Nieuwendam Noord - Markengouw
Bestemmingsplan - Amsterdam
Onherroepelijk op 19-12-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Nieuwendam-Noord-Markengouw van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Noord;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.N0903BPSTD-OH01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
1.3 aan-huis-gebonden-beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner zelf wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende m ate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.4 aanbouw
een bijbehorend bouwwerk zijnde een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat. Een gebouw dat onderscheiden wordt van, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan, het hoofdgebouw;
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.7 akoestisch onderzoek
de bepaling van de geluidsbelasting zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.8 andere geluidsgevoelige gebouwen
geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder, niet zijnde woningen;
1.9 archeologisch rapport
rapport, zoals bedoelt in artikel 39, lid 2 Monumentenwet 1988, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur in voldoende mate is vastgesteld;
1.10 automatenhal
een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee spelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld;
1.11 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.12 bebouwingspercentage
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend;
1.13 bedrijfsboot
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten;
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.17 bijgebouw
een bijbehorend bouwwerk zijnde een op zichzelf staand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw;
1.18 bijzondere bouwlaag
kelder, souterrain en kap;
1.19 bodemverstoring
elke vorm van grondverzet;
1.20 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.21 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.22 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bijzondere bouwlagen;
1.23 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.24 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25 consumentverzorgende dienstverlening
persoonlijke verzorging van consumenten, waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven;
1.26 Dagelijks Bestuur
het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord;
1.27 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan ter plaatse en anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.28 dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.29 dove gevel
- a. een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), of
- b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.30 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.31 geldwisselkantoor
een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het wisselen van geld;
1.32 geluidsbelasting in dB(A) of dB
geluidsbelasting als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
1.33 geluidsgevoelige bestemmingen
geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
1.34 gevel
een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, doch niet zijnde een dove gevel of een vliesgevel;
1.35 hoofdgebouw
een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.36 kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;
1.37 kap
een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven welke uit tenminste twee hellende vlakken bestaat, die elkaar al dan niet snijden;
1.38 kelder
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de daarboven gelegen bouwlaag niet boven het aansluitende maaiveld is gelegen;
1.39 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.40 ligplaats
de ruimte welke door een woonboot, bedrijfsboot, passagiersboot, pleziervaartuig en/of stationerend vaartuig, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, kan worden ingenomen;
1.41 maatschappelijke voorzieningen
medische, sociale, educatieve, onderwijs, culturele, zorg, religieuze, overheid en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen;
1.42 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden;
1.43 nutsvoorzieningen
gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden;
1.44 omgevingsvergunning
Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.45 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.46 passagiersboot
een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot vervoer van personen en/of om beschikbaar te worden gesteld aan een of meer personen ten behoeve van varende recreatie;
1.47 pleziervaartuig
een vaartuig dat gezien zijn inrichting en uitrusting niet bedoeld is voor (nagenoeg) permanente bewoning op een ligplaats, maar hoofdzakelijk wordt gebruikt en bestemd voor niet bedrijfsmatige varende recreatie;
1.48 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.49 rijlijn
lijn in het midden van een rijstrook zoals bedoeld in het Reken en meetvoorschrift geluidhinder 2006;
1.50 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.51 short stay
het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één week en maximaal zes maanden;
1.52 souterrain
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven het peil is gelegen;
1.53 stationerend vaartuig
onder een stationerend vaartuig wordt verstaan:
- a. een vaartuig, daaronder begrepen een object dat afgemeerd is te water en niet tot enig andere in dit artikel genoemde categorie behoort;
- b. een schip, vaartuig of casco in aanbouw tot woonboot, pleziervaartuig, bedrijfsboot, passagiersboot of stationerend vaartuig als onder a bedoeld;
1.54 stille zijde
een bouwkundige constructie, niet zijnde een plat dak of een vliesgevel, die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht met een maximale geluidsbelasting per geluidsbron vanwege wegverkeerslawaai van 48 dB en een maximale geluidsbelasting vanwege spoorweglawaai van 55 dB in geval van wonen en 53 dB in geval van overige geluidsgevoelige bestemmingen;
1.55 telefoneerinrichting of belhuis
een voor publiek toegankelijke ruimte waarvan de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en ontvangen van faxen;
1.56 verblijfsgebied
een niet voor gemotoriseerd verkeer openbaar toegankelijke en ongebouwde ruimte;
1.57 verkeersareaal
gronden die in gebruik zijn als verkeersruimte voor al dan niet gemotoriseerd verkeer, bestaande uit rijwegen, fiets- en voetpaden, niet zijnde autowegen of autosnelwegen;
1.58 vliesgevel
een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 meter bedraagt;
1.59 voorkeurgrenswaarde
