Het Nieuwe Diep 2012
Bestemmingsplan - Amsterdam
Onherroepelijk op 22-01-2014 - deels onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Het Nieuwe Diep 2012 van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Oost;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.M1202BPSTD-OH01 met de bijbehorende regels;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 afmeervoorziening
een voorziening ten behoeve van het innemen van een ligplaats door een vaartuig, niet zijnde een woonboot;
1.6 automatenhal
iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek;
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.8 Bed & Breakfast
een bedrijf, dat met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner in een woning wordt uitgeoefend en dat voorziet in het verstrekken van nachtverblijf voor maximaal 4 personen voor korte tijd, waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten ondergeschikt is;
1.9 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.10 bedrijfswoning
een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, alleen bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming en/of het gebruik van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
1.11 bedrijfswooneenheden
woningen en woonboten, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering, noodzakelijk is;
1.12 bedrijfsvaartuig
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep;
1.13 belwinkel
een voor publiek toegankelijke gelegenheid waar de hoofdactiviteit wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen;
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16 beperkt kwetsbaar object
object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.17 bestaand
- a. voor bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of de Woningwet;
- b. voor gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan met de daarbij behorende gebruiksregels;
1.18 bijzondere bouwlaag
kelders, souterrains, dakuitbouwen en kap;
1.19 binnenschip
een schip, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor interlokaal dan wel internationaal bedrijfsmatig vervoer van goederen te water waarop de wet vervoer binnenvaart van toepassing is;
1.20 boothuis
overdekte ligplaats voor vaartuigen, in het algemeen in het water gebouwd of op de oever van een water, waarbij door middel van een uitgegraven inham, de diepte op een dusdanig niveau is gebracht, dat invaren met een vaartuig geen problemen geeft;
1.21 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.22 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.23 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen;
1.24 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.25 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.26 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.27 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.28 boxpalen
palen die een ligplaats afbakenen;
1.29 circusexploitantenterrein
een terrein bestemd voor circusgebonden bedrijvigheid en woonwagens van circusexploitanten;
1.30 Dagelijks Bestuur
het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oost, gemeente Amsterdam;
1.31 dakuitbouw
een uitbouw van een (schijn)kap, waarbij de aansluiting van de uitbouw op het dakvlak onder de nok van het dak blijft;
1.32 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.33 dienstverlening
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van diensten, onder te verdelen in:
- a. consument verzorgende dienstverlening, zoals kapperszaken en schoonheidsinstituten;
- b. zakelijke dienstverlening, zoals fotostudio's, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, banken;
- c. maatschappelijke dienstverlening; het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn, woonzorg, onderwijs en educatie, sport, religie, overheid en vergelijkbare gebieden, niet zijnde kinderopvang, buitenschoolse opvang;
1.34 drijvende werktuigen
bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk bestemd om op vaarwegen of in havens te worden gebruikt;
1.35 ecologische structuur
een netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden waarmee de biodiversiteit behouden en versterkt wordt. Planten en dieren kunnen zich van het ene naar het andere gebied verspreiden, waardoor soorten niet geïsoleerd raken en daarmee een minder grote kans op uitsterven hebben;
1.36 ecologische verbindingszone
onderdeel van de ecologische hoofdstructuur;
1.37 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.38 geluidsgevoelige bestemmingen
wonen en andere geluidsgevoelige functies, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet Geluidhinder;
1.39 hoofdverblijf
het adres waarop betrokkene bekend is in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente, en dat tevens als postadres fungeert;
1.40 horeca
- a. horeca I: een bedrijf of inrichting gericht op de verkoop van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, het verstrekken van alcoholvrije dranken en/of het verstrekken van consumptie-ijs, zoals een fastfoodrestaurant, cafetaria, snackbar, shoarmazaken, lunchroom, koffie-theehuis of ijssalon;
- b. horeca IIa: een bedrijf of inrichting gericht op de verhuur van zalen aan gezelschappen, al dan niet in combinatie met het verstrekken van eten en drinken en/of een gelegenheid alleen toegankelijk voor leden, zoals een zalenverhuurbedrijf of sociëteit;
- c. horeca IIb: een bedrijf of inrichting welke de gelegenheid biedt om te dansen, zoals een dancing of discotheek;
- d. horeca III: een bedrijf of inrichting gericht op het verstrekken van sterke alcoholische dranken, zoals een café of bar;
- e. horeca IV: een bedrijf of inrichting gericht op het verstrekken van ter plaatse bereide maaltijden, inclusief (alcoholische) dranken, zoals een restaurant, eetcafé of bistro;
- f. horeca V: een bedrijf of inrichting gericht op het aanbieden van logies, zoals een hotel of pension;
1.41 huis gebonden beroep of bedrijf
- a. aan huis verbonden beroep:
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten;
- b. aan huis verbonden bedrijf:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Hiermee wordt wel een bed & breakfast, maar geen detailhandel of horeca bedoeld;
1.42 internetcafé
een voor publiek toegankelijke gelegenheid waar de hoofdactiviteit wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot internet.
