Centrum 2021
Bestemmingsplan - Gemeente Diemen
Vastgesteld op 17-02-2022 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Centrum 2021 van de gemeente Diemen;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0384.BPcentrum2021-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan- en uitbouw:
een aan het hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat in functioneel en/of bouwkundig opzicht ƩƩn geheel vormt met het hoofdgebouw, terwijl het in bouwkundig opzicht herkenbaar is als een ondergeschikte aanvulling op het hoofdgebouw;
1.6 aan huis gebonden beroep of bedrijf:
beroeps- en of bedrijfsmatige activiteit die door de bewoner(s) wordt uitgeoefend en die door zijn aard, omvang en intensiteit ondergeschikt is aan en passend is bij de woonfunctie;
1.7 antennedrager:
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
1.8 antenne-installatie:
installatie bestaande uit een antenne en een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
1.9 archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
1.10 bebouwing:
ƩƩn of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.11 bebouwingspercentage:
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel dat maximaal mag worden gebouwd;
1.12 bed & breakfast
een bedrijf, dat met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner van de woning wordt uitgeoefend en die voorziet in een ondergeschikte, kortdurende, onzelfstandige verblijfsvoorziening voor uitsluitend logies al dan niet met ontbijt
1.13 bedrijf:
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen;
1.14 bedrijfswoning:
ƩƩn woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming;
1.15 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo)
de totale vloeroppervlakte van een ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.16 bestaand:
ten aanzien van de bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht toegestaan en aanwezige bouwwerken, en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik, bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
1.17 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.18 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.19 bijgebouw:
een op een bouwperceel gelegen vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.20 bijzondere centrumdoeleinden:
bij een dorpscentrum passend gebruik van het verblijfsgebied voor onder andere: een weekmarkt en jaarlijks evenement;
1.21 bouwen:
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk;
1.22 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.23 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder of kap;
1.24 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.25 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.26 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.27 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
1.28 carport:
een bouwwerk met ten minste twee open wanden voorzien van een gesloten dak ten behoeve van de stalling van motorvoertuigen;
1.29 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
1.30 dak:
iedere bovenbeƫindiging van een gebouw;
1.31 dakopbouw/gevelopbouw:
een toevoeging aan de bouwmassa door wijziging van het dak, al dan niet gepaard gaand met het verhogen van de nok- of goothoogte, waardoor het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert;
1.32 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop) het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.33 dienstverlening:
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.34 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.35 erf:
de oppervlakte van het achter de voorgevelrooilijn gelegen gedeelte van het bouwperceel, uitgezonderd de oppervlakte van het hoofdgebouw;
1.36 escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige);
1.37 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.38 geluidgevoelige functies:
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
1.39 geluidgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
1.40 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.41 horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaakfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.42 hospitaverhuur
de inwoning van ten hoogste 1 persoon in een woning waarbij de woonvoorzieningen worden gedeeld met de hoofdbewoner die tevens verhuurder is en waarbij de hoofdbewoner ten minste 50% van het gebruiksoppervlak bewoont (hospitaregeling);
1.43 kantoor:
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, al dan niet met baliefunctie;
1.44 kap of kapverdieping:
een ruimte in een gebouw, die door overwegend schuine dakvlakken wordt begrensd;
1.45 kelder:
een ondergronds (gedeelte van een) gebouw;
1.46 kiosk:
een vrijstaand bouwwerk van beperkte omvang dat voor detailhandel en lichte horeca (categorie 1 en 2a van de Staat van horeca-activiteiten zoals opgenomen in Bijlage 2) gebruikt kan worden;
1.47 kleinschalige windturbine:
windturbine die door de relatief beperkte effecten op de omgeving (gevaar, hinder, visuele uitstraling) in de directe leefomgeving kan worden geplaatst;
1.48 maatschappelijke voorziening:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.49 nutsvoorziening:
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling (inclusief de aan deze voorzieningen bevestigde reclameobjecten);
1.50 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een geheel of gedeeltelijk gesloten dak;
1.51 peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd:
- 1. het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
- d. in alle andere gevallen de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwwerk.
