KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - 1
Artikel 4 Bedrijf - 2
Artikel 5 Bedrijf - 3
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorzieningen
Artikel 7 Cultuur En Ontspanning
Artikel 8 Gemengd - 1
Artikel 9 Gemengd - 2
Artikel 10 Gemengd - 3
Artikel 11 Gemengd - 4
Artikel 12 Groen
Artikel 13 Horeca
Artikel 14 Maatschappelijk
Artikel 15 Tuin
Artikel 16 Verkeer - 1
Artikel 17 Verkeer - 2
Artikel 18 Verkeer - Railverkeer
Artikel 19 Water
Artikel 20 Wonen
Artikel 21 Waarde - Archeologie - 1 (Dubbelbestemming)
Artikel 22 Waarde - Archeologie - 2 (Dubbelbestemming)
Artikel 23 Waterstaat - Waterkering (Dubbelbestemming)
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 24 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 25 Algemene Bouwregels
Artikel 26 Algemene Gebruiksregels
Artikel 27 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 28 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 29 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 30 Overgangsrecht
Artikel 31 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging
Bijlage 3 Creatieve Functies
Bijlage 1 Keuzenotitie Bestemmingsplannen Oostelijk Havengebied Noord &Cruquius, 27 September 2011
Bijlage 2 Nota Van Beantwoording 'Overleg Ex Artikel 3.1.1 Besluit Ruimtelijke Ordening, 3 Juli 2012
Bijlage 3 Nota Van Beantwoording Zienswijzen, 18 Februari 2013
Bijlage 4 Nota Van Wijzigingen, 18 Februari 2013
Bijlage 5 Archeologisch Bureauonderzoek Plangebied Cruquius, Bureau Monumenten & Archeologie, November 2011
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Bestemmingsplan Cruquius, Cauberg-huygen, 1 Juli 2012
Bijlage 7 Actualisatie Geluidzone Oostelijk Havengebied - Zeeburg, Akoestisch Onderzoek Behorende Bij Het Facet Bestemmingsplan, Dienst Milieu En Bouwtoezicht, Oktober 2009
Bijlage 8 Actualisatie Geluidzone Cruquiuswerkgebied En Zeeburgerpad, Dienst Milieu En Bouwtoezicht, 17 Juli 2012
Bijlage 9 Cultuurhistorische Verkenning Cruquiusweg E.o., Bureau Monumenten & Archeologie, C 12-046 Amsterdam 2012

Cruquius

Bestemmingsplan - Amsterdam

Onherroepelijk op 11-06-2014 - deels onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Cruquius' met identificatienummer NL.IMRO.0363.M1204BPSTD-OH01 van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Oost;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 automatenhal

iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek;

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.7 bed & breakfast

een bedrijf, dat met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner in een woning wordt uitgeoefend en die voorziet in het verstrekken van nachtverblijf voor maximaal 4 personen voor korte tijd, waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten ondergeschikt is;

1.8 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.9 bedrijfsvaartuig

een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten;

1.10 bedrijfswoning

een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, alleen bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming en/of het gebruik van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

1.11 belwinkel

een voor publiek toegankelijke gelegenheid waar de hoofdactiviteit wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen;

1.12 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.13 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.14 bestaand

  1. a. voor bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (of de Woningwet);
  2. b. voor gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan met de daarbij behorende gebruiksregels;

1.15 bevoegd gezag

het bevoegd gezag van stadsdeel Oost, gemeente Amsterdam;

1.16 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;

1.17 bijzondere bouwlaag

kelders en souterrains;

1.18 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.19 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.20 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen;

1.21 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.22 creatieve functies

creatieve functies zoals bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 3;

1.23 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.24 dienstverlening

een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van diensten, onder te verdelen in:

  1. a. consument verzorgende dienstverlening, zoals kapperszaken en schoonheidsinstituten;
  2. b. zakelijke dienstverlening, zoals fotostudio's, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, banken;
  3. c. maatschappelijke dienstverlening; het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn, woonzorg, onderwijs en educatie, sport, religie, overheid en vergelijkbare gebieden, niet zijnde kinderopvang, buitenschoolse opvang;

1.25 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

1.26 extended-stay

het bedrijfsmatig aanbieden van logies anders dan in een woning voor kortstondig verblijf van tenminste 1 week tot maximaal 6 maanden aan natuurlijk personen die op een ander adres hun hoofdverblijf c.q. vaste woon- en verblijfplaats hebben, waarbij sprake is van de aanwezigheid van een gezamenlijke entree, een lobby/receptie en facilitaire ruimten;

