Buitengebied 2021
Bestemmingsplan - Gemeente Diemen
Vastgesteld op 17-02-2022 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Buitengebied 2021 van de gemeente Diemen.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0384.BPbuitengebied2021-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan- en uitbouw/aangebouwd bijgebouw
een aan het hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in functioneel en/of bouwkundig opzicht één geheel vormt met het hoofdgebouw, terwijl het in bouwkundig opzicht herkenbaar is als een ondergeschikte aanvulling op het hoofdgebouw.
1.6 aan-huis-gebonden beroep of bedrijf
beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit die door de bewoner(s) wordt uitgeoefend en die door zijn aard, omvang en intensiteit ondergeschikt is aan en passend is bij de woonfunctie.
1.7 agrarische activiteiten
het voor bedrijfsmatige doeleinden uitvoeren van agrarische activiteiten.
1.8 antenne-installatie
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.9 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een certificaat beschikt als bedoeld in de Erfgoedwet.
1.10 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.11 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.12 bebouwingspercentage
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.
1.13 bed & breakfast
een bedrijf, dat met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner van de woning wordt uitgeoefend en die voorziet in een ondergeschikte, kortdurende, onzelfstandige verblijfsvoorziening voor uitsluitend logies al dan niet met ontbijt.
1.14 bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
1.15 bedrijfswoning
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.
1.16 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo)
de totale vloeroppervlakte van een ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.17 bestaand
ten aanzien van de bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht toegestaan en aanwezige bouwwerken, en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik, bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
1.18 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.19 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.20 Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.21 bijgebouw
een op een bouwperceel gelegen vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.22 botenverhuur/verhuur ligplaatsen
kleinschalige verhuur van roeiboten, kano's, fluisterbootjes etc. en de verhuur van ligplaatsen voor kleine boten. Dit passend binnen de natuurfunctie waarbinnen extensief recreatief medegebruik is toegestaan.
1.23 bouwen
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
1.24 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.25 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder of kap.
1.26 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.27 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.28 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.29 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.30 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
1.31 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.32 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.33 dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
1.34 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond.
1.35 escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige).
1.36 extensief recreatief medegebruik
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden met wegbewijzering en rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair.
1.37 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.38 geluidsgevoelige functies
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
1.39 geluidgevoelige gebouwen
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder.
1.40 hobbymatige agrarische activiteiten
het op kleine schaal en niet voor bedrijfsmatige doeleinden uitvoeren van agrarische activiteiten, waaronder het houden van vee.
1.41 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.42 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
1.43 hospitaverhuur
de inwoning van ten hoogste 1 persoon in een woning waarbij de woonvoorzieningen worden gedeeld met de hoofdbewoner die tevens verhuurder is en waarbij de hoofdbewoner ten minste 50% van het gebruiksoppervlak bewoont (hospitaregeling);
1.44 jachthaven
haven met de daarbij behorende grond waarbij overwegend gelegenheid wordt gegeven tot het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van recreatie- en pleziervaartuigen.
1.45 kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied al dan niet met baliefunctie.
1.46 kap of kapverdieping
een ruimte in een gebouw, die door overwegend schuine dakvlakken wordt begrensd.
1.47 kelder
een ondergronds (gedeelte van een) gebouw.
1.48 logistieke dienstverlening
een bedrijf dat is gespecialiseerd in transport, projectlogistiek, verhuizingen en kraanverhuur.
1.49 maatschappelijke voorziening
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.50 manege
een bedrijf gericht op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden houdt.
1.51 normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
1.52 nutsvoorziening
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling (inclusief de aan deze voorzieningen bevestigde reclameobjecten).
1.53 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een geheel of gedeeltelijk gesloten dak.
1.54 peil
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd:
- 1. het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
- d. ter plaatse van de bestemming 'Gemengd - Stadslandgoed':
- 1. de bovenkant van de begane grond vloer van de bestaande boerderij;
- e. in alle andere gevallen de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwwerk.
1.55 productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.56 recreatief medegebruik
een recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen, paardrijden, sport en spel, picknicken en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatief gebruik is toegestaan.
1.57 rijbaan
elk weggedeelte bestemd voor rijdende voertuigen, met uitzondering van (brom)fietspaden.
1.58 rijstrook
een gemarkeerde strook van een rijbaan die voldoende breed is voor rijdende vierwielige voertuigen.
1.59 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.60 Staat van Horeca-activiteiten
de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 2) die van deze regels deel uitmaakt.
1.61 straatmeubilair
bouwwerken van beperkte omvang en met een openbare functie, zoals lantaarnpalen, abri's, telefooncellen, zitbanken, rijwielstandaards, speelwerktuigen, gedenktekens, informatiezuilen (inclusief de aan deze bouwwerken bevestigde reclameobjecten).
1.62 verblijfseenheden voor cliënten
niet zelfstandige woongelegenheid voor minder validen (beschermd/begeleid wonen) als onderdeel van een zorgboerderij.
1.63 voorgevel
de voorgevel zoals deze bij de bouw van het betrokken gebouw oorspronkelijk is gerealiseerd. Van een woning op de hoek van twee straten is slechts één gevel de voorgevel. Voor de bepaling van de voorgevel geldt in eerste instantie de naar de weg toegekeerde zijde of indien deze nog geen duidelijkheid geeft, de gevel waar de voordeur of hoofdingang van de woning is gelegen of in laatste instantie de zijde waaraan de hoofdontsluiting van het perceel is gesitueerd.
1.64 vloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis- gebonden beroep of bedrijf.
1.65 watergang
Een werk dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren, en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede begrepen.
1.66 waterhuishoudkundige voorziening
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit.
1.67 weg
Alle voor het openbaar auto-, fiets-, voetgangers- of ander verkeer openstaande wegen of paden, geen spoorwegen of trambanen zijnde, waaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen, taluds en zijkanten, waterstaatkundige en civieltechnische (kunst)werken alsmede de aan de wegen liggende parkeerplaatsen en bushaltes.
1.68 werk
een werk, geen gebouw of bouwwerk zijnde.
1.69 Wgh-inrichtingen
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.70 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.71 woningdelen
wijze van onzelfstandige bewoning van een woning waarbij meerdere personen die geen onderlinge duurzame relatie hebben een woning delen, wat wordt aangemerkt als één afzonderlijk huishouden, en zich onderscheidt van kamerverhuur door onder andere het gebruik van één huurcontract voor alle bewoners;
1.72 woonboot
elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot dag- en/of nachtverblijf van één afzonderlijk huishouden. Een woonboot is een bouwwerk.
1.73 zorgboerderij
een voormalige boerderij met de bijbehorende gebouwen, waar woongelegenheid wordt geboden aan minder validen en activiteiten plaatsvinden gericht op het bieden van zorg en begeleiding aan personen die begeleid dienen te worden in de leefsituatie en de dagbesteding.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 bebouwingspercentage berekenen
het bebouwingspercentage wordt berekend over het bouwperceel, binnen de bouwgrens.
2.3 bouwhoogte van een antenne-installatie
- a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.4 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.6 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.7 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.8 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9 ondergeschikte bouwdelen
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
2.10 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren (of, bij afwezigheid van gevelvlakken, tussen de buitenzijden van het dak), neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.11 verticale diepte van een gebouw
vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw.
2.12 vloeroppervlakte
gemeten als gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' uitsluitend voor opslag;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsvoertuigen' uitsluitend voor een bedrijf ten behoeve van sloop, herstel en verkoop van bedrijfsvoertuigen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - op- en overslagbedrijf' uitsluitend voor een opslagbedrijf;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf' uitsluitend voor een garagebedrijf;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - arkenbouwbedrijf' uitsluitend voor een arkenbouwbedrijf;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - winkel in antieke en vintage meubelen' uitsluitend voor een winkel in antieke en vintage meubelen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - landschappelijke inpassing' uitsluitend voor de aanplant en instandhouding van een haag zoals aangegeven in het landschappelijk inpassingsplan in bijlage 4 van de regels;
met daaraan ondergeschikt:
- h. één bedrijfswoning per bedrijf;
- i. productiegebonden detailhandel;
met daarbij behorende:
- j. ontsluitingswegen en paden;
- k. groenvoorzieningen;
- l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- m. tuinen;
- n. erven;
- o. parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Bedrijf - Elektriciteitscentrale
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - logistieke dienstverlening', mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor:
- a. het onderschrijden van de minimum bouwhoogte, met dien verstande dat wordt voldaan aan de verplichting zoals opgenomen in artikel 4.4.1 onder c.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Gemengd
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 6 Gemengd - Stadslandgoed
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Voor parkeren geldt dat op eigen terrein voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid, met een minimum van 20 parkeerplaatsen.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 7 Maatschappelijk
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van geluidgevoelige voorzieningen zoals scholen en kinderopvang;
- b. behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische en monumentale waarden;
met daarbij behorende:
- c. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. erven en tuinen;
- g. paden en ontsluitingswegen.
7.2 Bouwregels
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 8 Natuur
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde 8.2.1 teneinde de bouw van openbare schuilhutten of observatieposten toe te staan, onder de voorwaarden dat:
- a. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 meter;
- b. de totale oppervlakte van de bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m2, met een maximum van 25 m2 per bouwwerk.
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 9 Natuur - Bosgebied
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 9.2.1 teneinde de bouw van één uitkijktoren toe te staan, onder de voorwaarden dat:
- a. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 20 meter;
- b. de afstand tot bestaande woonbebouwing tenminste 150 meter dient te bedragen.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 10 Natuur - Water
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 11 Natuur - Weiland
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 12 Sport
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de beoefening van buiten- en veldsporten;
met daaraan ondergeschikt:
- b. niet geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen;
- c. horecavoorzieningen in de vorm van een kantine met een oppervlak van maximaal 80 m2 per vereniging;
- d. speelvoorzieningen;
met daarbij behorende:
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. ontsluitingswegen;
- g. straatmeubilair;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. verhardingen.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
12.4 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan de bestemming 'Sport' wijzigen ten behoeve van het toestaan van kinderopvang, onder de voorwaarden dat:
- a. de haalbaarheid van het wijzigingsplan vanuit het oogpunt van externe veiligheid wordt aangetoond;
- b. voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.
Artikel 13 Sport - Manege
13.1 Bestemmingsomschrijving
13.2 Bouwregels
Artikel 14 Tuin
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
met daarbij behorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. verhardingen.