1.43 kampeermiddel
tent, tentwagen, kampeerauto, stacaravan of (toer)caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig, of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 2.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een bouwvergunning is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op de kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst;
1.44 kampeerterrein
een terrein dat is ingericht voor het tijdelijk plaatsen van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf en voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst;
1.45 kantoor
het bedrijfsmatig verlenen van diensten met een administratief karakter, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.46 kap
een bijzondere bouwlaag waarvan de dakconstructie bestaat uit ten minste één hellend dakvlak;
1.47 kelder
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;
1.48 kunstwerk
voorzieningen en/of constructies die noodzakelijk zijn ten behoeve van weg- en waterbouw;
1.49 kwetsbaar object
object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.50 ligplaats
een plaats in het water bestemd of aangewezen om met een vaartuig af te meren;
1.51 minder zelfredzame personen
kinderen onder 12 jaar, ouderen, zieken en minder validen;
1.52 natuurvriendelijke oever
een geleidelijke overgang tussen water en land, waar verschillende plantensoorten zich ontwikkelen en zo levensvoorwaarden bieden aan diverse diersoorten;
1.53 nutsvoorziening
een voorziening ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water en elektriciteit, de telecommunicatie, en openbaar vervoer, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
1.54 object
een voorwerp of vaartuig dat in, op of boven het water is aangebracht of afgemeerd en dat niet behoort tot enig andere in dit hoofdstuk genoemde begripsbepaling;
1.55 onderdoorgang
een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt, bestaande uit een dakconstructie en twee wanden, waar geen gebouwen worden opgericht behoudens ten behoeve van de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies.
1.56 ondergeschikte horeca
niet-zelfstandige horeca, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdfunctie en waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdfunctie.
1.57 paardenbak
een niet overdekte piste voorzien van een bewerkte bodem, anders dan gras, waar naast training en africhting van een paard eveneens toetsing van prestaties van de combinatie paard en ruiter in diverse disciplines kan plaats vinden;
1.58 passagiersvaartuig
bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd tot vervoer van personen;
1.59 peil
- a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
- b. als in het water wordt gebouwd: het plaatselijk aan te houden waterpeil;
- c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.60 permanente bewoning
bewoning van een verblijf als hoofdverblijf;
1.61 pleziervaartuig
een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor sport- en vrijetijdsdoeleinden;
1.62 radarpost
bouwwerk, geen gebouw zijnde, welke een functie heeft voor het geleiden van verkeer over het water;
1.63 rederij
een bedrijf dat schepen uitrust en met commercieel oogpunt in de vaart brengt;
1.64 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin handelingen of vertoningen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
- a. een prostitutiebedrijf: een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen met anderen tegen een materiële vergoeding;
- b. erotisch getinte vermaaksfunctie: Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische / pornografische aard, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een erotische videotheek, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, wel of niet in combinatie met elkaar;
1.65 short stay
het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste een week en maximaal zes maanden;
1.66 smartshop
een winkel waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door detailhandel in psychotrope stoffen;
1.67 steiger
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, te water die vast met de wal is verbonden en/of door middel van palen met de grond is verbonden, dat wellicht door de gekozen constructie verticaal met het water/ getij beweegt, maar de eigenschap mist om in horizontale richting te verplaatsen, niet zijnde waterstaatkundige werken.
1.68 souterrain
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;
1.69 vaartuig
een constructie die als vervoermiddel te water gebruikt wordt of gebruikt kan worden;
1.70 verbeelding
de verbeelding van het bestemmingsplan Het Nieuwe Diep 2012 bestaande uit de kaart NL.IMRO.0363.M1202BPSTD-OH01.