1.27 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.28 geluidsgevoelige gebouwen en terreinen

geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.29 hoofdgebouwen

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.30 hoogtescheidingslijn

een op de verbeelding aangegeven lijn die de scheiding vormt tussen de gedeelten van een bouwvlak waarop verschillende hoogten zijn toegelaten;

1.31 horeca

  1. a. horeca I: een bedrijf of inrichting gericht op de verkoop van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, het verstrekken van alcoholvrije dranken en/of het verstrekken van consumptie-ijs, zoals een fastfoodrestaurant, cafetaria, snackbar, shoarmazaken, lunchroom, koffie-theehuis of ijssalon;
  2. b. horeca IIa: een bedrijf of inrichting gericht op de verhuur van zalen aan gezelschappen, al dan niet in combinatie met het verstrekken van eten en drinken en/of een gelegenheid alleen toegankelijk voor leden, zoals een zalenverhuurbedrijf of sociëteit;
  3. c. horeca IIb: een bedrijf of inrichting welke de gelegenheid biedt om te dansen, zoals een dancing of discotheek;
  4. d. horeca III: een bedrijf of inrichting gericht op het verstrekken van sterke alcoholische dranken, zoals een café of bar;
  5. e. horeca IV: een bedrijf of inrichting gericht op het verstrekken van ter plaatse bereide maaltijden, inclusief (alcoholische) dranken, zoals een restaurant, eetcafé of bistro;
  6. f. horeca V: een bedrijf of inrichting gericht op het aanbieden van logies, zoals een hotel of pension;
  7. g. horeca C (culturele horeca): horeca bij culturele of sociaalmaatschappelijke instellingen met een meervoudige programmering, waarbij de cultuuruiting niet los kan worden gezien van de horecacomponent danwel bij culturele of sociaal-maatschappelijke instellingen die beschikken over een bijzonder pand of een bijzondere ruimte die kan worden verhuurd voor bijeenkomsten en feesten;

1.32 hotel

een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken ondergeschikt is, één en ander met inbegrip van vergader- en congresfaciliteiten;

1.33 huis gebonden beroep of bedrijf

  1. a. aan huis verbonden beroep:

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten;

  1. b. aan huis verbonden bedrijf:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Hiermee wordt wel een bed & breakfast, maar geen detailhandel of horeca bedoeld;

1.34 internetcafé

een voor publiek toegankelijke gelegenheid waar de hoofdactiviteit wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot internet;

1.35 jachthaven

een watergebonden bedrijf waar pleziervaartuigen tegen betaling ligplaats in nemen;

1.36 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten met een administratief karakter, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.37 kelder

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;

1.38 ligplaats

een plaats in het water bestemd of aangewezen om door een woonboot en/of bedrijfsvaartuig bij verblijf te worden ingenomen;

1.39 logies

het bedrijfsmatig aanbieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan natuurlijke personen voor bepaalde tijd, anders dan in een woning. Nb: onder logies valt niet kamerverhuur. Het begrip kamerverhuur valt onder wonen.

1.40 netto vloeroppervlak

de oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau, tussen de begrenzende opgaande scheidingsconstructies van de afzonderlijke ruimten;

1.41 nutsvoorziening

een voorziening ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water en elektriciteit, de telecommunicatie, en openbaar vervoer, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, gemalen, telefooncellen en zendmasten;

1.42 object

een voorwerp of vaartuig dat in, op of boven het water is aangebracht of afgemeerd en dat niet behoort tot enig andere in dit hoofdstuk genoemde categorie;

1.43 onderdoorgang

een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt, bestaande uit een dakconstructie en twee wanden, waar geen gebouwen worden opgericht behoudens ten behoeve van de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies;

1.44 ondergeschikte detailhandel

niet-zelfstandige detailhandel, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie;

1.45 ondergeschikte horeca

niet-zelfstandige horeca, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdfunctie en waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdfunctie.

1.46 passagiersvaartuig

een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot:

  1. a. vervoer van personen, of
  2. b. om beschikbaar te worden gesteld aan een of meer personen ten behoeve van varende recreatie;

1.47 peil

  1. a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
  2. b. als in het water wordt gebouwd: het plaatselijk aan te houden waterpeil;
  3. c. voor bouwwerken op het perron: de hoogte van het perron;
  4. d. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.48 pleziervaartuig

een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor sport- en vrijetijdsdoeleinden;

1.49 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin handelingen of vertoningen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. een prostitutiebedrijf: een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen met anderen tegen een materiële vergoeding;
  2. b. erotisch getinte vermaaksfunctie: Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische / pornografische aard, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een erotische videotheek, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, wel of niet in combinatie met elkaar;