14.2 Bouwregels
14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 15 Verkeer
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, waarbij geldt dat de Diemerpolderweg mag bestaan uit niet meer dan 2 x 1 rijstrook en een busstrook, exclusief opstelstroken;
- b. opstelstroken;
- c. busstroken;
- d. voet- en fietspaden;
met daarbij behorende
- e. groenvoorzieningen;
- f. straatmeubilair;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. geluidswerende voorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. bruggen en viaducten.
15.2 Bouwregels
Artikel 16 Verkeer - Railverkeer
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen;
met daarbij behorende
- b. bermen;
- c. taluds;
- d. groenvoorzieningen;
- e. geluidswerende voorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. (ontsluitings)wegen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. bruggen en viaducten.
16.2 Bouwregels
Artikel 17 Verkeer - Weg
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Weg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, met meerdere doorgaande rijstroken, alsmede parallelrijbanen, opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - reclamemast' mede bestemd voor een reclamemast;
met daarbij behorende
- c. voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit, zoals geluidsschermen en luchtkwaliteitschermen;
- d. bermen;
- e. taluds;
- f. groenvoorzieningen;
- g. straatmeubilair;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. bruggen en viaducten;
- k. voet- en fietspaden;
- l. overige voorzieningen ten behoeve van het verkeer.
17.2 Bouwregels
Artikel 18 Water - Natuur
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. waterhuishoudkundige en waterstaatkundige doeleinden;
- c. behoud en ontwikkeling van natuurlijkwetenschappelijke, ecologische en landschappelijke waarden;
- d. extensief recreatief medegebruik;
met daarbij behorende
- e. groenvoorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 19 Water - Waterweg
19.1 Bestemmingsomschrijving
19.2 Bouwregels
Artikel 20 Water - Woonschepenligplaats
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - Woonschepenligplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van ligplaatsen voor woonboten.
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 20.2.1 sub b ten behoeve van het uitbreiden van een woonboot, onder de voorwaarden dat:
- a. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 20% van de woonboot tot maximaal 25 m2 per woonboot;
- b. de waterbeheerder geen bezwaar heeft tegen de uitbreiding.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 21 Wonen
21.1 Bestemmingsomschrijving
21.2 Bouwregels
21.3 Nadere eisen
21.4 Afwijken van de bouwregels
21.5 Specifieke gebruiksregels
21.6 Afwijken van de gebruiksregels
21.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 22 Leiding
22.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Leiding' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van warmtetransportleiding;
met de daarbij behorende:
- 1. belemmeringsstroken;
- 2. voorzieningen.
- b. Het bepaalde in artikel 37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
22.2 Bouwregels
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Leiding - Gas
23.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een ondergrondse aardgasleiding;
met de daarbij behorende:
- 1. belemmeringsstroken;
- 2. voorzieningen.
- b. Het bepaalde in artikel 37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
23.2 Bouwregels
23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 24 Leiding - Hoogspanning
24.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een ondergrondse 150 kV hoogspanningsleidingen;
met de daarbij behorende:
- 1. belemmeringsstroken;
- 2. voorzieningen.
- b. Het bepaalde in artikel 37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
24.2 Bouwregels
24.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Leiding - Hoogspanningsverbinding
25.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van bovengrondse 150 kV of 380 kV hoogspanningsverbindingen;
met de daarbij behorende:
- 1. belemmeringsstroken;
- 2. voorzieningen.
- b. Het bepaalde in artikel 37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
25.2 Bouwregels
25.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Waarde - Archeologie 1
26.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie 1' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden;
- b. Het bepaalde in artikel 37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
26.2 Bouwregels
26.3 Nadere eisen
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Archeologie 2
27.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie 2' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden;
- b. Het bepaalde in artikel 37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
27.2 Bouwregels
27.3 Nadere eisen
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 28 Waarde - Archeologie 3
28.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie 3' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden;
- b. Het bepaalde in artikel 37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
28.2 Bouwregels
28.3 Nadere eisen
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Waarde - Landschap - Stelling Van Amsterdam
29.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - landschap - Stelling van Amsterdam' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de instandhouding en bescherming van de universele waarden van het UNESCO-werelderfgoed Stelling van Amsterdam;
- b. Het bepaalde in artikel 37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
29.2 Bouwregels
29.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan op grond van artikel 3.6, lid 1, onder d. van de Wet ruimtelijke ordening nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en omvang van bouwwerken, voor zover dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van het UNESCO-werelderfgoed Stelling van Amsterdam.
29.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2.1 en toestaan dat ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, mits:
- a. daardoor de waarden, zoals bepaald in lid 29.1 onder a niet worden geschaad;
- b. alvorens de omgevingsvergunning te verlenen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Provincie Noord-Holland.
29.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Waterstaat - Waterkering
30.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor dijken en kaden met een waterkerende functie en de hierbij behorende voorzieningen en inrichtingsaspecten;
- b. Het bepaalde in artikel 37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
30.2 Bouwregels
30.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 31 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 32 Algemene Bouwregels
32.1 Parkeernorm
Bij het bouwen, zoals bedoeld in hoofdstuk 2, worden de kencijfers voor parkeren zoals opgenomen in publicatie 182 (CROW) in acht genomen tenzij elders in de regels een andere norm is opgenomen.
32.2 Afwijken van de parkeernorm
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 32.1 indien de situatie ter plaatse of de aard van het bouwwerk hiertoe aanleiding geeft.
Artikel 33 Algemene Gebruiksregels
Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden, bouwwerken en/of water:
- a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie;
- c. voor het (doen) exploiteren van een seksinrichting, een escortbedrijf of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie;
- d. voor speelautomaten;
- e. voor opslag van caravans;
- f. als ligplaats voor woonboten;
- g. het (proef)boren naar gas (waaronder schaliegas).
Artikel 34 Algemene Aanduidingsregels
34.1 Geluidzone - industrie
34.2 Specifieke bouwaanduiding - monument
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud van de cultuurhistorische waardevolle bebouwing waarbij primair de Monumentenwet van toepassing is.
34.3 Veiligheidszone - leiding
Op de gronden binnen de aanduiding 'Veiligheidszone - leiding' geldt dat:
- a. geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden gebouwd;
- b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde onder a mits sprake is van gewichtige redenen;
- c. alvorens de omgevingsvergunning voor het afwijken te verlenen wordt advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
34.4 Veiligheidszone - lpg
Op de gronden binnen de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' geldt dat:
- a. geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden gebouwd;
- b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde onder a mits sprake is van gewichtige redenen.
34.5 Vrijwaringszone - Vaarweg
Artikel 35 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en er op grond van de regels in hoofdstuk 2 niet eerder kon worden afgeweken, bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor:
- a. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 5 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot;
- b. het oprichten van bouwwerken voor infrastructurele en openbare voorzieningen met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 meter en de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 20 m² bedraagt;
- c. het overschrijden van de bouw- en goothoogten van gebouwen met ten hoogste 10%;
- d. het overschrijden van oppervlaktematen van gebouwen met ten hoogste 5% indien geen vergunningvrije mogelijkheden benut kunnen worden en de landschappelijke inpassing verbetert;
- e. het overschrijden van de bouwhoogten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met ten hoogste 20%;
- f. het overschrijden van de verticale bouwdiepten voor ondergrondse bouwwerken met ten hoogste 5 meter;
- g. het overschrijden van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen voor balkons, galerijen, luifels, entreepartijen, buitentrappen en soortgelijke onderdelen, van gebouwen met niet meer dan 3 meter;
- h. het oprichten van geluidswerende voorzieningen;
- i. het overschrijden van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen met maximaal 1,5 meter ten behoeve van een overbouwing, mits op een hoogte boven de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;
- j. het plaatsen van een vrijstaande antenne-installatie onder de volgende aanvullende voorwaarden:
- 1. uit een onderbouwing van de aanvrager blijkt dat er geen redelijk alternatief voorhanden is, bijv. in de vorm van een vergunningsvrije installatie, dan wel in de vorm van sitesharing bij bestaande, reeds vergunde, installaties;
- 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 40 meter;
- 3. de beoogde locatie is gesitueerd in de gearceerde gebieden zoals aangegeven op de kaart 'Plaatsingsmogelijkheden van GSM en UMTS antenne-installaties' in de Bijlage 1 Kaart GSMen UMTS masten;
- k. het plaatsen van een vrijstaande prikmast onder de volgende aanvullende voorwaarden:
- 1. uit een onderbouwing van de aanvrager blijkt dat er geen redelijk alternatief voorhanden is, bijvoorbeeld in de vorm van een vergunningsvrije installatie, dan wel in de vorm van sitesharing bij bestaande, reeds vergunde, installaties of het oprichten van een installatie met de mogelijkheid van sitesharing;
- 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 22 meter;
- 3. de beoogde locatie is gesitueerd binnen de in artikel 35 onder j genoemde gebieden of langs de hoofdinfrastructuur, waaronder wordt verstaan: gelegen langs rijkswegen, spoorwegen, waterwegen met bijbehorende bermen en taluds alsmede de Weteringweg, Diemerpolderweg en Muiderstraatweg met bijbehorende bermen en taluds;
- 4. de beoogde locatie is niet gelegen binnen een straal van 100 meter van een andere, omgevingsvergunningplichtige antenne-installatie.
Artikel 36 Algemene Wijzigingsregels
36.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen, ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en/of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 5 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
36.2 Waarde archeologie
Het bevoegd gezag kan een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2' of 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
36.3 Leiding - Gas
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsvlak van de bestemming 'Leiding - Gas' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien gebleken is dat de gasleiding niet meer in gebruik is.
Artikel 37 Overige Regels
37.1 Verwijzing naar andere regelgeving
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de vaststelling van dit plan.
37.2 Bestaande maten regeling
- a. In die gevallen dat bestaande hoogten, bestaande inhoud en/of bestaande oppervlakten, als vergund sinds 2015, meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, worden de bestaande maatvoeringen als ten hoogste toelaatbaar aangehouden.
- b. In die gevallen dat bestaand gebruik, als vergund sinds 2015, niet is overgenomen in deze regels, al dan niet in combinatie met een aanduiding op de verbeelding, wordt dit afwijkende gebruik als bestaand en toelaatbaar beschouwd op grond van dit bestemmingsplan.
- c. In geval van heroprichting van bouwwerken na sloop is het bepaalde in sub a uitsluitend van toepassing indien dit geschiedt op dezelfde plaats als waar de sloop plaatsvindt.