1.71 vlot
een object van naast elkaar geplaatste, bewerkte of onbewerkte balken, planken, vaten of andere materialen dat vrij van de bodem in het water ligt;
1.72 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
1.73 watersportbedrijf
een bedrijf dat gerelateerd is aan het uitoefenen van sport op of in het water, daaronder begrepen het stallen en/of onderhoud en/of de reparatie en/of het vervaardigen van pleziervaartuigen en de verkoop van watersportbenodigdheden, een zeilmakerij en vergelijkbare bedrijven;
1.74 waterstaatsdoeleinden
voorzieningen ten behoeve van waterbeheersing en waterhuishouding in de ruimste zin;
1.75 watersportvereniging
een vereniging ten behoeve van het uitoefenen van sport op of in het water, daaronder begrepen het stallen en/of onderhoud en/of de reparatie van pleziervaartuigen;
1.76 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden (met dien verstande dat groepswonen wordt beschouwd als één huishouden);
1.77 woonark
een woonboot, niet zijnde een woonschip of een woonvaartuig;
1.78 woonboot
een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Woningwet;
1.79 woonschip
een woonboot die herkenbaar is als een van origine varend schip en die naar gelang het type schip, in elk geval is voorzien van originele kenmerken zoals een stuurhut, een roer, gangboorden, een luikenkap, een mast en zwaarden;
1.80 woonwagen
een bouwwerk op een standplaats, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.7 bebouwingspercentage
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Gemengd
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-verbonden beroepen en – bedrijven;
- c. horeca;
- d. een aannemersbedrijf;
met de daarbij behorende:
- e. in- en uitritten;
- f. tuinen en erven;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. groen;
- i. water;
- j. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen;
- b. natuurvriendelijke oevers of oeverbeschoeiingen;
- c. in- en uitritten;
- d. bestaande fiets- en/of voetpaden;
- e. bestaande inspectiepaden;
- f. radarposten;
- g. water, waterstaatsdoeleinden en oevervoorzieningen;
- h. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeren' is parkeren toegestaan;
- j. ter oplaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' is een zend- of ontvangstinstallatie toegestaan.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Kantoor
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. maatschappelijke dienstverlening;
- c. een bedrijfswoning;
- d. aan-huis-verbonden beroepen en – bedrijven;
en de daarbij behorende:
- e. onbebouwde parkeervoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. groen;
- h. water;
- i. terrassen;
- j. laad- en losvoorzieningen;
- k. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 7 Recreatie-dagrecreatie 1
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - dagrecreatie 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. watersportbedrijven en watersportverenigingen;
- b. bedrijfswooneenheden;
- c. aan-huis-verbonden beroepen en – bedrijven;
- d. een tankplaats voor pleziervaartuigen;
- e. drijvende werktuigen;
- f. ondergeschikte horeca;
- g. ondergeschikte detailhandel;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie 1 - rederij' is een rederij toegestaan;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie 1 - paardenbak' is een paardenbak toegestaan;
en de daarbij behorende:
- j. ongebouwde parkeervoorzieningen;
- k. stallingruimten en werkplaatsen;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. groen;
- n. water;
- o. terrassen;
- p. laad- en losvoorzieningen;
- q. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.5 Persoonsgebonden overgangsrecht
In afwijking van het bepaalde in 7.3.1, onder a, mogen de watersportbedrijven of watersportverenigingen aan de Buiterkerkerweg 7A en 7B drie bedrijfswooneenheden aanwezig hebben, voor zolang de drie bedrijfswooneenheden worden bewoond door degenen die ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan ingeschreven staan bij de Gemeentelijke Basisadministratie en voor zolang de huisvesting noodzakelijk is gelet op de bedrijven die aanwezig zijn ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan. Indien de bewoning van een bedrijfswooneenheid door voornoemde personen gestaakt wordt of indien de bedrijfsvoering door voornoemde personen beëindigd wordt, dient het aantal bedrijfswooneenheden te worden teruggebracht naar twee per bedrijf.
