KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Gemengd
Artikel 5 Groen
Artikel 6 Maatschappelijk
Artikel 7 Recreatie
Artikel 8 Sport
Artikel 9 Tuin
Artikel 10 Verkeer
Artikel 11 Verkeer - Railverkeer
Artikel 12 Water
Artikel 13 Wonen
Artikel 14 Wonen - Garages En Bergingen
Artikel 15 Wonen - Woonwagenstandplaats
Artikel 16 Leiding - Hoogspanning
Artikel 17 Leiding - Riool
Artikel 18 Waarde - Archeologie - 1
Artikel 19 Waarde - Archeologie - 1a
Artikel 20 Waarde - Archeologie - 1b
Artikel 21 Waarde - Archeologie - 2
Artikel 22 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 23 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 24 Anti-dubbeltelregel
Artikel 25 Algemene Bouwregels
Artikel 26 Algemene Gebruiksregels
Artikel 27 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 28 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 29 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 30 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 31 Overgangsrecht
Artikel 32 Slotregel
Bijlage 1 Uitzonderingen Op Goot- En Bouwhoogteregel
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Overzicht Vooroverleg- En Inspraakreacties Voorontwerpbestemmingsplan (Okt. 2018)
Bijlage 2 Inventarisatie Verwerking Ruimtelijk Relevante Omgevingsvergunningen (Sept. 2018)
Bijlage 3 Ruimtelijk Kader Herontwikkeling Brink 26-28 (Juli 2018)
Bijlage 4 Onderzoek Omgevingsgeluid En Bedrijfshinder Brink 26-28 (Juli 2018)
Bijlage 5 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Woongebied Oost

Bestemmingsplan - Gemeente Beverwijk

Vastgesteld op 28-11-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Woongebied Oost met identificatienummer NL.IMRO.0375.BPWoongebiedOost-VG01 van de gemeente Beverwijk.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aanbouw:

een bijbehorend bouwwerk, dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.6 aan huis verbonden beroep:

een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de (hoofd) bewoner / bewoonster, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.7 aan huis verbonden bedrijf:

een bedrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de (hoofd) bewoner / bewoonster van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is.

1.8 achtererfgebied:

erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.

1.9 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.10 bebouwingsgebied:

achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw.

1.11 bebouwingspercentage:

een verbeelde of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.12 bed & breakfast:

een aan huis verbonden bedrijf, dat met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner in een woning wordt uitgeoefend en die voorziet in het verstrekken van nachtverblijf voor maximaal 4 personen voor korte tijd, waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten ondergeschikt is.

1.13 bedrijf:

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.

1.14 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.15 bedrijfsvloeroppervlak:

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.16 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.17 beperkt kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.

1.18 bestaand bouwwerk:

  1. 1. bebouwing die op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
  2. 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende planologisch regime, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van dat regime.

1.19 bestaand (in relatie tot gebruik):

het legale gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald.

1.20 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.21 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.22 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.23 bijzondere woondoeleinden:

woonvorm waarbij, al dan niet zelfstandige, woningen zijn opgenomen met bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een bejaardenhuis, een woonzorgcomplex, een begeleid-wonen complex of daarmee gelijk te stellen voorzieningen.

1.24 bijgebouw:

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.25 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.26 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bijzondere bouwlagen (zoals een kapverdieping/zolder, kelder, souterrain en dakopbouw).

1.27 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.28 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.29 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.30 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.31 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.32 casino:

een speelcasino zoals bedoeld in artikel 27g van de Wet op de kansspelen, te weten de voor het publiek opengestelde of bedrijfsmatig gedreven inrichting, waar door middel van gemeenschappelijk beoefende kansspelen aan de deelnemers de gelegenheid wordt gegeven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling, waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen.

1.33 dakkapel:

een (ondergeschikte) constructie geplaatst in het dakvlak van een gebouw, waarbij het karakter van het dak intact blijft, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.

1.34 dakopbouw / dakuitbouw:

bijzondere (ondergeschikte) bouwlaag bestaande uit een constructie van enige omvang ter vergroting van een gebouw in de hoogte waarbij het profiel en/of de vorm van het dak niet intact blijven.

1.35 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.

1.36 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.