1.50 short stay

het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste een week en maximaal zes maanden;

1.51 smartshop

een winkel waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door detailhandel in psychotrope stoffen;

1.52 speelvoorzieningen

speeltoestellen;

1.53 steiger

een bouwwerk te water die vast met de wal is verbonden en/of door middel van palen met de grond is verbonden, dat wellicht door de gekozen constructie verticaal met het water/ getij beweegt, maar de eigenschap mist om in horizontale richting te verplaatsen, niet zijnde waterstaatkundige werken;

1.54 souterrain

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;

1.55 verbeelding

de verbeelding van het bestemmingsplan 'Cruquius' bestaande uit het bestand NL.IMRO.0363.M1204BPSTD-OH01;

1.56 waterstaatsdoeleinden

voorzieningen ten behoeve van waterbeheersing en waterhuishouding in de ruimste zin;

1.57 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden (met dien verstande dat groepswonen wordt beschouwd als één huishouden);

1.58 woonark

een woonboot bestaande uit een betonnen casco waarop een houten, stenen of kunststof opbouw gevestigd is;

1.59 woonboot

een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.60 woonschip

een woonboot die herkenbaar is als een van origine varend schip en die naar gelang het type schip, in elk geval is voorzien van originele kenmerken zoals een stuurhut, een roer, gangboorden, een luikenkap, een mast. In geen geval mag het schip voorzien zijn van een niet authentieke opbouw;

1.61 woonvaartuig

een woonboot bestaande uit een metalen/stalen casco van een van origine varend schip, waarop een opbouw is gevestigd.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.4 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.5 bebouwingspercentage

een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

2.6 bruto vloeroppervlak

de som van het product van de afstand tussen de gevelvlakken en de afstand hart op hart van debouwmuren per bouwlaag, niet inbegrepen balkons, loggia's, erkers en galerijen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven, met in acht name van het bepaalde in artikel 26.2;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1 - speeltuin' is een indoorspeeltuin met buitenspeelplaats toegestaan;
  3. c. ondergeschikte detailhandel;

met de daarbij behorende:

  1. d. erven;
  2. e. nutsvoorzieningen;
  3. f. parkeervoorzieningen en in- en uitritten;
  4. g. laad- en losvoorzieningen;
  5. h. fiets- en voetpaden;
  6. i. groen;
  7. j. water;
  8. k. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. het maximum bruto vloeroppervlak aan kantoren bedraagt per bedrijfsvestiging maximaal 20% van het netto vloeroppervlak;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf -1 - max 50% kantoor' geldt dat per bedrijfsvestiging maximaal 50% van het netto vloeroppervlak gebruikt mag worden voor kantoren;
  3. c. het maximum bruto vloeroppervlak, van de in 3.1, onder c bedoelde functie (ondergeschikte detailhandel) bedraagt per vestiging, van de in 3.1, onder a bedoelde functie (bedrijven), maximaal 10% van het gerealiseerde netto vloeroppervlak.

Artikel 4 Bedrijf - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven, met in acht name van het bepaalde in artikel 26.2;
  2. b. creatieve functies, zoals bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 3;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn bedrijfswoningen toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is een woning op de begane grond toegestaan;
  5. e. ondergeschikte detailhandel;

met de daarbij behorende:

  1. f. erven;
  2. g. nutsvoorzieningen;
  3. h. parkeervoorzieningen en in- en uitritten;
  4. i. laad- en losvoorzieningen;
  5. j. fiets- en voetpaden;
  6. k. groen;
  7. l. water;
  8. m. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

In afwijking van het bepaalde in 4.2.2 onder b is het bevoegd gezag bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3 m1.

4.4 Specifieke gebruiksregels

  1. a. het maximum bruto vloeroppervlak aan kantoren bedraagt per vestiging, van de in 4.1, onder a en b bedoelde functies (bedrijven en creatieve functies), maximaal 20% van het netto vloeroppervlak;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf -2 - max 100% kantoor' geldt dat per bedrijfsvestiging 100% van het netto vloeroppervlak gebruikt mag worden voor kantoren;
  3. c. het maximum bruto vloeroppervlak, van de in 4.1, onder e bedoelde functie (ondergeschikte detailhandel) bedraagt per vestiging, van de in 4.1, onder a en b bedoelde functies (bedrijven en creatieve functies), maximaal 10% van het gerealiseerde netto vloeroppervlak;
  4. d. het maximum aantal, van de in 4.1, onder c bedoelde functie (bedrijfswoning) bedraagt 1.

