De Hoge Dijk
Bestemmingsplan - Amsterdam
Onherroepelijk op 24-10-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan De Hoge Dijk met identificatienummer NL.IMRO.0363.T1204BPSTD-OH01 van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Zuidoost.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 atelier
werkplaats van een kunstenaar.
1.6 automatenhal
iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek.
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.8 bebouwingspercentage
een in het bestemmingsplan aangegeven percentage dat de grootte van het te bebouwen deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft, waarbij kelders en souterrains niet worden meegerekend, tenzij in de regels anders is bepaald.
1.9 bed & breakfast
Het in een woning bedrijfsmatig verlenen van logies aan maximaal 4 personen, waarbij de woning wordt bewoond door de hoofdbewoner en maximaal 40% van de woning mag gebruikt worden voor een Bed & Breakfast.
1.10 bedrijf
bedrijven zoals bedoeld in lid 21.3 van deze regels.
1.11 bedrijfsvaartuig
een vaartuig of een vergelijkbaar object te water, niet-zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten.
1.12 belwinkel/internetcafé
een gelegenheid waar de hoofdactiviteit of één van de voornaamste activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet.
1.13 berging
gebouw dienstdoende als bergplaats.
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.16 bijzondere bouwlaag
kappen, kelders, souterrains, dakopbouwen en nokverhogingen.
1.17 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.18 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.19 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder.
1.20 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan.
1.21 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.22 dagelijks bestuur
het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuidoost.
1.23 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die goederen kopen voor verbruik, gebruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.24 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals kappers en schoonheidssalons en wat dies meer zij, niet zijnde belwinkels/internetcafés of geldwisselkantoren.
1.25 dienstwoning
woning, geen burgerwoning zijnde, waarvan de bewoning wezenlijk bijdraagt aan de taakvulling van en gekoppeld is aan de bedrijfsvoering van het bijbehorende bedrijf.
1.26 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.27 geldwisselkantoor
een kantoor of gelegenheid waarvan het hoofdbestanddeel van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig wisselen van geld of waardepapieren.
1.28 geluidgevoelige bestemmingen
geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.29 groenvoorzieningen
ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren.
1.30 horeca van categorie 1
een voorziening waar al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren worden verkocht, zoals fastfoodrestaurants, cafetaria's, snackbars en shoarmazaken.
1.31 horeca van categorie 4
een voorziening die gericht is op het verkopen van ter plaatse bereide etenswaren, zoals restaurants, eetcafés, grand-cafés, lunchrooms, koffiehuizen, theehuizen en ijssalons.
1.32 huisgebonden beroepen
Kantoren, maatschappelijke voorzieningen, bed & breakfast en medische dan wel paramedische praktijken die in een woning worden uitgeoefend, waarbij:
- a. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, en het huisgebonden beroep een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie van de betreffende woning en de omliggende woningen in dezelfde straat;
- b. maximaal 30% van het bruto vloeroppervlak van de woning voor het huisgebonden beroep gebruikt mag worden.
1.33 kantoor
gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden.
1.34 kap
een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven welke uit ten minste twee elkaar snijdende vlakken bestaat.
1.35 kelder
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.
1.36 maatschappelijke voorzieningen
overheids-, medische-, onderwijs-, sociaal-culturele, sport-, religieuze en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, waaronder kinderdagverblijven, inclusief ondersteunende horeca.
1.37 nutsvoorzieningen
gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.
1.38 omgevingsvergunning
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.39 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.40 ondersteunende detailhandel
bij de hoofdfunctie horende en aan de hoofdfunctie ondergeschikte detailhandel ter plaatse van een inrichting die niet als hoofddoel detailhandel heeft, waarbij maximaal 5% van het bruto vloeroppervlak van de inrichting voor ondersteunende detailhandel mag worden gebruikt.
1.41 ondersteunende horeca
horeca van categorie 1 of horeca van categorie 4 die binnen een bestemming met een andere hoofdfunctie gevestigd is, zoals een kantine, waarbij:
- a. de betreffende bestemming in overwegende mate haar hoofdfunctie behoudt;
- b. de ondersteunende horeca een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de hoofdfunctie van de bestemming;
- c. maximaal 30% van het bruto vloeroppervlak van het gebouw voor ondersteunende horeca gebruikt mag worden.