1.37 eerste bouwlaag:

de bouwlaag / begane grond, waarvan de bovenkant van de vloer minder dan 1,40 m boven het peil is gelegen.

1.38 erker:

een trapeziumvormige, rechthoekige of halfronde ruimte als uitbreiding van een vertrek van het hoofdgebouw, die buiten de gevel uitsteekt en in open verbinding staat met het bedoelde vertrek.

1.39 evenement:

elke voor publiek toegankelijke verrichting, georganiseerde gebeurtenis, of openluchtmanifestatie, die:

a. al dan niet met een zekere regelmaat, bijvoorbeeld jaarlijks, plaatsvindt of,

b. incidenteel plaatsvindt, voor de duur van meer dan vijf dagen (inclusief op- en afbouw van voorzieningen), zoals:

een circus, een braderie, een jaarmarkt, een rommelmarkt, een sportdag en/of sportfeest.

1.40 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.41 gebouwde parkeervoorziening:

parkeervoorziening waarbij sprake is van een gebouw (zoals een garage) of bouwwerk geen gebouw zijnde (zoals een overkapping / carport) ten behoeve van het parkeren.

1.42 geluidgevoelige functies:

woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

1.43 geluidzoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld, waarbuiten de geluidbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.

1.44 hogere grenswaarde:

een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.

1.45 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.46 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, maar met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.47 huishouden:

hiervan is sprake als één of meer personen in vast verband samenleven en er sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en van onderlinge verbondenheid.

1.48 kapverdieping:

bijzondere bouwlaag geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie omgeven bestaande uit tenminste twee schuin hellende of gebogen dakschilden met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75° (graden).

1.49 kantoren:

de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, technische, organisatorische- en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie.

1.50 kampeermiddel:

een tent, caravan, stacaravan, chalet of recreatiewoning.

1.51 kelder:

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 m boven het peil is gelegen.

1.52 koekoek:

een (ondergronds) uitgebouwde bak aan de kelderwand ten behoeve van lichttoetreding.

1.53 maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, zorginstellingen, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, cultuur, religie, sport, onderwijs, wonen voor zover passend bij de maatschappelijke bestemming (bijzondere woondoeleinden), openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.

1.54 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.55 onderdoorgang:

een cluster parkeerplaatsen bestaande uit een inrit aan de straatzijde met aan beide zijden haaksparkeren met de daarbij behorende groenvoorzieningen en water.

1.56 ondergeschikte horeca:

het als ondergeschikte nevenactiviteit mede verstrekken van uitsluitend dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse.

1.57 ongebouwde parkeervoorziening:

(al dan niet aangelegde) parkeerplaats zonder dat sprake is van bebouwing in de vorm van een garage, overkapping / carport of andere gebouwde constructie.

1.58 overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.59 overkapping / carport:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met een open constructie al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander bouwwerk, voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.

1.60 parkeerkoffer:

een cluster parkeerplaatsen bestaande uit een inrit aan de straatzijde met aan beide zijden haaksparkeren met de daarbij behorende groenvoorzieningen en water.

1.61 praktijkruimte:

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee gelijk te stellen gebied.

1.62 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.63 risicovolle inrichting:

inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dit geldt op het tijdstip van de vaststelling van het plan.

1.64 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.65 souterrain:

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het peil is gelegen en waarbij de bovenkant van de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,40 m boven het peil is gelegen.

1.66 speeltuin:

een terrein bedoeld voor speeldoeleinden, waarbij speeltoestellen en andere speelvoorzieningen aanwezig zijn.

1.67 speelvoorzieningen:

voorzieningen ten dienste van sport en spel

1.68 Staat van Bedrijfsactiviteiten:

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.

1.69 Staat van Horeca-activiteiten:

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van horecabedrijven.

1.70 steiger:

constructie langs of dwars op een oever, als aanlegplaats voor boten, dat tevens dient als plek waar je kunt zitten.

1.71 uitbouw:

een bijbehorend bouwwerk, dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.72 verblijfsrecreatie:

het met recreatief oogmerk verblijven met overnachting in een tent, caravan, stacaravan, chalet, recreatiewoning of -appartement, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.

1.73 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.

1.74 wonen:

permanente huisvesting van één of meerdere personen in een woning.

