KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd - 1
Artikel 4 Gemengd - 2
Artikel 5 Gemengd - 3
Artikel 6 Groen - 1
Artikel 7 Groen - 2
Artikel 8 Maatschappelijk - 1
Artikel 9 Maatschappelijk - 2
Artikel 10 Maatschappelijk - 3
Artikel 11 Maatschappelijk - 4
Artikel 12 Maatschappelijk - 5
Artikel 13 Natuur
Artikel 14 Sport
Artikel 15 Verkeer
Artikel 16 Wonen - 1
Artikel 17 Wonen - 2
Artikel 18 Waarde - Archeologie - 1
Artikel 19 Waarde - Archeologie - 2
Artikel 20 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 21 Waarde - Archeologie - 4
Artikel 22 Waarde - Archeologie - 5
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 23 Anti-dubbeltelregel
Artikel 24 Algemene Bouwregels
Artikel 25 Algemene Gebruiksregels
Artikel 26 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 27 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 28 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 29 Overgangsrecht
Artikel 30 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horecabedrijven
Bijlage 1 Actualiserend Historisch Bodemonderzoek (22-06-2010)
Bijlage 2 Flora & Fauna Uit 2009 (23-06-2010)
Bijlage 3 Voortoetsherontwikkeling Duin & Bosch 2011 (14-03-2011)
Bijlage 4 Flora & Fauna Onderzoek (19-07-2011)
Bijlage 5 Compensatieplan Duin En Bosch (24-08-2011)
Bijlage 6 Verkeersnotitie Duin En Bosch Dec2011 (01-01-2012)
Bijlage 7 Afwijzing Aanvraag Ontheffing Flora En Fauna (23-01-2012)
Bijlage 8 Nota Inspraak En Overleg Duin En Bosch Compleet (23-01-2012)
Bijlage 9 Watertoets Duin En Bosch Te Castricum-rev03-definitief (31-01-2012)
Bijlage 10 Prospectief Geoarcheologisch Onderzoek (20-02-2012)
Bijlage 11 Nader Bodemonderzoek Fase 1, Totaal (22-02-2012)
Bijlage 12 Vestigia Adviesmemo Bestemmingsplan Duin En Bosch (08-03-2012)
Bijlage 13 Akoestisch Rapport Duin En Bosch (25-04-2012)
Bijlage 14 Bodem Rapportage Luchtmetingen Dijk & Duin Te Castricum_1
Bijlage 15 Luchtkwaliteitsonderzoek Totaal
Bijlage 16 Ontwerp Besluit Kinderdagverblijf Hgw Duin En Bosch 58 Db
Bijlage 17 Ontwerp Besluit Woningen Hgw Duin En Bosch 51db
Bijlage 18 Rapport V882 - Project V10-2016 Bo Duin En Bosch Castricum Versie 13 Totaal
Bijlage 19 Nota Van Zienswijzen

Duin en Bosch

Bestemmingsplan - gemeente Castricum

Vastgesteld op 23-10-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Duin en Bosch van de gemeente Castricum.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.BPB11DuinenBosch-VS01.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan huis verbonden beroep:

een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.6 aan huis verbonden bedrijf:

een bedrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is.

1.7 achtererfgebied:

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw.

1.8 archeologisch deskundige

professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en/of te toetsen.

1.9 archeologisch onderzoek

diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.

1.10 archeologisch rapport

in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.

1.11 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde, verband houdende met de aanwezigheid van archeologische relicten (artefacten) in hun oorspronkelijke ruimtelijke context, dan wel in de bodem (ondergronds) dan wel onder water.

1.12 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.13 bebouwingspercentage:

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.

1.14 bedrijf

een bedrijf dat gericht is op het vervaardigen van producten zoals genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, niet zijnde detailhandel, kantoor, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, hotel en horeca.

1.15 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.16 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.17 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.18 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw vebonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.19 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.20 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.21 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.22 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.23 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.24 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.25 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.26 bruto vloeroppervlak (BVO)

het vloeroppervlak van de ruimte(n) van een gebouw gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.

1.27 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.28 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé.

1.29 dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.30 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.

1.31 erotisch getinte vermaaksfunctie:

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.32 extensief recreatief medegebruik:

recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met uitzondering van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden.

1.33 extensieve (dag)recreatie:

recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen.

