Wibautstraat 130
Bestemmingsplan - Gemeente Amsterdam
Vastgesteld op 08-06-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Wibautstraat 130 met identificatienummer NL.IMRO.0363.M1513BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.
Verdere begrippen in alfabetische volgorde:
1.3 aan-huis-verbonden bedrijf
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Hiermee wordt nadrukkelijk geen detailhandel of horeca bedoeld.
1.4 aan-huis-verbonden beroep
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten.
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.8 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.9 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.10 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.11 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.12 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, dakopbouw voor toegang dakterras niet inbegrepen.
1.13 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.14 bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel.
1.15 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.16 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.17 consumentverzorgende dienstverlening
persoonlijke verzorging van consumenten, waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven.
1.18 creatieve functies
creatieve functies zoals bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 2 'Creatieve functies'.
1.19 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling voor de verkoop, het verkopen en leveren van goederen en diensten voor eindgebruikers.
1.20 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.21 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.
1.22 horeca van categorie 1
horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van kleine eetwaren, snacks en/of ter plaatse opgewarmde etenswaren al dan niet in combinatie met alcoholvrije drank (cafetaria's, snackbars, shoarmazaken, thee- en koffiehuizen, lunchrooms, broodjeszaken en ijssalons).
1.23 horeca van categorie 2a
horeca-inrichtingen die uitsluitend toegankelijk zijn voor leden van een vereniging (sociëteiten) en/of het verhuren van zalen aan gezelschappen al dan niet in combinatie met het verstrekken van eten en drinken (zalen verhuurbedrijf).
1.24 horeca van categorie 2b
horeca-inrichtingen voor het gelegenheid geven tot dansen in combinatie met het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende of -vrije drank en kleine etenswaren (dancings, discotheek).
1.25 horeca van categorie 3
horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse (cafés, bars, pubs).
1.26 horeca van categorie 4
horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van zowel ter plaatse bereide maaltijden als alcoholhoudende of -vrije drank al dan niet in combinatie met etenswaren (restaurants, eetcafés, café-restaurants, grand-cafés).
1.27 horeca van categorie 5
horeca-inrichtingen waar de gelegenheid wordt geboden voor overnachting (hotels, pensions).
1.28 horeca-inrichtingen
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
1.29 kantoor
een ruimte welke door zijn indeling en inrichting is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden.
1.30 maatschappelijke dienstverlening
het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn, sport, religie, overheid en vergelijkbare gebieden, waaronder mede ondergeschikte nevenfuncties ten behoeve van de diensten worden begrepen, met uitzondering van gevoelige bestemmingen in het kader van de Wet luchtkwaliteit.
1.31 nutsvoorziening
een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, gelijkrichterstations, telefooncellen en zendmasten.
1.32 ondergeschikte horeca
een horeca-activiteit die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdactiviteit en waarvan de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit.
1.33 peil
- a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
- b. als in het water wordt gebouwd: het plaatselijk aan te houden waterpeil;
- c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.34 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
- a. een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon;
- b. een seksbioscoop of sekstheater;
- c. een seksautomatenhal;
- d. een seksclub of parenclub;
al dan niet in combinatie met elkaar, dan wel in combinatie met een sekswinkel; een escortbedrijf wordt niet onder een seksinrichting verstaan.
1.35 Staat van Bedrijfsactiviteiten
lijst van bedrijven en instellingen zoals bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 1 'Staat vanBedrijfsactiviteiten'.
1.36 steiger
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, te water die vast met de wal is verbonden en/of door middel van palen met de grond is verbonden, dat wellicht door de gekozen constructie verticaal met het water/ getij beweegt, maar de eigenschap mist om in horizontale richting te verplaatsen, niet zijnde waterstaatkundige werken.
1.37 stille zijde
gevel met een maximale geluidsbelasting van 48 dB Lden voor wegverkeerslawaai en 55 dB Lden voor spoorweglawaai, waaraan tenminste één verblijfsruimte grenst.
1.38 verblijfsruimte
ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte waarin de voor een gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden, zoals slaapkamer, woonkamer, keuken, hobbyruimte.
