KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingen
Artikel 3 Zone Wonen
Artikel 4 Waarde - Archeologie 1
Artikel 5 Waarde - Archeologie 2
Artikel 6 Waarde - Archeologie 3
Artikel 7 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Artikel 9 Algemene Bouwregels
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Artikel 12 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Cultuurhistorisch Kader Wijkertoren-overbos (Cultuurcompagnie Nh, Oktober 2014)
Bijlage 2 Lijst Van Vergunningen (M.b.t. Bestemmingsplan Wijkertoren-overbos 2005)
Bijlage 3 Gebruikskaart, Januari 2015
Bijlage 4 Advies Brandweer 5 December 2014

Wijkertoren-Overbos

Beheersverordening - gemeente Beverwijk

Vastgesteld op 19-03-2015 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

De beheersverordening "Wijkertoren-Overbos" van de gemeente Beverwijk;

1.2 beheersverordening:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO. 0375.BVWijkertOverbos-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 aan- of uitbouw:

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een aan een hoofdgebouw gebouwd bouwwerk dat ruimtelijk ondergeschikt is aan het hoofdgebouw maar in functioneel opzicht deel uitmaakt van dat hoofdgebouw;

1.4 aaneengebouwde woning:

woning in een blok van meer dan twee-aaneengebouwde woningen;

1.5 aan huis verbonden bedrijf:

het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en waarbij de woonfunctie blijft behouden en waarvan de activiteiten behoren tot categorie 1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;

1.6 aan huis verbonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;

1.7 achtererfgebied

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 3 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw;

1.8 archeologische waarde:

de aan een gebied toegekende waarde, verband houdende met de aanwezigheid van archeologische relicten (artefacten) in hun oorspronkelijke ruimtelijke context, dan wel in de bodem (ondergronds) dan wel onder water;

1.9 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.10 begane grond:

de bouwlaag van een gebouw waarvan de vloer op (nagenoeg) gelijke hoogte als het peil is gelegen;

1.11 besluit omgevingsrecht (Bor):

besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Besluit omgevingsrecht), Staatsblad 2010, 143;

1.12 besluit(sub)vlak:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.13 besluit(sub)vlak grens:

de grens van een besluit(sub)vlak indien het een vlak betreft;

1.14 bestaand:

  1. a. bij bebouwing: een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal tot stand is gekomen of tot stand kan komen krachtens de Woningwet en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. bij gebruik: het legale gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.

1.15 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.16 bijgebouw:

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

1.17 bijzondere woonvorm:

woonvorm waarbij, al dan niet zelfstandige, woningen zijn opgenomen met bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een bejaardenhuis, een woonzorgcomplex, een begeleid-wonen complex of daarmee gelijk te stellen voorzieningen;

1.18 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.19 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.20 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.21 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.22 dakkapel:

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;

1.23 dakopbouw:

een constructie van geringe omvang ter vergroting van een gebouw, waarbij het karakter van het dak niet intact blijft en waarbij deze constructie (gedeeltelijk) boven de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;

1.24 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.25 dienstverlening:

het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van (milieu)-omgevingsvergunningplichtige bedrijven en instellingen en een seksinrichting;

1.26 dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huishouding daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.27 functie:

een activiteit die bepalend is voor het gebruik van gronden en (delen van) bouwwerken als toegestaan in deze beheersverordening, zoals wonen, dienstverlening horeca, enzovoort;

1.28 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.29 gestapelde woning:

zelfstandige woning die boven (of nagenoeg boven) andere woningen of functies is gesitueerd, daaronder begrepen de onderliggende woningen;

1.30 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn functie, constructie en/of afmetingen, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.31 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, maar met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.32 kantoren:

de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, technische, organisatorische- en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie;

1.33 maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen voor educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke activiteiten en activiteiten ten behoeve van kinderdagverblijven/naschoolse opvang en openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze activiteiten;

1.34 openbaar toegankelijk gebied:

weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;

1.35 opslag:

het bedrijfsmatig opslaan, verpakken en verhandelen van goederen;

1.36 overkapping:

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;

1.37 peil (straatpeil):

  1. a. bij ligging op een afstand van minder dan 10 meter uit de as van de weg: de kruin van de weg;
  2. b. bij ligging anderszins: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;

1.38 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

1.39 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.40 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.41 sportvoorzieningen:

gebouwde en ongebouwde voorzieningen voor sportieve activiteiten, waaronder ondergeschikte detailhandels- en horecavoorzieningen worden begrepen;

1.42 twee-aaneengebouwde woning:

bebouwing bestaande uit twee aaneengebouwde grondgebonden woningen die samen een bouwblok vormen;

1.43 verdieping:

de bouwlagen van een gebouw die boven de begane grond zijn gelegen;

1.44 voorerfgebied:

erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;

1.45 voorgevel:

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of "uitstraling" als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;

1.46 voorgevelrooilijn:

de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;

1.47 vrijstaande woning:

niet-aaneengebouwde woning;

1.48 wonen:

permanente huisvesting van één of meerdere personen in een woning;

1.49 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een woonwagen;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. In aanvulling hierop geldt dat bij toepassen van het meten van de goothoogte van een bouwwerk dakkapellen buiten beschouwing worden gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de (gezamenlijke) breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak. De goothoogte wordt dan gemeten vanaf het peil tot aan de goot van de dakkapel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 onderlinge afstanden:

afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;