1.52 prostitutie:
het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten;
1.53 raamprostitutie:
het etaleren van prostituees achter vensters, met de kennelijke intentie passanten te werven voor prostitutie;
1.54 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.55 Staat van horeca-activiteiten:
de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 2) die van deze regels deel uitmaakt;
1.56 straatmeubilair:
bouwwerken van beperkte omvang en met een openbare functie, zoals lantaarnpalen, abri's, telefooncellen, zitbanken, rijwielstandaards, speelwerktuigen, gedenktekens, informatiezuilen (inclusief de aan deze bouwwerken bevestigde reclameobjecten);
1.57 tarra oppervlakte:
De gezamenlijke oppervlakte van constructie, buitenwanden en ruimten lager dan 1,5 m2;
1.58 verblijfsgebied:
gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer, doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg;
1.59 verhuurbaar vloeroppervlak:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte (inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke) die wordt gebruikt voor winkelruimte ten behoeve van de detailhandel en commerciƫle en/of dienstverlenende bedrijven c.q. instellingen, exclusief ruimten voor verkeersoppervlak, technische-installatie ruimten en tarra oppervlak;
1.60 volkstuinen:
gronden voor particulier gebruik waarop onder meer op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld;
1.61 voorgevel:
de voorgevel zoals deze bij de bouw van het betrokken gebouw oorspronkelijk is gerealiseerd. Van een woning op de hoek van twee straten is slechts ƩƩn gevel de voorgevel. Voor de bepaling van de voorgevel geldt in eerste instantie de naar de weg toegekeerde zijde of indien deze nog geen duidelijkheid geeft, de gevel waar de voordeur of hoofdingang van de woning is gelegen of in laatste instantie de zijde waaraan de hoofdontsluiting van het perceel is gesitueerd;
1.62 voorgevelrooilijn:
de lijn aangegeven op de verbeelding danwel in afwezigheid daarvan in een bouwblok de denkbeeldige lijn door de voorgevel, welke lijn bij hoekwoningen wordt geacht te zijn doorgetrokken tot de zijdelingse perceelsgrens;
1.63 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
1.64 werk:
een werk, geen gebouw of bouwwerk zijnde;
1.65 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van ƩƩn afzonderlijk huishouden;
1.66 woningdelen
wijze van onzelfstandige bewoning van een woning waarbij meerdere personen die geen onderlinge duurzame relatie hebben een woning delen, wat wordt aangemerkt als ƩƩn afzonderlijk huishouden, en zich onderscheidt van kamerverhuur door onder andere het gebruik van ƩƩn huurcontract voor alle bewoners;
1.67 woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
2.2 bebouwingspercentage berekenen:
het bebouwingspercentage wordt berekend over het bouwperceel, binnen de bouwgrens;
2.3 bouwhoogte van een antenne-installatie:
- a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van
- b. (schotel)antenne-installatie;
- c. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
2.4 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.6 goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.7 inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.8 ondergeschikte bouwdelen:
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 meter;
2.9 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren (of, bij afwezigheid van
gevelvlakken, tussen de buitenzijden van het dak), neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.10 verticale diepte van een gebouw:
vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw;
2.11 vloeroppervlakte:
gemeten als gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Centrum
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, uitsluitend op verdiepingen, met uitzondering van toegangen en bergingen;
- b. woningdelen, met een maximum van 2 personen per woning;
- c. hospitaverhuur;
- d. dienstverlening;
- e. maatschappelijke voorzieningen voor zover het niet gaat om geluidsgevoelige gebouwen;
- f. detailhandel;
- g. horeca van de categorie 1 t/m 3 van de Staat van horeca-activiteiten zoals opgenomen in Bijlage 2;
- h. de functies b tot en met e zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond en kelder;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - kelder' tevens voor ondergrondse parkeerplaatsen,
met daarbij behorende:
- j. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- k. bergingen;
- l. verkeer;
- m. bruggen en duikers;
- n. groenvoorzieningen;
- o. kleinschalige windturbines;
- p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- q. erven.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in:
- a. lid 3.2.1 onder c en toestaan dat het totale verhuurbaar vloeroppervlak wordt vergroot tot maximaal 18.000 m2;
- b. de in lid 3.3 onder a opgenomen afwijkingen kan slechts en alleen worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de woonsituatie;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels
- a. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning is niet toegestaan;
- b. voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf gelden de volgende regels:
- 1. de voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte bedraagt ten hoogst 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw tot ten hoogste 50 m²;
- 2. de activiteiten mogen geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
- 3. horeca is niet toegestaan, uitgezonderd een bed & breakfast voor maximaal 4 personen;
- 4. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd detailhandel in schriftelijke opdracht, zonder levering ter plaatse en ondergeschikte, niet zelfstandige detailhandel;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de bewoner(s) van de betreffende woning waarbij ten hoogste 1 fte in dienstverband extra is toegestaan.
- c. ter plaatse van de maatvoering āminimum aantal parkeerplaatsen' dient het aantal parkeerplaatsen minimaal het aangeduide aantal parkeerplaatsen te bedragen.
Artikel 4 Gemengd - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. maatschappelijke voorzieningen voor zover het niet gaat om geluidsgevoelige gebouwen;
met daarbij behorende:
- c. erven en tuinen;
- d. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. kleinschalige windturbines;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Gemengd - 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen;
- b. woningdelen, met een maximum van 2 personen per woning;
- c. hospitaverhuur;
- d. dienstverlening;
- e. maatschappelijke voorzieningen voor zover het niet gaat om geluidsgevoelige gebouwen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf' voor kinderdagverblijven;
- g. de functies onder sub b tot en met d zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond;
met daaraan ondergeschikt:
- h. aan huis gebonden beroep of bedrijf;
met daarbij behorende:
- i. erven en tuinen;
- j. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- k. groenvoorzieningen;
- l. kleinschalige windturbines;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
- a. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning is niet toegestaan;
- b. voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf gelden de volgende regels:
- 1. de voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte bedraagt ten hoogst 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw tot ten hoogste 50 m²;
- 2. de activiteiten mogen geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
- 3. horeca is niet toegestaan, uitgezonderd een bed & breakfast voor maximaal 4 personen;
- 4. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd detailhandel in schriftelijke opdracht, zonder levering ter plaatse en ondergeschikte, niet zelfstandige detailhandel;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de bewoner(s) van de betreffende woning waarbij ten hoogste 1 fte in dienstverband extra is toegestaan.
- c. ter plaatse van de maatvoering āminimum aantal parkeerplaatsenā dient het aantal parkeerplaatsen minimaal het aangeduide aantal parkeerplaatsen te bedragen.
Artikel 6 Gemengd - 3
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen;
- b. woningdelen, met een maximum van 2 personen per woning;
- c. hospitaverhuur;
- d. dienstverlening;
- e. maatschappelijke voorzieningen voor zover het niet gaat om geluidsgevoelige gebouwen;
- f. bedrijven met categorie A en B van de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1;
- g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 5' is per bestemmingsvlak maximaal 1 horecabedrijf met een bruto vloeroppervlakte van maximaal 250 m2 van de categorie 1 t/m 2a van de Staat van horeca-activiteiten toegestaan;
- h. de functies onder sub b tot en met e zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond;
met daaraan ondergeschikt:
- i. aan huis gebonden beroep of bedrijf;
met daarbij behorende:
- j. erven en tuinen;
- k. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- l. groenvoorzieningen;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
- a. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning is niet toegestaan;
- b. voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf gelden de volgende regels:
- 1. de voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte bedraagt ten hoogst 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw tot ten hoogste 50 m²;
- 2. de activiteiten mogen geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
- 3. horeca is niet toegestaan, uitgezonderd een bed & breakfast voor maximaal 4 personen;
- 4. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd detailhandel in schriftelijke opdracht, zonder levering ter plaatse en ondergeschikte, niet zelfstandige detailhandel;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de bewoner(s) van de betreffende woning waarbij ten hoogste 1 fte in dienstverband extra is toegestaan.
Artikel 7 Gemengd - 4
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen;
- b. woningdelen, met een maximum van 2 personen per woning;
- c. hospitaverhuur;
- d. dienstverlening;
- e. maatschappelijke voorzieningen voor zover het niet gaat om geluidsgevoelige gebouwen;
- f. bedrijven met categorie A en B van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf uitgesloten' zijn de bedrijven met aanduidingen zoals opgenomen in Bijlage 1 niet toegestaan;
- h. detailhandel;
- i. de functies onder b tot en met f zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond;
- j. de functies onder b tot en met f zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - niet wonen' op alle bouwlagen toegestaan;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren' tevens voor parkeervoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- l. aan huis gebonden beroep of bedrijf;
met daarbij behorende:
- m. erven en tuinen;
- n. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- o. groenvoorzieningen;
- p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
- a. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning is niet toegestaan;
- b. voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf gelden de volgende regels:
- 1. de voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte bedraagt ten hoogst 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw tot ten hoogste 50 m²;
- 2. de activiteiten mogen geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
- 3. horeca is niet toegestaan, uitgezonderd een bed & breakfast voor maximaal 4 personen;
- 4. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd detailhandel in schriftelijke opdracht, zonder levering ter plaatse en ondergeschikte, niet zelfstandige detailhandel;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de bewoner(s) van de betreffende woning waarbij ten hoogste 1 fte in dienstverband extra is toegestaan;
- c. ter plaatste van de aanduiding āspecifieke vorm van gemengd - parkeren" dient het aantal parkeerplaatsen minimaal 1 parkeerplaats per woning en 2 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak te bedragen.
Artikel 8 Gemengd - 5
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' waar wonen op de begane grond is uitgesloten;
- b. woningdelen, met een maximum van 2 personen per woning;
- c. hospitaverhuur;
- d. dienstverlening;
- e. maatschappelijke voorzieningen voor zover het niet gaat om geluidsgevoelige gebouwen;
- f. bedrijven tot en met categorie B van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf uitgesloten' zijn de bedrijven aanduidingen zoals opgenomen in Bijlage 1 niet toegestaan;
- h. detailhandel;
- i. per bestemmingsvlak is maximaal 1 horecabedrijf met een oppervlak van maximaal 250 m2 van de categorie 1 t/m 3 van de Staat van horeca-activiteiten toegestaan, met uitzondering van:
Aanduiding | Maximum aantal en maximum bruto vloeroppervlakte per bestemmingsvlak | Toegestane categorie van de Staat van horeca-activiteiten |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1' | 1 horecabedrijf 250 m2 | Categorie 1 t/m 2a |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 2' | 2 horecabedrijven 400 m2 | Categorie 1 t/m 3 |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 3' | 2 horecabedrijven 600 m2 | Categorie 1 t/m 3 |
- j. de functies onder sub b tot en met g zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren' tevens voor parkeervoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- l. aan huis gebonden beroep of bedrijf;
met daarbij behorende:
- m. erven en tuinen;
- n. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- o. groenvoorzieningen;
- p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
- a. In afwijking van 8.1 onder g zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 2' maximaal twee horecavestigingen met een gezamenlijk bruto oppervlak van 500 m2 toegestaan.