- d. De regels in sub a t/m c van artikel 37.2 zijn niet van toepassing voor gevallen waarbij sprake is van een toestemming of vergunning van tijdelijke aard.
37.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen
In geval van strijdigheid van de regels van (met elkaar samenvallende) dubbelbestemmingen wordt de volgende voorrangsvolgorde aangehouden:
- a. Artikel 30 Waterstaat - Waterkering
- b. Artikel 23 Leiding - Gas
- c. Artikel 25 Leiding - Hoogspanningsverbinding
- d. Artikel 24 Leiding - Hoogspanning
- e. Artikel 22 Leiding
- f. Artikel 26 Waarde - Archeologie 1
- g. Artikel 27 Waarde - Archeologie 2
- h. Artikel 28 Waarde - Archeologie 3
- i. Artikel 29 Waarde - landschap - Stelling van Amsterdam
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 38 Overgangsrecht
38.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 38.1 onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 38.1 onder a met maximaal 10%.
- c. Lid 38.1 onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
38.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 38.2 onder a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 38.2 onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid 38.2 onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
38.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Artikel 39 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2021' van de gemeente Diemen.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Kaart Gsm En Umts Masten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Inventarisatie Oeverlanden De Diemen 2021
Bijlage 4 Landschappelijk Inpassingsplan Muiderstraatweg 63b
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Diemen telt 8 bestemmingsplannen en ca.15 deelplannen/postzegelplannen. Deze beslaan verreweg het hele grondgebied van de gemeente. In de periode 2009 - 2013 zijn alle bestemmingsplannen geactualiseerd. Van een aantal plannen is, onder andere door het gebruik ervan, gebleken dat ze aanpassing behoeven, omdat onvolkomenheden zijn ontdekt die mogelijk ongewenste ontwikkelingen zouden kunnen veroorzaken. Om dit te herstellen is een zogenoemd 'Veeg' bestemmingsplanactie gestart. Voorliggend bestemmingsplan Buitengebied 2021 maakt onderdeel uit van deze actie.
De doelstelling van dit bestemmingsplan is om weer 8 bestemmingsplannen te hebben waarin alle deelplannen, omgevingsvergunningen en beleidsneutrale correcties zijn verwerkt. Hierdoor zal bij inwerkingtreding van de omgevingswet het omgevingsplan van rechtswege overzichtelijker en publieksvriendelijker zijn.
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied 2021 aangegeven.
De plangrens komt in het noorden, oosten en zuiden overeen met de gemeentegrens van Diemen.
Aan de westkant is aangesloten op de plangrens van de bestemmingsplannen ‘Noord’, ‘Centrum’,
‘Plantage de Sniep’ en ‘Bedrijventerrein Diemen’.
Figuur 1-1 Ligging plangebied
1.3 Geldende Plannen
Binnen het plangebied gelden - tot aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Buitengebied 2021 - de volgende bestemmingsplannen:
- Bestemmingsplan 'Buitengebied', opnieuw vastgesteld op 25 juni 2015, op 29 oktober 2015 aangepast onherroepelijk
- Bestemmingsplan 'Stammerdijk 40', vastgesteld op 30 januari 2020, 28 maart 2020 onherroepelijk
- Bestemmingsplan 'Overdiemerweg 33', vastgesteld op 30 januari 2020, 28 maart 2020 onherroepelijk
- Bestemmingsplan 'Openstelling Overdiemerweg Nuonterrein', vastgesteld op 20 juni 2019, 17 augustus 2019 onherroepijk
- Bestemmingsplan '150KV-kabelverbinding Diemen-IJburg', vastgesteld op 17 juni 2021, op 14 augustus 2021 onherroepelijk
De bovenstaande links verwijzen naar de toelichting van de betreffende plannen.
Tevens maakt een groot aantal afwijkingsbesluiten deel uit van het geldende planologische kader. Deze zijn in hoofdstuk 3 van deze toelichting vermeld.
1.4 Aanpak
In het bestemmingsplan Buitengebied 2021 zijn de volgende zaken gecorrigeerd c.q. hersteld:
- Partiële herzieningen en afwijkingen die na 2015 in het plangebied gerealiseerd zijn;
- Ambtshalve zijn correcties doorgevoerd die nodig werden geacht naar aanleiding van wensen vanuit de (toetsings)praktijk. Redactionele onduidelijkheden of gebleken onduidelijkheid over begripsomschrijvingen zijn in de praktijk opgelost bij vergunning verlening. In dit bestemmingplan wordt dit 1 op 1 beleidsneutraal vertaald;
- Verwerking van jurisprudentie en gewijzigde wetgeving. De Monumentenwet is bijvoorbeeld grotendeels opgegaan in de Erfgoedwet.
In het bestemmingsplan is de feitelijke bestaande situatie overgenomen en er is voort geborduurd op het bestaande beleid. Er is sprake van een beleidsneutrale aanpassing. Hieronder wordt het begrip beleidsneutraliteit nader omschreven.
Definitie beleidsneutraliteit
Een beleidsneutraal bestemmingsplan is een plan waarin alleen ruimtelijke ontwikkelingen worden vastgelegd die gericht zijn op het beheer van de feitelijke situatie (gebruik en bouwen). In een beleidsneutraal bestemmingsplan worden geen wezenlijke nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Wel worden vergunde ontwikkelingen, die nog niet in een bestemmingsplan waren opgenomen, positief bestemd. Hiermee wordt een bestaande legale ontwikkeling in het bestemmingsplan geborgd.
Regeltechnisch worden de bestemmingsplannen geactualiseerd en afgestemd op het gemeentelijke handboek digitale bestemmingsplannen. Onderling komt daardoor meer samenhang tussen de verschillende bestemmingsplannen.
Het uitgangspunt van dit bestemmingsplan is dat bestaande planologische mogelijkheden, inclusief de daarin opgenomen afwijkingsmogelijkheden, niet (wezenlijk) worden aangetast. Om te kunnen bepalen of een voorgenomen wijziging nog kan worden beschouwd als 'beleidsneutraal' wordt een voorgenomen wijziging steeds getoetst aan het onderscheidende criterium “of deze wijziging redelijkerwijs was te verwachten”. Bij die toetsing wordt op zichzelf beoordeeld of er sprake is van een wijziging die kan worden beschouwd als liggend in de lijn der verwachtingen en passend in het door de gemeente gevoerde planologische beleid.
Veegactie
Het bestemmingsplan geeft in de toelichting aan om welke onvolkomenheden het gaat en wat is gedaan om dit te corrigeren. Vaak gaat het om redactionele wijzigingen, maar het gaat ook om het verwerken van de binnenplanse en buitenplanse afwijkingsbesluiten (inclusief zogenaamde kruimelafwijkingen) waarvoor een omgevingsvergunningsvergunning is verleend, bijvoorbeeld voor uitbouwen, erkers en dakopbouwen.
Deze besluiten zijn overigens niet in alle gevallen individueel in de regels en/of op de verbeelding verwerkt, maar soms ook via een algemene regel in dit bestemmingsplan wel als toegelaten gebruik en/of (bouw-)werk aangemerkt. Dat betekent dat ook deze afwijkingen via de veegactie positief zijn bestemd.
In hoofdstuk 3 van deze plantoelichting worden deze afwijkingsprocedures en andere aanpassingen vermeld en (waar nodig) toegelicht.
1.5 Functie Van Dit Bestemmingsplan
Dit bestemmingsplan fungeert als een bestemmingsplan dat de tot voorheen ter plaatse van het plangebied geldende bestemmingsplannen vervangt. De bestemming en bijbehorende regels in dit plan zijn van toepassing op die (gedeelten van) bestemmingsplannen.
1.6 Leeswijzer
Het bestemmingsplan Buitengebied 2021 bestaat uit een toelichting, de planregels en een verbeelding.
De toelichting is als volgt opgebouwd:
- Hoofdstuk 1: inleiding op de veegactie
- Hoofdstuk 2: beschrijving van het actuele beleidskader (rijk, regionaal, provincie en gemeente).
- Hoofdstuk 3: beschrijving van de onderdelen van de veegactie voor plangebied Buitengebied 2021.
- Hoofdstuk 4: artikelsgewijze toelichting op de regels.
- Hoofdstuk 5: uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
- Hoofdstuk 6: inhoudsopgave van de bijlagen bij de toelichting.
Na de toelichting volgen de (uit meerdere plannen samengestelde) regels, inclusief de daarbij behorende bijlagen.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
Dit bestemmingsplan wordt beleidsneutraal uitgevoerd. Een uitvoerige toetsing aan het beleid is daarom niet aan de orde. Niettemin moet inzicht worden geboden in de actuele beleidsuitgangspunten van het rijk, de provincie Noord-Holland en de gemeente Diemen. Daartoe worden de belangrijkste beleidsdocumenten in samenvatting weergegeven. Aan het einde van iedere paragraaf wordt overwogen of er uitgangspunten zijn die bij deze veegactie moeten worden betrokken.
2.1 Rijksbeleid
2.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
De Nationale Omgevingsvisie is vastgesteld op 11 september 2020. De NOVI komt voort uit de Omgevingswet, die naar verwachting in 2022 in werking treedt. Het uitgangspunt van de nieuwe aanpak van deze wet is dat ingrepen in de leefomgeving in samenhang plaatsvinden. Zo kunnen bij (gebieds)ontwikkelingen betere en meer geïntegreerde keuzes worden gemaakt.
Vier prioriteiten
Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie in beeld. Het Rijk wil op nationale belangen sturing en richting geven. Dit komt samen in vier prioriteiten:
1. Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie
Nederland moet zich aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en moet in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust zijn. Om dit te bereiken moeten er maatregelen in de leefomgeving getroffen worden zoals het behouden en aanleggen van voldoende groen en wateropslag in de steden. Ook moet Nederland in 2050 een duurzame energievoorziening hebben. Dit kan onder andere gerealiseerd worden door de aanleg van zonnepanelen en windmolens. Windmolens op zee hebben de voorkeur, maar ook op het land zijn ze nodig. Door de windmolens waar mogelijk zo veel mogelijk te clusteren wordt versnippering over het landschap voorkomen en kan de ruimte zo efficiënt mogelijk worden benut. Participatie en invloed van bewoners is daarbij erg belangrijk. Zonnepanelen moeten eerst op daken en gevels worden geplaatst voordat er over wordt gegaan op het plaatsen van zonnepanelen in het landschap. Ook zet het Rijk zich in voor het maken van ruimtelijke reserveringen voor het hoofdenergiesysteem op nationale schaal.
2. Duurzaam economisch groeipotentieel
Nederland werkt toe naar een duurzame, circulaire, kennisintensieve en internationaal concurrerende economie in 2050. Om deze positie te bereiken en te handhaven zijn goede verbindingen via weg, spoor, lucht, water en digitale netwerken vereist. Ook zijn nauwe samenwerkingsverbanden met internationale partners belangrijk, ook op defensieterrein. Het Rijk zet in op het creëren van een innovatief vestigingsklimaat, met een gezonde leefomgeving die inwoners volop voorzieningen biedt op het gebied van wonen, bewegen, recreëren, ontmoeten en ontspannen. Het uitgangspunt is wel dat de economie toekomst bestendig wordt, oftewel concurrerend, duurzaam en circulair. Dit moet worden bereikt door duurzame energiebronnen te gebruiken en productieprocessen te veranderen zodat men niet langer afhankelijk is van fossiele bronnen.
3.Sterke en gezonde regio's
In steden en stedelijke regio's zijn veel nieuwe locaties nodig voor wonen en werken. De voorkeur is om deze locaties binnenstedelijk te realiseren, zodat de open ruimten tussen stedelijke regio's behouden blijven. Dit vraagt optimale afstemming op en investeringen in mobiliteit. Tegelijk moet de leefbaarheid en klimaatbestendigheid in steden en dorpen verbeterd worden. Dit houdt in: schone lucht, voldoende groen, water en publieke voorzieningen waar mensen kunnen bewegen, ontspannen en samenkomen.
Daarbij hoort een uitstekende bereikbaarheid en toegankelijkheid, ook voor mensen met een handicap. De leefomgevingskwaliteit- en veiligheid moet toenemen. Dit betekent dat voorafgaand aan nieuwe ontwikkelingen helder moet zijn welke randvoorwaarden de leefomgevingskwaliteit- en veiligheid stelt en elke maatregelen er nodig zijn wanneer er voor nieuwe ontwikkelingslocaties wordt gekozen. Zo blijft de gezondheid geborgen. Niet alleen groei heeft aandacht in de NOVI. Er wordt ook aandacht besteed aan het versterken van de vitaliteit en leefbaarheid in krimpregio's.
4. Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied
Er ontstaat een nieuw perspectief voor de Nederlandse landbouwsector als koploper in de duurzame
kringlooplandbouw. Een goed verdienpotentieel voor de bedrijven wordt gecombineerd met een minimaal effect op de omgevingskwaliteit van lucht, bodem en water. Dit levert ook een noodzakelijke positieve bijdrage aan het verbeteren van de biodiversiteit. Bodemdaling moet worden aangepakt. Verhoging van het waterpeil is in bepaalde veenweidegebieden op termijn noodzakelijk. Met de betrokken regio's en gebruikers wordt afgesproken waar en hoe deze aanpassingen zorgvuldig moeten worden uitgevoerd. In alle gevallen wordt er ingezet op ontwikkeling van de karakteristieke eigenschappen van het Nederlandse landschap. Dit vertegenwoordigt een belangrijke cultuurhistorische waarde. Verrommeling en versnippering, bijvoorbeeld door wildgroei van distributiecentra, is ongewenst en wordt tegengegaan.
Afwegingsprincipes
De druk op de fysieke leefomgeving in Nederland is zo groot, dat belangen soms botsen. Het streven is
combinaties te maken en win-win situaties te creëren, maar dit is niet altijd mogelijk. Soms zijn er
scherpe keuzes nodig en moeten belangen worden afgewogen. Hiertoe gebruikt de NOVI drie
afwegingsprincipes:
- 1. Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies: In het verleden is scheiding van functies vaak te rigide gehanteerd. Met de NOVI zoekt het Rijk naar maximale combinatiemogelijkheden tussen functies, gericht op een efficiënt en zorgvuldig gebruik van onze ruimte.
- 2. Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal: wat de optimale balans is tussen bescherming en ontwikkeling, tussen concurrentiekracht en leefbaarheid, verschilt van gebied tot gebied. Sommige opgaven en belangen wegen in het ene gebied zwaarder dan in het andere.
- 3. Afwentelen wordt voorkomen: het is van belang dat de leefomgeving zoveel mogelijk voorziet in mogelijkheden en behoeften van de huidige generatie van inwoners zonder dat dit ten koste gaat van die van toekomstige generaties.
2.2 Provinciaal Beleid
2.2.1 Omgevingsvisie Noord-Holland 2050
Op 19 november 2018 hebben de Provinciale Staten de Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 vastgesteld. In de Omgevingsvisie geeft de provincie aan welke provinciale belangen een rol spelen bij de ruimtelijke ordening in Noord-Holland. De visie laat in algemene zin zien wat de ontwikkelprincipes zijn voor de hele provincie om een hoge leefomgevingskwaliteit te bieden.
Ambities
Het leidende principe van de Omgevingsvisie NH2050 is de balans tussen economische groei en
leefbaarheid. Een gezonde en veilige leefomgeving die goed is voor mens, plant én dier. Onder de
hoofdambitie, balans tussen economische groei en leefbaarheid, zijn samenhangende ambities
geformuleerd. Hierbij komen de volgende thema's aan bod:
Leefomgeving:
- Klimaatverandering: een klimaatbestendig en waterrobuust Noord-Holland.
- Gezondheid en veiligheid: het behouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Dit betreft bodem,water, lucht, omgevingsveiligheid, geluidsbelasting en ontwikkeling in de ondergrond.
- Biodiversiteit en natuur: biodiversiteit in Noord-Holland vergroten, ook omdat daarmee andere doelen zoals een gezonde leefomgeving kan worden bereikt.
Gebruik van leefomgeving:
- Economische transitie: een duurzame economie, met innovatie als belangrijke motor. De provincie biedt ruimte aan ontwikkeling van circulaire economie, duurzame landbouw, energietransitie en experimenten.
- Wonen en werken: vraag en aanbod van woon- en werklocaties moeten beter met elkaar in overeenstemming zijn. Woningbouw moet vooral in en aansluitend op de bestaande verstedelijkte gebieden worden gepland, in overeenstemming met de kwalitatieve behoeften en trends.
- Duurzaamheid van de totale voorraad is het uitgangspunt.
- Mobiliteit: Inwoners en bedrijven van de provincie Noord-Holland verplaatsen producten of personen effectief, veilig en efficiënt waarbij negatieve gevolgen van mobiliteit op het klimaat, gezondheid, natuur en landschap steeds nadrukkelijk meegewogen worden. De provincie zet zich in voor het verwerken van mobiliteitsopties die hieraan bijdragen zoals goede OV-verbindingen, uitstekende infrastructuur voor alle modaliteiten en technologische innovatie.
- Landschap: het benoemen, behouden en versterken van unieke kwaliteiten van diverse landschappen en cultuurhistorie.
Energietransitie:
De ambitie voor de energietransitie is dat Noord-Holland als samenleving in 2050 volledig
klimaatneutraal en gebaseerd is op hernieuwbare energie. De provincie biedt de ruimte aan
noodzakelijke energietransitie en de daarvoor benodigde infrastructuur. Daarbij wordt tevens rekening
gehouden met de ambities voor verstedelijking en landschap.
2.2.2 Provinciale omgevingsverordening Noord-Holland 2020
De belangrijkste onderwerpen uit de Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 zijn verankerd in de nieuwe Omgevingsverordening Noord-Holland. Deze vervangt alle bestaande verordeningen die betrekking hebben op de leefomgeving zoals de Provinciale Ruimtelijke Verordening, de Provinciale Milieuverordening, de Waterverordeningen en de Wegenverordening. De provincie wil een eenvoudiger, duidelijker en meer integraal systeem van regels. Met meer ruimte voor lokaal en regionaal maatwerk en bestuurlijke afwegingsruimte. Om dat te bereiken heeft de provincie samen met haar partners de Omgevingsverordening opgesteld.
Voor de provincie betekent dit een andere, nieuwe manier van werken. Ook de regels worden op een nieuwe manier opgesteld. De nieuwe regels richten zich op het ‘hoe’: hoe kom je tot een goede fysieke leefomgeving? De fysieke leefomgeving staat voor alles wat mensen zien, voelen en ruiken zoals gebouwen, wegen, parken, bossen, rivieren en een schone lucht. Voorheen richtten de regels zich vooral op het ‘wat’: wat mag niet en welke uitzonderingen gelden? Het gaat dus meer om het doel en minder om het middel. In de Omgevingsverordening NH2020 worden daarvoor de eerste stappen gezet.
Gedeputeerde Staten hebben de Omgevingsverordening NH2020 op 16 november 2020 vastgesteld. Op 26 april 2021 hebben Gedeputeerde Staten de Ontwerp - Omgevingsverordening NH2022 vastgesteld. Deze zal tegelijk in werking treden met de Omgevingswet.
Gevolgen voor de veegactie
Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord-Holland en de daartoe door de provincie gestelde (bestaande en toekomstige) regels geven geen aanleiding tot het doorvoeren van aanpassingen in het plan. Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. De Omgevingsverordening NH2020 geeft dus ook geen beperkingen.
2.3 Gemeentelijk Beleid
2.3.1 Omgevingsvisie Diemen 2040
In de Omgevingsvisie 2040 kiest Diemen tot 2040 voor een heldere scheiding tussen het stedelijke gezonde dorp en het groene buitengebied. In het stedelijke gezonde dorp wordt ruimte gezocht voor verschillende maatschappelijke opgaven, zoals de grote behoefte aan betaalbare woningen en tevens voorzieningen zoals sportvoorzieningen, scholen, recreatieve voorzieningen en zorgvoorzieningen. Ingezet wordt op een gezonde, leefbare en duurzame leefomgeving met voldoende ruimte voor groen en water in de wijken die gebruikt kunnen worden door mens, plant en dier. Verder is de inzet gericht op ontmoeting en verbinding door het maken en verbeteren van ontmoetingsplekken in elke buurt en aantrekkelijke wandel- en fietsroutes. Diemen vindt het belangrijk dat het buitengebied groen en rustig blijft en geen onderdeel gaat worden van het bebouwde gebied. In het buitengebied van Diemen kun je namelijk juist aan de stedelijke drukte ontsnappen, recreëren, rust vinden en ontspannen in het groen en de natuur. In het buitengebied wordt gezocht naar de balans tussen natuur, kleinschalige recreatie, bereikbaarheid, klimaatadaptatie en energieopwekking.