2.7 bouwdelen van ondergeschikte aard:

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingen

Artikel 3 Zone Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Zone Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor de functies die zijn aangegeven op de bij deze regels behorende verbeelding, te weten:

  1. a. wonen;
  2. b. tevens bijzondere woonvormen ter plaatse van het besluitsubvlak "bijzondere woonvorm";

met de daarbij behorende:

  1. c. aan huis verbonden beroepen;
  2. d. tuinen en erven;

in afwijking van het bepaalde onder a en b uitsluitend voor de onder e t/m h genoemde functies, met dien verstande dat wonen op de verdiepingen tevens is toegestaan:

  1. e. bedrijven, voor zover deze behoren tot de categorieën 1 en 2 van de in Bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van het besluitsubvlak "bedrijf";
  2. f. bedrijven, voor zover deze behoren tot de categorieën 1 t/m 3 van de in Bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van het besluitsubvlak "bedrijf tot en met categorie 3";
  3. g. dienstverlenende bedrijven ter plaatse van het besluitsubvlak "dienstverlening";
  4. h. maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van het besluitsubvlak "maatschappelijk";

alsmede op de begane grond voor:

  1. i. detailhandel ter plaatse van het besluitsubvlak "detailhandel";
  2. j. dienstverlenende bedrijven, detailhandel en horeca ter plaatse van het besluitsubvlak "gemengd", met dien verstande dat horeca uitsluitend mag worden uitgeoefend ter plaatse van het besluitsubvlak "horeca" voor zover deze behoort tot de categorieën 1 t/m 2 van de in Bijlage 2 bij deze regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten;
  3. k. kantoren ter plaatse van het besluitsubvlak "kantoor";

met de daarbij behorende:

  1. l. verkeersvoorzieningen;
  2. m. groenvoorzieningen;
  3. n. nutsvoorzieningen;
  4. o. parkeervoorzieningen;
  5. p. water en waterhuishouding;

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijking bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 4 Waarde - Archeologie 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Archeologie 1" aangegeven gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten, dan wel voorkomende, archeologische waarden.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, op grond van het bepaalde in artikel 3.38, lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening, afwijken bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in 4.2.1 indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (versie 3.1), is vastgesteld dat:

  1. a. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld; of
  2. b. er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of
  3. c. de archeologische waarden hierdoor niet of niet onevenredig worden geschaad.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.5 Omgevingsvergunning voor het slopen

Artikel 5 Waarde - Archeologie 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Archeologie 2" aangegeven gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten, dan wel voorkomende, archeologische waarden.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, op grond van het bepaalde in artikel 3.38, lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening, afwijken bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in 5.2.1 indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (versie 3.1), is vastgesteld dat:

  1. a. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld; of
  2. b. er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of
  3. c. de archeologische waarden hierdoor niet of niet onevenredig worden geschaad.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.5 Omgevingsvergunning voor het slopen

Artikel 6 Waarde - Archeologie 3

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Archeologie 3" aangegeven gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten, dan wel voorkomende, archeologische waarden.

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, op grond van het bepaalde in artikel 3.38, lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening, afwijken bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in 6.2.1 indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (versie 3.1), is vastgesteld dat:

  1. a. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld; of
  2. b. er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of
  3. c. de archeologische waarden hierdoor niet of niet onevenredig worden geschaad.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.5 Omgevingsvergunning voor het slopen

Artikel 7 Waterstaat - Waterkering

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waterstaat - Waterkering" aangegeven gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige waterkering.

7.2 Bouwregels

Het is verboden bouwwerken te realiseren, dan wel werken of werkzaamheden uit te (laten) voeren ten behoeve van samenvallende bestemmingen.

7.3 Afwijking van de bouwregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Algemene Bouwregels

9.1 Ondergronds bouwen

Ondergronds bouwen ten behoeve van de bestemming is toegestaan binnen de begrenzing van bestaande hoofdgebouwen.

9.2 Bestaande legale afwijkende bebouwing

Bestaande legale afwijkingen van de in deze beheersverordening aangegeven situering van gebouwen, alsmede legale afwijkingen van de in deze beheersverordening aangegeven goot- en bouwhoogte, worden geacht te voldoen aan de regels van deze beheersverordening.

Artikel 10 Algemene Gebruiksregels

10.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en / of bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. prostitutie;
  2. b. seksinrichtingen.

10.2 Bestaand legaal afwijkend gebruik

Bestaande legale afwijkingen van het in deze beheersverordening aangegeven gebruik worden geacht te voldoen aan de regels van deze beheersverordening.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

11.2 Gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met deze verordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels beheersverordening Wijkertoren-Overbos".

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Bijlage 1 Cultuurhistorisch Kader Wijkertoren-overbos (Cultuurcompagnie Nh, Oktober 2014)

Bijlage 1 Cultuurhistorisch kader Wijkertoren-Overbos (Cultuurcompagnie NH, oktober 2014)

Bijlage 2 Lijst Van Vergunningen (M.b.t. Bestemmingsplan Wijkertoren-overbos 2005)

Bijlage 2 Lijst van vergunningen (m.b.t. bestemmingsplan Wijkertoren-Overbos 2005)

Bijlage 3 Gebruikskaart, Januari 2015

Bijlage 3 Gebruikskaart, januari 2015

Bijlage 4 Advies Brandweer 5 December 2014

Bijlage 4 Advies brandweer 5 december 2014