1.34 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.35 geestelijke gezondheidszorg

de behandeling, preventie, begeleiding en verzorging van mensen met psychische problemen.

1.36 grondwaterpeil

boven niveau van het water dat zich in de bodem bevindt.

1.37 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is.

1.38 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder een bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij.

1.39 kantoor:

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee gelijk te stellen gebied waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.40 kas:

een gebouw van glas of ander lichtdoorlatend materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 meter ten behoeve van de teelt of veredeling van gewassen, trek-, tunnel-, schaduw-, boog-, gaas- en rolkassen daaronder begrepen dat door de zon verwarmd wordt en waarin al dan niet wordt gestookt.

1.41 landschappelijke waarden:

de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht.

1.42 landschapsdeskundige:

een door burgemeester en wethouders aan te wijzen, maar van de gemeente onafhankelijke instelling of onafhankelijk persoon met een aantoonbare specifieke deskundigheid op het gebied van natuur en landschap.

1.43 maatschappelijke voorzieningen:

culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte kantoren, detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

1.44 mantelzorg:

het bieden van zorg in een woning en bijbehorende aan- en uitbouwen, dus alleen in afhankelijke woonruimte, aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke werking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.45 natuurwaarden:

de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden.

1.46 normaal onderhoud, gebruik en beheer:

een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.

1.47 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.

1.48 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven het peil is gelegen.

1.49 openbaar toegankelijk gebied:

weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.

1.50 overkapping:

een bouwwerk met een open constructie zonder eigen wanden, op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats.

1.51 peil:

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land.

1.52 permanente bewoning:

bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats.

1.53 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.54 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.55 servicewoning/aanleunwoning:

een woning bestemd voor personen met een zorg/servicebehoefte, die diensten op het gebied van zorg/verzorging/beveiliging/service van elders binnen de bestemming betrekt.

1.56 Staat van Bedrijfsactiviteiten:

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.

1.57 Staat van Horeca-activiteiten:

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van horecabedrijven.

1.58 voorerfgebied:

erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

1.59 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.

1.60 voorgevelrooilijn:

voorgevelrooilijn zoals bedoeld in de gemeentelijke bouwverordening.

1.61 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, met dien verstande dat onder een:

  1. a. aaneengebouwde woning wordt verstaan: een woning, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan tenminste één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd;
  2. b. patiowoning wordt verstaan: een aaneengebouwde woning met een open binnenplaats;
  3. c. halfvrijstaande woning wordt verstaan: een woning waarvan het hoofdgebouw met één zijgevel in de zijdelingse bouwperceelgrens is gebouwd en waarvan de afstand tot de andere zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 m bedraagt; de woning kan deel uitmaken van een blok van ten hoogste twee woningen ("twee-onder-één-kap");
  4. d. vrijstaande woning wordt verstaan: een woning, waarvan de afstand van beide zijgevels van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrenzen ten minste 3 m bedraagt;
  5. e. geschakelde woning wordt verstaan: een halfvrijstaande of vrijstaande woning, waarvan het hoofdgebouw door middel van aangebouwde bijgebouwen geschakeld is met ten minste één hoofdgebouw op een aangrenzend bouwperceel;
  6. f. gestapelde woning wordt verstaan: een gebouw, dat uit meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
  7. g. grondgebonden woning wordt verstaan: een gebouw, dat een vrijstaande woning of meerdere aaneengebouwde, uitsluitend naast elkaar en niet boven elkaar gelegen, woningen omvat, en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd;
  8. h. woonwagen wordt verstaan: een voor huisvesting bestemd gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 Ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kozijnlijsten, luifels, balkons, balkonhekken en overstekende daken en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bouwonderdelen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwgrenzen en hoogten niet meer dan 1 meter bedraagt.

2.7 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:

tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.

2.8 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.9 de horizontale diepte van een gebouw:

de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.

2.10 de oppervlakte van een overkapping:

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

2.11 meten:

bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de (digitale) verbeelding.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. maatschappelijke voorzieningen;
  3. c. dienstverlening;
  4. d. bedrijven uit de categorie 1 uit de staat van bedrijfsactiviteiten, of bedrijven die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder gelijk kunnen worden gesteld met deze milieucategorie;
  5. e. tuinen en erven;
  6. f. wegen en paden;
  7. g. parkeervoorzieningen;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Gemengd - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. maatschappelijke voorzieningen;
  3. c. dienstverlening;
  4. d. bedrijven uit de categorie 1 uit de staat van bedrijfsactiviteiten, of bedrijven die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder gelijk kunnen worden gesteld met deze milieucategorie;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' voor een horecabedrijf uit categorie 1a en 1b van de staat van horeca-activiteiten;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2 - horeca 1a' voor een horecabedrijf uit categorie 1a van de staat van horeca-activiteiten;
  7. g. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1 - hertenkamp' een hertenkamp;
  8. h. tuinen en erven;
  9. i. wegen en paden;
  10. j. parkeervoorzieningen;
  11. k. groenvoorzieningen;
  12. l. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Gemengd - 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. maatschappelijke voorzieningen;
  3. c. dienstverlening;
  4. d. bedrijven uit de categorie 1 uit de staat van bedrijfsactiviteiten, of bedrijven die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder gelijk kunnen worden gesteld met deze milieucategorie;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' voor een horecabedrijf uit categorie 1 of 2 van de staat van horeca-activiteiten;
  6. f. wegen en paden;
  7. g. parkeervoorzieningen;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Groen - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de inrichting en het gebruik als park;
  2. b. extensieve vormen van recreatie;
  3. c. groenvoorzieningen, bermen, beplanting en plantsoenen;
  4. d. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen - 1 - indicatieve zone ontsluitingswegen' ontsluitingswegen;
  5. e. paden;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Groen - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, bermen, beplanting en plantsoenen;
  2. b. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen - 1 - indicatieve zone ontsluitingswegen' ontsluitingswegen;
  3. c. paden;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Maatschappelijk - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. wegen en paden;
  3. c. tuinen en erven;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. parkeervoorzieningen;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

8.2 Bouwregels

8.3 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.1 onder a. voor andere maatschappelijke zorgfuncties (zoals een fysio, tandarts, huisarts, gezondheidscentrum) tot een maximum van 5.500 m2 BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, met dien verstande dat deze zorgfuncties:

  1. a. ondergeschikt zijn ten opzichte van de geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

8.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verhogen van het bruto vloeroppervlak met ten hoogste 40.000 m² BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, mits:

  1. a. dit noodzakelijk is als gevolg van de gewijzigde zorgbehoefte;
  2. b. dit geen onevenredige aantasting tot gevolg heeft van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

Artikel 9 Maatschappelijk - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. servicewoningen en aanleunwoningen;
  3. c. wegen en paden;
  4. d. tuinen en erven;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. parkeervoorzieningen;
  7. g. speelvoorzieningen;
  8. h. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.1 onder a. voor andere maatschappelijke zorgfuncties (zoals een fysio, tandarts, huisarts, gezondheidscentrum) tot een maximum van 5.500 m2 BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, met dien verstande dat deze zorgfuncties:

  1. a. ondergeschikt zijn ten opzichte van de geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

9.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve het verhogen van het bruto vloeroppervlak met ten hoogste 40.000 m² BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, mits:

  1. a. dit noodzakelijk is als gevolg van de gewijzigde zorgbehoefte;
  2. b. dit geen onevenredige aantasting tot gevolg heeft van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

Artikel 10 Maatschappelijk - 3

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. één onverlichte plantenkas met daaraan ondergeschikte detailhandel;
  3. c. servicewoningen en aanleunwoningen;
  4. d. wegen en paden;
  5. e. tuinen en erven;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. parkeervoorzieningen;
  8. h. speelvoorzieningen;
  9. i. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.1 onder a. voor andere maatschappelijke zorgfuncties (zoals een fysio, tandarts, huisarts, gezondheidscentrum) tot een maximum van 5.500 m2 BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, met dien verstande dat deze zorgfuncties:

  1. a. ondergeschikt zijn ten opzichte van de geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

10.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verhogen van het bruto vloeroppervlak met ten hoogste 40.000 m² BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, mits:

  1. a. dit noodzakelijk is als gevolg van de gewijzigde zorgbehoefte;
  2. b. dit geen onevenredige aantasting tot gevolg heeft van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

Artikel 11 Maatschappelijk - 4

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. een onverlichte plantenkas met daaraan ondergeschikte detailhandel;
  3. c. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4 - hertenkamp' een hertenkamp;
  4. d. ter plaatse van de functieaanduiding 'begraafplaats (bp)' een begraafplaats;
  5. e. servicewoningen en aanleunwoningen;
  6. f. wegen en paden;
  7. g. tuinen en erven;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. parkeervoorzieningen;
  10. j. speelvoorzieningen;
  11. k. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.1 onder a. voor andere maatschappelijke zorgfuncties (zoals een fysio, tandarts, huisarts, gezondheidscentrum) tot een maximum van 5.500 m2 BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, met dien verstande dat deze zorgfuncties:

  1. a. ondergeschikt zijn ten opzichte van de geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

11.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verhogen van het bruto vloeroppervlak met ten hoogste 40.000 m² BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, mits:

  1. a. dit noodzakelijk is als gevolg van de gewijzigde zorgbehoefte;
  2. b. dit geen onevenredige aantasting tot gevolg heeft van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

Artikel 12 Maatschappelijk - 5

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. servicewoningen en aanleunwoningen;
  3. c. wegen en paden;
  4. d. tuinen en erven;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. parkeervoorzieningen;
  7. g. speelvoorzieningen;
  8. h. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

12.2 Bouwregels

12.3 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.1 onder a. voor andere maatschappelijke zorgfuncties (zoals een fysio, tandarts, huisarts, gezondheidscentrum) tot een maximum van 5.500 m2 BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, met dien verstande dat deze zorgfuncties:

  1. a. ondergeschikt zijn ten opzichte van de geestelijke gezondheidszorg;
  2. b. geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

12.4 Wro-zone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen binnen de gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied' van de bestemming Maatschappelijk - 5 in de bestemming 'Gemengd - 2'.

12.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verhogen van het bruto vloeroppervlak met ten hoogste 40.000 m² BVO binnen de bestemmingen 'Maatschappelijk - 1 t/m 5' gezamenlijk, mits:

  1. a. dit noodzakelijk is als gevolg van de gewijzigde zorgbehoefte;
  2. b. dit geen onevenredige aantasting tot gevolg heeft van:
    1. 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de betrokken en naastgelegen gronden;
    2. 2. de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.

Artikel 13 Natuur

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden;
  2. b. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  3. c. ter plaatse van de functieaanduiding 'sportveld' een sportveld;
  4. d. extensief recreatief medegebruik;
  5. e. paden;
  6. f. nutsvoorzieningen.

13.2 Bouwregels

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportterreinen;
  2. b. ondergeschikte horeca in de vorm van een kantine;
  3. c. wegen en paden;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

14.2 Bouwregels

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  5. e. nutsvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

Artikel 16 Wonen - 1

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen
  2. b. aan huis verbonden beroep en bedrijf;
  3. c. mantelzorg in een afhankelijke woonruimte;
  4. d. tuinen en erven;
  5. e. parkeren
  6. f. ontsluitingswegen;

16.2 Bouwregels

16.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 17 Wonen - 2

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. aan huis verbonden beroep en bedrijf;
  3. c. mantelzorg in een afhankelijke woonruimte;
  4. d. tuinen en erven;
  5. e. ontsluitingswegen;
  6. f. parkeren.

17.2 Bouwregels

17.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 18 Waarde - Archeologie - 1

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

18.2 Bouwregels

18.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 18.2.1 voor het toestaan van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken mits:

  1. a. uit archeologisch onderzoek, of na advies van de gemeentelijk archeologiedeskundige, is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk waarvoor afwijking wordt gevraagd niet zal leiden tot verstoring van archeologische resten;
  2. b. voorzover het oprichten van het gebouw waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan een omgevingsvergunning worden verleend waaraan de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door de burgemeester en wethouders bij omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

18.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:

  1. a. een of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 1' van de verbeelding te verwijderen, indien:
    1. 1. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    2. 2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.

Artikel 19 Waarde - Archeologie - 2

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

19.2 Bouwregels

19.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 19.2.1 voor het toestaan van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken mits:

  1. a. uit archeologisch onderzoek, of na advies van de gemeentelijk archeologiedeskundige, is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk waarvoor afwijking wordt gevraagd niet zal leiden tot verstoring van archeologische resten;
  2. b. voorzover het oprichten van het gebouw waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan een omgevingsvergunning worden verleend waaraan de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door de burgemeester en wethouders bij omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

19.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:

  1. a. een of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' van de verbeelding te verwijderen, indien:
    1. 1. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    2. 2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.

