden van het gebied en zijn bebouwing.
15.2 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
15.3 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' te wijzigen:
- a. door de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien (delen van) het complex niet langer als cultuurhistorisch waardevol is/zijn aangewezen.
- b. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' toe te kennen, indien het betreffende pand of de betreffende panden wordt/worden aangewezen als welstandsorde 1 of 2.
Artikel 16 Waarde - Hoofdgroenstructuur
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Hoofdgroenstructuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de Hoofdgroenstructuur.
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijken van de bouwregels
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 16.1 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het oprichten, verplaatsen of uitbreiden van een gebouw, nadat hiervoor een advies van de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur is verkregen.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Hoofdgroenstructuur' te wijzigen door:
- a. een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Hoofdgroenstructuur' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, mits de betreffende gronden niet langer zijn aangewezen als hoofdgroenstructuur en de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur hierover heeft geadviseerd;
- b. aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Hoofdgroenstructuur ' toe te kennen mits de betreffende gronden worden aangewezen als hoofdgroenstructuur en de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur hierover heeft geadviseerd.
Artikel 17 Waterstaat - Waterkering
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een waterkering.
17.2 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' te wijzigen door:
- a. een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, mits de betreffende gronden niet langer zijn aangewezen als waterkering en het betreffende Hoogheemraadschap hierover heeft geadviseerd;
- b. aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waterstaat � Waterkering' toe te kennen mits de betreffende gronden zijn aangewezen als waterkering en het betreffende Hoogheemraadschap hierover heeft geadviseerd.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 18 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 19 Algemene Bouwregels
19.1 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, koekoeken, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,3 meter bedraagt.
19.2 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening Amsterdam 2003
De regels van de Bouwverordening Amsterdam 2003 ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de bereikbaarheid van gebouwen voor het wegverkeer/brandblusvoorzieningen;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. de ruimte tussen bouwwerken;
- d. het bouwen bij bovengrondse hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;.
- e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheid bij of in gebouwen.
19.3 Bestaande bebouwing
Bestaande bebouwing, die in overeenstemming met een verleende vergunning is gebouwd en afwijkt van dit bestemmingsplan, mag geheel of gedeeltelijk worden vervangen of vernieuwd, mits de afwijking van dit bestemmingsplan naar aard en omvang niet wordt vergroot, tenzij daarvoor met toepassing van enige in dit bestemmingsplan geregelde afwijkingsbevoegdheid een omgevingsvergunning wordt verleend.
Artikel 20 Algemene Gebruiksregels
20.1 Algemeen gebruiksverbod
Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
20.2 Gebruiksverbod
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 20.1 wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en/of bebouwing:
- a. als bedrijven die worden begrepen in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
- b. als automatenhal, belwinkel, geldwisselkantoor, seksinrichting en smartshop;
- c. als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen;
- d. als stortplaats voor puin of afvalstoffen, voor zover dit niet betrekking heeft op het tijdelijk storten van geringe hoeveelheden afvalstoffen;
- e. als opslagplaats van bagger en grondspecie, tenzij zulks plaatsvindt langs een waterloop en in verband met het onderhoud van de waterloop;
- f. als industrie in de voedingssector met extramurale opslag of overslag, viskwekerijen met extramurale bassins, opslag of verwerking van afvalstoffen met extramurale opslag of verwerking, natuurreservaten en vogelreservaten, moerasgebieden en oppervlaktewateren groter dan 3 hectare, zoals bedoeld in artikel 2.2.3 van het Luchthavenindelingbesluit;
- g. ten dienste van activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 in de gevallen zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- h. ten dienste van bedrijven die worden begrepen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit;
- i. ten dienste van inrichtingen waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is;
- j. als lig- en afmeerplaats voor woonboten, plezier- en passagiersvaartuigen en stationerende vaartuigen, één en ander behoudens de op grond van artikel 10toegestane ligplaatsen.
20.3 Toegelaten bedrijven
- a. Voor zover op grond van deze regels bedrijven zijn toegestaan, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die vallen onder categorie B van de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten.
- b. Het dagelijks bestuur is bevoegd in afwijking van het bepaalde in a een omgevingsvergunning te verlenen met dien verstande dat het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
- 1. niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 2. in de Staat van bedrijfsactiviteiten voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactiviteiten valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.