Gevolgen voor de veegactie
De bestaande plannen voldoen reeds aan de Omgevingsvisie. Wel worden de plannen op ondergeschikte onderdelen aangepast aan de beleidsuitvoering in de praktijk, bijvoorbeeld door het wegnemen van onjuistheden en omissies. Door de veegactie wordt de bruikbaarheid van de plannen vergroot, hetgeen ook de uitvoering van het gemeentelijk beleid ten goede komt.
Hoofdstuk 3 Planbeschrijving
3.1 Toelichting Op De Veegactie
Zoals in paragraaf 1.4 is beschreven, heeft dit bestemmingsplan tot doel in één keer diverse correcties en wijzigingen aan te brengen. In deze paragraaf worden de betreffende correcties/wijzigingen toegelicht. Er wordt gemotiveerd aangegeven wat in het bestemmingsplan geregeld wordt en op welke wijze. In deze paragraaf volgt eerst een algemene toelichting op de totstandkoming van het nieuwe bestemmingsplan.
Verbeelding
De verbeelding is gemaakt op basis van de bestaande verbeeldingen van de bestemmingsplannen in het plangebied. Tot de bestaande bestemmingsplannen behoren het oorspronkelijk vastgestelde (gebieds-)bestemmingsplan binnen een gebied, maar ook herzieningen (postzegelbestemmingsplannen) die daarna zijn vastgesteld. Al deze plannen zijn samengevoegd tot een nieuwe verbeelding. Vervolgens zijn afwijkingsbesluiten binnen het plangebied, en die nog niet in een bestemmingsplan waren opgenomen, ingetekend op de verbeelding. Tot slot zijn enkele (ambtshalve geconstateerde) correcties en omissies verwerkt. Dit betreft voor een groot deel het herstellen van afwijkingen op de site www.ruimtelijkeplannen.nl ten opzichte van hetgeen de gemeenteraad heeft vastgesteld (bijvoorbeeld het wegvallen van een bouwhoogte die wel in het bestemmingsplan opgenomen was dat de raad vastgesteld heeft).
Regels
Net als bij de verbeelding zijn de regels van de verschillende, samen te voegen bestemmingsplannen geïntegreerd aangepast tot één nieuwe set aan regels. Uiteraard zijn ook de bij de regels behorende bijlagen hierbij opgenomen. Daar waar er nog geen regels van toepassing waren, zoals in het geval van afwijkingsbesluiten, zijn de besluiten gedetailleerd in bestaande en/of nieuwe regels verwerkt. Daarbij is zo dicht mogelijk aangesloten op de detaillering, systematiek en terminologie van de andere regels. Ook in de regels zijn op enkele onderdelen correcties doorgevoerd en omissies weggenomen. Op deze wijze is een volledige, actuele set aan regels ontstaan die nauw correspondeert met de nieuwe verbeelding, zowel vanuit juridisch oogpunt als uit oogpunt van digitale raadpleegbaarheid. Daarnaast zijn bepaalde onderdelen uit de regels aangepast om meer uniformiteit te bereiken. Het gaat hier om de begripsbepalingen en algemene regels van de woonbestemmingen binnen het plangebied.
Toelichting
Een volledige integratie is niet doelmatig. Het draagt ook niet bij aan de doelstelling van de gemeente om het planologisch-juridisch kader op een overzichtelijk en publieksvriendelijke manier beschikbaar te stellen. Verder is het ook juridisch niet strikt noodzakelijk. Daarom is gekozen voor een pragmatische en publieksvriendelijke oplossing. Voor ieder nieuw bestemmingsplan is een nieuwe, compacte plantoelichting opgesteld, met daarin:
- een algemene beschrijving van de veegactie;
- een duidelijk overzicht van de aanpassingen (samenvoegingen, aanpassingen en correcties), waar nodig voorzien van toelichtende beschrijvingen;
- een actuele artikelsgewijze toelichting, waarin alle opgenomen regels zijn voorzien van nadere uitleg.
Het raadplegen van de (oude) toelichtingen en bijlagen van de bestaande plannen is mogelijk via de bijlagen bij deze toelichting. Hoofdstuk 6 geeft hiervan een overzicht.
Jurisprudentie en gewijzigde wetgeving
Bij het integreren van plannen en verwerken van besluiten en correcties is recente jurisprudentie en gewijzigde wetgeving waar nodig en waar mogelijk meegenomen. Hierbij is er wel voor gewaakt dat een aanpassing zou (kunnen) leiden tot niet-beleidsneutrale aanpassingen.
3.2 Overzicht Van Aanpassingen In Het Plangebied
In deze paragraaf zijn de belangrijkste aanpassingen aangegeven die op dit bestemmingsplan betrekking hebben. De meest specifieke aanpassingen zijn met het oog op efficiënte verwijzing uniek genummerd.
Daar waar wordt verwezen naar een artikel- of lidnummer wordt het (nieuwe) artikel- of lidnummer bedoeld zoals opgenomen in dit plan. Dit nieuwe artikel- of lidnummer kan afwijken van het artikel- of lidnummer in het bestaande bestemmingsplannen.
Samenvoeging bestaande plannen
- 1. Bestemmingsplan 'Buitengebied', opnieuw vastgesteld op 25 juni 2015, op 29 oktober 2015 aangepast onherroepelijk;
- 2. Bestemmingsplan 'Stammerdijk 40', vastgesteld op 30 januari 2020, 28 maart 2020 onherroepelijk;
- 3. Bestemmingsplan 'Overdiemerweg 33', vastgesteld op 30 januari 2020, 28 maart 2020 onherroepelijk;
- 4. Bestemmingsplan 'Openstelling Overdiemerweg Nuonterrein', vastgesteld op 20 juni 2019, 17 augustus 2019 onherroepelijk;
- 5. Bestemmingsplan '150KV-kabelverbinding Diemen-IJburg', vastgesteld op 17 juni 2021, op 14 augustus 2021 onherroepelijk.
Verwerking vergunde afwijkingen
- 6. Het bouwen en exploiteren van een attentiezuil en het plaatsen van een hekwerk naast de Rijksweg A1;
- 7. Het gebruik van een perceel van 5000 m2 ten behoeve van horeca (horecagelegenheid Diemerbos (2019));
- 8. Het realiseren van een geluidscherm (SAA-Geluidscherm 28);
- 9. Het realiseren van extra parkeerplekken langs de openbare weg (insteek- ipv langsparkeren) (Stammerhove Parkeren (2014);
- 10. Het plaatsen van zonnepanelen op twee velden op Nuon Locatie Diemen;
- 11. Het realiseren van een E-boiler op het terrein van de elektriciteitscentrale;
- 12. Het realiseren van een kunstwerk bestaande uit twee objecten op de dijk bij Fort Diemerdam;
- 13. Kleine vergroting van het bouwvlak bij Overdiemerweg 14;
- 14. Hekwerk tot maximaal 1,8 meter toestaan ten behoeve van het gemaal nabij Overdiemerweg 15;
- 15. Een klimtoren van maximaal 10 meter hoog bij Overdiemerweg 41;
- 16. Een nokhoogte van 4,95 meter (afwijkende bouwhoogte) voor een schuur ter plaatse van Stammerdijk 29;
- 17. Het plaatsen van meer dan één bijbehorend bouwwerk in een tuin voor een woonboot bij Stammerdijk 35D;
- 18. Een veranda aan de voorzijde van Stammerdijk 38;
- 19. Het bouwvlak aan de achterzijde verlengen met 1,8 meter ter plaatse van Stammerdijk 41;
- 20. Een nieuwe parkeerplaats nabij Stammerdijk 41;
- 21. Aanpassing van de maten van de in-/uitrit ter plaatse van Overdiemerweg 34 (voorheen 33), betreft tijdelijk naar definitief;
- 22. Er zijn ook drie binnenplanse afwijkingen verwerkt ter plaatse van Overdiemerweg 22 en 23 en Stammerdijk 35/35B voor verruiming van het bouwvlak;
- 23. Het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning ter plaatse van Muiderstraatweg 61.
Belangrijke aanpassingen vanuit wetgeving en jurisprudentie
- 24. In art. 21.1 van de regels (Wonen) is de term wonen vervangen door woningen.
Verwerking overige aanpassingen
- 25. In de regels voor aan-huis-verbonden beroepen is verduidelijkt dat een 'bed & breakfast' voor maximaal 4 personen niet is uitgesloten (in het eerdere plan werd over 4 bedden gesproken);
- 26. De 150 kV ondergrondse hoogspanningsleidingen zijn opgenomen in de verbeelding en verwerkt in de regels;
- 27. De warmwaterleiding van de elektriciteitscentrale richting IJburg is opgenomen in de verbeelding;
- 28. Ter plaatse van Fort Diemerdam, Overdiemerweg 37A, is de per ongeluk op ruimtelijkeplannen.nl vervallen aanduiding horeca (artikel 5.1.2) teruggeplaatst. Tevens is in de regels verduidelijkt dat een terras bij de horecalocatie toegestaan is;
- 29. De manege tussen de spoorweg en de A1 is niet meer aanwezig. Het gebied is in het tracébesluit aangewezen voor natuurcompensatie en is inmiddels ook als NNN begrensd. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wro - zone wijzigingsgebied 1' is de bestemming gewijzigd naar 'Natuur'. De gebiedsaanduiding 'Wro - zone wijzigingsgebied 1' en de enkelbestemmingen 'Sport - Manege' en 'Natuur - Weiland' zijn hier weggehaald. Ook is de wijzigingsbevoegdheid voor Wro - zone wijzigingsgebied 1 uit de regels gehaald;
- 30. De tijdelijke werkterreinen tussen de spoorweg en de A1 zijn uit het plan verwijderd (conform Tracébesluit moesten deze tot en met eind 2020 opgenomen worden);
- 31. De per ongeluk opgenomen maatvoering voor de maximum bouwhoogte op een deel van het terrein van de elektriciteitscentrale is verwijderd, deze is in strijd met het Barro;
- 32. De per ongeluk op ruimtelijkeplannen.nl weggevallen bouwhoogtes ter plaatse van Overdiemerweg 34 (voorheen 33) zijn op de verbeelding teruggeplaatst;
- 33. De per ongeluk op ruimtelijkeplannen.nl weggevallen gebiedsaanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied' ter plaatse van de Stammerdijk 29c tot en met 35 is teruggeplaatst;
- 34. Aanpassing artikel 7.1: i.p.v. van alleen scholen en kinderopvang alle geluidgevoelige voorzieningen uitsluiten (deze kunnen zich hier immers geen van allen vestigen als gevolg van het gezoneerde industrieterrein);
- 35. Maximale hoogte lichtmasten en ballenvangers aanpassen aan werkelijke hoogte (18 m ipv 15 m);
- 36. Toevoegen aanduiding 'specifieke bouwaaanduiding – overkapping' in het weiland naast Stammerhove om de daarbij behorende regeling enkel op deze plek te laten gelden;
- 37. Correctie van de plangrens tussen bestemmingsplan 'Plantage - deelplannen Zuid en Sportbuurt' en bestemmingsplan 'Buitengebied'. Een gedeelte van het bestemmingsplan 'Buitengebied' is bij het bestemmingsplan 'Plantage - deelplannen Zuid en Sportbuurt' gevoegd vanwege het bestemmen van een school;
- 38. Bijlage 3 van de regels, de inventarisatie oeverlanden De Diemen, is geactualiseerd;
- 39. Art. 37.2 i.c.m. Art. 1.17: regeling bestaande maten, waardoor de verleende vergunningen op grond van dit plan rechtens zijn toegelaten.