1.75 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een woonwagen, met dien verstande dat onder een:

  1. a. aaneengebouwde woning wordt verstaan: woning in een blok van meer dan twee-aaneengebouwde woningen;
  2. b. twee-aaneengebouwde woning: bebouwing bestaande uit twee aaneengebouwde grondgebonden woningen die samen een bouwblok vormen;
  3. c. vrijstaande woning wordt verstaan: een niet-aaneengebouwde grondgebonden woning;
  4. d. gestapelde woning wordt verstaan: zelfstandige woning die boven (of nagenoeg boven) andere woningen of functies is gesitueerd, daaronder begrepen de onderliggende woningen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 dakkapel en goothoogte:

bij toepassing van het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden dakkapellen buiten beschouwing gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de (gezamenlijke) breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak. De goothoogte wordt dan gemeten vanaf het peil tot aan de goot van de dakkapel.

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, bliksemspitsen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 de oppervlakte van een overkapping:

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

2.8 meten:

bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de (digitale) verbeelding.

2.9 peil:

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld ter plaatse van het te bouwen bouwwerk.

2.10 45-graden regel:

de lijn die wordt getrokken langs het snijpunt van het verticale gevelvlak en het horizontale dakvlak waarbij de hoek tussen deze lijn en het vlakke dak 45 graden bedraagt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0375.BPWoongebiedOost-VG01_0001.png"

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven uit categorie 1 en 2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', zoals opgenomen in Bijlage 3, en ter plaatse van de aanduiding:
    1. 1. 'bedrijf tot en met categorie 3.1' tevens voor bedrijven uit categorie 3.1 van de 'Staatvan Bedrijfsactiviteiten', zoals opgenomen in Bijlage 3;
    2. 2. 'bedrijf tot en met categorie 3.2' tevens voor bedrijven uit categorie 3.1 en 3.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', zoals opgenomen in Bijlage 3;
  2. b. een woning ter plaatse van de aanduiding 'woning';
  3. c. een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  4. d. ondergeschikte horeca;
  5. e. tuinen en erven;
  6. f. wegen en paden;
  7. g. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 26.2;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. nutsvoorzieningen;
  10. j. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

met uitzondering van:

  1. k. risicovolle inrichtingen;
  2. l. geluidzoneringsplichtige inrichtingen.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  3. c. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  4. d. kantoren, tenzij anders op de verbeelding is aangeduid;
  5. e. alsmede ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': detailhandel op de begane grond;
  6. f. bedrijven, tenzij anders op de verbeelding is aangeduid, uit categorie 1 en 2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', zoals opgenomen in Bijlage 3, en ter plaatse van de aanduiding:
    1. 1. 'bedrijf tot en met categorie 3.1' tevens voor bedrijven uit categorie 3.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', zoals opgenomen in Bijlage 3 ;
    2. 2. 'bedrijf tot en met categorie 3.2' tevens voor bedrijven uit categorie 3.1 en 3.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', zoals opgenomen in Bijlage 3 ;
      met uitzondering van

- risicovolle inrichtingen;

- geluidzoneringsplichtige inrichtingen.

  1. g. ondergeschikte horeca, en ter plaatse van de aanduiding:
    1. 1. 'horeca tot en met categorie 1': tevens horeca in de categorie 1 van de 'Staat vanHoreca-activiteiten', zoals opgenomen in Bijlage 2;
    2. 2. 'horeca tot en met categorie 2': tevens horeca in de categorie 1 en 2 van de 'Staat vanHoreca-activiteiten', zoals opgenomen in Bijlage 2;
    3. 3. 'horeca tot en met categorie 3': tevens horeca in de categorie 1, 2 en 3 van de 'Staatvan Horeca-activiteiten', zoals opgenomen in Bijlage 2;
  2. h. alsmede ter plaatse van de aanduiding:
    1. 1. 'casino': een casino op de begane grond;
    2. 2. 'bierbrouwerij': een kleinschalige bierbrouwerij op de begane grond;
    3. 3. 'sportschool': een sportschool;
  3. i. tuinen en erven;
  4. j. wegen en paden;
  5. k. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, met in achtneming van het bepaalde in artikel 26.2;
  6. l. groenvoorzieningen;
  7. m. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

in afwijking van het voorgaande:

  1. n. gelden de functies benoemd onder a t/m c ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-1' niet.