20.4 Doelmatigheidsbepaling
Het dagelijks bestuur verleent een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde in artikel 20.1 wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 21 Algemene Aanduidingsregels
21.1 Vrijwaringszone - weg
Artikel 22 Algemene Afwijkingsregels
- a. Indien niet met toepassing van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het dagelijks bestuur bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c, van de Wet ruimtelijke ordening een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan, ten behoeve van:
- 1. het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximaal vloeroppervlak van 25 m²;
- 2. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, fonteinen, plastieken, reclameobjecten, kunstobjecten, vrijstaande muren, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, bruggen en andere waterbouwkundige constructies en ondergrondse vuilstortcontainers;
- 3. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- 4. het overschrijden van de bouw- en bestemmingsgrenzen met ten hoogste 2 meter voor erkers, serres, uitkragingen, bordessen, buitentrappen, galerijen, luifels, balkons, lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen;
- 5. het overschrijden van de in de regels toegestane maximum bouwhoogten met maximaal 1,5 meter;
- 6. het overschrijden van de in de regels toegestane maximum bouwhoogten, anders dan bedoeld onder 4 en 5, met ten hoogste 3 meter ten behoeve van centrale verwarmingsinstallaties, liftschachten en trappenhuizen en met ten hoogste 5 meter ten behoeve van schoorstenen, antennes, ventilatie-inrichtingen, antennemasten voor mobiele telefonie, zonnepanelen, zonneboilers en met ten hoogste 5 meter ashoogte ten behoeve van windmolens.
- 7. het bouwen van kelders en souterrains en het vergroten van bestaande kelders en souterrains onder voorwaarden dat:
- het gebruik ten dienste is van de functie van het hoofdgebouw;
- de technische haalbaarheid is aangetoond;
- de diensten, die belast zijn met de zorg op het terrein van milieu- en bouwtoezicht, het waterbeheer, grondwaterzorg en de bescherming van monumenten en archeologie, geen bezwaar hebben tegen de ontwikkeling;
- indien de kelder wordt gerealiseerd in een (binnen)tuin, de bovenzijde van het dak van de kelder voor zover gelegen op een afstand van meer dan 2,5 meter vanaf de oorspronkelijke achtergevel ten minste 0,80 meter is gelegen onder de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld van de (binnen)tuin en daarop een grondpakket wordt gerealiseerd van minimaal 0,80 meter boven op het dak van de kelder;
- aangetoond is dat de ontwikkeling in de tuin niet ten koste gaat van (waardevolle) bomen in de (binnen-)tuin.
- 8. het gebruik van gronden en/of gebouwen ten behoeve van parkeren, mits aangetoond kan worden dat, ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Jachthavenweg e.o.:
- het fysiek mogelijk was om op eigen terrein te parkeren;
- voor het aantal auto's dat op eigen terrein geparkeerd wordt geen parkeervergunning verleend is en/of een eventueel verleende parkeervergunning voor het openbaar gebied wordt ingetrokken;
- een in- en uitrit beschikbaar is voor het ontsluiten van de parkeerplaatsen.
- 9. het gebruik van gronden en/of gebouwen ten behoeve van parkeren op andere plekken dan ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' mits:
- de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
- aangetoond is dat de ontwikkeling in de tuin niet ten koste gaat van (waardevolle) bomen in de (binnen-)tuin;
- het parkeren niet zal plaatsvinden in het achtererfgebied.
- a. Een omgevingsvergunning als bedoeld in dit artikel kan worden verleend, mits de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 23 Algemene Wijzigingsregels
- a. Het dagelijks bestuur is bevoegd om overeenkomstig artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen in die zin dat:
- 1. bestemmingsgrenzen worden overschreden, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- 2. bestemmingsgrenzen worden overschreden voor zover dit van belang is voor dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- 3. de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bijlage bij deze regels wordt gewijzigd, ten behoeve van het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van bedrijven, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten ten aanzien van de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven;
- 4. de regelingen in de voorafgaande artikelen worden aangepast, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 24 Algemene Procedureregels
24.1 Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 25 Overgangsrecht
25.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het dagelijks bestuur kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
25.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 26 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Jachthavenweg e.o. van stadsdeel Zuid van de gemeente Amsterdam.
Aldus vastgesteld in de stadsdeelraadsvergadering van | ||||
......... | ||||
De voorzitter, | De griffier, | |||
.... | ... | |||
Toelichting
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Nota Van Uitgangspunten
Bijlage 1 Nota van uitgangspunten
Bijlage 2 Nota Van Beantwoording Inspraak
Bijlage 2 Nota van beantwoording inspraak
Bijlage 3 Archeologisch Bureauonderzoek
Bijlage 3 Archeologisch bureauonderzoek
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek
Bijlage 5 Advies Technische Adviescommissie Geluidhinder Amsterdam
Bijlage 5 Advies Technische Adviescommissie Geluidhinder Amsterdam
Bijlage 6 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 6 Onderzoek externe veiligheid
Bijlage 7 Advies Regionale Brandweer Amsterdam-amstelland
Bijlage 7 Advies regionale brandweer Amsterdam-Amstelland
Bijlage 8 Natuurwaardenonderzoek
Bijlage 8 Natuurwaardenonderzoek
Bijlage 9 Advies Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur
Bijlage 9 Advies Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur