KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd - 1
Artikel 4 Gemengd - 2
Artikel 5 Gemengd - 3
Artikel 6 Gemengd - 4
Artikel 7 Gemengd - 5
Artikel 8 Gemengd - 6
Artikel 9 Groen
Artikel 10 Horeca - 1
Artikel 11 Horeca - 2
Artikel 12 Kantoor
Artikel 13 Maatschappelijk
Artikel 14 Tuin
Artikel 15 Verkeer - 1
Artikel 16 Verkeer - 2
Artikel 17 Verkeer - 3
Artikel 18 Verkeer - 4
Artikel 19 Water
Artikel 20 Wonen - 1
Artikel 21 Wonen - 2
Artikel 22 Gemengd - Uit Te Werken Bestemming - 1
Artikel 23 Gemengd - Uit Te Werken Bestemming - 2
Artikel 24 Woongebied - Uit Te Werken Bestemming - 1
Artikel 25 Woongebied - Uit Te Werken Bestemming - 2
Artikel 26 Woongebied - Uit Te Werken Bestemming - 3
Artikel 27 Woongebied - Uit Te Werken Bestemming - 4
Artikel 28 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 29 Anti-dubbeltelregel
Artikel 30 Algemene Bouwregels
Artikel 31 Algemene Gebruiksregels
Artikel 32 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 33 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 34 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 35 Algemene Procedureregels
Artikel 36 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 37 Overgangsrecht
Artikel 38 Slotregel
Bijlage 1 Bedrijvenlijst Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Verkennend Onderzoek Marktsituatie
Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 4 Onderzoek Luchtkwaliteit
Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 6 Verantwoordingsparagraaf
Bijlage 7 Natuurwaardenonderzoek
Bijlage 8 Studie Landschappelijke Inpassing
Bijlage 9 Windtunnelonderzoek
Bijlage 10 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 11 Verslag Inspraakavond
Bijlage 12 Verslag Inspraakmiddag

Bestemmingsplan Delflandplein - Staalmanpleinbuurt

Bestemmingsplan - Amsterdam

Vastgesteld op 16-11-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplanDelflandplein- Staalmanpleinbuurt van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.R0902BPSTD-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aan-huis-verbonden beroep:

dienstverlenende beroepen, bedrijven zoals bedoeld in artikel 31.2 van deze regels en medische dan wel paramedische praktijken, die in een woning worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate, dat wil zeggen minimaal 60% van het bruto vloeroppervlak, haar woonfunctie behoudt, en welke een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie;

1.6 akoestisch onderzoek:

de bepaling van de geluidsbelasting zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.7 andere geluidsgevoelige gebouwen:

geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder, niet zijnde woningen;

1.8 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.9 bebouwingspercentage:

een in het bestemmingsplan of in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak dat maximaal mag worden bebouwd;

1.10 bedrijf:

een onderneming waar goederen worden vervaardigd, bewerkt, geïnstalleerd en/of verhandeld waarbij ondergeschikte detailhandel is toegestaan, met dien verstande dat alleen bedrijven conform artikel 31.2van deze regels zijn toegestaan;

1.11 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.12 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.13 bijzondere bouwlaag:

kelders en souterrains;

1.14 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.15 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.16 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bijzondere bouwlagen;

1.17 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.18 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.19 bruto vloeroppervlak (bvo):

de totale oppervlakte van de bouwlagen en bijzondere bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc;

1.20 dagelijks bestuur:

het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West;

1.21 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen, het verhuren of leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van ondergeschikte detailhandel;

1.22 dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van economische diensten aan bedrijven en/of personen met rechtstreeks contact met het publiek (baliefunctie), waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, schoenmakers, fietsenmakers en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, niet zijnde garagebedrijven, kantoor, detailhandel, horeca, geldwisselkantoor, telefoneerinrichtingen, internetcafés en/of seksinrichtingen;

1.23 dove gevel:

  1. a. een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), of
  2. b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.24 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond;

1.25 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.26 geluidsbelasting in dB(A) en dB:

geluidbelasting als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

1.27 geluidsgevoelige bestemmingen:

geluidsgevoelige bestemmingen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.28 gevel:

een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, doch niet zijnde een dove gevel of een vliesgevel;

1.29 groen:

ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren;

1.30 horeca van categorie 1:

een voorziening, uitsluitend zijnde een restaurant, café, lunchroom en/of ijssalon;

1.31 horeca van categorie 2:

een voorziening, uitsluitend zijnde een snackbar, automatiek, loketverkooppunt en/of fastfoodrestaurant;