1.39 wonen
het verblijven in een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld als de huisvesting van één afzonderlijke huishouden, met dien verstande dat groepswonen wordt beschouwd als één huishouden indien daarbij sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van verbondenheid tussen de bewoners.
1.40 woning
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
1.41 zakelijke dienstverlening
het verlenen van publieksgerichte commerciële dienstverlening (zoals fotostudio's, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, banken).
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 bebouwde oppervlakte
van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein wordt gemeten buitenwerks en 1 m boven peil, met dien verstande dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken worden opgeteld.
2.2 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.4 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 verticale diepte van een ondergronds bouwwerk
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
2.6 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 bruto vloeroppervlakte van een bouwwerk
de bruto vloeroppervlakte van een bouwwerk wordt gemeten als het product van de afstand tussen de buitenzijde van de gevelvlakken en de afstand hart op hart van de scheidende bouwmuren.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, met dien verstande dat:
- 1. het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 12;
- 2. woningen waarvoor een hogere waarde wordt aangevraagd, over een stille zijde dienen te beschikken;
- b. een aan-huis-verbonden beroep en aan-huis-verbonden bedrijf;
- c. creatieve functies;
- d. horeca van categorieën 1 en 4, uitsluitend op de eerste en tweede bouwlaag;
- e. detailhandel, uitsluitend op de eerste en tweede bouwlaag;
- f. maatschappelijke dienstverlening;
- g. zakelijke dienstverlening.
3.2 Bouwregels
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. het bepaalde in lid 3.3.1 onder d voor het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van:
- 1. een bedrijf dat in de bijlage 1 - 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' onder categorie B valt maar in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder categorie A een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 2. een bedrijf dat niet in de bijlage 1 - 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de categorieën A en B een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- b. het bepaalde in lid 3.3.2 voor het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van:
- 1. creatieve functies waarvan de uitoefening van activiteiten die in de in bijlage 1 - 'Staatvan Bedrijfsactiviteiten' onder categorie B vallen maar in vergelijking met activiteiten die wel vallen onder categorie A een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 2. creatieve functies die waarvan de activiteit niet in de bijlage 1 - 'Staat vanBedrijfsactiviteiten' voorkomt en in vergelijking met adie wel vallen onder de categorieën A en B een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt.
3.5 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder e en f en toestaan dat de begrenzing van een bouwwerk ten opzichte van de grens van het erf op een hoogte van 0 tot 2,2 m boven het erf, minder is dan 1 m, indien voldoende mogelijkheid aanwezig is voor reiniging en onderhoud van de vrij te laten ruimte.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin, dat:
- a. aan de bijlage 1 - 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' bedrijven en/of bedrijfsvormen kunnen worden toegevoegd of geschrapt;
- b. de in de bijlage 1 - 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' opgenomen bedrijven en bedrijfssoorten kunnen worden ingedeeld bij een andere categorie.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en pleinen;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeervoorzieningen voor fietsen;
- d. balkons en buitenwerkse trappen ten behoeve van de naastgelegen bestemming 'Gemengd', met dien verstande dat de horizontale diepte gemeten loodrecht vanaf de bestemmingsgrens ten hoogste 1 meter mag bedragen;
- e. een horecaterras ten behoeve van de naastgelegen bestemming 'Gemengd' uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras' en met dien verstande dat de breedte van het horecaterras op de voor 'Gemengd' en 'Verkeer' aangewezen gronden, gemeten ten opzichte van de gevel van het hoofdgebouw op gronden met de bestemming 'Gemengd', maximaal 2 m mag zijn;
- f. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen zoals groen- en speelvoorzieningen, terrassen, water, bruggen, warmte-koudeopslag en nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:
- a. de hoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 12 meter;