8.4 Specifieke gebruiksregels
- a. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning is niet toegestaan;
- b. voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf gelden de volgende regels:
- 1. de voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte bedraagt ten hoogste 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw tot ten hoogste 50 m²;
- 2. de activiteiten mogen geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
- 3. horeca is niet toegestaan, uitgezonderd een bed & breakfast voor maximaal 4 personen;
- 4. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd detailhandel in schriftelijke opdracht, zonder levering ter plaatse en ondergeschikte, niet zelfstandige detailhandel;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de bewoner(s) van de betreffende woning waarbij ten hoogste 1 fte in dienstverband extra is toegestaan;
- c. ter plaatste van de aanduiding āspecifieke vorm van gemengd - parkeren" dient het aantal parkeerplaatsen minimaal 1 parkeerplaats per woning en 2 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak te bedragen.
Artikel 9 Groen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - buurttuin' ook voor een gemeenschappelijke buurttuin;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin' ook voor een speeltuin;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': een nutsvoorziening;
met daaraan ondergeschikte:
- e. parkeervoorzieningen;
- f. voet- en fietspaden;
- g. speelvoorzieningen;
- h. straatmeubilair;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Horeca
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca-activiteiten behorende tot en met categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten opgenomen in bijlage 2;
met daarbij behorende:
- b. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Maatschappelijk - Begraafplaats
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
met daarbij behorende;
- b. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Maatschappelijk - Overig
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Overig' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen voor zover het niet gaat om geluidsgevoelige gebouwen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf' voor kinderdagverblijven;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is maximaal ƩƩn bedrijfswoning toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
- d. horecavoorzieningen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 4' is horeca van de categorie 1 t/m 3 van de Staat van horeca-activiteiten toegestaan, uitsluitend op de begane grond;
met daarbij behorende:
- f. erven en tuinen;
- g. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. kleinschalige windturbines;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels
Artikel 13 Maatschappelijk - Scholen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Scholen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. scholen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf' voor kinderdagverblijven.
met daarbij behorende:
- c. erven en tuinen;
- d. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels
Artikel 14 Maatschappelijk - Wonen
14.1 Bestemmingsomschrijving
de voor 'Maatschappelijk - Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. horeca-activiteiten voor uitsluitend een ondergeschikt restaurant behorende tot en met categorie 2b van de Staat van Horeca-activiteiten opgenomen in Bijlage 2.
met daarbij behorende:
- c. erven en tuinen;
- d. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. kleinschalige windturbines;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
- a. ter plaatse van de maatvoering āminimum aantal parkeerplaatsenā dient het aantal parkeerplaatsen minimaal het aangeduide aantal parkeerplaatsen te bedragen.
Artikel 15 Recreatie
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kinderboerderij;
met daarbij behorende:
- b. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels
Artikel 16 Sport
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de beoefening van binnen-, buiten- en veldsporten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is maximaal ƩƩn bedrijfswoning toegestaan, met een maximum vloeroppervlak van 120 m2;
met daaraan ondergeschikt:
- c. horecavoorzieningen in de vorm van een kantine;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf' voor kinderdagverblijven;
met daarbij behorende:
- e. erftoegangswegen en parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels
Artikel 17 Tuin
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen.
17.2 Bouwregels
Artikel 18 Verkeer
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebiedsontsluitingswegen;
- b. erftoegangswegen;
- c. tramvoorzieningen;
- d. verblijfsgebieden;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied' tevens voor verblijfsgebied voor bijzondere centrumdoeleinden;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor een kiosk
- g. overige voorzieningen ten behoeve van het verkeer;
met daarbij behorende:
- h. langzaam-verkeervoorzieningen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. speelvoorzieningen;
- k. straatmeubilair;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. groenvoorzieningen, bermen en taluds;
- n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder duikers;
- o. bruggen en viaducten.
18.2 Bouwregels
Artikel 19 Verkeer - Railverkeer
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. railverkeer;
- b. kruisingen met het wegverkeer;
- c. stations;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' tevens voor volkstuinen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens een kiosk;
- f. overige voorzieningen ten behoeve van het verkeer;
met daarbij behorende:
- g. groenvoorzieningen, bermen en taluds;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder duikers;
- i. bruggen en viaducten;
- j. voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit zoals: geluid- en luchtkwaliteitschermen.
19.2 Bouwregels
19.3 Specifieke gebruiksregels
- a. het gebruik van volkstuinen als overnachting of permanente bewoning is niet toegestaan;
Artikel 20 Verkeer - Voorlopig 1
Voorlopige bestemming
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Voorlopig 1'aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebiedsontsluitingswegen;
- b. erftoegangswegen;
- c. verblijfsgebieden;
- d. tijdelijke wegen (inclusief overweg) en werkterreinen;
- e. stationsvoorzieningen, waaronder kiosken;
- f. overige voorzieningen ten behoeve van het verkeer;
met daarbij behorende:
- g. langzaam-verkeersvoorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. speelvoorzieningen;
- j. straatmeubilair;
- k. nutsvoorzieningen;
- l. groenvoorzieningen, bermen en taluds;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder duikers;
- n. bruggen en viaducten.
20.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels.
20.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 20.2 voor:
- 1. het overschrijden van in deze regels genoemde oppervlaktematen met niet meer dan 10%;
- 2. het overschrijden van in deze regels genoemde hoogtematen met niet meer dan 20%.