1.32 horeca van categorie 3:

nachtzaken, discotheken, dancings, seksinrichtingen en/of overige voorzieningen, niet zijnde horeca van categorie 1 of horeca van categorie 2;

1.33 hotel:

een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken alsmede detailhandel (daaraan) ondergeschikt is;

1.34 internetcafé:

een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot internetten (verbinding maken met dan wel het raadplegen van websites);

1.35 kelder:

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de daarboven gelegen bouwlaag niet boven het aansluitende maaiveld is gelegen;

1.36 ligplaats:

een met een schip in het water aan de walkant ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen;

1.37 maatschappelijke voorziening:

het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn, woonzorg, kinderopvang, onderwijs en educatie, sport, religie, overheid en vergelijkbare gebieden, waaronder mede ondergeschikte nevenfuncties ten behoeve van de diensten worden begrepen;

1.38 maatvoeringsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde maximum bouwhoogte en goothoogte en/of bebouwingspercentage;

1.39 nutsvoorziening:

gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding / riolering, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden;

1.40 peil:

  1. a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

1.41 short stay:

het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één (1) week en maximaal zes (6) maanden;

1.42 souterrain:

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven het peil is gelegen;

1.43 speelautomatenhal:

een voor publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van art. 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld;

1.44 stationerend vaartuig:

  1. a. een vaartuig, daaronder begrepen een object dat afgemeerd is te water en niet tot enig andere categorie behoort;
  2. b. een schip, vaartuig of casco in aanbouw tot woonboot, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig, passagiersvaartuig of stationerend vaartuig als onder a. bedoeld;

1.45 stille zijde:

een gevel of geveldeel, niet zijnde een plat dak of een vliesgevel, die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht of een afgeschermde buitenruimte, met een maximale geluidsbelasting per geluidsbron vanwege:

  1. a. wegverkeerslawaai van 48 dB;
  2. b. industrielawaai van 50 dB(A);
  3. c. spoorweglawaai van 55 dB;

1.46 telefoneerinrichting of belwinkel:

een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en ontvangen van faxen;

1.47 verblijfsgebied:

een niet voor gemotoriseerd verkeer openbaar toegankelijke en ongebouwde ruimte, tevens bestemd voor groen;

1.48 verkeersareaal:

gronden die in gebruik zijn als verkeersruimte voor al dan niet gemotoriseerd verkeer, bestaande uit rijwegen, fiets- en voetpaden, ongebouwde parkeerplaatsen, niet zijnde autowegen of autosnelwegen;

1.49 vliesgevel:

een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 meter bedraagt;

1.50 voorkeurgrenswaarde:

de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege industrieterreinen, wegen en spoorwegen op geprojecteerde woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen binnen zones, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.51 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, met dien verstande dat groepswonen wordt beschouwd als één huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.4 bebouwingspercentage:

door projectie van de bebouwing, inclusief kelders en souterrains, in het bestemmingsvlak, tenzij anders in de regels is bepaald;

2.5 bruto vloeroppervlak:

de som van het product van de afstand tussen de gevelvlakken en de afstand hart op hart van de bouwmuren per bouwlaag, niet inbegrepen balkons, loggia's, erkers en galerijen;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. groen;
  3. c. maatschappelijke voorzieningen;
  4. d. parkeren;
  5. e. short stay;
  6. f. tuin;
  7. g. verkeersareaal;
  8. h. voetpaden;
  9. i. water;
  10. j. wonen.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 3.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend in de eerste, tweede en derde bouwlaag;
  2. b. voor parkeren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
    2. 2. parkeernorm maatschappelijke voorzieningen: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    4. 4. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 70%.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 3.3 onder b aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 3.3 onder b genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 4 Gemengd - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. dienstverlening;
  4. d. groen;
  5. e. horeca van categorie 1;
  6. f. maatschappelijke voorzieningen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. parkeren;
  9. i. short stay;
  10. j. verblijfsgebied;
  11. k. verkeersareaal;
  12. l. water;
  13. m. wonen.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 4.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven en dienstverlening geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 3.300 m2;
    2. 2. maximum bruto oppervlak per vestiging: 375 m² voor maximaal 1 vestiging en 250 m2 voor overige vestigingen;
  2. b. voor horeca van categorie 1 geldt:
    1. 1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak: 500 m2;
  3. c. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 5.590 m2;
  4. d. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm bedrijven: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m2 bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm maatschappelijke voorzieningen: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    4. 4. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 80%;
  5. e. voor short stay en wonen geldt:
    1. 1. maximum aantal woningen: 218.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 4.3 onder d aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 4.3 onder d genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 5 Gemengd - 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. groen;
  3. c. kantoor;
  4. d. parkeren;
  5. e. short stay;
  6. f. tuinen;
  7. g. wonen.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 5.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor kantoren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend in de eerste, tweede en derde bouwlaag;
  2. b. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm kantoren: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 5.3 onder b aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 5.3 onder b genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 6 Gemengd - 4

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. dienstverlening;
  4. d. groen;
  5. e. parkeren;
  6. f. short stay;
  7. g. tuin;
  8. h. verblijfsgebied;
  9. i. wonen.

