Jachthaven Laamens Akersloot
Bestemmingsplan - Gemeente Castricum
Vastgesteld op 03-02-2022 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Jachthaven Laamens Akersloot van de gemeente Castricum;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0383.BPA21Geesterweg10-VS01;
1.3 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publiekstrekkend zijn en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
1.7 achtererf
gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;
1.8 afhankelijke woonruimte
woonruimte welke geen eigen toegang heeft en welke niet kan worden bewoond door een huishouden, zonder afhankelijkheid van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;
1.9 afwijking
een afwijking als bedoeld in artikel 2.12, lid 1 sub a, onder 1° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.10 ander werk
een werk, geen gebouw zijnde, of een werkzaamheid;
1.11 archeologisch deskundige
professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en/of te toetsen;
1.12 archeologisch onderzoek
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
1.13 archeologisch rapport
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;
1.14 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde, verband houdende met de aanwezigheid van archeologische relicten (artefacten) in hun oorspronkelijke ruimtelijke context, dan wel in de bodem (ondergronds) dan wel onder water;
1.15 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.16 bebouwingspercentage
een bij het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het aanduidingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.17 bed & breakfast
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie voor toeristische doeleinden gericht op een kortdurend verblijf en het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis/boerderij of bijgebouw en is ondergeschikt aan de hoofdbestemming. Er is geen sprake van een bed & breakfast bij de aanwezigheid van een zelfstandige kookgelegenheid en/of de verkoop van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse en/of overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
1.18 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.19 bedrijfsmatige exploitatie
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de verblijfsrecreatieve functie daadwerkelijk sprake is van kort verblijf met als focus toeristische overnachtingsmogelijkheden;
1.20 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.21 bestaand(e)
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.22 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.23 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.24 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.25 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.26 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats of ligplaats;
1.27 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.28 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw (zoals een parkeerkelder) en zolder;
1.29 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.30 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.31 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.32 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.33 buitenopslag
het in open lucht tijdelijk opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
1.34 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.35 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.36 dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord worden gestaan en geholpen;
1.37 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
1.38 evenement
een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak van maximaal 7 dagen, die in de openbare ruimte wordt gehouden;
1.39 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.40 gebruik (-en)
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
1.41 geluidwerende gevel
bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak bedoeld voor het beperken van geluidshinder;
1.42 gestapelde woningen
boven elkaar of nagenoeg boven elkaar gebouwde woningen;
1.43 grondwaterpeil
bovenste niveau van het water dat zich in de bodem bevindt;
1.44 hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.45 horeca(bedrijf)
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; de volgende categorieën horeca-instellingen worden onderscheiden:
horecacategorie 1:
horecabedrijven die, gelet op de aard en omvang ervan, zowel uit functionele als uit milieuoverwegingen niet of nauwelijks storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een broodjeszaak, theehuis en lunchroom;
horecacategorie 2:
horecabedrijven die, gelet op de aard en omvang ervan, zowel uit functionele als uit milieuoverwegingen in geringe mate storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een restaurant, caférestaurant, café, bar, snackbar en cafetaria;
horecacategorie 3:
horecabedrijven die, gelet op de aard en omvang ervan, zowel uit functionele als uit milieuoverwegingen in min of meer ernstige mate storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een dancing, discotheek, nachtclub, coffeeshop en automatenhal;
1.46 maatvoeringsgrens
de grens van een maatvoeringsvlak;
1.47 maatvoeringsvak
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;
1.48 mantelzorg
het bieden van zorg in één woning, bijbehorende aan- en uitbouwen of bijgebouwen dus alleen in afhankelijke woonruimte, aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke werking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.49 nadere eis
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
1.50 nutsvoorziening
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling;
1.51 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.52 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.53 overkapping
een bouwwerk met een dak op een erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
1.54 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.55 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang;
- c. voor drijvende bouwwerken/recreatiearken het waterpeil ter plaatse;
- d. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
1.56 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.57 recreatie ark
een drijvende recreatiewoning;
1.58 recreatieve bewoning
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
1.59 recreatiewoning
een (deel van een) gebouw, dat dient als recreatieverblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben. De maximum aaneengesloten verblijfsduur van gebruikers bedraagt 6 maanden, zonder dat dit mag leiden tot permanente bewoning. Onder recreatieverblijf wordt niet verstaan verblijf, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. Recreatiewoningen zijn gelegen op een complex met verblijfsrecreatie als hoofdfunctie, bestaande uit meerdere recreatiewoningen voor tijdelijke verhuur door de exploitant of beheerder van het complex, eventueel in combinatie met andere vormen van recreatief verblijf (toeristische plaatsen, stacaravans en chalets);
1.60 sociale huurwoning
een huurwoning zoals bepaald in de Doelgroepenverordening van de gemeente Castricum, dan wel diens rechtsopvolger;
1.61 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval wordt verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.62 sociale koopwoningen
koopwoning, waarvoor de koopprijs vrij op naam en de instandhouding en de doelgroep geldt zoals opgenomen in de 'Woonvisie Castricum 2020-2025', dan wel diens rechtsopvolger.
1.63 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.64 verblijfsrecreatie
recreatief nachtverblijf voor een korte aaneengesloten periode van maximaal 2 maanden, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, stacaravans, chalets of recreatiewoningen, uitsluitend door diegenen die hun woonadres elders hebben;
1.65 voorerf
gedeelte van een erf dat aan de voorkant van het gebouw is gelegen;
1.66 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
1.67 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit, zoals golfbrekers;
1.68 waterkering Alkmaardermeer
De waterkering langs het Alkmaardermeer, waarvan de bovenkant is gelegen op 0,6 meter boven NAP.
1.69 wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.70 wonen
Het gehuisvest zijn in een woning.
1.71 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.72 zijerf
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.4 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.5 de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
2.6 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.8 de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijden van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
2.9 ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, lift- en trappenhuizen, balkons en balkonhekken en overstekende daken en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bouwonderdelen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en -hoogten niet meer dan 1 meter bedraagt tenzij anders bepaald in deze regels, met dien verstande dat:
- de overschrijding van lift- en trappenhuizen niet meer dan 3 meter mag bedragen;
- de overschrijding van liftschachten niet meer dan 4 meter mag bedragen, met dien verstande dat de afstand van de liftschaft tot de buitenzijde gevel niet meer bedraagt dan 3 meter.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Tuin
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. groenvoorzieningen- en speelvoorzieningen;
- c. wegen en paden;
- d. parkeren- verkeersvoorzieningen waaronder opstelplaatsen voor bezorg- en hulpdiensten;
- e. straatmeubilair;
- f. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging, steigers, oeverbeschoeiingen en waterlopen;
- g. trappen, hellingen, keermuren, ter overbrugging van niveauverschillen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' een verdiepte parkeergarage;
- i. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - balkon' balkons ten behoeve van de aangrenzende woningen binnen de bestemming 'Wonen';
- j. bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met uitzondering van:
- a. een verdiepte parkeergarage ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' met dien verstande dat:
- 1. de maximum bouwhoogte van bovenkant afgewerkt parkeerdek 1,5 meter + bovenkant waterkering Alkmaardermeer bedraagt;
- 2. op het afgewerkte parkeerdek bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bedoeld in 3.2.1 zijn toegestaan;
- 3. op het afgewerkte parkeerdek een bouwwerk ten behoeve van ontsluiting van de parkeergarage, met een maximum oppervlakte van 25m2 en een maximum bouwhoogte van 3 m is toegestaan, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte wordt gemeten vanaf de bovenkant van het parkeerdek;
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
- c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' een ontsluiting ten behoeve van het parkeerterrein;
- e. nutsvoorzieningen en oplaadpunten voor elektrische vervoermiddelen;
- f. (ondergrondse) afvalcontainers;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Verkeer - Parkeerterrein
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parkeerterreinen;
- b. verkeersvoorzieningen waaronder opstelplaatsen voor bezorg- en hulpdiensten;
- c. groen- en speelvoorzieningen;
- d. straatmeubilair;
- e. nutsvoorzieningen en oplaadpunten voor elektrische vervoermiddelen;
- f. evenementen;
- g. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging, steigers, oeverbeschoeiingen en waterlopen;
- h. (ondergrondse) afvalcontainers;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' een ontsluiting ten behoeve van het parkeerterrein;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie hoofdzakelijk gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het lokale verkeer;