Overige aanpassingen van ondergeschikte aard
- Stroomlijnen begripsomschrijvingen, meetomschrijvingen en algemene regels (aan de hand van het handboek regels).
- Tekstuele correcties.
- Aanpassing (door-)nummering als gevolg van de veegactie.
- Correcties op de verbeelding.
- In artikel 20.2.1 lid b zijn de huisnummers gewijzigd.
Gat in verbeelding
In de verbeelding zit nog een gat, omdat hier een plan ligt dat nog niet onherroepelijk is vastgesteld. Het gaat om het volgende plan:
- Het bouwen van een biomassaketel NUON Overdiemerweg 35.
Hoofdstuk 4 Juridische Planopzet
4.1 Standaard En Plansystematiek
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (kaart), regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridische plan. De plantoelichting heeft geen bindende rechtskracht.
Standaard
Het bestemmingsplan Buitengebied 2021 is opgesteld en ingericht conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).
Systematiek
Dit bestemmingsplan is een gedetailleerd bestemmingsplan, dat wil zeggen dat aan de meeste percelen en gebieden specifieke bestemmingen zijn toegekend, in plaats van globale bestemmingen. In het kader van de veegactie zijn de bestemmingen en regels uit de bestaande bestemmingsplannen voor het overgrote deel onverkort gehandhaafd. In hoofdstuk 3 is aangegeven op welke onderdelen dit bestemmingsplan van de bestaande bestemmingsplannen afwijkt.
4.2 Toelichting Op De Regels
Deze paragraaf bevat een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. Daarnaast wordt in deze paragraaf ingegaan op de overige regels uit het bestemmingsplan. Conform SVBP2012 zijn de regels onderverdeeld in vier hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de planregels. Dit artikel voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.
Artikel 2 Wijze van meten
In dit artikel is bepaald hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moeten worden. Evenals de begripsbepalingen voorkomen de bepalingen inzake de wijze van meten interpretatieverschillen bij de toepassing van de planregels.
Hoofdstuk 2 Bestemmingen
Artikel 3 Bedrijf
De (niet-agrarische) bedrijven in het plangebied zijn bestemd als ‘Bedrijf’. De bedrijven hebben een maatbestemming gekregen. Dit houdt in dat per perceel een aanduiding is opgenomen die aangeeft welke bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan. Andere bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan.
In de regels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt om de bestemming ‘Bedrijf’ te wijzigen in ‘Wonen’ bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten. Voorwaarde is dat minimaal 50% van de bedrijfsgebouwen gesloopt wordt. In de overgebleven 50% van de bedrijfsgebouwen (en bedrijfswoning) mogen maximaal twee woningen worden gerealiseerd. Indien gewenst kunnen er in plaats daarvan één of twee nieuwe woningen geplaatst worden. Het hiervoor benodigde oppervlakte dient dan extra (op de 50%) aan bedrijfsgebouwen gesloopt te worden.
Ook is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de huidige bedrijfsactiviteiten om te zetten in een recreatief bedrijf. Voorwaarde is dat uitsluitend recreatieve voorzieningen zijn toegestaan, onderschikte kleinschalige horeca is toegestaan, sprake is van een bestendige verbetering van het landschap, de recreatieve functie van het buitengebied wordt versterkt en dat de wijziging niet zal leiden tot een toename van de verkeersaantrekkende werking. Met een bestendige verbetering van het landschap wordt onder andere bedoeld het behoud van karakteristieke bebouwing, afname van het totaal bebouwd oppervlakte, het tegengaan van verrommeling en een goede inpassing in het landschap.
Artikel 4 Bedrijf - Elektriciteitscentrale
Voor de elektriciteitscentrale is een aparte bedrijfsbestemming opgenomen. Ten aanzien van de installaties voor grootschalige elektriciteitsopwekking zijn conform het Barro geen hoogtebeperkingen gesteld, met uitzondering van de maximale toegestane hoogte van 146 meter NAP conform het Luchthavenindelingsbesluit. Voor de overige bouwwerken gelden wel maximale hoogtes. Daarnaast zijn onder andere aanduidingen opgenomen in de verbeelding voor zonnepanelen en een E-boiler.
Om de realisatie van het bedrijfsgebouw ten behoeve van de logistieke dienstverlener mogelijk te maken is de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – logistieke dienstverlening’ opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding zijn de gronden mede bestemd voor logistieke dienstverlening, waarbij de minimum en maximum bouwhoogte is aangeduid op de verbeelding. Ook zijn twee aanduidingen ten behoeve van de landschappelijke inpassing op de verbeelding opgenomen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – logistieke dienstverlening' gelden specifieke gebruiksregels. In deze gebruiksregels zijn vier voorwaardelijke verplichtingen opgenomen en is een regeling opgenomen ten aanzien van parkeren. Daarin is bepaald dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, waarbij een norm van 1,2 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak wordt gehanteerd.
Artikel 5 Gemengd
Deze gemengde bestemming is opgenomen voor het Fort Diemerdam. Binnen de bestemming is dagrecreatie, natuur, tentoonstellingsruimte en vergader-/kantoorruimte toegestaan. Tevens is ter plaatse van de aanduiding 'horeca' horeca 1 en 2b toegestaan, zoals bedoeld in de Staat van Horeca-activiteiten, met uitzondering van een hotel. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische, monumentale en ecologische waarden. Rond de bebouwing zijn bouwvlakken ingetekend met de toegestane maximale hoogtes. De twee kunstwerken zijn met een aanduiding op de verbeelding weergegeven.
Artikel 6 Gemengd - Stadslandgoed
Binnen deze bestemming is een zorgboerderij mogelijk met 24 verblijfseenheden voor cliënten en een bedrijfswoning. De toegestane plaatsing van teeltondersteunende voorzieningen en het erf zijn met een aanduiding aangegeven. Rond de hoofdgebouwen is een bouwvlak opgenomen met maximale toegestane goot- en bouwhoogtes.
Artikel 7 Maatschappelijk
De bestemming Maatschappelijk is opgenomen voor boerderij Zeehoeve. Binnen deze bestemming zijn allerlei maatschappelijke voorzieningen toegestaan, met uitzondering van geluidgevoelige voorzieningen zoals scholen en kinderopvang. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische en monumentale waarden. Het hoofdgebouw is binnen een bouwvlak opgenomen. Buiten het bouwvlak is nog 300 m2 aan erfbebouwing toegestaan. Een klimtoren van maximaal 10 meter hoog is met een aanduiding op de verbeelding opgenomen.
Artikel 8 Natuur
De Diemervijfhoek is bestemd als ‘Natuur’.Ter plaatse zijn de gronden bestemd voor behoud en ontwikkeling van natuurwetenschappelijke, ecologische en landschappelijke waarden. Daarnaast is in het westelijk deel extensieve recreatie gericht op natuurbeleving toegestaan. Ook delen van het Diemerbos (ten oosten van de A9) en een terrein tussen het spoor en de A1 (voormalige manege) hebben deze bestemming. Ook hier is alleen extensief recreatief medegebruik toegestaan. Qua bouwmogelijkheden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen toegestaan. Via een afwijking is een beperkt aantal openbare schuilhutten, uitkijkposten en steigers toegestaan. Ten behoeve van het behoud van de aanwezige waarden is het verboden bepaalde werkzaamheden uit te voeren zonder een omgevingsvergunning.
Artikel 9 Natuur - Bosgebied
Het bosgebied heeft primair een natuurfunctie en een recreatieve functie. Het gebied is bestemd als Natuur – Bosgebied. Ter plaatse zijn de gronden bestemd voor de ontwikkeling en het behoud van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden. Daarnaast is recreatief medegebruik toegestaan. Ten behoeve van het behoud van de aanwezige waarden is het verboden bepaalde werkzaamheden uit te voeren zonder een omgevingsvergunning. Bij de entree van het Diemerbos is een horecavoorziening bij recht bestemd. De scouting is binnen de bestemming met de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - scouting’ aangegeven. De kleine horecakeet wordt met een wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. Voorwaarde is onder andere dat voldaan moet worden aan de ruimtelijke kwaliteitseisen, zoals benoemd in artikel 15 van de PRVS. Ook is een wijzigingsbevoegdheid voor een evenemententerrein opgenomen. Binnen de bestemming zijn bij recht verder uitsluitend een beperkt aantal openbare schuilhutten en uitkijkposten (en enkele kleine schuilstallen) toegestaan.
Artikel 10 Natuur - Water
De bestemming ‘Natuur – Water’ is opgenomen voor De Diemen en de bijbehorende oeverlandjes. De gronden zijn bestemd voor behoud en ontwikkeling van natuurlijke, ecologische en landschappelijke waarden, water, waterhuishoudkundige doeleinden en extensief recreatief medegebruik gericht op natuurbeleving. Ten behoeve van het behoud van de aanwezige waarden is het verboden bepaalde werkzaamheden uit te voeren zonder een omgevingsvergunning. Het gebruik van recreatiemiddelen op de oeverlandjes is daarmee niet toegestaan. Het in het oude bestemmingsplan opgenomen uitsterfbeleid is in dit bestemmingsplan voortgezet. Ter plaatse van de natuurijsbaan, de jachthaven, en ligplaatsen van boten is een aanduiding opgenomen. Ook de openbare steiger in de tweede Diem is met een aanduiding binnen de bestemming opgenomen. Binnen de bestemming zijn uitsluitend gebouwen ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan.