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 6.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven en dienstverlening geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend in de eerste bouwlaag;
  2. b. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm bedrijven: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m2 bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm dienstverlening: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    4. 4. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 80%;
  3. c. voor short stay en wonen geldt:
    1. 1. uitsluitend in de tweede bouwlaag en hoger.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 6.3 onder b aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 6.3 onder b genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 7 Gemengd - 5

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. groen;
  3. c. maatschappelijke voorzieningen;
  4. d. parkeren;
  5. e. short stay;
  6. f. tuin;
  7. g. voetpaden;
  8. h. water;
  9. i. wonen.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

  1. a. Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen ten aanzien van voorzieningen die verband houden met de geluidbelasting. Het dagelijks bestuur stelt, indien akoestisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, nadere eisen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden voorzien van één of meer dove gevels of vliesgevels:
    1. 1. indien geen of niet toereikende hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder zijn vastgesteld en
    2. 2. geen omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van gebouwen met zodanige afschermende werking dat de geluidbelasting op de gevels van de woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen lager of gelijk is dan de voorkeursgrenswaarde.

In dat kader kan het dagelijks bestuur tevens van een initiatiefnemer verlangen dat voor zijn bouwplan een akoestisch onderzoek wordt overlegd;

  1. b. Het bouwen van gebouwen is uitsluitend toegestaan indien de gevels zodanig gebouwd worden dat uit akoestisch onderzoek blijkt dat wordt voorkomen dat de gevels een zodanige reflectie van geluid veroorzaken dat de geluidbelasting op geprojecteerde of bestaande tegenoverliggende gevels van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen hoger is 48 dB vanwege wegverkeerslawaai;
  2. c. Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan bouwplannen met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van bouwwerken ter voorkoming of beperking van windhinder. In dat kader kan het dagelijks bestuur tevens van een initiatiefnemer van een bouwplan verlangen een windtunnelonderzoek aan hen te overleggen.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 7.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend in de eerste, tweede en derde bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs';
  2. b. voor parkeren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
    2. 2. parkeernorm maatschappelijke voorzieningen: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    4. 4. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 80%.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 7.4 onder b aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

7.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 7.4 onder b genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 8 Gemengd - 6

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. detailhandel;
  4. d. dienstverlening;
  5. e. groen;
  6. f. horeca van categorie 1 en 2;
  7. g. hotel;
  8. h. kantoor;
  9. i. maatschappelijke voorzieningen;
  10. j. nutsvoorzieningen;
  11. k. parkeren;
  12. l. recreatie;
  13. m. short stay;
  14. n. tuin;
  15. o. verblijfsgebied;
  16. p. verkeersareaal;
  17. q. water;
  18. r. wonen.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

  1. a. Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen ten aanzien van voorzieningen die verband houden met de geluidbelasting. Het dagelijks bestuur stelt, indien akoestisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, nadere eisen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden voorzien van één of meer dove gevels of vliesgevels:
    1. 1. indien geen of niet toereikende hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder zijn vastgesteld en
    2. 2. geen omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van gebouwen met zodanige afschermende werking dat de geluidbelasting op de gevels van de woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen lager of gelijk is dan de voorkeursgrenswaarde.

In dat kader kan het dagelijks bestuur tevens van een initiatiefnemer verlangen dat voor zijn bouwplan een akoestisch onderzoek wordt overlegd;

  1. b. Het bouwen van gebouwen is uitsluitend toegestaan indien de gevels zodanig gebouwd worden dat uit akoestisch onderzoek blijkt dat wordt voorkomen dat de gevels een zodanige reflectie van geluid veroorzaken dat de geluidbelasting op geprojecteerde of bestaande tegenoverliggende gevels van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen hoger is 48 dB vanwege wegverkeerslawaai;
  2. c. Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan bouwplannen met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van bouwwerken ter voorkoming of beperking van windhinder. In dat kader kan het dagelijks bestuur tevens van een initiatiefnemer van een bouwplan verlangen een windtunnelonderzoek aan hen te overleggen.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 8.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 10.000 m2;
    2. 2. maximum bruto oppervlak per vestiging: 250 m2;
  2. b. voor detailhandel geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ten westen van de Einsteinweg;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak: 5.000 m²;
  3. c. voor dienstverlening geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 9.000 m²;
  4. d. voor horeca van categorie 1 en 2 geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 1.100 m2;
  5. e. voor hotel geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – hotel';
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak: 25.500 m²;
  6. f. voor kantoren geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 40.000 m²;
  7. g. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 3.500 m2;
    2. 2. geluidsgevoelige bestemmingen en kinderdagverblijven zijn niet toegestaan;
  8. h. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm bedrijven en kantoren: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm detailhandel, zijnde een supermarkt: 3 parkeerplaatsen per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm detailhandel, niet zijnde een supermarkt: 1 tot 1,5 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    4. 4. parkeernorm dienstverlening: 1 tot 1,7 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    5. 5. parkeernorm maatschappelijke voorzieningen en recreatie: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    6. 6. parkeernorm hotel: 0,5 tot 0,7 parkeerplaats per kamer;
    7. 7. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    8. 8. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 80%;
  9. i. voor recreatie geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 2.800 m²;
  10. j. voor short stay en wonen geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen
    2. 2. maximum aantal woningen: 245.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 8.4 onder h aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

8.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 8.4 onder h genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen;
  2. b. parkeren;
  3. c. verblijfsgebied;
  4. d. water.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 9.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor parkeren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'.

Artikel 10 Horeca - 1

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca van categorie 1;
  2. b. water.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 10.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm horeca van categorie 1: 10 parkeerplaatsen per 100 m² bruto vloeroppervlak.

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 10.3 onder a aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

10.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 10.3 onder a genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 11 Horeca - 2

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. hotel;
  2. b. parkeren;
  3. c. tuin.

11.2 Bouwregels

11.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 11.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor parkeren geldt:
    1. 1. minimum parkeernorm hotel: 0,375 parkeerplaats per kamer;
    2. 2. maximum parkeernorm hotel: 0,5 parkeerplaats per kamer.

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 11.3 onder a aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

11.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 11.3 onder a genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 12 Kantoor

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen;
  2. b. kantoor;
  3. c. maatschappelijke voorzieningen;
  4. d. parkeren.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 12.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'maatschappelijk' en 'specifieke vorm van maatschappelijk - geluidsgevoelige functie';
    2. 2. geluidsgevoelige bestemmingen zijn niet toegestaan, met uitzondering van gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - geluidsgevoelige functie';
    3. 3. kinderdagverblijven zijn niet toegestaan;
  2. b. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm kantoren: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak.

12.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 12.3 onder b aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

12.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. dienstverlening;
  3. c. groen;
  4. d. maatschappelijke voorzieningen;
  5. e. aan maatschappelijke voorzieningen ondergeschikte horeca;
  6. f. parkeren;
  7. g. short stay;
  8. h. wonen.

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

  1. a. Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen ten aanzien van voorzieningen die verband houden met de geluidbelasting. Het dagelijks bestuur stelt, indien akoestisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, nadere eisen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden voorzien van één of meer dove gevels of vliesgevels:
    1. 1. indien geen of niet toereikende hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder zijn vastgesteld en
    2. 2. geen omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van gebouwen met zodanige afschermende werking dat de geluidbelasting op de gevels van de woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen lager of gelijk is dan de voorkeursgrenswaarde.

In dat kader kan het dagelijks bestuur tevens van een initiatiefnemer verlangen dat voor zijn bouwplan een akoestisch onderzoek wordt overlegd;

  1. b. Het bouwen van gebouwen is uitsluitend toegestaan indien de gevels zodanig gebouwd worden dat uit akoestisch onderzoek blijkt dat wordt voorkomen dat de gevels een zodanige reflectie van geluid veroorzaken dat de geluidbelasting op geprojecteerde of bestaande tegenoverliggende gevels van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen hoger is 48 dB vanwege wegverkeerslawaai.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 13.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor dienstverlening geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak: 250 m2;
  2. b. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. geluidsgevoelige bestemmingen en kinderdagverblijven zijn niet toegestaan;
  3. c. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm maatschappelijke voorzieningen: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
  4. d. voor short stay en wonen geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', in de derde t/m de vijfde bouwlaag.

13.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 13.4 onder c aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

13.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 13.4 onder c genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 14 Tuin

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen;
  2. b. parkeren;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. tuin;
  5. e. voetpaden;
  6. f. water.

14.2 Bouwregels

14.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 14.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor parkeren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.

Artikel 15 Verkeer - 1

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bruggen;
  2. b. geluidswerende voorzieningen;
  3. c. groen;
  4. d. metrobaan;
  5. e. spoorwegen;
  6. f. verkeersareaal;
  7. g. viaducten;
  8. h. water.