- b. groenvoorzieningen- en speelvoorzieningen;
- c. wegen en paden;
- d. parkeren- verkeersvoorzieningen waaronder opstelplaatsen voor bezorg- en hulpdiensten;
- e. straatmeubilair;
- f. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging, steigers, oeverbeschoeiingen en waterlopen;
- g. trappen, hellingen, keermuren, ter overbrugging van niveauverschillen;
- h. nutsvoorzieningen en oplaadpunten vooor elektrische vervoermiddelen;
- i. (ondergrondse) afvalcontainers;
- j. evenementen;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' een verdiepte parkeergarage;
- l. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - balkon' balkons ten behoeve van de aangrenzende woningen binnen de bestemming 'Wonen';
- m. ter plaatse van de aanduiding 'berging' bergingen ten behoeve van de in dit bestemmingsplan toegestane woningen binnen de bestemming 'Wonen' en de in dit bestemmingsplan toegestane recreatiearken binnen de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiearken';
- n. terras behorende bij de 'gemengde voorzieningen' zoals bedoeld in artikel 8.1 ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - verblijfsgebied - geen doorgaande langzaam verkeersverbinding' is uitsluitend een doodlopend pad ten behoeve van de ontsluiting van de aangrenzende appartementen toegestaan.
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging, (aanleg)steigers, oeverbeschoeiingen en waterlopen;
- b. voorzieningen voor de scheepvaart;
- c. evenementen;
- d. trappen, hellingen, keermuren, ter overbrugging van niveauverschillen;
- e. nutsvoorzieningen en oplaadpunten elektrische vervoermiddelen;
- f. ligplaatsen voor bewoners van het plangebied, mits vooraf advies is gevraagd aan het Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer; Overige ligplaatsen uitsluitend mits voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 14.1.1;
- g. recreatiearken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiearken', mits vooraf advies is gevraagd aan het Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer;
- h. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - balkon' balkons ten behoeve van de aangrenzende woningen binnen de bestemming 'Wonen';
- i. speelvoorzieningen;
met bijbehorende bouwwerken, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, steigers, paden en groenvoorzieningen
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Wonen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen met dien verstande dat:
- 1. het aantal woningen maximaal 90 bedraagt;
- 2. minimaal 30% van de woningen uit sociale koopwoningen en/of sociale huurwoningen conform doelgroepenverordening bestaat;
- 3. het aantal sociale huurwoningen conform doelgroepenverordening ten minste 12 bedraagt;
- b. gemengde voorzieningen op de begane grond uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' in de vorm van:
- 1. horeca tot en met categorie 1, met dien verstande dat een restaurant ook is toegestaan;
- 2. recreatieve voorzieningen ten behoeve van de binnen het bestemmingsplangebied toegestane recreatiearken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van
recreatie- recreatiearken' zoals ontvangstruimtes, sanitaire voorzieningen en/of dienstverlening; - 3. de maximale omvang van de gemengde voorzieningen, exclusief terras, mag niet meer bedragen dan 200 m2;
- c. aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten, overeenkomstig artikel 12.1 en 12.2;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' een verdiepte parkeergarage;
met de bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, parkeervoorzieningen, tuinen en erven.
8.2 Bouwregels
Artikel 9 Waarde - Archeologie - 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van mogelijke archeologische waarden, gegeven de hoge archeologische verwachtingswaarde van de gronden.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologische deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 10 Waterstaat - Waterkering
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals duikers, keerwanden en merktekens.