Artikel 11 Natuur - Weiland
De weilanden met hoofdzakelijk een natuurfunctie en tevens een agrarische en recreatieve functie zijn bestemd als ‘Natuur – Weiland’. Naast het behoud en ontwikkeling van natuurwetenschappelijke, ecologische en landschappelijke waarden, zijn de gronden bestemd voor het beweiden door dieren en recreatief medegebruik. Ten behoeve van het behoud van de aanwezige waarden is het verboden bepaalde werkzaamheden uit te voeren zonder een omgevingsvergunning. Qua bouwmogelijkheden zijn uitsluitend een beperkt aantal openbare schuilhutten en uitkijkposten (en enkele kleine schuilstallen) toegestaan. Bestaande gebouwen zijn met een aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - bouwwerken’ op de verbeelding weergegeven. Deze bebouwing mag niet worden vergroot. Achter de woonpercelen is binnen deze bestemming via een afwijking onder voorwaarden de aanleg van een paardenbak mogelijk.
Artikel 12 Sport
Sportpark Diemen is bestemd als ‘Sport’. Binnen deze bestemming zijn buiten- en veldsporten toegestaan. Ondergeschikt hieraan zijn niet geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen en horecavoorzieningen (kantine) toegestaan. Door de nabije ligging van het spoor zijn geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen niet toegestaan. Daarom is voor het toestaan van kinderopvang een wijzigingsbevoegdheid opgenomen met als voorwaarde dat de haalbaarheid van het plan vanuit het oogpunt van externe veiligheid wordt aangetoond en dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder. Buitenschoolse Opvang (kinderen ouder dan 4 jaar) is wel toegestaan. Er is een globale bebouwingsregeling opgenomen die bepaald, dat op het gehele sportterrein maximaal 4.000 m2 aan bebouwing is toegestaan. Om de bouwmogelijkheden tussen de sportverenigingen enigszins te verdelen is per gebouw een maximum oppervlakte van 1.000 m2 gesteld.
Artikel 13 Sport - Manege
De manege aan de Stammerdijk heeft conform SVBP2008 een sportbestemming. Rond de gebouwen is een ruim bouwvlak opgenomen. Binnen het bouwvlak geldt dat maximaal het op de verbeelding aangeduide oppervlakte aan bebouwing is toegestaan. Tevens gelden diverse maximale goot- en bouwhoogtes.
Artikel 14 Tuin
Deze bestemming is opgenomen voor de tuinen/erven die bij de woonboten in de Weespertrekvaart horen. Binnen de bestemming is ter plaatse van de bouwaanduiding één bijgebouw per woonboot toegestaan. Voor het overige is geen bebouwing toegestaan. Ook de buitendijkse gronden ten noorden van het perceel Stammerdijk 44 zijn bestemd als ‘Tuin’. Hier mogen geen gebouwen en overkappingen gebouwd worden. Ter plaatse van Stammerdijk 35D is een aanduiding toegevoegd op de verbeelding waar 3 bouwwerken zijn toegestaan.
Artikel 15 Verkeer
De lokale wegen in het plangebied zijn bestemd als ‘Verkeer’. Binnen de verkeersbestemming kunnen ook voet- en fietspaden, bermen en sloten vallen. Voor de nieuwe situatie van de OOIJ (Oostelijke Ontsluitingsweg IJburg) met een busbaan is het maximale profiel beschreven. Binnen de bestemming zijn uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen toegestaan.
Artikel 16 Verkeer - Railverkeer
Deze bestemming is opgenomen voor de spoortrajecten Amsterdam–Zutphen en Weesp–Leiden. Bermen en taluds zijn binnen de bestemming mogelijk. In de bestemming worden uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogelijk gemaakt. Daarnaast zijn ook voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit, zoals geluidschermen en luchtkwaliteitschermen toegestaan.
Artikel 17 Verkeer - Weg
De rijkswegen zijn bestemd als ‘Verkeer – Weg’. Binnen deze bestemming zijn ook voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit, zoals geluidschermen en luchtkwaliteitschermen toegestaan. Ook hier geldt dat uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen zijn toegestaan.
Artikel 18 Water - Natuur
Het IJmeer heeft de bestemming ‘Water – Natuur’ gekregen. Ter plaatse zijn de gronden bestemd voor water, waterhuishoudkundige en waterstaatkundige doeleinden, behoud en ontwikkeling van natuurwetenschappelijke, ecologische en landschappelijke waarden en recreatief medegebruik, gericht op natuurbeleving, zoals vogels kijken. Ten behoeve van het behoud van de aanwezige waarden is het verboden bepaalde werkzaamheden uit te voeren zonder een omgevingsvergunning. Binnen de bestemming zijn uitsluitend gebouwen ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan.
Artikel 19 Water - Waterweg
De bestemming ‘Water – Waterweg’ is voor het Amsterdam-Rijnkanaal opgenomen, omdat dit een hoofdvaarroute betreft. De gronden zijn naast water, waterhuishoudkundige en waterstaatkundige doeleinden dan ook bestemd voor verkeer te water en recreatief medegebruik.
Artikel 20 Water - Woonschepenligplaats
De woonboten in de Weespertrekvaart aan de Stammerdijk zijn bestemd als ‘Water – Woonschepenligplaats. In de bouwregels zijn de maximale lengte en breedte per woonboot vastgelegd. Ook is een maximale bouwhoogte opgenomen. Via een afwijking is een uitbreiding van 20% tot maximaal 25 m2 per woonboot toegestaan, indien de waterbeheerder geen bezwaar heeft tegen de uitbreiding.
Artikel 21 Wonen
De aanwezige woningen binnen het plangebied zijn bestemd als ‘Wonen’. De hoofdgebouwen zijn in een bouwvlak opgenomen. Dit bouwvlak is aan de voorzijde strak rond het gebouw getrokken. Achter het verlengde van de voorgevellijn is erfbebouwing toegestaan. Standaard wordt 50 m2 per perceel aan erfbebouwing toegestaan. Indien conform het voorgaande bestemmingsplan meer erfbebouwing mogelijk was, is dit op de verbeelding ter plaatse van het betreffende perceel met een aanduiding weergegeven. Ook de toegestane maximale goot- en bouwhoogte is op de verbeelding aangegeven. Op de percelen zijn twee woningen in het hoofdgebouw toegestaan. Ondergeschikt aan de woonfunctie mogen aan huis verbonden beroepen of bedrijven worden uitgeoefend (waaronder een bed & breakfast tot maximaal 4 personen). Via een afwijking zijn ondergeschikte nevenactiviteiten in de vorm van een bed & breakfast voor meer dan 4 personen, een theetuin en overige kleinschalige horeca mogelijk mits aan de voorwaarden voldaan wordt.
Op het perceel waar nog agrarische activiteiten plaatsvinden, is de aanduiding ‘agrarisch’ opgenomen. De voormalige agrarische bedrijfspercelen, die volledig als wonen in gebruik zijn, hebben de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – voormalig agrarisch bedrijfsperceel’ gekregen. Ter plaatse zijn hobbymatige agrarische activiteiten toegestaan. Via een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk een nieuwe tweede woning op het perceel te realiseren. Hieraan zijn diverse randvoorwaarden gebonden. De ingreep mag geen negatief effect hebben op de karakteristieke historische bebouwing. Een andere randvoorwaarde is, dat bestaande bijgebouwen deels gesloopt dienen te worden en gebouwen die onder het overgangsrecht vallen geheel gesloopt moeten worden. De oppervlakte van de nieuwe woning wordt tweemaal in mindering gebracht op de toegestane oppervlakte aan erfbebouwing. Ook hier geldt dat de woning ondergeschikt dient te zijn aan het hoofdgebouw, ondanks dat de tweede woning een eigen bouwvlak krijgt en daarmee ook als hoofdgebouw wordt aangemerkt en niet meer als erfbebouwing. Bij de bouw een tweede woning blijft de toegestane maximale oppervlakte aan erfbebouwing (na vermindering sloop bijgebouwen) gelden voor het totale bestemmingsvlak. Op basis van het bestemmingsplan wordt hierin geen verdeling gemaakt. Dit houdt in dat de gemeente vergunningen verleend tot de maximale toegestane oppervlakte, ongeacht wie de vergunning aanvraagt. Het is dan ook raadzaam dat de eigenaren bij verkoop van de tweede woning / kadastrale splitsing zelf afspraken maken over de verdeling van de erfbebouwing.
Bij de afwijking ten behoeve van beroeps- of bedrijfsuitoefening aan huis en ondergeschikte nevenactiviteiten en bij de wijzigingsbevoegdheid voor een tweede woning is als randvoorwaarde opgenomen dat er sprake moet zijn van een bestendige verbetering van het landschap, passend bij het buitengebied. Deze bestendige verbetering houdt onder andere het behoud van karakteristieke bebouwing, afname van het totaal bebouwd oppervlakte, het tegengaan van verrommeling en een goede inpassing in het landschap in. In de woonbestemming is een mogelijkheid opgenomen om het bouwvlak met 20% te verruimen tot een maximum van 25 m2 per bouwvlak. Op basis van het voorgaande bestemmingsplan Buitengebied is op een aantal percelen al gebruik gemaakt van deze regeling. In principe is het niet wenselijk dat op deze percelen nogmaals gebruik wordt gemaakt van deze regeling. Naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State (11 maart 2015) is voor het perceel Overdiemerweg 7A de uitbreiding opgenomen in dit bestemmingsplan. Daarnaast is voor de percelen Overdiemerweg 22, 23 en Stammerdijk 35, 35B en 41 de binnenplanse afwijking voor verruiming van het bouwvlak met 20% verwerkt. Het is niet mogelijk om de regeling voor deze percelen nog een keer toe te passen.
Ter plaatse van de twee buitendijkse woningclusters (Stammerdijk 29c t/m 35 en Overdiemerweg 21 t/m 28) is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bouwvlakken te veranderen van vorm of situering.
Artikel 22 Leiding
Ter plaatse van de warmtetransportleiding in het IJmeer, de warmtetransportleiding naar IJburg en de warmtetransportleiding naar Amsterdam Zuidoost door het Diemerbos is de dubbelbestemming ‘Leiding’ opgenomen. Deze dubbelbestemming waarborgt een ongestoorde ligging van de leiding.
Artikel 23 Leiding - Gas
Voor de aanwezige hoofdaardgastransportleiding is de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ opgenomen. Deze dubbelbestemming waarborgt een ongestoorde ligging van de leiding en daarmee tevens de externe veiligheid.