15.2 Bouwregels

Artikel 16 Verkeer - 2

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bruggen;
  2. b. detailhandel;
  3. c. geluidswerende voorzieningen;
  4. d. groen;
  5. e. parkeren;
  6. f. snelweg inclusief op- en afritten;
  7. g. verkeersareaal;
  8. h. viaducten;
  9. i. water.

16.2 Bouwregels

16.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in het eerste lid genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor detailhandel geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', onder de constructie van de snelweg;
  2. b. voor parkeren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', onder de constructie van de snelweg.

Artikel 17 Verkeer - 3

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bruggen;
  2. b. groen;
  3. c. verblijfsgebied
  4. d. verkeersareaal;
  5. e. viaducten;
  6. f. water.

17.2 Bouwregels

17.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in het eerste lid genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor detailhandel geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', onder de constructie van de snelweg;
  2. b. voor parkeren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', onder de constructie van de snelweg.

Artikel 18 Verkeer - 4

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen;
  2. b. parkeren;
  3. c. verblijfsgebied;
  4. d. verkeersareaal.

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in het eerste lid genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor parkeren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  2. b. voor verkeersareaal geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkeer'.

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bruggen;
  2. b. voetpaden;
  3. c. water.

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 19.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor bruggen en voetpaden geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug'.

Artikel 20 Wonen - 1

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. groen;
  4. d. kantoor;
  5. e. maatschappelijke voorzieningen;
  6. f. parkeren;
  7. g. short stay;
  8. h. tuinen;
  9. i. wonen.

20.2 Bouwregels

20.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 20.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', in de eerste bouwlaag;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak: 1.400 m2;
  2. b. voor kantoren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', in de eerste bouwlaag;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak: 650 m2;
  3. c. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', in de eerste bouwlaag;
    2. 2. kinderdagverblijven zijn niet toegestaan;
  4. d. voor parkeren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'parkeergarage' en 'parkeerterrein';
    2. 2. parkeernorm maatschappelijke voorzieningen: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning.

20.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 20.3 onder d aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

20.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 20.3 onder d genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 21 Wonen - 2

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. dienstverlening;
  4. d. groen;
  5. e. maatschappelijke voorzieningen;
  6. f. parkeren;
  7. g. short stay;
  8. h. tuinen;
  9. i. wonen.

21.2 Bouwregels

21.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 21.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven en dienstverlening geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', in de eerste en tweede bouwlaag;
    2. 2. minimum bruto vloeroppervlak: 760 m²;
    3. 3. maximum bruto vloeroppervlak: 800 m²;
    4. 4. maximum bruto vloeroppervlak per vestiging: 250 m².
  2. b. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 1.450 m²;
    2. 2. kinderdagverblijven zijn niet toegestaan;
  3. c. voor parkeren geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage;
    2. 2. parkeernorm bedrijven: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm dienstverlening: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    4. 4. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning.

21.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in lid 21.3 onder c aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.

21.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 21.3 onder c genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

Artikel 22 Gemengd - Uit Te Werken Bestemming - 1

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - Uit te werken bestemming - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. groen;
  4. d. horeca van categorie 1;
  5. e. kantoor;
  6. f. maatschappelijke voorzieningen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. parkeren;
  9. i. short stay;
  10. j. tuin;
  11. k. verblijfsgebied;
  12. l. verkeersareaal;
  13. m. water;
  14. n. wonen.

22.2 Uitwerkingsregels

Het dagelijks bestuur werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven, horeca van categorie 1, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 23.000 m2;
  2. b. voor bedrijven en kantoren geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 10.500 m2;
    2. 2. maximum bruto oppervlak per vestiging: 250 m2;
  3. c. voor horeca van categorie 1 geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 300 m2;
  4. d. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm bedrijven en kantoren: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm maatschappelijke voorzieningen: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    4. 4. situering: uitsluitend binnen het bestemmingsvlak;
    5. 5. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 80%;
    6. 6. het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van:
      • de in d onder 1 t/m 3 aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
      • de in d onder 4 aangegeven situering indien uit onderzoek blijkt dat er buiten het bestemmingsvlak voldoende ruimte is voor het realiseren van een deel van de benodigde parkeerplaatsen ten behoeve van deze bestemming, met dien verstande dat door toepassing van de afwijkingsbevoegdheid maximaal 20% van de benodigde parkeerplaatsen buiten het bestemmingsvlak mag worden gerealiseerd;
    7. 7. het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in d onder 1 t/m 3 genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

22.3 Bouwregels

22.4 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 22.3.5 een omgevingsvergunning te verlenen, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.