Artikel 5 Bedrijf - 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven, met in acht name van het bepaalde in artikel 26.2;
  2. b. creatieve functies, zoals bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 3;
  3. c. ondergeschikte detailhandel;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn bedrijfswoningen toegestaan;

met de daarbij behorende:

  1. e. verkeersareaal;
  2. f. erven;
  3. g. nutsvoorzieningen;
  4. h. parkeervoorzieningen en in- en uitritten;
  5. i. laad- en losvoorzieningen;
  6. j. fiets- en voetpaden;
  7. k. groen;
  8. l. water;
  9. m. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. in afwijking van het bepaalde in 5.2.2 onder d is het bevoegd gezag bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte over maximaal 25% van het bestemmingsvlak met maximaal 5 m1, indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  2. b. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 onder e op basis van stedenbouwkundige inpasbaarheid.

5.4 Specifieke gebruiksregels

  1. a. het maximum bruto vloeroppervlak aan kantoren bedraagt per vestiging, van de in 5.1, onder a en b bedoelde functies (bedrijven en creatieve functies), maximaal 40% van het netto vloeroppervlak;
  2. b. het maximum bruto vloeroppervlak, van de in 5.1, onder c bedoelde functie (ondergeschikte detailhandel) bedraagt per vestiging, van de in 5.1, onder a en b bedoelde functies (bedrijven en creatieve functies), maximaal 10% van het gerealiseerde netto vloeroppervlak;
  3. c. het maximum aantal, van de in 5.1, onder d bedoelde functie (bedrijfswoning) bedraagt 1, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven.

Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorzieningen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging, waaronder mede begrepen een gemaal met bijbehorende voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. b. verkeersareaal;
  2. c. erven;
  3. d. parkeervoorzieningen en in- en uitritten;
  4. e. fiets- en voetpaden;
  5. f. groen;
  6. g. natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen;
  7. h. water;
  8. i. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Cultuur En Ontspanning

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. expositieruimten;

met de daarbij behorende:

  1. b. bijbehorende bouwwerken;
  2. c. nutsvoorzieningen;
  3. d. voetpaden;
  4. e. groen;
  5. f. water;
  6. g. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Gemengd - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke dienstverlening, niet zijnde geluidsgevoelige gebouwen, in de eerste bouwlaag;
  2. b. dienstverlening in de eerste bouwlaag;
  3. c. kantoren in de eerste bouwlaag;
  4. d. bedrijven in de eerste bouwlaag, met in acht name van het bepaalde in artikel 26.2;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - niet-woonfunctie alle bouwlagen' zijn niet-woonfuncties toegestaan in alle bouwlagen;
  6. f. ondergeschikte horeca;
  7. g. wonen in de tweede bouwlaag en hoger;
  8. h. aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven in de tweede bouwlaag en hoger;
  9. i. short-stay in de tweede bouwlaag en hoger;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is wonen, aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven en short-stay toegestaan in alle bouwlagen;

met de daarbij behorende:

  1. k. tuinen en erven;
  2. l. nutsvoorzieningen;
  3. m. parkeervoorzieningen en in- en uitritten;
  4. n. laad- en losvoorzieningen;
  5. o. groen;
  6. p. water;
  7. q. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. kantoren zijn uitgesloten ter plaatse van de aanduiding 'kantoren uitgesloten';
  2. b. ondergeschikte horeca, zoals bedoeld in 8.1, onder f, is toegestaan ter plaatse van maatschappelijke dienstverlening en dienstverlening, hierbij geldt dat maximaal 10% van het gerealiseerde netto vloeroppervlak gebruikt mag worden voor ondergeschikte horeca;
  3. c. voor de aan-huis-verbonden beroepen en – bedrijven geldt dat maximaal 40% van het grondvloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 60 m² ten behoeve van deze functies gebruikt mag worden;
  4. d. voor de aan-huis-verbonden bedrijven geldt het bepaalde in 26.2.

Artikel 9 Gemengd - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke dienstverlening, niet zijnde geluidsgevoelige gebouwen en terreinen;
  2. b. dienstverlening;
  3. c. kantoren;
  4. d. bedrijven, met in acht name van het bepaalde in artikel 26.2;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie III of IV' is horeca III en IV toegestaan;
  6. f. ondergeschikte horeca;
  7. g. geluidsgevoelige gebouwen en terreinen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidsgevoelige gebouwen toegestaan';

met de daarbij behorende:

  1. h. erven;
  2. i. nutsvoorzieningen;
  3. j. parkeervoorzieningen en in- en uitritten;
  4. k. laad- en losvoorzieningen;
  5. l. fiets- en voetpaden;
  6. m. groen;
  7. n. water;
  8. o. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. voor horeca III en IV zoals bedoeld in 9.1, onder e, geldt een maximum netto vloeroppervlakte van 200 m² per vestiging;
  2. b. ondergeschikte horeca, zoals bedoeld in 9.1, onder f, is toegestaan ter plaatse van maatschappelijke dienstverlening en dienstverlening hierbij geldt dat maximaal 10% van het gerealiseerde netto vloeroppervlak gebruikt mag worden voor ondergeschikte horeca.