4.2 Bouwregels

4.3 Gebruiksregels

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. nutsvoorzieningen;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. perceelontsluitingen;
  5. e. verkeersvoorzieningen in de vorm van wandel- en fietspaden;
  6. f. water en waterhuishouding;
  7. g. evenementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein'.

5.2 Bouwregels

5.3 Gebruiksregels

Voor het gebruiken van de gronden ten behoeve van een evenement, als bedoeld onder 5.1, onder g, gelden de volgende bepalingen:

  1. a. maximaal 3 evenementen per jaar;
  2. b. voor een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen;
  3. c. maximaal 600 bezoekers per dag;
  4. d. aanvang- en sluitingstijden van het evenement vinden plaats tussen 10:00 uur en 23:00 uur.

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. medische voorzieningen;
  3. c. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  4. d. ondergeschikte horeca:;
  5. e. wegen en paden;
  6. f. tuinen en erven;
  7. g. groenvoorzieningen;
  8. h. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in 26.2;
  9. i. speeltuinen;
  10. j. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Recreatie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Recreatie' aangewezen gronden zijn voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. nutsvoorzieningen;
  3. c. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  4. d. verkeersvoorzieningen;
  5. e. water, waterhuishouding en waterstaatsvoorzieningen;
  6. f. ondergeschikte horeca;
  7. g. kinderboerderij ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';
  8. h. kampeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 8 Sport

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportterreinen, met bijbehorende gebouwde voorzieningen, zoals een clubgebouw, kantine, kleedkamers, tribunes en dug-outs;
  2. b. ondergeschikte horeca:;
  3. c. buitenschoolse opvang;
  4. d. sanitaire voorzieningen;
  5. e. wegen en paden;
  6. f. ongebouwde parkeervoorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in 26.2;
  7. g. groenvoorzieningen;
  8. h. speelvoorzieningen;
  9. i. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  10. j. sporthal, ter plaatse van de aanduiding 'sporthal'.

8.2 Bouwregels

Artikel 9 Tuin

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. b. perceelontsluitingen;
  3. c. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  4. d. ondergronds parkeren; ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. een goede woonsituatie;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Op de in 9.1 bedoelde gronden is het niet toegestaan:

  1. a. caravans, boten of vergelijkbare objecten te stallen;
  2. b. de gronden te gebruiken voor opslag.

Artikel 10 Verkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden;
  2. b. ongebouwde terrassen, uitsluitend ter hoogte van percelen waarbij, op basis van dit bestemmingsplan, horeca is toegestaan en met inachtneming van andere gemeentelijke regels;
  3. c. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  4. d. ondergronds parkeren ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  5. e. een hellingbaan ter plaatse van de aanduiding: 'hellingbaan';
  6. f. bordestrappen ter plaatse van de aanduiding: 'bordestrappen';
  7. g. een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  8. h. een overbouwing ten behoeve van parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'overbouwing';
  9. i. een overkapping ter plaatse van de aanduiding 'overkapping';
  10. j. een loopbrug ter plaatse van de aanduiding 'loopbrug';
  11. k. groenvoorzieningen;
  12. l. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  13. m. nutsvoorzieningen.

10.2 Bouwregels

Artikel 11 Verkeer - Railverkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegvoorzieningen;
  2. b. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  3. c. bermen en groenvoorzieningen;
  4. d. water;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang', een onderdoorgang;
  7. g. keermuren;
  8. h. geluidwerende voorzieningen.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Verkeer - Railverkeer' worden gebouwd en gelden de volgende regels;

Artikel 12 Water

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging;
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. watergangen, waterlopen en waterpartijen zoals vijvers, sloten en beken;
  4. d. waterstaatkundige werken;
  5. e. keermuren voor de waterbeheersing en oeverbeschoeiingen;
  6. f. duikers, bruggen, steigers en dammen.

12.2 Bouwregels

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:

  1. a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 4 m gemeten vanaf het waterpeil;
  3. c. steigers hebben een maximale breedte van 6 m, ongeacht de breedte van het bouwperceel;
  4. d. de breedte van een watergang mag na het realiseren van (een) steiger(s) niet minder bedragen dan 4 m.