Artikel 23 Gemengd - Uit Te Werken Bestemming - 2

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - Uit te werken bestemming - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. groen;
  4. d. kantoor;
  5. e. parkeren;
  6. f. short stay;
  7. g. tuin;
  8. h. verblijfsgebied;
  9. i. verkeersareaal;
  10. j. water;
  11. k. wonen.

23.2 Uitwerkingsregels

Het dagelijks bestuur werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven, kantoren en wonen geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 12.000 m2;
  2. b. voor bedrijven geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 2.000 m2;
    2. 2. maximum bruto oppervlak per vestiging: 250 m2;
  3. c. voor kantoren geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 10.000 m2;
  4. d. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm bedrijven en kantoren: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    3. 3. situering: uitsluitend binnen het bestemmingsvlak;
    4. 4. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 80%;
    5. 5. het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van:
      • de in d onder 1 t/m 2 aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
      • de in d onder 3 aangegeven situering indien uit onderzoek blijkt dat er buiten het bestemmingsvlak voldoende ruimte is voor het realiseren van een deel van de benodigde parkeerplaatsen ten behoeve van deze bestemming, met dien verstande dat door toepassing van de afwijkingsbevoegdheid maximaal 20% van de benodigde parkeerplaatsen buiten het bestemmingsvlak mag worden gerealiseerd;
    6. 6. het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in d onder 1 t/m 2 genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.

23.3 Bouwregels

23.4 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 23.3.5 een omgevingsvergunning te verlenen, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.

Artikel 24 Woongebied - Uit Te Werken Bestemming - 1

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Uit te werken bestemming - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. detailhandel;
  4. d. dienstverlening;
  5. e. groen;
  6. f. horeca van categorie 1 en 2;
  7. g. maatschappelijke voorzieningen;
  8. h. nutsvoorzieningen;
  9. i. parkeren;
  10. j. recreatie;
  11. k. short stay;
  12. l. tuin;
  13. m. verblijfsgebied;
  14. n. verkeersareaal;
  15. o. water;
  16. p. wonen.

24.2 Uitwerkingsregels

Het dagelijks bestuur werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven, detailhandel, dienstverlening, horeca van categorie 1 en 2, maatschappelijke voorzieningen en recreatie geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'centrum', in de eerste en tweede bouwlaag;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak: 6.250 m²;
  2. b. voor bedrijven geldt:
    1. 1. maximum bruto oppervlak per vestiging: 250 m2;
  3. c. voor detailhandel geldt:
    1. 1. maximum aantal vestigingen: 4;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak per vestiging: 150 m²;
  4. d. voor horeca van categorie 1 en 2:
    1. 1. maximum aantal vestigingen: 2;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak per vestiging: 150 m²;
  5. e. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. geluidsgevoelige bestemmingen zijn niet toegestaan;
  6. f. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm bedrijven: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm detailhandel, dienstverlening en recreatie: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    4. 4. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen op eigen terrein: 70%;
    5. 5. het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in f onder 1 t/m 3 aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
    6. 6. het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in f onder 1 t/m 3 genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.
  7. g. voor verblijfsgebied geldt:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeers- langzaamverkeersroute' wordt een oost-westverbinding voor langzaamverkeer gerealiseerd;
  8. h. voor verkeersareaal geldt:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' wordt een noord-zuidverbinding voor verkeer gerealiseerd;
  9. i. voor short stay en wonen geldt:
    1. 1. minimum aantal woningen: 500;
    2. 2. maximum aantal woningen: 850.

24.3 Bouwregels

24.4 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 24.3.5 een omgevingsvergunning te verlenen, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.

Artikel 25 Woongebied - Uit Te Werken Bestemming - 2

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Uit te werken bestemming - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. groen;
  4. d. horeca van categorie 1 en 2;
  5. e. kantoor;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. parkeren;
  8. h. short stay;
  9. i. tuin;
  10. j. verblijfsgebied;
  11. k. verkeersareaal;
  12. l. water;
  13. m. wonen.

25.2 Uitwerkingsregels

Het dagelijks bestuur werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven, kantoren en wonen geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 55.000 m2;
  2. b. voor bedrijven en kantoren geldt:
    1. 1. minimum bruto vloeroppervlak: 1.500 m²;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak: 4.500 m²;
    3. 3. maximum bruto vloeroppervlak per vestiging: 250 m2;
  3. c. voor horeca van categorie 1 en 2 geldt:
    1. 1. maximum aantal vestigingen: 1;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak per vestiging: 150 m²;
  4. d. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm bedrijven en kantoren: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    3. 3. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 70%;
    4. 4. het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in d onder 1 t/m 2 aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
    5. 5. het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in d onder 1 t/m 2 genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.
  5. e. voor short stay en wonen geldt:
    1. 1. maximum aantal woningen: 280.