Artikel 10 Gemengd - 3

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. zakelijke dienstverlening;
  2. b. kantoren;
  3. c. ondergeschikte horeca;
  4. d. wonen;
  5. e. aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven;
  6. f. short-stay;

met de daarbij behorende:

  1. g. tuinen en erven;
  2. h. nutsvoorzieningen;
  3. i. parkeervoorzieningen en in- en uitritten;
  4. j. laad- en losvoorzieningen;
  5. k. groen;
  6. l. water;
  7. m. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. het maximum aantal woningen, van de onder 10.1, onder d bedoelde functie (wonen), bedraagt maximaal 5, hierbij geldt een maximum grondvloeroppervlak van de woning van 140 m²;
  2. b. ondergeschikte horeca, zoals bedoeld in 10.1, onder c, is toegestaan ter plaatse van zakelijke dienstverlening hierbij geldt dat maximaal 10% van het gerealiseerde netto vloeroppervlak gebruikt mag worden voor ondergeschikte horeca;
  3. c. voor de aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven geldt dat maximaal 40% van het grondvloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 60 m² ten behoeve van deze functies gebruikt mag worden;
  4. d. voor de aan-huis-verbonden bedrijven geldt het bepaalde in 26.2.

Artikel 11 Gemengd - 4

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. zakelijke dienstverlening;
  2. b. bedrijven, met in acht name van het bepaalde in artikel 26.2;
  3. c. creatieve functies, zoals bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 3;
  4. d. horeca V;
  5. e. extended-stay;
  6. f. kantoren;
  7. g. ondergeschikte horeca;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn bedrijfswoningen toegestaan;
  9. i. detailhandel;

met de daarbij behorende:

  1. j. tuinen en erven;
  2. k. nutsvoorzieningen;
  3. l. parkeervoorzieningen en in- en uitritten;
  4. m. laad- en losvoorzieningen;
  5. n. groen;
  6. o. terrassen;
  7. p. water;
  8. q. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

11.2 Bouwregels

11.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. voor zakelijke dienstverlening, bedrijven, creatieve functies, zoals bedoeld in 11.1, onder a, b, c geldt een totaal maximum netto vloeroppervlakte van 4.900 m²;
  2. b. voor horeca V en extended-stay, zoals bedoeld in 11.1, onder d en e, geldt een totaal maximum netto-vloeroppervlakte van 16.570 m²;
  3. c. ondergeschikte horeca, zoals bedoeld in 11.1, onder g, is toegestaan ter plaatse van zakelijke dienstverlening hierbij geldt dat maximaal 10% van het gerealiseerde netto-vloeroppervlak gebruikt mag worden voor ondergeschikte horeca;
  4. d. voor de bedrijfswoning zoals bedoeld in 11.1, onder h, geldt een maximaal aantal van 1 bedrijfswoning met een maximum netto- vloeroppervlakte van 140 m²;
  5. e. voor de detailhandel zoals bedoeld in 11.1, onder i, geldt een maximum netto-vloeroppervlakte van 133 m².
  6. f. voor parkeervoorzieningen zoals bedoeld in 11.1, onder l, geldt een minimum van 167 parkeerplaatsen;
  7. g. ter plaatse van de eerste bouwlaag geldt een minimum netto- vloeroppervlakte aan voorzieningen, zijnde detailhandel, zakelijke dienstverlening, bedrijfswoning, bedrijven en creatieve functies, van 1.000 m²;
  8. h. het maximum bruto vloeroppervlak, van de in 11.1, onder f bedoelde functie (kantoren) bedraagt per vestiging, van de in 11.1, onder b en c bedoelde functies (bedrijven en creatieve functies), maximaal 40% van het gerealiseerde netto vloeroppervlak.

Artikel 12 Groen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen;
  2. b. fiets- en/of voetpaden;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. water, waterstaatsdoeleinden en oevervoorzieningen;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;
  7. g. objecten van beeldende kunst;
  8. h. bergingen ter plaatse van de bouwaanduiding 'bijgebouw'.