Artikel 13 Wonen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. aan huis verbonden beroep en bedrijf;
  3. c. bed & breakfast;
  4. d. praktijkruimte ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
  5. e. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  6. f. tuinen en erven;
  7. g. perceel ontsluitingen;
  8. h. een parkeerkoffer ter plaatse van de aanduiding 'parkeerkoffer';
  9. i. een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  10. j. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Wonen - Garages En Bergingen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - Garages en bergingen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de stalling van motorvoertuigen en (brom)fietsen;
  2. b. de berging van huishoudelijke artikelen.

14.2 Bouwregels

Ten behoeve van de in 14.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende gebouwen, worden gerealiseerd, met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

Artikel 15 Wonen - Woonwagenstandplaats

15.1 Bestemmingsomschrijving

15.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

Artikel 16 Leiding - Hoogspanning

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van 50 kV ondergrondse hoogspanningsverbindingen.

16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. uitsluitend ten behoeve van de in 16.1 genoemde doeleinden mogen daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen bouwwerken ten dienste van de samenvallende bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    1. 1. de bouwwerken slechts zijn toegestaan indien en voor zover de belangen van de betrokken leidingen zulks gedogen;
    2. 2. alvorens de omgevingsvergunning om te bouwen wordt verleend de betrokken leidingbeheerder wordt gehoord.

16.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 Leiding - Riool

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een beekriool ten behoeve van de ondergrondse afvoer van grond- en/of hemelwater.

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. uitsluitend ten behoeve van de in 17.1 genoemde doeleinden mogen daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen bouwwerken ten dienste van de samenvallende bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    1. 1. de bouwwerken slechts zijn toegestaan indien en voor zover de belangen van de betrokken leidingen zulks gedogen;
    2. 2. alvorens de omgevingsvergunning om te bouwen wordt verleend de betrokken leidingbeheerder wordt gehoord.

17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 18 Waarde - Archeologie - 1

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten, dan wel voorkomende, archeologische waarden op een diepte vanaf 35 cm onder maaiveld.

18.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 18.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en:
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  4. d. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een oppervlakte van ten hoogste 30 m2;
  5. e. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 35 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 19 Waarde - Archeologie - 1a

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 1A' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten, dan wel voorkomende, archeologische waarden op en rond de locatie van de Wijkerbroekse molen.

19.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 19.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en:
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 20 Waarde - Archeologie - 1b

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 1B' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten, dan wel voorkomende, archeologische waarden.

20.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 20.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en:
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 21 Waarde - Archeologie - 2

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 2 aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten, dan wel voorkomende, archeologische waarden op een diepte vanaf 40 cm onder maaiveld.

21.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 21.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en:
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  4. d. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een oppervlakte van ten hoogste 500 m2;
  5. e. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 22 Waarde - Archeologie - 3

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten, dan wel voorkomende, archeologische waarden op een diepte vanaf 35 cm onder maaiveld.

22.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en:
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  4. d. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een oppervlakte van ten hoogste 2.500 m2;
  5. e. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 35 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst;

22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 23 Waterstaat - Waterkering

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Waterkering aangegeven gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige waterkering.

23.2 Bouwregels

Het is verboden bouwwerken te realiseren, dan wel werken of werkzaamheden uit te (laten) voeren ten behoeve van samenvallende bestemmingen.

23.3 Afwijken van de bouwregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 24 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 25 Algemene Bouwregels

25.1 Overschrijding bouwgrenzen

  1. a. bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten buiten beschouwing gelaten, mits de afwijking van de plaatsingseisen niet meer dan 0,5 m bedraagt.
  2. b. bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als luifels en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de afwijking van de plaatsingseisen niet meer dan 1 m bedraagt.

25.2 Overschrijding bouwhoogten

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwhoogten worden ondergeschikte bouwdelen zoals signalerings- en telecommunicatiesystemen, ventilatiekanalen, schoorstenen (en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwdelen) buiten beschouwing gelaten, mits de afwijking van de maximale bouwhoogte niet meer dan 5 m bedraagt.

Artikel 26 Algemene Gebruiksregels

26.1 Functioneel ondergeschikt

Bijbehorende bouwwerken, aanbouwen (uitbouwen) en bijgebouwen gelegen buiten het bouwvlak en voor zover gelegen op een afstand van meer dan 4 m van het oorspronkelijk hoofdgebouw dienen functioneel ondergeschikt te zijn aan het gebruik van het hoofdgebouw, tenzij het betreft huisvesting in verband met mantelzorg.