- b. Er kan niet worden afgeweken als bedoeld in sub a, indien de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen in onevenredige mate worden beperkt en/of indien ter plaatse aanwezige waarden op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.
20.4 Specifieke gebruiksregels
Detailhandel en horeca zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van een kiosk.
20.5 Geldigheidsduur voorlopige bestemming
De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt, bedraagt 5 jaar, gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Definitieve bestemming
20.6 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Voorlopig 1' aangewezen gronden zijn na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 20.5 bestemd voor Groen zoals bedoeld in Artikel 9 van deze regels.
Artikel 21 Verkeer - Weg
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Weg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met meerdere doorgaande rijstroken, alsmede parallelrijbanen, opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten;
- b. overige voorzieningen ten behoeve van het verkeer;
met daarbij behorende:
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. bruggen en viaducten
- f. nutsvoorzieningen;
- g. voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit zoals: geluid- en luchtkwaliteitschermen.
21.2 Bouwregels
Artikel 22 Water
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. scheepvaartverkeer en watersport;
met daaraan ondergeschikt:
- c. blusvoorzieningen;
met daarbij behorende:
- d. groenvoorzieningen;
- e. bruggen en duikers;
- f. steigers en oevers;
- g. afmeervoorzieningen.
22.2 Bouwregels
Artikel 23 Wonen - 1
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen,
- b. woningdelen, met een maximum van 2 personen per woning;
- c. hospitaverhuur;
- d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn gestapelde woningen toegestaan;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend voor garageboxen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' op de begane grond uitsluitend voor garages en bergingen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens voor een parkeergarage;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - berging' uitsluitend voor een berging;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' tevens voor een onderdoorgang;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'studentenwoningen' voor studentenwoningen;
met daaraan ondergeschikt:
- k. aan huis gebonden beroep of bedrijf;
met daarbij behorende:
- l. erven en tuinen;
- m. kleinschalige windturbines;
- n. toegangswegen- en paden;
- o. parkeervoorzieningen op eigen terrein, waarbij geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkeernorm -1' tenminste 1 parkeerplaats per woning op eigen terrein' moet worden gerealiseerd dan wel in stand worden gehouden.
23.2 Bouwregels
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
23.3 Specifieke gebruiksregel
- a. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning is niet toegestaan;
- b. voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf gelden de volgende regels:
- 1. de voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte bedraagt ten hoogst 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw tot ten hoogste 50 m²;
- 2. de activiteiten mogen geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
- 3. horeca is niet toegestaan, uitgezonderd een bed & breakfast voor maximaal 4 personen;
- 4. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd detailhandel in schriftelijke opdracht, zonder levering ter plaatse en ondergeschikte, niet zelfstandige detailhandel;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de bewoner(s) van de betreffende woning waarbij ten hoogste 1 fte in dienstverband extra is toegestaan.
- c. ter plaatse van de maatvoering āminimum aantal parkeerplaatsenā mag het aantal parkeerplaatsen niet minder bedragen dan is aangeduid.
Artikel 24 Wonen - 2
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, waarbij geldt dat gestapelde woningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn toegestaan;
- b. woningdelen, met een maximum van 2 personen per woning;
- c. hospitaverhuur;
met daaraan ondergeschikt:
- d. aan huis gebonden beroep of bedrijf;
met daarbij behorende:
- e. erven en tuinen;
- f. toegangswegen- en paden;
- g. parkeervoorzieningen op eigen terrein.
24.2 Bouwregels
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
24.3 Specifieke gebruiksregel
- a. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning is niet toegestaan;
- b. voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf gelden de volgende regels:
- 1. de voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening te gebruiken te bedraagt ten hoogst 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw tot ten hoogste 50 m²;
- 2. de activiteiten mogen geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
- 3. horeca is niet toegestaan, uitgezonderd een bed & breakfast voor maximaal 4 personen;
- 4. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd detailhandel in schriftelijke opdracht, zonder levering ter plaatse en ondergeschikte, niet zelfstandige detailhandel;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de bewoner(s) van de betreffende woning waarbij ten hoogste 1 fte in dienstverband extra is toegestaan.
Artikel 25 Leiding - Gas
25.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een ondergrondse aardgasleiding;
met de daarbij behorende:
- 1. belemmeringsstroken;
- 2. voorzieningen;
- b. het bepaalde in artikel 38.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
25.2 Bouwregels
25.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Leiding - Hoogspanning
26.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Leiding- Hoogspanning' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van ondergrondse 150 kV hoogspanningsleidingen;
met de daarbij behorende:
- 1. belemmeringsstroken;
- 2. voorzieningen.
- b. het bepaalde in artikel 38.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
26.2 Bouwregels
26.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden
Artikel 27 Leiding - Water
27.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn,behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een waterleiding;
met de daarbij behorende:
- 1. belemmeringsstroken;
- 2. voorzieningen;
- b. het bepaalde in artikel 38.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
27.2 Bouwregels
Bouwen ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en), is uitsluitend toelaatbaar indien en voor zover:
- a. de veiligheid van de leiding of het functioneren van de leiding niet onevenredig worden geschaad;
- b. voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden met de leidingbeheerder.