Artikel 20 Waarde - Archeologie - 3

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

20.2 Bouwregels

20.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2.1 voor het toestaan van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken mits:

  1. a. uit archeologisch onderzoek, of na advies van de gemeentelijk archeologiedeskundige, is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk waarvoor afwijking wordt gevraagd niet zal leiden tot verstoring van archeologische resten;
  2. b. voorzover het oprichten van het gebouw waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan een omgevingsvergunning worden verleend waaraan de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door de burgemeester en wethouders bij omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

20.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:

  1. a. een of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' van de verbeelding te verwijderen, indien:
    1. 1. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    2. 2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.

Artikel 21 Waarde - Archeologie - 4

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

21.2 Bouwregels

21.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.2.1 voor het toestaan van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken mits:

  1. a. uit archeologisch onderzoek, of na advies van de gemeentelijk archeologiedeskundige, is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk waarvoor afwijking wordt gevraagd niet zal leiden tot verstoring van archeologische resten;
  2. b. voorzover het oprichten van het gebouw waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan een omgevingsvergunning worden verleend waaraan de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door de burgemeester en wethouders bij omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

21.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:

  1. a. een of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' van de verbeelding te verwijderen, indien:
    1. 1. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    2. 2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.

Artikel 22 Waarde - Archeologie - 5

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

22.2 Bouwregels

22.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 22.2.1 voor het toestaan van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken mits:

  1. a. uit archeologisch onderzoek, of na advies van de gemeentelijk archeologiedeskundige, is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk waarvoor afwijking wordt gevraagd niet zal leiden tot verstoring van archeologische resten;
  2. b. voorzover het oprichten van het gebouw waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan een omgevingsvergunning worden verleend waaraan de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door de burgemeester en wethouders bij omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

22.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:

  1. a. een of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 5' van de verbeelding te verwijderen, indien:
    1. 1. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    2. 2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 23 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 24 Algemene Bouwregels

24.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de richtlijnen voor het verlenen van omgevingsvergunning voor het afwijken van de stedenbouwkundige bepalingen;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  3. c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  4. d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  5. e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  6. f. de ruimte tussen bouwwerken.

24.2 Bestaande afmetingen, afstanden en percentages

  1. a. In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige ter plaatse van de aanduiding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
  2. b. In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

Artikel 25 Algemene Gebruiksregels

25.1 Algemeen

Gebruik van ruimten binnen een woning en in bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van de gerealiseerde bijbehorende bouwwerken, tot ten hoogste 50 m2 mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  2. b. degenen die activiteiten in de woning uitvoert dient tevens de bewoner van de woning te zijn, met uitzondering van één dokters- of tandartsassistent;
  3. c. vergunningsplichtige of meldingsplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer zijn, met uitzondering van tandartspraktijken, niet toegestaan;
  4. d. uitsluitend bedrijven in de categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan of bedrijven die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder gelijk kunnen worden gesteld met deze milieucategorie;
  5. e. er mag geen detailhandel en/of horeca plaatsvinden;
  6. f. er mogen geen publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten plaatsvinden.

25.2 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 25.1 voor:

  1. a. het toestaan van beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit, mits in verband staand met de activiteit;
  2. b. het toestaan publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten, mits dit gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse.

25.3 Verbodsbepaling

Het is verboden:

  1. a. een bijbehorend bouwwerk bij een woning te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woning;
  2. b. gronden of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van een seksinrichting.

Artikel 26 Algemene Aanduidingsregels

26.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'overig - padenstructuur' geldt als uitgangspunt het handhaven en waar mogelijk herstellen van het historisch padennet.

Artikel 27 Algemene Afwijkingsregels

27.1 Algemeen

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden en het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheid kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten en afstandseisen. Deze algemene afwijkingsregels zijn niet van toepassing op de op de verbeelding opgenomen bouwpercentages;
  2. b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 meter, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  3. c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van andere bouwwerken ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 meter;
  4. d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter.