26.2 Parkeren

  1. a. met betrekking tot het parkeren dient voldaan te worden aan de parkeernormen zoals opgenomen in de vigerende gemeentelijke nota Parkeernormen;
  2. b. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bestaande woonsituaties.

26.3 Verboden gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemmingen als opgenomen in hoofdstuk 2 Bestemmingsregels wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het gebruik van gronden en opstallen voor een seksinrichting, coffeeshop, belwinkel;
  2. b. het gebruik van gronden als opslag-, stort- en of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 27 Algemene Aanduidingsregels

27.1 Wetgevingzone - wijzigingsgebied - 1

Het bevoegd gezag is, ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied - 1', bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van het realiseren van 1 vrijstaande woning ter plaatse van de Munnikenweg 24 / acht, met bijbehorende tuinen en erven, bergingen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen; groenvoorzieningen, water en waterhuishouding.

27.2 Wetgevingzone - wijzigingsgebied - 2

Het bevoegd gezag is, ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied - 2', bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van het realiseren van 2 woningen aan de Munnikenweg 18 met bijbehorende tuinen en erven, bergingen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen; groenvoorzieningen, water en waterhuishouding.

27.3 Wetgevingzone - wijzigingsgebied - 3

Het bevoegd gezag is, ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied - 3', bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van het realiseren 43 grondgebonden woningen op de locatie van het opleidingscentrum Broekpolder Zuid-West (Ann Burtonlaan) met bijbehorende tuinen en erven, bergingen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen; groenvoorzieningen, water en waterhuishouding.

27.4 Wetgevingzone - wijzigingsgebied - 4

Het bevoegd gezag is, ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied - 4', bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van het realiseren van 40 grondgebonden woningen aan de Kingsford Straatstraat met bijbehorende tuinen en erven, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen; groenvoorzieningen, water en waterhuishouding.

Artikel 28 Algemene Afwijkingsregels

28.1 Algemeen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
  2. b. de regels ten behoeve van het overschrijden van bouwgrenzen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  3. c. de regels ten behoeve van het vergroten van de bouwhoogte van andere bouwwerken voor kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
  4. d. de regels ten behoeve van het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 m.

28.2 Voorwaarden

De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.1 kan slechts worden verleend, mits:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 29 Algemene Wijzigingsregels

29.1 Geringe wijzigingen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

29.2 Waarde - Archeologie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:

  1. a. een of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie (1, 1A, 1B, 2 of 3) te verwijderen, indien:
    1. 1. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    2. 2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.
  2. b. aan een of meerdere bestemmingsvlakken de dubbelbestemming Waarde - Archeologie (1, 1A, 1B, 2 of 3) toe te kennen, indien:
    1. 1. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 30 Overige Regels

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerpplan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 31 Overgangsrecht

31.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

31.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 32 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Woongebied Oost'.

Bijlage 1 Uitzonderingen Op Goot- En Bouwhoogteregel

Bijlage 1 Uitzonderingen op goot- en bouwhoogteregel

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Overzicht Vooroverleg- En Inspraakreacties Voorontwerpbestemmingsplan (Okt. 2018)

Bijlage 1 Overzicht vooroverleg- en inspraakreacties voorontwerpbestemmingsplan (okt. 2018)

Bijlage 2 Inventarisatie Verwerking Ruimtelijk Relevante Omgevingsvergunningen (Sept. 2018)

Bijlage 2 Inventarisatie verwerking ruimtelijk relevante omgevingsvergunningen (sept. 2018)

Bijlage 3 Ruimtelijk Kader Herontwikkeling Brink 26-28 (Juli 2018)

Bijlage 3 Ruimtelijk Kader herontwikkeling Brink 26-28 (juli 2018)

Bijlage 4 Onderzoek Omgevingsgeluid En Bedrijfshinder Brink 26-28 (Juli 2018)

Bijlage 4 Onderzoek omgevingsgeluid en bedrijfshinder Brink 26-28 (juli 2018)

Bijlage 5 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 5 Nota van beantwoording zienswijzen