- c. uit het verkregen positief schriftelijk advies van de leidingbeheerder is gebleken dat de veiligheid en leveringszekerheid van de leiding niet blijvend onevenredig worden geschaad.
27.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden
Artikel 28 Waarde - Archeologie 2
28.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie 2' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.
- b. Het bepaalde in artikel 38.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
28.2 Bouwregels
28.3 Nadere eisen
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Waarde - Archeologie 3
29.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Archeologie 3' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.
- b. Het bepaalde in artikel 38.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
29.2 Bouwregels
29.3 Nadere eisen
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Waarde - Cultuurhistorie
30.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de beeldbepalende wand;
- b. Het bepaalde in artikel 38.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
30.2 Bouwregels
Op de in lid 30.1 bedoelde gronden mag worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
- a. bouwen op grond van de onderliggende bestemming is toegestaan mits:
- 1. de verandering en/of vergroting niet zichtbaar is vanaf het openbaar gebied;
- 2. de bestaande nokrichting gehandhaafd blijft.
30.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 30.2 een omgevingsvergunning verlenen voor bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere voorkomende bestemmingen, indien de cultuurhistorische waarden hierdoor niet onevenredig aangetast wordt of kan worden. Alvorens het bevoegd gezag omgevingsvergunning verleend dient cultuurhistorisch advies gevraagd te worden.
30.4 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van onderzoek, dat blijkt dat:
- 1. ter plaatse geen cultuurhistorische waarden (meer) aanwezig zijn;
- 2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van cultuurhistorische waarden voorziet.
- b. Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' uit te breiden indien er op basis van onderzoek is gebleken dat het noodzakelijk is deze aanwezige cultuurhistorische waarden te beschermen.
Artikel 31 Waterstaat - Waterkering
31.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor dijken en kader met een waterkerende functie en de hierbij behorende voorzieningen en inrichtingsaspecten.
- b. Het bepaalde in artikel 38.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.
31.2 Bouwregels
31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 32 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 33 Algemene Bouwregels
33.1 Ondergeschikte bouwdelen
Daar waar functies uitsluitend op de verdiepingen zijn toegestaan, zijn ondergeschikte bouwdelen ten behoeve van deze functies, zoals entreeportalen en trappenhuizen, eveneens toegestaan op de begane grond.
33.2 Parkeernorm
- a. Bij het bouwen, zoals bedoeld in hoofdstuk 2, worden de kencijfers voor parkeren van CROW in acht genomen.
- b. Voor bestaande parkeerplaatsen dient ter plaatse van de aanduiding āminimum aantal parkeerplaatsenā het aantal parkeerplaatsen minimaal het aantal te bedragen dat op de verbeelding staat aangegeven.
33.3 Afwijken van de parkeernorm
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaald in lid 33.2 indien de situatie ter plaatse of de aard van het bouwwerk hiertoe aanleiding geeft.
Artikel 34 Algemene Gebruiksregels
34.1 Verboden gebruik
Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden, bouwwerken en/of water:
- a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie;
- c. voor het (doen) exploiteren van een seksinrichting, een escortbedrijf of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie;
- d. als ligplaatsen voor woonschepen;
- e. voor speelautomatenhallen;
- f. het gebruik van volkstuinen voor overnachting;
- g. het gebruik van garageboxen en bergingen als opslag-, verkoop- en of kantoorruimte voor doeleinden van handel en bedrijf, tenzij in deze regels anders is aangegeven.
Artikel 35 Algemene Aanduidingsregels
35.1 Specifieke bouwaanduiding - monument
Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke bouwaanduiding - monument' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud van cultuurhistorische waardevolle bebouwing waarbij primair de Erfgoedwet van toepassing is.
35.2 Veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 1
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 1' zijn geen kwetsbare objecten toegestaan.