25.3 Bouwregels

25.4 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 25.3.5 een omgevingsvergunning te verlenen, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.

Artikel 26 Woongebied - Uit Te Werken Bestemming - 3

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Uit te werken bestemming - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. bedrijf;
  3. c. dienstverlening;
  4. d. groen;
  5. e. kantoor;
  6. f. maatschappelijke voorzieningen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. parkeren;
  9. i. short stay;
  10. j. tuin;
  11. k. verblijfsgebied;
  12. l. verkeersareaal;
  13. m. water;
  14. n. wonen.

26.2 Uitwerkingsregels

Het dagelijks bestuur werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van de volgende regels:

  1. a. voor bedrijven, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 32.000 m2;
  2. b. voor bedrijven, dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. situering: uitsluitend in de eerste en tweede bouwlaag;
    2. 2. maximum bruto vloeroppervlak: 5.000 m²;
  3. c. voor bedrijven geldt:
    1. 1. maximum bruto oppervlak per vestiging: 250 m2;
  4. d. voor kantoren geldt:
    1. 1. maximum bruto vloeroppervlak: 2.000 m²;
  5. e. voor maatschappelijke voorzieningen geldt:
    1. 1. kinderdagverblijven zijn niet toegestaan binnen een afstand van 300 meter van de Einsteinweg (A10);
  6. f. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm bedrijven en kantoren: maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak;
    2. 2. parkeernorm maatschappelijke voorzieningen: maximaal 1 parkeerplaats per 100 m² bruto vloeroppervlak;
    3. 3. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    4. 4. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 80%;
    5. 5. het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in e onder 1 t/m 3 aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
    6. 6. het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in e onder 1 t/m 3 genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.
  7. g. voor short stay en wonen geldt:
    1. 1. maximum aantal woningen: 230.

26.3 Bouwregels

26.4 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 26.3.5 een omgevingsvergunning te verlenen, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.

Artikel 27 Woongebied - Uit Te Werken Bestemming - 4

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Uit te werken bestemming - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. groen;
  3. c. nutsvoorzieningen;
  4. d. parkeren;
  5. e. short stay;
  6. f. tuin;
  7. g. verblijfsgebied;
  8. h. verkeersareaal;
  9. i. water;
  10. j. wonen.

27.2 Uitwerkingsregels

Het dagelijks bestuur werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van de volgende regels:

  1. a. voor parkeren geldt:
    1. 1. parkeernorm short stay en wonen: 0,7 tot 1,25 parkeerplaats per woning;
    2. 2. minimum percentage gebouwde parkeervoorzieningen: 70%;
    3. 3. het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van de in a onder 1 aangegeven parkeernorm een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op een andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
    4. 4. het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in a onder 1 genoemde parkeernorm aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien uit onderzoek blijkt dat een hogere parkeernorm een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte voorkomt.
  2. b. voor short stay en wonen geldt:
    1. 1. maximum aantal woningen: 95

27.3 Bouwregels

27.4 Afwijking van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 27.3.5 een omgevingsvergunning te verlenen, indien een ontwerpuitwerkingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.

Artikel 28 Waterstaat - Waterkering

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor waterstaatsdoeleinden als een waterkering, met in achtneming van het bepaalde in artikel 36.2.

28.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 28.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de waterstaatsdoeleinden, alsmede de medebestemming.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 29 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 30 Algemene Bouwregels

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:

  1. a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
  2. b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
  3. c. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een rijwielpad en 2,2 meter boven een voetpad, voorzover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter.

Artikel 31 Algemene Gebruiksregels

31.1 Verbodsregels

  1. a. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:
    1. 1. inrichtingen en bedrijven die worden begrepen in art. 2.4 van het 'Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer';
    2. 2. het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van automatenhallen, seksinrichtingen, raam- resp. straatprostitutie en prostitutiebedrijven, telefoneerinrichtingen of belhuis, geldwisselkantoren en internetcafés.
  2. b. Het dagelijks bestuur verleent in afwijking van het bepaalde in deze regels van het plan een omgevingsvergunning wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

31.2 Toegelaten bedrijven

Voor zover bedrijven zijn toegestaan, mogen de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de volgende categorieën bedrijven:

  1. a. in geval van activiteiten die aanpandig zijn aan woningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging vallen onder de categorie A;
  2. b. in geval van activiteiten die bouwkundig afgescheiden zijn van woningen en maatschappelijke voorzieningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging vallen onder de categorieën A en B;
  3. c. in afwijking van het bepaalde in a zijn tevens de volgende bedrijven toegestaan:
    1. 1. confectiegroothandel ter plaatse van Rijswijkstraat 177-345;
  4. d. het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in a en b een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
    1. 1. niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    2. 2. in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    3. 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van Bedrijfsactiviteiten valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.