- b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene Bouwregels
6.1 Ondergronds bouwen
6.2 Toegelaten overschrijdingen
6.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
7.1 Verboden gebruik
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
- a. gebruik van gronden ten dienste van bedrijven die worden begrepen onder bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
- b. gebruik van gronden ten behoeve van automatenhallen, seksinrichtingen, prostitutiebedrijven, telefooninrichtingen, internetcafés en geldwisselkantoren;
- c. gebruik van gronden als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen;
- d. gebruik van gronden als stortplaats voor puin of afvalstoffen, voor zover dit niet betrekking heeft op geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van de in het plan begrepen gronden;
- e. gebruik van gronden als opslagplaats van bagger en grondspecie, tenzij zulks plaatsvindt langs een waterloop en in verband met het onderhoud van de waterloop;
- f. gebruik van gronden als verkooppunt voor motorbrandstoffen;
- g. gebruik van gronden en bouwwerken ten dienste van consumentverzorgende dienstverlening;
- h. gebruik van gronden en bouwwerken ten dienste van een supermarkt en warenhuis.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels en/of gebruiksregels kan worden verleend, kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de desbetreffende regels van het plan zodat:
- a. in het plangebied de volgende bebouwing wordt toegestaan:
- 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum vloeroppervlak van 25 m2, alsmede;
- 2. waterbergbezinkbassins, alsmede;
- 3. gebouwen ten behoeve van tramvoorzieningen, met een maximum bouwhoogte van 5 meter en een maximum vloeroppervlak van 25 m2, alsmede;
- 4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, erfafscheidingen, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies;
- b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten in geringe mate worden overschreden, anders dan ten behoeve van ondergeschikte bouwdelen als bedoeld in lid 6.2.2, mits de betrokken bouwhoogte met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
- d. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld onder c, met ten hoogste 5 meter ten behoeve van schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, antennes en voorzieningen voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen en windmolens, met dien verstande dat windmolens alleen zijn toegestaan op gebouwen met een bouwhoogte van minimaal 15 meter;
- e. de bouwgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons anders dan bedoeld in lid 6.2.1 onder e, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen;
- f. het gebruik van een dak als dakterras is toegestaan en dat daarvoor de in de regels toegestane maximum bouwhoogten mogen worden overschreden voor een dakopbouw voor toegang tot het dakterras, mits:
- 1. de overschrijding van de ter plaatse geldende maximum bouwhoogte ten behoeve van een dakopbouw voor toegang tot het dakterras niet meer bedraagt dan 3 meter;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt aangetast.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
9.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Wibautstraat 130'.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Creatieve Functies
Bijlage 1 Vormvrije Mer-beoordeling Weesperzijdestrook - Een Verkenning Naar Milieuaspecten Voor 4 Ontwikkellocaties Aan De Weesperzijdestrook; Gemeente Amsterdam Dienst Milieu En Bouwtoezicht; Rapport D.d. 14 Februari 2012
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek V1.0 Naar De Gebruiksmogelijkheden Van Het Horecaterras Wibautstraat 130 Amsterdam; Het Geluidburo; Kenmerk: 1091 Cp - 130 W001 07-10-2016 V1.0; D.d. 07 Oktober 2016
Bijlage 3 Project Thonik, Hoek Grensstraat/wibautstraat In Amsterdam Onderzoek Wet Geluidhinder; Dpa - Cauberg Huygen; Referentie 00253-11078-02; D.d. 20 April 2016
Bijlage 4 Verslag Tavga (Extract); Datum 12 April 2016; Kenmerk Tavga 177; Vergadering 6 April 2016
Bijlage 4 Verslag TAVGA (extract); Datum 12 april 2016; Kenmerk TAVGA 177; Vergadering 6 april 2016
Bijlage 5 Besluit Hogere Waarden Wet Geluidhinder Bestemmingsplan Wibautstraat 130
Bijlage 5 Besluit hogere waarden Wet Geluidhinder bestemmingsplan Wibautstraat 130
Bijlage 6 Quick Scan Flora En Fauna, Wibautstraat 130 Te Amsterdam, Realisatie Van Het "Thonikgebouw"; Sab; D.d. 12 Januari 2016
Bijlage 7 Flora- En Faunarapportage Nader Onderzoek Vleermuizen Amsterdam, Wibautstraat; Sab; D.d. 20 September 2016
Bijlage 8 Bezonningsstudie Thonik@wibaut; Mmx; D.d. 01-09-2016
Bijlage 8 Bezonningsstudie Thonik@Wibaut; MMX; d.d. 01-09-2016
Bijlage 9 Nota Van Beantwoording Zienswijzen Bestemmingsplan Wibautstraat 130
Bijlage 9 Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Wibautstraat 130