1.42 passagiersvaartuig
een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot:
- a. vervoer van personen of
- b. om beschikbaar te worden gesteld aan een of meer personen ten behoeve van varende recreatie.
1.43 peil
- a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, tenzij anders in de regels wordt bepaald.
1.44 pleziervaartuig
een schip, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
1.45 prostitutiebedrijf
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
1.46 reclameobject
object ter openbare aanprijzing om de afzet van goederen en diensten te bevorderen.
1.47 seksinrichting
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel.
1.48 short stay
het tijdelijk wonen in een zelfstandige woning voor een periode van tenminste 5 nachten en maximaal 6 maanden.
1.49 souterrain
een bijzondere bouwlaag waarvan de vloer onder het gemiddeld aangrenzend peil is gelegenen waarbij de de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven het peil is gelegen.
1.50 sportvoorzieningen
voorzieningen, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het beoefenen van sport.
1.51 stille zijde
Een bouwkundige constructie die een ruimte in een geluidgevoelige bestemming scheidt van de buitenlucht met een maximale geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai van 48 dB gerekend per gezoneerde weg of 55 dB (woningen) en 53 dB (geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen) in geval van spoorweglawaai.
1.52 verkeersareaal
gronden die in gebruik zijn als verkeersruimte voor al dan niet gemotoriseerd verkeer, bestaande uit rijwegen, fiets- en voetpaden en ongebouwde parkeervoorzieningen.
1.53 volkstuinen
een complex van lapjes grond waarop voedings- en siergewassen worden geteeld door (stads)bewoners.
1.54 waterhuishoudkundige voorzieningen
al dan niet gebouwde voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en de scheepvaart.
1.55 waterkering
een werk of een (deel van een) grondlichaam dat een lager gelegen (peil)gebied beschermt tegen (hoog) water van buiten.
1.56 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor bewoning.
1.57 woonschepenligplaats
een met een in het water gelegen schip aan de walkant ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.5 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijf dat gericht is op de handel in en het repareren en stallen van caravans, vouwwagens en campers, inclusief de verkoop van bijbehorende accesoires;
- b. bedrijven voor zover vallend onder categorie A en B van de Staat vanBedrijfsactiviteiten-functiemenging;
- c. bedrijfserven;
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. ongebouwde parkeervoorzieningen;
- g. reclameobjecten;
- h. tuinen;
- i. verkeersareaal;
- j. vlaggenmasten;
- k. water;
- l. waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de verschijningsvorm en situering van bouwwerken in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, danwel ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
Het dagelijks bestuur is bevoegd om, overeenkomstig met het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de in het bestemmingsplan opgenomen aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied' de bestemming 'Bedrijf' zodanig te wijzigen zodat een zelfstandige vestiging horeca van categorie 4 met bijbehorende voorzieningen ten behoeve van dagrecreatie wordt toegestaan, met dien verstande dat:
- a. de horeca van categorie 4 met bijbehorende voorzieningen ten behoeve van dagrecreatie geen extra verkeersaantrekkende werking zal genereren;
- b. het oppervlakte horeca van categorie 4 met bijbehorende voorzieningen ten behoeve van dagrecreatie maximaal 500 m2 bedraagt;
- c. een terras behorende bij de horeca van categorie 4 is toegestaan.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen met bijbehorende verhardingen;
- b. afvalinzamelingssystemen;
- c. bruggen;
- d. fiets- en voetpaden;
- e. ruiterpaden;
- f. natuurontwikkeling;
- g. voorzieningen ten behoeve van natuureductie;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. speelvoorzieningen;
- j. water;
- k. waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de verschijningsvorm en situering van bouwwerken in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, danwel ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Maatschappelijk
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van geluidgevoelige bestemmingen, inclusief bijbehorende buitenruimten, zoals speelplaatsen;
- b. voorzieningen ten behoeve van dagrecreatie;
- c. voorzieningen ten behoeve van natuureductie;
- d. ondersteunende detailhandel;
- e. afvalinzamelingssystemen;
- f. bergingen, garages en andere nevenruimten;
- g. erven;
- h. groenvoorzieningen;
- i. reclameobjecten;
- j. verkeerareaal;
- k. water;
- l. waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- m. horeca van categorie 4, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 4";
- n. woningen en ruimten ten behoeve van de uitoefening van huisgebonden beroepen ter plaatse van de aanduiding "wonen";
- o. een dienstwoning, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - dienstwoning".