Artikel 32 Algemene Aanduidingsregels

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie IBM' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein “IBM” op geluidsgevoelige bestemmingen.
  1. b. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie Schiphol' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein “Schiphol” op geluidsgevoelige bestemmingen.
  1. c. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie IBM' en de aanduiding 'Geluidzone - industrie Schiphol', de volgende regel:
    1. 1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welk aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelige bestemming, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein “IBM” dan wel het Industrieterrein “Schiphol” op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

Artikel 33 Algemene Afwijkingsregels

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het dagelijks bestuur bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de desbetreffende bepalingen van het plan met dien verstande dat:

  1. a. in het plangebied de volgende bebouwing wordt toegestaan:
    1. 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m², alsmede;
    2. 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
  2. b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  3. c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
  4. d. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan in bedoeld in c, met ten hoogste 3 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen, glazenwasserinstallaties en centrale verwarmingsinstallaties en ten hoogste 5 meter ten behoeve van schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, vlaggenmasten, antennes, centrale ontvangstunits en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals zonnepanelen en ten hoogste 12 meter ten behoeve van windturbines;
  5. e. de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2,5 meter ten behoeve van balkons en 2 meter ten behoeve van bordessen, erkers, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen.

Artikel 34 Algemene Wijzigingsregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in artikel 32 onder a en b genoemde aanduidingen 'Geluidszone - industrie IBM' en/of 'Geluidszone - industrie Schiphol' kunnen worden geschrapt dan wel kunnen worden aangepast, met dien verstande dat:

  1. a. toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid alleen is toegestaan indiener een sanering van of op het betreffende industrieterrein heeft plaatsgevonden waardoor de bijbehorende 50 dB(A)-contour is komen te vervallen of is gewijzigd;
  2. b. toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van het plangebied van dit bestemmingsplan niet mag leiden tot een grotere geluidszone.

Artikel 35 Algemene Procedureregels

Bij de toepassing van een afwijkingsbevoegdheid of nadere eis ingevolge dit bestemmingsplan is Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, behoudens dat:

  1. a. slechts schriftelijk dan wel per e-mail een zienswijze naar voren kan worden gebracht, een en ander in afwijking van artikel 3:15, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht;
  2. b. de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen en het uitbrengen van adviezen als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht vier weken bedraagt, een en ander in afwijking van artikel 3:16, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 36 Overige Regels

36.1 Verwijzing naar andere wetgeving

Waar in de regels worden verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op die regelingen, zoals zij luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

36.2 Voorrangsregeling

Voor zover de in het bestemmingsplan aangegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:

  1. a. in de eerste plaats de regels in artikel 28' Waterstaat - Waterkering';
  2. b. in de tweede plaats de regels in de medebestemming.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 37 Overgangsrecht

37.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

37.2 Afwijking

Eenmalig kan in afwijking van het bepaalde van lid 37.1 een omgevingsvergunning worden verleend voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 37.1 met maximaal 10%.

37.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 37.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan .

37.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

37.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 37.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

37.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 37.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

37.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 37.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 38 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplanDelflandplein- Staalmanpleinbuurt.

Bijlage 1 Bedrijvenlijst Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Bedrijvenlijst Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Verkennend Onderzoek Marktsituatie

Bijlage 1 Verkennend onderzoek marktsituatie

Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 3 Akoestisch onderzoek

Bijlage 4 Onderzoek Luchtkwaliteit

Bijlage 4 Onderzoek luchtkwaliteit

Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid

Bijlage 5 Onderzoek externe veiligheid

Bijlage 6 Verantwoordingsparagraaf

Bijlage 6 Verantwoordingsparagraaf

Bijlage 7 Natuurwaardenonderzoek

Bijlage 7 Natuurwaardenonderzoek

Bijlage 8 Studie Landschappelijke Inpassing

Bijlage 8 Studie landschappelijke inpassing

Bijlage 9 Windtunnelonderzoek

Bijlage 9 Windtunnelonderzoek

Bijlage 10 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 10 Archeologisch onderzoek

Bijlage 11 Verslag Inspraakavond

Bijlage 11 Verslag inspraakavond

Bijlage 12 Verslag Inspraakmiddag

Bijlage 12 Verslag inspraakmiddag