12.2 Bouwregels

Artikel 13 Horeca

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca III en IV;

met de daarbij behorende:

  1. b. terrassen;
  2. c. tuinen en erven;
  3. d. nutsvoorzieningen;
  4. e. laad- en losvoorzieningen;
  5. f. fiets- en voetpaden;
  6. g. speelvoorzieningen;
  7. h. groen;
  8. i. water;
  9. j. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

13.2 Bouwregels

Artikel 14 Maatschappelijk

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke dienstverlening;
  2. b. kinderdagverblijven en/of buitenschoolse opvang;
  3. c. ondergeschikte horeca;

en de daarbij behorende:

  1. d. speelvoorzieningen;
  2. e. tuinen en erven;
  3. f. nutsvoorzieningen;
  4. g. in- en uitritten;
  5. h. laad- en losvoorzieningen;
  6. i. fiets- en voetpaden;
  7. j. groen;
  8. k. water;
  9. l. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

14.2 Bouwregels

14.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 15 Tuin

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen, met inbegrip van bijbehorende voetpaden;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is parkeren in het souterrain en/of de kelder toegestaan;
  3. c. het gebruik conform het toegestane gebruik van de aangrenzende (hoofd)bebouwing.

15.2 Bouwregels

Artikel 16 Verkeer - 1

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en pleinen;
  2. b. fiets- en/of voetpaden;
  3. c. (ongebouwde) parkeervoorzieningen;
  4. d. in- en uitritten;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'brug' zijn bruggen toegestaan;

en de daarbij behorende:

  1. f. nutsvoorzieningen;
  2. g. groen;
  3. h. water;
  4. i. laad- en losvoorzieningen;
  5. j. schuttingen ten behoeve van woonboten;
  6. k. speelvoorzieningen;
  7. l. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

16.2 Bouwregels

Artikel 17 Verkeer - 2

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. pleinen;
  2. b. fiets- en/of voetpaden;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is parkeren, met bijbehorende in- en uitritten, in het souterrain en/of de kelder toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'brug' zijn bruggen toegestaan;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'steigers' zijn steigers toegestaan;

en de daarbij behorende:

  1. f. nutsvoorzieningen;
  2. g. groen;
  3. h. water;
  4. i. laad- en losvoorzieningen;
  5. j. speelvoorzieningen;
  6. k. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

17.2 Bouwregels

Artikel 18 Verkeer - Railverkeer

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen / railverkeer;

en de daarbij behorende:

  1. b. geluidswerende voorzieningen;
  2. c. wegen;
  3. d. nutsvoorzieningen;
  4. e. bermen en taluds;
  5. f. groen;
  6. g. water;
  7. h. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;
  8. i. objecten van beeldende kunst.

18.2 Bouwregels

18.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water;
  2. b. vaarwater;
  3. c. natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen;
  4. d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
  5. e. extensief recreatief medegebruik;
  6. f. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;
  7. g. groen;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' is een jachthaven met bijbehorende voorzieningen zoals steigers toegestaan;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - steiger' is een steiger toegestaan;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - sluis' is een sluis toegestaan;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - passagiersvaartuig' zijn ligplaatsen met bijbehorende toegangsvoorziening voor passagiersvaartuigen toegestaan;
  12. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - bedrijfsvaartuig' is een ligplaats met bijbehorende toegangsvoorziening voor een bedrijfsvaartuig toegestaan;
  13. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - drijver' is een drijver ten behoeve van de stabiliteit van de woonboot toegestaan;
  14. n. ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats' is een ligplaats met bijbehorende toegangsvoorziening, voor woonboten, alsmede aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven en short-stay toegestaan;
  15. o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - wissellocatie' zijn wissellocaties met bijbehorende toegangsvoorziening, voor woonboten, alsmede aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven en short-stay toegestaan.

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 20 Wonen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven;
  3. c. short-stay;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie IV' is horeca IV toegestaan in de eerste bouwlaag;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuindak' is parkeren op maaiveld toegestaan, op het bovengelegen dak zijn terrassen/tuinen toegestaan;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is een parkeergarage toegestaan in het souterrain en/of de kelder;

met de daarbij behorende:

  1. g. in- en uitritten;
  2. h. tuinen en erven;
  3. i. bijbehorende bouwwerken;
  4. j. nutsvoorzieningen;
  5. k. groen;
  6. l. water;
  7. m. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

20.2 Bouwregels

20.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 21 Waarde - Archeologie - 1 (Dubbelbestemming)

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 1 (dubbelbestemming)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

21.2 Regels samenvallende bestemmingen

21.3 Bouwregels

Op en onder de in 21.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. voor zover met betrekking tot de in 21.1 genoemde gronden sprake is van bodemverstoring, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch rapport te overleggen;
  2. b. aan de omgevingsvergunning, als bedoeld onder a, kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
  1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem worden behouden;
  2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
  3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  1. c. het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op een bodemverstoring:
  1. 1. indien de bodemverstoring betrekking heeft op een gebied met een kleiner oppervlak dan 500 m2 of een kleinere diepte dan 3,5 meter onder maaiveld of indien het water betreft dieper dan de waterbodem;
  2. 2. die het normale onderhoud betreft;
  3. 3. die reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

21.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is bevoegd ter bescherming van de in 21.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen te stellen aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden, zoals bedoeld in 21.1 aanwezig zijn.