Artikel 8 Recreatie-dagrecreatie 2
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - dagrecreatie 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen;
en de daarbij behorende:
- b. nutsvoorzieningen;
- c. groen;
- d. water;
- e. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
8.2 Bouwregels
8.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 9 Recreatie - Verblijfsrecreatie
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie-verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kampeerterrein;
- b. bestaande gebouwde logeervoorzieningen;
- c. ondergeschikte horeca;
- d. ondergeschikte detailhandel;
- e. bedrijfswoning;
- f. aan huis gebonden beroepen en - bedrijven;
en de daarbij behorende:
- g. sanitaire voorzieningen;
- h. ongebouwde parkeervoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. groen;
- k. water;
- l. terrassen;
- m. speelvoorzieningen;
- n. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Verkeer - 1
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. snelwegen;
- b. bermen;
- c. een brug dan wel viaduct, met inbegrip van ondergelegen rijwegen en fiets- en voetpaden;
- d. water, waterstaatsdoeleinden, oevervoorzieningen en bijbehorende voorzieningen;
en de daarbij behorende:
- e. geluidsschermen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. groen;
- h. water;
- i. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Verkeer - 2
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer -2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en pleinen;
- b. fiets- en voetpaden;
- c. ongebouwde parkeervoorzieningen;
- d. in- en uitritten;
en de daarbij behorende:
- e. nutsvoorzieningen;
- f. groen;
- g. water;
- h. radarposten;
- i. sluizen;
- j. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Water
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. vaarwater;
- c. natuurvriendelijke oevers of oeverbeschoeiingen;
- d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
- e. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;
- f. radarposten;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'steiger' is een steiger toegestaan.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 13 Wonen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
met de daarbij behorende:
- b. in- en uitritten;
- c. tuinen en erven;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. groen;
- f. water;
- g. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
13.2 Bouwregels
Artikel 14 Wonen - Circusexploitantenterrein
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - circusexploitantenterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een circusexploitantenterrein;
met de daarbij behorende:
- b. in- en uitritten;
- c. tuinen en erven;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. groen;
- f. water;
- g. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 15 Waarde - Archeologie 1 (Dubbelbestemming)
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
15.2 Regels samenvallende bestemmingen
15.3 Bouwregels
Op en onder de in 15.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. voor zover met betrekking tot de in 15.1 genoemde gronden sprake is van bodemverstoring, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning bij een aanvraag een archeologisch rapport te overleggen;
- b. aan de omgevingsvergunning, als bedoeld onder a, kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door burgemeester en wethouders/ dagelijks bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- c. het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op een bodemverstoring:
- 1. indien de bodemverstoring betrekking heeft op een gebied met een kleiner oppervlak dan 100 m2 of een kleinere diepte dan 0,5 meter onder maaiveld of indien het water betreft dieper dan de waterbodem;
- 2. die het normale onderhoud betreft;
- 3. die reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
15.4 Nadere eisen
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd ter bescherming van de in 15.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen te stellen aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden, zoals bedoeld in 15.1 aanwezig zijn.
15.5 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
15.6 Wijzigingsregels
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie 1" geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 16 Waarde - Archeologie 2 (Dubbelbestemming)
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
16.2 Regels samenvallende bestemmingen
16.3 Bouwregels
Op en onder de in 16.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. voor zover met betrekking tot de in 16.1 genoemde gronden sprake is van bodemverstoring, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch rapport te overleggen;
- b. aan de omgevingsvergunning, als bedoeld onder a, kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door burgemeester en wethouders/ dagelijks bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- c. het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op een bodemverstoring:
- 1. indien de bodemverstoring betrekking heeft op een gebied met een kleiner oppervlak dan 500 m2 of een kleinere diepte dan 0,5 meter onder maaiveld of indien het water betreft dieper dan de waterbodem;
- 2. die het normale onderhoud betreft;
- 3. die reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
16.4 Nadere eisen
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd ter bescherming van de in 16.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen te stellen aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden, zoals bedoeld in 16.1 aanwezig zijn.
16.5 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
16.6 Wijzigingsregels
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie 2" geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 17 Waarde - Archeologie 3 (Dubbelbestemming)
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
17.2 Regels samenvallende bestemmingen
17.3 Bouwregels
Op en onder de in 17.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. voor zover met betrekking tot de in 17.1 genoemde gronden sprake is van bodemverstoring, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch rapport te overleggen;
- b. aan de omgevingsvergunning, als bedoeld onder a, kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door burgemeester en wethouders/ dagelijks bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- c. het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op een bodemverstoring:
- 1. indien de bodemverstoring betrekking heeft op een gebied met een kleiner oppervlak dan 10.000 m2 of een kleinere diepte dan 0,5 meter onder maaiveld of indien het water betreft dieper dan de waterbodem;
- 2. die het normale onderhoud betreft;
- 3. die reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
17.4 Nadere eisen
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd ter bescherming van de in 17.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen te stellen aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden, zoals bedoeld in 17.1 aanwezig zijn.
17.5 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
17.6 Wijzigingsregels
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie 3" geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 18 Waarde - Archeologie 4 (Dubbelbestemming)
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
18.2 Regels samenvallende bestemmingen
18.3 Bouwregels
Op en onder de in 18.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. voor zover met betrekking tot de in 18.1 genoemde gronden sprake is van bodemverstoring, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch rapport te overleggen;
- b. aan de omgevingsvergunning, als bedoeld onder a, kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door burgemeester en wethouders/ dagelijks bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- c. het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op een bodemverstoring:
- 1. indien de bodemverstoring betrekking heeft op een gebied met een kleiner oppervlak dan 10.000 m2 of dieper dan de waterbodem;
- 2. die het normale onderhoud betreft;
- 3. die reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
18.4 Nadere eisen
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd ter bescherming van de in 18.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen te stellen aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden, zoals bedoeld in 18.1 aanwezig zijn.