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de verschijningsvorm en situering van bouwwerken in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, danwel ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Natuur - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen met bijbehorende verhardingen;
- a. sportvoorzieningen, waaronder begrepen een golfbaan met bijbehorende ruimten als kleedkamers, receptie, bergingen en andere nevenruimten;
- b. bruggen;
- c. fiets- en voetpaden;
- d. ruiterpaden;
- e. natuurontwikkeling;
- f. voorzieningen ten behoeve van natuureductie;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. water;
- j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- k. één voorziening ten behoeve van aan de sportvoorziening gerelateerde detailhandel;
- l. woningen met inbegrip van tuinen en erven, ter plaatse van de aanduiding "wonen";
- m. horeca van categorie 4, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 4".
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de verschijningsvorm en situering van bouwwerken in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, danwel ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 7 Natuur - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen met bijbehorende verhardingen;
- b. afvalinzamelingssystemen;
- c. bruggen;
- d. fiets- en voetpaden;
- e. ruiterpaden;
- f. natuurontwikkeling;
- g. voorzieningen ten behoeve van natuureductie;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. speelvoorzieningen;
- j. water;
- k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- l. een terras en voorzienigen voor dagrecreatie, ter plaatse van de aanduiding "terras";
- m. voorzieningen voor dagrecreatie, inclusief bijbehorende sanitaire voorzieningen, bergingen en nevenruimten ter plaatse van de aanduiding "recreatie".
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de verschijningsvorm en situering van bouwwerken in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, danwel ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het terras als bedoeld in lid 7.1 gelden de volgende regels:
- a. maximum oppervlakte: 500 m2, met dien verstande dat dit maximum oppervlakte geldt voor het bestemmingsvlak Natuur - 2 en Water samen;
- b. het terras dient functioneel verbonden te zijn aan de binnen de bestemming "Maatschappelijk" toegestane horeca van categorie 4, ter plaatse van de Abcouderstraatweg 79;
- c. er dient voldaan te worden aan de bepalingen van de waterbeheerder.
Artikel 8 Recreatie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volks- en nutstuinen met bijbehorende bergingen;
- b. verenigingsgebouw;
- c. afvalinzamelingssystemen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. verkeerareaal;
- g. water;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de verschijningsvorm en situering van bouwwerken in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, danwel ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 9 Verkeer - 1
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeersareaal;
- b. afvalinzamelingssystemen;
- c. bruggen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water;
- f. waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Verkeer - 2
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. metrobanen en treinbanen en bijbehorende voorzieningen zoals geluidsschermen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. verkeersareaal;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. water;
- f. waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Water
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. oevers en bermen;
- c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- d. één ligplaats ten behoeve van één woonschip, ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
- e. een terras, ter plaatse van de aanduiding 'terras'.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de verschijningsvorm en situering van bouwwerken in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, danwel ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 12 Wonen
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen;
- b. ruimten ten behoeve van huisgebonden beroepen;
- c. bergingen, garages en andere nevenruimten;
- d. tuinen;
- e. afvalinzamelingssystemen;
- f. erven;
- g. groenvoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
alsmede voor:
- i. kantoren, bedrijven en ateliers ter plaatse van de aanduiding "gemengd";
- j. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend zijnde een dierenpension, ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk".
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de verschijningsvorm en situering van bouwwerken in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, danwel ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.4 Specifieke gebruiksregels
De op grond van lid 12.1 toegestane kantoren, bedrijven, ateliers en maatschappelijke voorzieningen, niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen, zijn toegestaan op maximaal 50% van het totale bruto vloeroppervlak van een gebouw.
Artikel 13 Leiding - Gas
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk gastransportleiding.
13.2 Voorrangsbepaling
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.
13.3 Bouwregels
Op of in de in 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
13.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
13.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 Waarde - Archeologie - 1
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Archeologie - 1" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.