21.5 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

21.6 Wijzigingsregels

Het bevoegd gezag is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1(dubbelbestemming)' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:

  1. a. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  2. b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.

Artikel 22 Waarde - Archeologie - 2 (Dubbelbestemming)

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 2 (dubbelbestemming)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

22.2 Regels samenvallende bestemmingen

22.3 Bouwregels

Op en onder de in 22.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. voor zover met betrekking tot de in 22.1 genoemde gronden sprake is van bodemverstoring, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch rapport te overleggen;
  2. b. aan de omgevingsvergunning, als bedoeld onder a, kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
  1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem worden behouden;
  2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
  3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  1. c. het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op een bodemverstoring:
  1. 1. indien de bodemverstoring betrekking heeft op een gebied met een kleiner oppervlak dan 10.000 m² en dieper dan de waterbodem;
  2. 2. die het normale onderhoud betreft;
  3. 3. die reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

22.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is bevoegd ter bescherming van de in 22.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen te stellen aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden, zoals bedoeld in 22.1 aanwezig zijn.

22.5 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

22.6 Wijzigingsregels

Het bevoegd gezag is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2(dubbelbestemming)' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:

  1. a. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  2. b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.

Artikel 23 Waterstaat - Waterkering (Dubbelbestemming)

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en instandhouding van waterkeringen, bijbehorende beschermingszone(s) en bij deze doeleinden behorende waterstaatkundige voorzieningen.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 24 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 25 Algemene Bouwregels

25.1 Toegestane overschrijdingen

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:

  1. a. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
  2. b. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een rijwielpad en 2,2 meter boven een voetpad, voor zover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter;
  3. c. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen.

25.2 Maximale maten

  1. a. In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
  2. b. In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in de voorgaande lid van dit artikel uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.

25.3 Ondergronds bouwen

25.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 26 Algemene Gebruiksregels

26.1 Verbodsregels

26.2 Toegelaten bedrijven

Artikel 27 Algemene Aanduidingsregels

27.1 Gezoneerd industrieterrein

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'industrieterrein' zijn de gronden aangewezen als een industrieterrein zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

27.2 Geluidszone

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrieterrein Cruquius' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein 'Cruquius' op geluidsgevoelige gebouwen en terreinen.
  2. b. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrieterrein Cruquius' de volgende regel:
    1. 1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welk aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelig gebouw, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein 'Cruquius' op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting of een vastgestelde hogere waarde van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting.
  3. c. Daar waar de buitenste 50 dB(A) contour van de 'geluidszone - industrieterrein Cruquius' zoals geregeld in dit plan niet aansluit bij
    1. 1. de geluidzone Categorie A-inrichtingen Oostelijk Havengebied-Zeeburg zoals op 20 augustus 1986 is vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam, of
    2. 2. de geluidzone Oostelijk Havengebied-Zeeburg 2010 met kenmerk NL.IMRO.0363.G0902BPGST-OH01, zoals onherroepelijk is geworden op 3 september 2010, of
    3. 3. een ter vervanging van de onder a of b genoemde geluidzones in omliggende bestemmingsplannen vastgestelde geluidzone,en derhalve leidt tot een onderbreking van de zone rond het industrieterrein 'Cruquius', moet een zo kort mogelijk deel van de bestemmingsgrens van het plan als buitenste 50 dB(A) contour worden gelezen, opdat een sluitende geluidzone ontstaat.

27.3 vrijwaringszone - dijk

27.4 Vaarweg

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van:
    1. 1. het belemmeren van de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en vaardiepte;
    2. 2. het hinderen van de zichtlijnen voor de scheepvaart;
    3. 3. het hinderen van zichtlijnen voor bedienings- en begeleidingsobjecten;
    4. 4. het beperken van de toegankelijkheid voor hulpdiensten vanaf de wal;
    5. 5. het belemmeren van de mogelijkheid tot het uitvoeren van beheer en onderhoud.
  2. b. In afwijking van het bepaalde onder a geldt ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg', de volgende regel:
    1. 1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbare ontwikkeling mag uitgevoerd worden indien het belang van deze ontwikkeling prevaleert boven het belang van de vaarweg voor de scheepsvaart.