35.3 Veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 2
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 2' zijn geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Artikel 36 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en er op grond van de regels in hoofdstuk 2 niet eerder kon worden afgeweken, bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor:
- a. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 5 meter bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot;
- b. het oprichten van bouwwerken voor infrastructurele en openbare voorzieningen met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 meter en de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 20 m² bedraagt;
- c. het overschrijden van de bouw- en goothoogten van gebouwen met ten hoogste 10%;
- d. het overschrijden van de bouwhoogten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met ten hoogste 20%;
- e. het overschrijden van de verticale bouwdiepten voor ondergrondse bouwwerken met ten hoogste 5 meter;
- f. het overschrijden van bouw- en/of bestemmingsgrenzen voor balkons, galerijen, luifels, entreepartijen, buitentrappen en soortgelijke onderdelen, van gebouwen met niet meer dan 3 meter;
- g. het oprichten van voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit, zoals geluidsschermen en luchtkwaliteitschermen;
- h. het overschrijden van bouw- en/of bestemmingsgrenzen met maximaal 1,5 meter ten behoeve van een overbouwing, mits op een hoogte boven de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;
- i. het plaatsen van een vrijstaande antenne-installatie onder de volgende aanvullende voorwaarden:
- 1. uit een onderbouwing van de aanvrager blijkt dat er geen redelijk alternatief voorhanden is, bijv. in de vorm van een vergunningsvrije installatie, dan wel in de vorm van sitesharing bij bestaande, reeds vergunde, installaties;
- 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 40 meter;
- 3. de beoogde locatie is gesitueerd in het gearceerde gebied zoals aangegeven op de kaart āPlaatsingsmogelijkheden van GSM en UMTS antenne-installatiesā (vastgesteld d.d. 5 maart 2009) zoals opgenomen in Bijlage 3 āKaart GSM en UMTS mastenā;
- j. het plaatsen van een vrijstaande prikmast onder de volgende aanvullende voorwaarden:
- 1. uit een onderbouwing van de aanvrager blijkt dat er geen redelijk alternatief voorhanden is, bijv. in de vorm van een vergunningsvrije installatie, dan wel in de vorm van sitesharing bij bestaande, reeds vergunde, installaties of het oprichten van een installatie met de mogelijkheid van sitesharing;
- 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 22 meter;
- 3. de beoogde locatie is gesitueerd binnen de onder lid i genoemde gebieden of langs de hoofdinfrastructuur, waaronder wordt verstaan: gelegen langs rijkswegen, spoorwegen, waterwegen met bijbehorende bermen en taluds alsmede de Hartveldseweg en Muiderstraatweg met bijbehorende bermen en taluds;
- 4. de beoogde locatie is niet gelegen binnen een straal van 100 meter van een andere, omgevingsvergunningplichtige antenne-installatie.
Artikel 37 Algemene Wijzigingsregels
37.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen, ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter ten hoogste 5 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
37.2 Wijzigen Staat van bedrijfsactiviteiten
Het bevoegd gezag kan de van deze planregels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten wijzigen door het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven en daardoor geen aanwezige bedrijven in een hogere milieucategorie worden gebracht.
37.3 Wijzigen Staat van horeca-activiteiten
Het bevoegd gezag kan de van deze planregels deel uitmakende Staat van horeca-activiteiten wijzigen door het veranderen van de categorie-indeling van horecabedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven en daardoor geen aanwezige bedrijven in een hogere categorie worden gebracht.
37.4 Waarde archeologie
Het bevoegd gezag kan een of meer bestemmingsvlakken van de bestemmingen 'Waarde - Archeologie2' en 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat er plaatselijk geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Artikel 38 Overige Regels
38.1 Verwijzing naar andere regelgeving
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
38.2 Bestaande maten regeling
- a. In die gevallen dat bestaande hoogten, bestaande inhoud en/of bestaande oppervlakten, als vergund sinds 2013, meer bedragen dan in dit plan is voorgeschreven, worden de bestaande maatvoeringen als ten hoogste toelaatbaar aangehouden.
- b. In die gevallen dat bestaand gebruik, als vergund sinds 2013, niet is overgenomen in de regels van dit plan, al dan niet in combinatie met een aanduiding op de verbeelding, wordt dit afwijkende gebruik als bestaand en toelaatbaar beschouwd op grond van dit bestemmingsplan
- c. In geval van heroprichting van bouwwerken na sloop is het bepaalde in sub a uitsluitend van toepassing indien dit geschiedt op dezelfde plaats als waar de sloop plaatsvindt.
- d. De regels in sub a t/m c van artikel 38.2 zijn niet van toepassing voor gevallen waarbij sprake is van een toestemming of vergunning van tijdelijke aard.
38.3 Voorrangsregels dubbelbestemmingen
In geval van strijdigheid van de regels van (met elkaar samenvallende) dubbelbestemmingen wordt de volgende voorrangsvolgorde aangehouden:
- a. Artikel 31 Waterstaat - Waterkering;
- b. Artikel 25 Leiding - Gas;
- c. Artikel 27 Leiding - Water
- d. Artikel 26 Leiding - Hoogspanning
- e. Artikel 28 Waarde - Archeologie 2;
- f. Artikel 29 Waarde - Archeologie 3;
- g. Artikel 30 Waarde - Cultuurhistorie.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 39 Overgangsrecht
39.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 39.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 39.1 sub a met maximaal 10%.
- c. Lid 39.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
39.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 39.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het lid 39.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid 39.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 40 Slotregel
40.1 Citeertitel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Centrum 2021 van de gemeente Diemen.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Kaart Gsm En Umts Masten
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Diemen telt 8 bestemmingsplannen en 15 deelplannen/postzegelplannen. Deze beslaan verreweg het hele grondgebied van de gemeente. In de periode 2009 - 2013 zijn alle bestemmingsplannen geactualiseerd. Van een aantal plannen is, onder andere door het gebruik ervan, gebleken dat ze aanpassing behoeven, omdat onvolkomenheden zijn ontdekt die mogelijk ongewenste ontwikkelingen zouden kunnen veroorzaken. Om dit te herstellen is een zogenoemd 'Veeg' bestemmingsplanactie gestart. Voorliggend bestemmingsplan Centrum 2021 maakt onderdeel uit van deze actie.
De doelstelling van dit bestemmingsplan is om weer 8 bestemmingsplannen te hebben waarin alle deelplannen, omgevingsvergunningen en beleidsneutrale correcties zijn verwerkt. Hierdoor zal bij inwerkingtreding van de omgevingswet het omgevingsplan van rechtswege overzichtelijker en publieksvriendelijker zijn.