Artikel 24 Leiding - Hoogspanning
De dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' geldt, naast de andere aldaar voorkomende bestemming(en), voor de aangewezen gronden voor een ondergrondse hoogspanningsverbinding. Binnen deze dubbelbestemming dient er voor het uitvoeren van werkzaamheden of bouwen van bouwwerken of gebouwen toestemming gevraagd te worden van de leidingbeheerder. De dubbelbestemming Leiding-Hoogspanning is beleidsneutraal opgenomen in dit bestemmingsplan conform de AlgemeneVerordeningOndergrondse Infrastructuur gemeente Diemen.
Artikel 25 Leiding - Hoogspanningsverbinding
De dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' geldt, naast de andere aldaar voorkomende bestemming(en), voor de aangewezen gronden voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding. Binnen deze dubbelbestemming dient er voor het uitvoeren van werkzaamheden of bouwen van bouwwerken of gebouwen toestemming gevraagd te worden van de leidingbeheerder.
Artikel 26 Waarde - Archeologie 1
De archeologische waarden in het gebied zijn conform de ‘Gemeentelijke archeologische beleidskaart’ bestemd met de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’. Ter plaatse van de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 1’ dient, ter bescherming van de archeologische waarden, voor (grond)werkzaamheden dieper dan 50 cm een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.
Artikel 27 Waarde - Archeologie 2
De archeologische waarden in het gebied zijn conform de ‘Gemeentelijke archeologische beleidskaart’ bestemd met de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’. Ter plaatse van de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 2’ dient, ter bescherming van de archeologische waarden, voor (grond)werkzaamheden groter dan 50 m2 en dieper dan 50 cm een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.
Artikel 28 Waarde - Archeologie 3
De archeologische waarden in het gebied zijn conform de ‘Gemeentelijke archeologische beleidskaart’ bestemd met de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’. Ter plaatse van de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 3’ dient, ter bescherming van de archeologische waarden, voor (grond)werkzaamheden groter dan 500 m2 en dieper dan 50 cm een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.
Artikel 29 Waarde - landschap - Stelling van Amsterdam
Ter plaatse van het Nationaal Landschap ‘De Stelling van Amsterdam’ is de dubbelbestemming ‘Waarde – Landschap – Stelling van Amsterdam’ opgenomen ten behoeve van de instandhouding en bescherming van de universele waarden van het UNESCO-werelderfgoed Stelling van Amsterdam. Ter plaatse van deze dubbelbestemming mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd, indien de waarden niet worden geschaad. Bij de afweging of waarden worden geschaad, wordt advies ingewonnen bij de Provincie Noord-Holland.
Artikel 30 Waterstaat - Waterkering
De primaire en secundaire waterkeringen worden beschermd door de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering’.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen:
Artikel 31 Antidubbeltelregel
In deze regel is vastgelegd dat grond die in aanmerking moest worden genomen bij het verlenen van een omgevingsvergunning, waarvan de uitvoering heeft plaatsgevonden of alsnog kan plaatsvinden, bij de beoordeling van een andere aanvraag om omgevingsvergunning niet opnieuw in beschouwing mag worden genomen.
Artikel 33 Algemene gebruiksregels
In de algemene gebruiksregels is een algemeen verbod op strijdig gebruik opgenomen, en wordt een aantal voorbeelden genoemd wat in ieder geval als strijdig gebruik wordt beschouwd.
Artikel 34 Algemene aanduidingsregels
Aanvullend op de (algemene) bouwregels gelden enkele bijzondere bouwbepalingen die met een aanduiding in de geometrische plaatsbepaling zijn weergegeven, waaronder voor de geluidszone van het industrieterrein Verrijn Stuart / Sniep en de Elektriciteitscentrale, de vrijwaringszone van de vaarweg, de veiligheidszones van de gasleiding en lpg-tankstation en de aanwezige monumenten.
Artikel 35 Algemene afwijkingsregels
Dit artikel is een aanvulling op de afwijkingsregels uit de bestemmingen. In het artikel is een aantal algemene afwijkingen opgenomen, dat middels een omgevingsvergunning kan worden verleend. Het betreft een standaardregeling die het mogelijk maakt om bij de uitvoering van bouwplannen beperkte afwijkingen van het plan bij een omgevingsvergunning mogelijk te maken. Het gaat bijvoorbeeld om een geringe overschrijding van de toegestane bouwhoogte of het mogelijk maken van de bouw van schakelkastjes (nutsgebouwtjes) in het openbare gebied.
Artikel 36 Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is een aantal algemene wijzigingsregels opgenomen. Het betreft een standaardregeling die het mogelijk maakt om bij de uitvoering van bouwplannen beperkte afwijkingen van het plan mogelijk te maken die niet met een omgevingsvergunning voor afwijken geregeld kunnen worden. Het betreft bijvoorbeeld een geringe wijziging van de bestemmingsgrens.
Artikel 37 Overige regels
Verwijzing naar andere regelgeving
In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.
Bestaande maten regeling
Door het opnemen van deze regel worden (omgevings-)vergunningen en andere toestemmingsbesluiten, indien en voor zover deze vóór de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en op basis van de bestaande bestemmingsplannen zijn verleend dan wel genomen, geacht deel uit te maken van dit plan. Het gebruik, bouwwerken, werken geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zoals die zijn vergund op basis van de bestaande bestemmingsplannen, worden geacht op grond van dit plan te zijn toegestaan en mogen respectievelijk als bestaand gebruik, bestaand bouwwerk, bestaand werk geen bouwwerk zijnde en bestaande werkzaamheid worden aangemerkt.
Voorrangsregels dubbelbestemmingen
Daar waar dubbelbestemmingen samenvallen kunnen de regels van die dubbelbestemmingen met elkaar conflicteren inzake de te beschermen belangen. Deze bepaling geeft aan welke dubbelbestemming dan voorrang heeft boven een andere dubbelbestemming.
Hoofdstuk 4 Overgangsrecht en slotregel
Artikel 38 Overgangsrecht
De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro). Bijlage 3 Inventarisatie oeverlanden De Diemen 2021 is in dit bestemmingsplan overgenomen.
Artikel 39 Slotregel
Deze regel bevat de
titel van de regels van het plan.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
Financiële uitvoerbaarheid
Dit bestemmingsplan maakt onderdeel uit van de veegactie 2021 en is beleidsmatig neutraal van aard.
Dit plan consolideert voor het overgrote deel de reeds toegekende bestemmingen uit de bestaande bestemmingsplannen. Tevens worden een aantal eerder verleende vergunningen en genomen toestemmingsbesluiten in het plan verwerkt. Er is geen sprake van feiten of omstandigheden die een nadere overweging vergen inzake de uitvoerbaarheid van dit plan.
Grondexploitatiewet
De Grondexploitatiewet is op dit plan niet van toepassing aangezien geen (exploitatieplanplichtige) ontwikkelen zijn voorzien die niet reeds eerder bestemd dan wel vergund zijn.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Zienswijzen
Op grond van artikel 3.1.6 onder e van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt een bestemmingsplan alsmede een ontwerp hiervoor gepubliceerd in het gemeenteblad en op ruimtelijkeplannen.nl. Het ontwerp wordt zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode kan een ieder op het plan reageren door zienswijze in te dienen. De zienswijzenota voor de bestemmingsplannen Noord 2021, Zuid 2021, Centrum 2021, Buitengebied 2021 en Bergwijkpark 2021 is toegevoegd aan bijlage 39. Daarnaast is de nota van wijzigingen voor bestemmingsplan Buitengebied 2021 toegevoegd aan bijlage 40.
Overleg met andere overheden
Op grond van artikel 3.1.1, lid 1 juncto artikel 3.1.6, lid 1 onder c Bro pleegt het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan, daarbij overleg met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
In het kader van het vooroverleg is reactie onvangen van ProRail.
Hoofdstuk 6 Toelichting Op Bijlagen
6.1 Inhoudsopgave Bijlagen
- 1. Toelichting Bestemmingsplan 'Buitengebied'
- Bijlage Rapport geluid
- Bijlage Rapport externe veiligheid
- Bijlage Nota Inspraak en Overleg
- Bijlage Nota zienswijzen
- 2. Toelichting Bestemmingsplan 'Stammerdijk 40'
- Bijlage Quick scan ecologie
- Bijlage Nota van inspraak
- 3. Toelichting Bestemmingsplan 'Overdiemerweg 33'
- Bijlagen Quick scan flora en fauna
- Bijlagen Aanvullend ecologisch onderzoek
- Bijlagen Akoestisch onderzoek
- Bijlagen Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied - Aanpassen zonemodel i.v.m. Depot Diemen hetdistributiecentrum
- Bijlagen Nota van inspraak en overleg
- Bijlagen Notitie stikstofberekening logistieke dienstverlening Overdiemerweg, KuiperCompagnons,d.d. 8 november 2019
- Bijlagen Nota van Beantwoording zienswijzen
- 4. Toelichting Bestemmingsplan 'Openstelling Overdiemerweg Nuonterrein'
- Bijlage Wegontwerp
- Bijlage Bodemonderzoek
- Bijlage NGE onderzoek
- Bijlage Onderzoek wegverkeerslawaai
- Bijlage Onderzoek luchtkwaliteit
- Bijlage Natuurtoets
- Bijlage Aanvullend onderzoek ringslang en rugstreeppad
- Bijlage Stikstofdepositie
- Bijlage Wegverkeerslawaai en natuur
- Bijlage Archeologisch onderzoek
- Bijlage Economische effecten openstelling Overdiemerweg
- Bijlage Planschaderisicoanalyse
- Bijlage Nota van beantwoording inspraak- en overlegreacties
- Bijlage Nota van beantwoording van zienswijze
- 5. Toelichting Bestemmingsplan '150KV-kabelverbinding Diemen-IJburg'
- Bijlage Verkennend bodemonderzoek
- Bijlage Ecologisch onderzoek
- Bijlage Stikstofdepositie onderzoek
- Bijlage Historisch vooronderzoek CE
- Bijlage Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling
- Bijlage Nota Vooroverleg
De zienswijzenota voor de bestemmingsplannen Noord 2021, Zuid 2021, Centrum 2021, Buitengebied 2021 en Bergwijkpark 2021 is toegevoegd aan bijlage 39. Daarnaast is de nota van wijzigingen voor bestemmingsplan Buitengebied 2021 toegevoegd aan bijlage 40.