Artikel 28 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan teneinde:

  1. a. in het plangebied de volgende bebouwing toe te staan:
    1. 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m², alsmede;
    2. 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, reclameobjecten, vrijstaande muren, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
  2. b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  3. c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
  4. d. in afwijking van het gestelde onder c mogen binnnen de bestemming Bedrijf - 3 de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 2 meter worden vergroot;
  5. e. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in c, met ten hoogste:
    1. 1. 5 meter worden overschreden ten behoeve van schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, vlaggenmasten, bouwkundige maatregelen ten behoeve van een stille zijde, antennes en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals windturbines en zonnepanelen;
    2. 2. 3 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen en algemene technische ruimten;
  6. f. in afwijking van het gestelde onder e geldt binnen de bestemming Bedrijf - 3 dat de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met ten hoogste:
    1. 1. 6 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen en centrale verwarmingsinstallaties;
    2. 2. 8 meter worden overschreden ten behoeve van schoorstenen, ventilatieinrichtingen, antennes en reclametoestellen;
  7. g. de bebouwingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen, luifels, buitentrappen, bouwkundige maatregelen ten behoeve van een stille zijde en andere ondergeschikte delen van gebouwen.

Artikel 29 Overige Regels

29.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2, van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  3. c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  4. d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden.

29.2 Voorrangsregeling

Voor zover de in het bestemmingsplan aangegeven bestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:

  1. a. in de eerste plaats de regels in artikel 23, 'Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming)';
  2. b. in de twee plaats de regels in artikel 21, 'Waarde - Archeologie - 1 (dubbelbestemming)' en artikel 22, 'Waarde - Archeologie - 2 (dubbelbestemming)';
  3. c. in de derde plaats de regels in de medebestemming.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 30 Overgangsrecht

30.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

30.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 30.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 30.1 met maximaal 10%.

30.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Bepaling 30.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

30.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

30.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, zoals bedoeld in 30.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

30.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 30.4 , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

30.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Bepaling 30.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 31 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Cruquius.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging

Bijlage 3 Creatieve Functies

Bijlage 3 Creatieve functies

Bijlage 1 Keuzenotitie Bestemmingsplannen Oostelijk Havengebied Noord &Cruquius, 27 September 2011

Bijlage 1 Keuzenotitie Bestemmingsplannen Oostelijk Havengebied Noord &Cruquius, 27 september 2011

Bijlage 2 Nota Van Beantwoording 'Overleg Ex Artikel 3.1.1 Besluit Ruimtelijke Ordening, 3 Juli 2012

Bijlage 2 Nota van beantwoording 'Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening, 3 juli 2012

Bijlage 3 Nota Van Beantwoording Zienswijzen, 18 Februari 2013

Bijlage 3 Nota van beantwoording zienswijzen, 18 februari 2013

Bijlage 4 Nota Van Wijzigingen, 18 Februari 2013

Bijlage 4 Nota van wijzigingen, 18 februari 2013

Bijlage 5 Archeologisch Bureauonderzoek Plangebied Cruquius, Bureau Monumenten & Archeologie, November 2011

Bijlage 5 Archeologisch bureauonderzoek plangebied Cruquius, Bureau Monumenten & Archeologie, november 2011

Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Bestemmingsplan Cruquius, Cauberg-huygen, 1 Juli 2012

Bijlage 6 Akoestisch onderzoek Bestemmingsplan Cruquius, Cauberg-Huygen, 1 juli 2012

Bijlage 7 Actualisatie Geluidzone Oostelijk Havengebied - Zeeburg, Akoestisch Onderzoek Behorende Bij Het Facet Bestemmingsplan, Dienst Milieu En Bouwtoezicht, Oktober 2009

Bijlage 7 Actualisatie geluidzone Oostelijk Havengebied - Zeeburg, Akoestisch onderzoek behorende bij het facet bestemmingsplan, dienst Milieu en Bouwtoezicht, oktober 2009

Bijlage 8 Actualisatie Geluidzone Cruquiuswerkgebied En Zeeburgerpad, Dienst Milieu En Bouwtoezicht, 17 Juli 2012

Bijlage 8 Actualisatie geluidzone Cruquiuswerkgebied en Zeeburgerpad, dienst Milieu en Bouwtoezicht, 17 juli 2012

Bijlage 9 Cultuurhistorische Verkenning Cruquiusweg E.o., Bureau Monumenten & Archeologie, C 12-046 Amsterdam 2012

Bijlage 9 Cultuurhistorische verkenning Cruquiusweg e.o., Bureau Monumenten & Archeologie, C 12-046 Amsterdam 2012