18.5 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
18.6 Wijzigingsregels
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie 4" geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 19 Waarde - Ecologie (Dubbelbestemming)
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de wezenlijke waarden en kenmerken van de ecologische structuur.
19.2 Regels samenvallende bestemmingen
19.3 Bouwregels
19.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Artikel 20 Leiding - Gas (Dubbelbestemming)
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, het herstel en de instandhouding van een ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding.
20.2 Regels samenvallende bestemmingen
20.3 Bouwregels
Op de in 20.1 bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de leidingen met een maximale hoogte van 3 meter.
20.4 Afwijking van de bouwregels
Het Dagelijks Bestuur kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.3 en toestaan dat ten dienste van de onderliggende bestemming bouwwerken worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig en veilig functioneren van de leiding;
- b. er geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd;
- c. vooraf een schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de leiding.
20.5 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
20.6 Wijzigingsregels
Artikel 21 Waterstaat - Waterkering (Dubbelbestemming)
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. waterkeringen;
- b. waterstaatkundige voorzieningen;
- c. het onderhoud en instandhouding van dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering;
- d. watersystemen als fysiek systeem van waterlopen en andere met de waterhuishouding samenhangende voorzieningen.
21.2 Regels samenvallende bestemmingen
21.3 Bouwregels
Op en onder de in 21.1 genoemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, zoals bedoeld in 21.1
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 22 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 23 Algemene Bouwregels
23.1 Toegestane overschrijdingen
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:
- a. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
- b. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een rijwielpad en 2,2 meter boven een voetpad, voor zover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter;
- c. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen.
23.2 Maximale maten
- a. In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
- b. In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in de voorgaande lid van dit artikel uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
23.3 Ondergronds bouwen
Artikel 24 Algemene Gebruiksregels
24.1 Verbodsregels
24.2 Toegelaten bedrijven
Artikel 25 Algemene Aanduidingsregels
25.1 Veiligheidszone - leiding - gas
25.2 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
25.3 Vrijwaringszone - vaarweg
25.4 Overig - reserveringsgebied - verbreding hoofdweg
Artikel 26 Algemene Afwijkingsregels
Het Dagelijks Bestuur kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan teneinde:
- a. in het plangebied de volgende bebouwing toe te staan:
- 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m², alsmede;
- 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, reclameobjecten, vrijstaande muren, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
- b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
- d. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in c, met ten hoogste:
- 1. 5 meter worden overschreden ten behoeve van schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, vlaggenmasten, bouwkundige maatregelen ten behoeve van een stille zijde, antennes en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals windturbines en zonnepanelen;
- 2. 3 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen en algemene technische ruimten;
- e. de bebouwingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen, luifels, buitentrappen, bouwkundige maatregelen ten behoeve van een stille zijde en andere ondergeschikte delen van gebouwen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in dit artikel kan worden verleend, mits de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 27 Algemene Wijzigingsregels
27.1 Wijzigingsregel wettelijke bepaling
Het Dagelijks Bestuur is, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bepalingen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, te wijzigen indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van vaststelling van het plan worden gewijzigd.
27.2 Wijzigingsregel bestemmingsgrenzen
Het Dagelijks Bestuur is, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen en/of andere grenslijnen en aanduidingen ten behoeve van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 2 meter mag bedragen, mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad.
Artikel 28 Overige Regels
28.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2, van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 29 Overgangsrecht
29.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
29.2 Afwijking
Het Dagelijks Bestuur kan eenmalig in afwijking van 29.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 29.1 met maximaal 10%
29.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Bepaling 29.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
29.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
29.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, zoals bedoeld in 29.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
29.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in 29.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
29.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Bepaling 29.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 30 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Het Nieuwe Diep 2012.
Bijlage 1 Toelichting Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Toelichting staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Rapport Externe Veiligheid
Bijlage 1 Rapport externe veiligheid
Bijlage 2 Verantwoording Groepsrisico
Bijlage 2 Verantwoording groepsrisico
Bijlage 3 Archeologisch Onderzoek Nieuwe Diep
Bijlage 3 Archeologisch onderzoek Nieuwe Diep
Bijlage 4 Archeologie Groene Staart
Bijlage 4 Archeologie Groene Staart