de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege industrieterreinen, wegen en spoorwegen op geprojecteerde woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen binnen zones, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.60 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder mede begrepen (natuurlijke) oevers, kademuren, sluizen, gemalen, duikers en dammen;
1.61 wonen
permanent verblijf, waarbij de mate van zelfstandigheid en samenlevingsverband niet relevant is;
1.62 woonark
een woonschip, niet zijnde een woonboot of een woonvaartuig, dat feitelijk niet geschikt is om mee te varen;
1.63 woonboot
een woonschip die aan de romp en de opbouw herkenbaar is als schip, met een (grotendeels) authentiek karakter;
1.64 woonschip
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd tot woonverblijf, welke in het kader van het plan niet wordt aangemerkt als bouwwerk, onder te verdelen in:
- a. woonark;
- b. woonboot;
- c. woonvaartuig;
1.65 woonvaartuig
een woonschip met een casco dat herkenbaar is als een van origine varend schip, waaronder begrepen een dekschuit, met een gehele of gedeeltelijke opbouw;
1.66 zakelijke dienstverlening
het verlenen van diensten die bestaan uit het verlenen van economische of commerciële diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, zoals banken, reisbureaus.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 bebouwingspercentage
een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag of ten minste moet worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.5 peil
- a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg;
- b. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw;
2.6 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 vloeroppervlakte
de gebruiksoppervlakte volgens de NEN 2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. brandweerkazerne;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals (ontsluitings)wegen, bergingen en andere nevenruimten, groenvoorzieningen, fietsenstallingen, parkeervoorzieningen, water en erven.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals fiets- en voetpaden, fietsenstallingen, speelvoorzieningen, ontsluitingsroutes voor parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Kantoor
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals (ontsluitings)wegen, fietsenstallingen, bergingen en andere nevenruimten, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en erven.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Maatschappelijk
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals (ontsluitings)wegen, fietsenstallingen, bergingen en andere nevenruimten, speelvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en erven.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Tuin-1
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Tuin-2
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. water.
8.2 Bouwregels
Artikel 9 Tuin-3
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, parkeren en erven.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Verkeer
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeersareaal;
- b. parkeren;
- c. gebouwd parkeren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage';
- d. bruggen ter plaatse van de aanduiding 'brug';
- e. nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Water
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.3 Specifieke gebruiksregels
- a. In aanvulling op artikelartikel22.1 van deze regels is het in ieder geval verboden het gebruik van water als ligplaats voor woonschepen, passagiersboten, bedrijfsboten en stationerende vaartuigen.
Artikel 12 Wonen-1
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, daaronder begrepen aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- b. short stay;
- c. gebouwd parkeren in de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkeergarage-1';
- d. verkeersareaal ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'.
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals bergingen en andere nevenruimten.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Voor de in lid 12.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:
- a. als verboden gebruik als bedoeld inartikel22.1 wordt in ieder geval bedoeld de gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken ten dienste van aan-huis-gebonden-beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot meer dan 40% van het vloeroppervlakte van het hoofdgebouw van de woning.
Artikel 13 Wonen-2
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, daaronder begrepen aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- b. short stay;
- c. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals bergingen en andere nevenruimten, tuinen, water, parkeervoorzieningen en erven.
13.2 Bouwregels
13.3 Specifieke gebruiksregels
Voor de in lid 13.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:
- a. als verboden gebruik als bedoeld inartikel22.1 wordt in ieder geval bedoeld de gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken ten dienste van aan-huis-gebonden-beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot meer dan 40% van het vloeroppervlakte van het hoofdgebouw van de woning.
Artikel 14 Wonen-3
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, daaronder begrepen aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- b. short stay;
- c. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals bergingen en andere nevenruimten en parkeervoorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Voor de in lid 14.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:
- a. als verboden gebruik als bedoeld in artikel 22.1 wordt in ieder geval bedoeld de gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken ten dienste van aan-huis-gebonden-beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot meer dan 40% van het vloeroppervlakte van het hoofdgebouw van de woning.
Artikel 15 Wonen-4
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonwagens ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
- b. short stay;
- c. aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- d. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals bergingen en andere nevenruimten, tuinen, water, groenvoorzieningen, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen en erven.
15.2 Bouwregels
15.3 Specifieke gebruiksregels
Voor de in lid 15.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:
- a. als verboden gebruik als bedoeld inartikel22.1 wordt in ieder geval bedoeld de gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken ten dienste van aan-huis-gebonden-beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot meer dan 40% van het vloeroppervlakte van het hoofdgebouw van de woning.