14.2 Bouwregels
14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 15 Waarde - Archeologie - 2
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Archeologie - 2" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.
15.2 Bouwregels
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Waarde - Ecologie
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Ecologie aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in lid 23.1, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de ecologische waarden.
16.2 Bouwregels
Op en onder de in 16.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende medebestemmingen.
16.3 Nadere eisen
Het dagelijks bestuur is op grond van artikel 3.6, lid 1, onder d. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en omvang van bouwwerken, voor zover dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van ecologische waarden.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
- a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het dagelijks bestuur (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het graven, dempen of verbreden van waterlopen;
- 2. het vellen van bomen of opruimen van houtwallen;
- 3. het bebossen en beplanten van gronden;
- 4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse kabels, leidingen en andere infrastructurele voorzieningen;
- 5. het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
- 6. het verlagen van het waterpeil;
- 7. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem en/of gronden.
- b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of vanwerkzaamheden) als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
- 1. het normale onderhoud van paden, water en groenvoorzieningen;
- 2. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
- c. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of vanwerkzaamheden kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, sprake zou zijn van een onevenredige aantasting van de bestaande ecologische waarden.
- d. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of vanwerkzaamheden kan slechts worden verleend indien door is aangetoond dat de ecologische belangen niet onevenredig worden aangetast en het behoud van de ecologische waarde(n) voldoende worden gewaarborgd.
- e. Aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of vanwerkzaamheden kunnen in het belang van de bestaande ecologische waarden de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de bescherming van de bestaande ecologische waarden zoveel mogelijk wordt gewaarborgd;
- 2. de verplichting de activiteit die tot een mogelijke verstoring van de bestaande ecologische waarden leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van flora en fauna, die voldoet aan door het Dagelijks Bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
Artikel 17 Waarde - Landschap - Groene Hart En Rijksbufferzone
17.1 Bestemmingsomschrijving
De als 'Waarde - Landschap - Groene Hart en Rijksbufferzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en het behoud van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Groene Hart (de landschappelijke diversiteit, het (veen) weidekarakter, de openheid en de rust en stilte), met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.1
17.2 Bouwregels
Op en onder de in 17.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
17.3 Nadere eisen
Het dagelijks bestuur is op grond van artikel 3.6, lid 1, onder d. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en omvang van bouwwerken, voor zover dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van het Nationaal Landschap Groene Hart of de Rijksbufferzone.
17.4 Specifieke gebruiksregels
17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het dagelijks bestuur (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) ) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het vellen van bomen of opruimen van houtwallen;
- 2. het aanbrengen van boven- en ondergrondse kabels, leidingen en andere infrastructurele voorzieningen;
- 3. het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
- 4. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem en/of gronden;
- b. Een omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
- 1. het normale onderhoud van paden, water en groenvoorzieningen;
- 2. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
- c. De omgevingsvergunning voor het aanleggen kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, sprake zou zijn van een onevenredige aantasting van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Groene Hart.
- d. De omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) kan slechts worden verleend indien een onderzoek naar de mogelijke gevolgen van de betreffende werkzaamheden voor het Nationaal Landschap Groene Hart heeft plaatsgevonden.
- e. Aan de omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) kunnen in het belang van het Nationaal Landschap Groene Hart de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Groene Hart zoveel mogelijk wordt gewaarborgd;
- 2. de verplichting de activiteit die tot een mogelijke verstoring van het Nationaal Landschap Groene Hart leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van landschap, die voldoet aan door het Dagelijks Bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
Artikel 18 Waterstaat - Waterkering
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en instandhouding van waterkeringen, bijbehorende beschermingszone(s) en bij deze doeleinden behorende waterstaatkundige voorzieningen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 19 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 20 Algemene Bouwregels
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en/of bouwgrenzen te overschrijden:
- a. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen en andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover deze de vrije doorgang van het verkeer niet belemmeren;
- b. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen , standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 m;
- c. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1.0 m en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 m langs een rijweg, 2,4 m boven een rijwielpad en 2,2 m boven een voetpad, voorzover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 m.