27.2 Bed & Breakfast

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan ten behoeve van een Bed & Breakfast, mits:

  1. a. het gebruik als Bed & Breakfast ondergeschikt blijft aan de woonfunctie;
  2. b. de houder van de Bed & Breakfast de hoofdbewoner is;
  3. c. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van de gerealiseerde bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt ten behoeve van de Bed & Breakfast;
  4. d. er geen zelfstandige woonruimte ontstaat in de bijbehorende bouwwerken;
  5. e. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  6. f. ten hoogste drie kamers (zes slaapplaatsen) ten behoeve van de Bed & Breakfast worden gebruikt;
  7. g. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.

Artikel 28 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
  2. b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  3. c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 29 Overgangsrecht

29.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

29.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 30 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Duin en Bosch

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van [invullen datum raadsvergadering].

De voorzitter, De griffier,

……………… ………………

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat Van Horecabedrijven

Bijlage 2 Staat van Horecabedrijven

Bijlage 1 Actualiserend Historisch Bodemonderzoek (22-06-2010)

Bijlage 1 Actualiserend historisch bodemonderzoek (22-06-2010)

Bijlage 2 Flora & Fauna Uit 2009 (23-06-2010)

Bijlage 2 Flora & Fauna uit 2009 (23-06-2010)

Bijlage 3 Voortoetsherontwikkeling Duin & Bosch 2011 (14-03-2011)

Bijlage 3 Voortoetsherontwikkeling Duin & Bosch 2011 (14-03-2011)

Bijlage 4 Flora & Fauna Onderzoek (19-07-2011)

Bijlage 4 Flora & Fauna onderzoek (19-07-2011)

Bijlage 5 Compensatieplan Duin En Bosch (24-08-2011)

Bijlage 5 Compensatieplan Duin en Bosch (24-08-2011)

Bijlage 6 Verkeersnotitie Duin En Bosch Dec2011 (01-01-2012)

Bijlage 6 Verkeersnotitie Duin en Bosch dec2011 (01-01-2012)

Bijlage 7 Afwijzing Aanvraag Ontheffing Flora En Fauna (23-01-2012)

Bijlage 7 Afwijzing aanvraag ontheffing flora en fauna (23-01-2012)

Bijlage 8 Nota Inspraak En Overleg Duin En Bosch Compleet (23-01-2012)

Bijlage 8 Nota inspraak en overleg Duin en Bosch compleet (23-01-2012)

Bijlage 9 Watertoets Duin En Bosch Te Castricum-rev03-definitief (31-01-2012)

Bijlage 9 Watertoets Duin en Bosch te Castricum-rev03-definitief (31-01-2012)

Bijlage 10 Prospectief Geoarcheologisch Onderzoek (20-02-2012)

Bijlage 10 Prospectief geoarcheologisch onderzoek (20-02-2012)

Bijlage 11 Nader Bodemonderzoek Fase 1, Totaal (22-02-2012)

Bijlage 11 nader bodemonderzoek fase 1, totaal (22-02-2012)

Bijlage 12 Vestigia Adviesmemo Bestemmingsplan Duin En Bosch (08-03-2012)

Bijlage 12 Vestigia Adviesmemo bestemmingsplan Duin en Bosch (08-03-2012)

Bijlage 13 Akoestisch Rapport Duin En Bosch (25-04-2012)

Bijlage 13 Akoestisch rapport Duin en Bosch (25-04-2012)

Bijlage 14 Bodem Rapportage Luchtmetingen Dijk & Duin Te Castricum_1

Bijlage 14 Bodem Rapportage luchtmetingen Dijk & Duin te Castricum_1

Bijlage 15 Luchtkwaliteitsonderzoek Totaal

Bijlage 15 Luchtkwaliteitsonderzoek totaal

Bijlage 16 Ontwerp Besluit Kinderdagverblijf Hgw Duin En Bosch 58 Db

Bijlage 16 Ontwerp besluit Kinderdagverblijf hgw Duin en Bosch 58 db

Bijlage 17 Ontwerp Besluit Woningen Hgw Duin En Bosch 51db

Bijlage 17 Ontwerp besluit woningen hgw Duin en Bosch 51db

Bijlage 18 Rapport V882 - Project V10-2016 Bo Duin En Bosch Castricum Versie 13 Totaal

Bijlage 18 Rapport V882 - project V10-2016 BO Duin en Bosch Castricum versie 13 totaal

Bijlage 19 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 19 Nota van zienswijzen