10.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 8) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
- a. gebouwen zijn niet toegestaan;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2, met inachtneming van de volgende regels:
- a. afwijken van de bouwregels kan slechts voor bouwwerken, voor zover deze zijn toegestaan op grond van de regels van de andere bestemmingen, waarmee de dubbelbestemming samenvalt;
- b. voordat een besluit over afwijken van de bouwregels wordt genomen hoort het bevoegd gezag het waterschap, hoogheemraadschap of derde, welke verantwoordelijk is voor (het beheer van) de waterkering.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
- a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het ontgronden, vergraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
- 2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen of parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
- 3. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
- 4. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
- 5. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
- b. De vergunning als bedoeld in lid 10.4 sub a mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van de in lid 10.4 sub a bedoelde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en/of de mogelijkheden tot beheer en onderhoud van de waterkering en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
- c. Een vergunning als bedoeld in lid 10.4 sub a wordt niet verleend voordat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
- d. Geen vergunning als bedoeld in lid 10.4 sub a is nodig voor:
- 1. werken of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
- 2. werken of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagd dan wel verleende vergunning.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
12.1 Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten
Gebruik van ruimten binnen een woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van de gerealiseerde aan- en uitbouwen en (vrijstaande) bijgebouwen, tot ten hoogste in totaal 50 m2 mag worden gebruikt voor de aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
- b. degenen die activiteiten in de woning uitvoert dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
- c. vergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer zijn, met uitzondering van tandartsenpraktijken, niet toegestaan;
- d. bedrijven maximaal in de categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteitenzijn toegestaan of bedrijven die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf in de categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- e. er mag geen detailhandel en/of horeca plaatsvinden, met uitzondering van horeca binnen de aanduiding 'gemengd'.
- f. er mogen geen publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten plaatsvinden.
12.2 Afwijken voor beperkte verkoop- en publieksaantrekkende activiteiten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. het bepaalde in lid 12.1 sub e ten behoeve van het toestaan van beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit, mits in verband staand met de bedrijfsactiviteit;
- b. het bepaalde in lid 12.1 sub f ten behoeve van publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten, mits dit gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse.
12.3 Verboden gebruik
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval verstaan:
- a. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, anders dan voor zover noodzakelijk is voor het normale onderhoud van tuinen en andere onbebouwde terreinen en het onderhoud van watergangen;
- b. het opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, anders dan voor zover dit het gevolg is van of direct samenhangt met het gebruik van een bedrijfserf, behorende bij een winkel of bedrijf, in overeenstemming met de desbetreffende bestemming;
- c. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
- d. het gebruik van bebouwde dan wel onbebouwde gronden als of ten behoeve van een seksinrichting en/of prostitutie;
- e. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een geluidszoneringsplichtige inrichting;
- f. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woonruimte.
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
13.1 Bevoegdheid tot het afwijken van de regels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
- b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
- d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m.
13.2 Voorwaarden waaronder kan worden afgeweken van de regels
Het afwijken van de regels als bedoeld in lid 13.1 kan slechts, mits
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
13.3 Bed & Breakfast
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan ten behoeve van een bed & breakfast, mits:
- a. het gebruik als bed & breakfast ondergeschikt blijft aan de woonfunctie;
- b. de houder van de bed & breakfast de hoofdbewoner is;
- c. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van de gerealiseerde aan- en uitbouwen en (vrijstaande) bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van bed & breakfast;
- d. er geen zelfstandige woonruimte ontstaat in bijgebouwen;
- e. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- f. ten hoogste drie kamers (zes slaapplaatsen) ten behoeve van bed & breakfast worden gebruikt;
- g. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Artikel 14 Overige Regels
14.1 Parkeren
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
15.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
15.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 16 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan 'Jachthaven Laamens Akersloot'
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Rapport Asbest Laamens Akersloot
Bijlage 1 Rapport Asbest Laamens Akersloot
Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlage 4 Memo Oversteekplaats
Bijlage 4 Memo oversteekplaats
Bijlage 5 Quickscan Natuur
Bijlage 6 Veldonderzoek Flora En Fauna
Bijlage 6 Veldonderzoek Flora en Fauna
Bijlage 7 Aerius Berekening
Bijlage 8 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai
Bijlage 8 Akoestisch onderzoek industrielawaai
Bijlage 9 Aanmeldnotitie Mer
Bijlage 10 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 10 Archeologisch onderzoek
Bijlage 11 Participatienota
Bijlage 12 Bureaustudie Landschap En Cultuurhistorie
Bijlage 12 Bureaustudie Landschap en Cultuurhistorie
Bijlage 13 Ladderonderbouwing
Bijlage 14 Advies Veiligheidsregio
Bijlage 14 Advies Veiligheidsregio
Bijlage 15 Verkeer- En Parkeeronderbouwing
Bijlage 15 Verkeer- en parkeeronderbouwing