Artikel 16 Wonen-5
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, daaronder begrepen aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- b. short stay;
- c. consumentverzorgende dienstverlening, zakelijke dienstverlening en maatschappelijke dienstverlening in de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- d. gebouwd parkeren in maximaal 1 bouwlaag onder maaiveld ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkeergarage 2';
- e. verkeersareaal ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
- f. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals tuinen, water, ongebouwd parkeren, bergingen en andere nevenruimten.
16.2 Bouwregels
16.3 Specifieke gebruiksregels
Voor de in lid 16.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:
- a. als verboden gebruik als bedoeld in artikel 22.1 wordt in ieder geval bedoeld de gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken ten dienste van aan-huis-gebonden-beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot meer dan 40% van het vloeroppervlakte van het hoofdgebouw van de woning.
Artikel 17 Gemengd - Uit Te Werken
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. maatschappelijke voorzieningen, niet zijnde gevoelige bestemmingen zoals bedoeld in het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen);
- c. aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- d. short stay;
- e. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals bergingen en andere nevenruimten, tuinen, water, fietsenstallingen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en verkeersareaal.
17.2 Uitwerkingsregels
Het Dagelijks Bestuur werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van de volgende regels :
- a. maximum aantal woningen: 30;
- b. maximum gebouwd vloeroppervlaktemaatschappelijke voorzieningen: 800 m2;
- c. er dient binnen het bestemmingsvlak of in de nabije omgeving voldoende parkeergelegenheid beschikbaar te zijn, waarbij dient te worden voldaan aan de volgende parkeernormen:
- 1. woningen: minimaal 1,2 parkeerplaats per woning;
- 2. zorgwoningen: minimaal 0,3 parkeerplaats per woning;
- 3. maatschappelijke voorzieningen:
- in het geval van sociale, culturele en educatieve voorzieningen: minimaal 1 parkeerplaats per 100 m2;
- in het geval van medische voorzieningen: minimaal 1,5 parkeerplaats per behandelkamer met een minimum van 3 parkeerplaatsen per praktijk;
- in het geval van religiegebouw: minimaal 0,1 parkeerplaats per zitplaats of vergelijkbare eenheid.
17.3 Bouwregels
Artikel 18 Wonen - Uit Te Werken
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- c. short stay;
- d. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals bergingen en andere nevenruimten, tuinen, water, fietsenstallingen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en verkeersareaal.
18.2 Uitwerkingsregels
Het Dagelijks Bestuur werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van de volgende regels:
- a. maximum aantal woningen: 140;
- b. er dient binnen het bestemmingsvlak of in de nabije omgeving voldoende parkeergelegenheid beschikbaar te zijn, waarbij dient te worden voldaan aan de volgende parkeernormen:
- 1. woningen: minimaal 1,2 parkeerplaats per woning;
- 2. zorgwoningen: minimaal 0,3 parkeerplaats per woning;
18.3 Bouwregels
Artikel 19 Waarde - Archeologie (Dubbelbestemming)
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen tevens bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. De bestemming 'Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)' is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
19.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 19.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. Voor zover met betrekking tot de in lid 19.1 genoemde gronden sprake is van bodemverstoring, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch rapport te overleggen.
- b. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan de door het Dagelijks Bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- c. Het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op een bodemverstoring:
- 1. indien de bodemverstoring betrekking heeft op een gebied met een kleiner oppervlak dan 500 m2 en een kleinere diepte dan 1 meter onder maaiveld;
- 2. die het normale onderhoud betreft;
- 3. die reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
19.3 Nadere eisen
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd ter bescherming van de in lid 19.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen te stellen aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden zoals bedoeld in lid 19.1 aanwezig zijn.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
- a. Op en onder de in 19.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het Dagelijks Bestuur (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerkzijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen, zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 1 meter onder maaiveld of indien het water betreft dieper dan de waterbodem, waartoe onder meer wordt gerekend het ophogen, egaliseren, roeren en omwoelen van gronden;
- 2. het aanbrengen van drainage;
- 3. het aanleggen en verbreden van wateren;
- 4. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
- 5. het aanbrengen van ondergrondse kabels, leidingen en andere infrastructurele voorzieningen;
- 6. het verrichten van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem.
- b. De aanvrager van een omgevingsvergunning zoals bedoeld onder a dient een archeologisch rapport te overleggen.
- c. De onder a genoemde werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden mogen de archeologische waarden zoals bedoeld in lid 19.1 niet onevenredig schaden.