Artikel 21 Algemene Gebruiksregels
21.1 Algemeen
Het is verboden de in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aande grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
21.2 Gebruiksverbod
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 21.1 wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van een:
- a. bedrijven die zijn opgesomd in bijlage I onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
- b. automatenhal;
- c. belwinkel/internetcafé;
- d. geldwisselkantoor;
- e. prostitutiebedrijf;
- f. seksinrichting;
- g. smartshop;
21.3 Toegelaten bedrijven
Voor zover binnen dit plan bedrijven zijn toegestaan, mogen gronden en gebouwen worden gebruikt voor de volgende categoriën bedrijven:
- a. bedrijven die in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging vallen onder de categorie A en B.
- b. Het dagelijks bestuur is bevoegd om in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf dat is toegestaan dat:
- 1. niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 2. in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
- 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.
21.4 Doelmatigheidsbepaling
Het dagelijks bestuur verleent in afwijking van het bepaalde in lid 21.1 een omgevingsvergunning wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 22 Algemene Afwijkingsregels
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels kan worden afgeweken, is het dagelijks bestuur bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 sub c van de Wet ruimtelijke ordening een omgevingsvergunning te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan opdat in het plangebied de volgende bebouwing wordt toegestaan:
- a. in het plangebied de volgende bebouwing wordt toegestaan:
- 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum vloeroppervlak van 25 m², alsmede
- 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, ooievaarsnesten, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies;
- b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
- c. de in de regels toegestane maximale bouw- en goothoogten met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
- d. de in de regels toegestane maximale bouw- en goothoogten, anders dan in bedoeld in c, met ten hoogste 3 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen en centrale verwarmingsinstallaties en ten hoogste 5 meter ten behoeve van schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, installaties ten behoeve van het opwekken van duurzame energie en antennes;
- e. de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen.
Artikel 23 Overige Regels
23.1 Rangorde (dubbel)bestemmingen
Voor zover de in dit bestemmingsplan aangegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:
- a. in de eerste plaats de regels in artikel 13 Leiding - Gas;
- b. in de tweede plaats de regels in artikel 18 Waterstaat - Waterkering;
- c. in de derde plaats de regels in artikel 14 Waarde - Archeologie - 1 en artikel 15 Waarde -Archeologie - 2
- d. in de vierde plaats de regels in artikel 16 Waarde - Ecologie;
- e. in de vijfde plaats de regels in artikel 17 Waarde - Landschap - Groene Hart en Rijksbufferzone;
- f. in de zesde plaatse de regels in de medebestemming.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 24 Overgangsrecht Bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 25 Overgangsrecht Gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 26 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan De Hoge Dijk.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging
Bijlage 1 Cultuurhistorische Verkenning
Bijlage 1 Cultuurhistorische verkenning
Bijlage 2 Archeologisch Bureau Onderzoek
Bijlage 2 Archeologisch bureau onderzoek
Bijlage 3 Onderzoek Externe Veiligheid Gasleiding
Bijlage 3 Onderzoek externe veiligheid gasleiding
Bijlage 4 Ecologisch Onderzoek Abcouderstraatweg 79
Bijlage 4 Ecologisch onderzoek Abcouderstraatweg 79
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Abcouderstraatweg 79
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek Abcouderstraatweg 79
Bijlage 6 Onderbouwing Hogere Waarden Wet Geluidhinder
Bijlage 6 Onderbouwing hogere waarden Wet geluidhinder
Bijlage 7 Tac Advies, 3 April 2013
Bijlage 7 TAC advies, 3 april 2013
Bijlage 8 Regels Bestemmingsplan Als Pdf
Bijlage 8 Regels bestemmingsplan als PDF
Bijlage 9 Verbeelding Blad 1a Als Pdf
Bijlage 9 Verbeelding blad 1A als PDF
Bijlage 10 Verbeelding Blad 1b Als Pdf
Bijlage 10 Verbeelding blad 1B als PDF
Bijlage 11 Verbeelding Blad 2a Als Pdf
Bijlage 11 Verbeelding blad 2A als PDF
Bijlage 12 Verbeelding Blad 2b Als Pdf
Bijlage 12 Verbeelding blad 2B als PDF
Bijlage 13 Verbeelding Blad 3a Als Pdf
Bijlage 13 Verbeelding blad 3A als PDF
Bijlage 14 Verbeelding Blad 3b Als Pdf
Bijlage 14 Verbeelding blad 3B als PDF