- d. Aan de onder a genoemde vergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan de door het Dagelijks Bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- e. Het bepaalde onder a en d is niet van toepassing op een bodemverstoring:
- 1. indien de bodemverstoring betrekking heeft op een gebied met een kleiner oppervlak dan 500 m2 en een kleinere diepte dan 1 meter onder maaiveld;
- 2. die het normale onderhoud betreft;
- 3. die reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
19.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde -Archeologie (dubbelbestemming)' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
- a. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 20 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 21 Algemene Bouwregels
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:
- a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
- b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
- c. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1,5 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een fietspad en 2,2 meter boven een voetpad, voorzover dit fietspad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter.
Artikel 22 Algemene Gebruiksregels
22.1 Algemeen gebruiksverbod
Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
22.2 Gebruiksverbod
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 22.1 wordt in elk geval begrepen:
- 1. inrichtingen die worden begrepen onder bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
- 2. detailhandel in volumineuze goederen;
- 3. opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
- 4. opslag en verkoop van vuurwerk en/of gevaarlijke stoffen;
- 5. automatenhallen;
- 6. seksinrichtingen en prostitutiebedrijven;
- 7. telefoneerinrichting of belhuis;
- 8. geldwisselkantoren;
- 9. het opslaan of bergen van gebruikte, afgedankte danwel aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en/of stoffen en/of materialen behoudens voorzover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gericht gebruik van de grond;
- 10. het storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voorzover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gericht gebruik van de grond.
Artikel 23 Algemene Aanduidingsregels
- a. De as van de weg dient gelegen te zijn ter plaatse van de aanduiding 'as van de weg', waarbij de weg uit maximaal 2 rijstroken mag bestaan en de rijlijnen niet verder dan 5 meter van de as van de weg mogen liggen;
- b. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd het plan te wijzigen:
- 1. op zodanige wijze dat de as van de weg anders geprojecteerd wordt, en/of
- 2. op zodanige wijze dat de rijlijnen op grotere afstand van de as van de weg mogen liggen en
- 3. met dien verstande dat door middel van akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat de geluidsbelasting vanwege de IJdoornlaan op de gevels van de langs de bij vaststelling van het plan weergegeven aanduiding 'as van de weg' geprojecteerde of aanwezige geluidgevoelige gebouwen lager of gelijk is aan de voor deze gebouwen vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels
Indien niet met toepassing van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het Dagelijks Bestuur bevoegd om in overeenstemming met artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan ten behoeve van:
- a. het bouwen van de volgende bouwwerken:
- 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en openbaar vervoersvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum oppervlakte van een bouwwerk van 100 m², alsmede;
- 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
- b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- c. bouwwerken waarbij de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
- d. bouwwerken waarbij de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan in bedoeld in c, met ten hoogste 3 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmingsinstallaties, schoorstenen, glasbewassingsinstallaties, vlaggenmasten en ventilatie-inrichtingen;
- e. bouwwerken waarbij de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 3 meter ten behoeve van balkons, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 25 Overgangsrecht
25.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het Dagelijks Bestuur kan eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
25.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 26 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Nieuwendam-Noord-Markengouw.
Bijlage 1 Nota Inspraak En Overleg (13 Maart 2012)
Bijlage 1 Nota inspraak en overleg (13 maart 2012)
Bijlage 2 Nota Van Beantwoording Zienswijzen (28 Augustus 2012)
Bijlage 2 Nota van Beantwoording zienswijzen (28 augustus 2012)
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Nieuwendam-noord (4 Februari 2010)
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek Nieuwendam-Noord (4 februari 2010)
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek Breehorngebied (16 November 2009)
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek Breehorngebied (16 november 2009)
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Actualisatie Breehorngebied (26 Maart 2012)
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek actualisatie Breehorngebied (26 maart 2012)
Bijlage 6 Advies Luchtkwaliteit Amstelmeerschool (29 Januari 2010)
Bijlage 6 Advies luchtkwaliteit Amstelmeerschool (29 januari 2010)
Bijlage 7 Archeologisch Bureauonderzoek Nieuwendam-noord (September 2009)
Bijlage 7 Archeologisch bureauonderzoek Nieuwendam-Noord (september 2009)
Bijlage 8 Ecologisch Onderzoek Nieuwendam-noord (Juli 2009)
Bijlage 8 Ecologisch onderzoek Nieuwendam-Noord (juli 2009)
Bijlage 9 Vleermuizenonderzoek (December 200)
Bijlage 9 Vleermuizenonderzoek (december 200)
Bijlage 10 Verkeersonderzoek Nieuwendam-noord (15 Oktober 2009)
Bijlage 10 Verkeersonderzoek Nieuwendam-Noord (15 oktober 2009)
Bijlage 11 Brandweeradvies Externe Veiligheid A10 (26 Februari 2010)
Bijlage 11 Brandweeradvies Externe veiligheid A10 (26 februari 2010)