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Het plangebied betreft het hoofdwinkelcentrum van Diemen met de daaraan grenzende woonwijken. Het plangebied wordt globaal omsloten door de spoorlijn Amsterdam Muiderpoort - Diemen - Weesp aan de noordoostzijde, de spoorlijn Amsterdam Muiderpoort - Diemen Zuid aan de zuidoostzijde, de Weespertrekvaart aan de zuidzijde en de A10 aan de noordwestzijde. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied van het bestemmingsplan Centrum 2021 aangegeven.
Figuur 1-1 Ligging plangebied
1.3 Geldende Plannen
Binnen het plangebied gelden - tot aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Centrum 2021 - de volgende bestemmingsplannen:
- Bestemmingsplan 'Centrum' (NL.IMRO.0384.BPcentrum-VG01), vastgesteld door de gemeenteraad op 27 juni 2013.
- Bestemmingsplan 'Spooronderdoorgang Ouddiemerlaan' (IMRO: NL.IMRO.0384.BPspooronderdoorg-VG01), vastgesteld door de gemeenteraad op 6 juli 2017,
- Bestemmingsplan 'Sporthal Diemen' (NL.IMRO.0384.BPsporthal-VG01), vastgesteld door de gemeenteraad op 30 maart 2020.
De bovenstaande links verwijzen naar de toelichting van de betreffende plannen.
Tevens maakt een groot aantal afwijkingsbesluiten deel uit van het geldende planologische kader. Deze zijn in hoofdstuk 3 van deze toelichting vermeld.
1.4 Aanpak
In het bestemmingsplan Centrum 2021 zijn de volgende zaken gecorrigeerd c.q. hersteld:
- De wijzigingsplannen, partiƫle herzieningen en buitenplanse afwijkingen die na 2013 in het plangebied gerealiseerd zijn;
- Ambtshalve zijn correcties doorgevoerd die nodig werden geacht naar aanleiding van ervaringen vanuit de (toetsings)praktijk. Redactionele onduidelijkheden of gebleken onduidelijkheid over begripsomschrijvingen zijn in de praktijk opgelost bij vergunning verlening. In dit bestemmingplan wordt dit 1 op 1 beleidsneutraal vertaald.
- Verwerking van jurisprudentie en gewijzigde wetgeving. Een voorbeeld hiervan is de overgang van de Monumentenwet naar de Erfgoedwet;
- Verwerking van grondverkoop van kleine stukken gemeentegrond (snippergroen). Deze gronden hebben volgens het geldende bestemmingsplan vaak nog een berstemming openbaar Groen en horen een bijvoorbeeld een bestemming "Tuin" te krijgen.
In het bestemmingsplan is de feitelijke bestaande situatie overgenomen en er is voort geborduurd op het bestaande beleid. Er is sprake van een beleidneutrale aanpassing. Hieronder wordt het begrip beleidsneutraliteit nader omschreven.
Definitie beleidsneutraliteit
Een beleidsneutraal bestemmingsplan is een plan waarin alleen ruimtelijke ontwikkelingen worden vastgelegd die gericht zijn op het beheer van de feitelijke situatie (gebruik en bouwen). In een beleidsneutraal bestemmingsplan worden geen wezenlijke nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Wel worden vergunde ontwikkelingen, die nog niet in een bestemmingsplan waren opgenomen, positief bestemd. Hiermee wordt een bestaande legale ontwikkeling in het bestemmingsplan geborgd.
Regeltechnisch worden de bestemmingsplannen geactualiseerd en afgestemd op het gemeentelijke handboek digitale bestemmingsplannen. Onderling komt daardoor meer samenhang tussen de verschillende bestemmingsplannen.
Het uitgangspunt van dit bestemmingsplan is dat bestaande planologische mogelijkheden, inclusief de daarin opgenomen afwijkingsmogelijkheden, niet (wezenlijk) worden aangetast. Om te kunnen bepalen of een voorgenomen wijziging nog kan worden beschouwd als 'beleidsneutraal' wordt een voorgenomen wijziging steeds getoetst aan het onderscheidende criterium āof deze wijziging redelijkerwijs was te verwachtenā. Bij die toetsing wordt op zichzelf beoordeeld of er sprake is van een wijziging die kan worden beschouwd als liggend in de lijn der verwachtingen en passend in het door de gemeente gevoerde planologische beleid.
Veegactie
Het bestemmingsplan geeft in de toelichting aan om welke onvolkomenheden het gaat en wat er is gedaan om dit te corrigeren. Vaak gaat het om redactionele wijzigingen, maar het gaat ook om het verwerken van binnenplanse en buitenplanse afwijkingsbesluiten (inclusief zogenaamde kruimelafwijkingen) waarvoor een omgevingsvergunningsvergunning is verleend, bijvoorbeeld voor uitbouwen, erkers en dakopbouwen.
Deze besluiten zijn overigens niet in alle gevallen individueel in de regels en/of op de verbeelding verwerkt, maar soms ook via een algemene regel in dit bestemmingsplan als toegelaten gebruik en/of (bouw-)werk aangemerkt. Dat betekent dat ook deze afwijkingen via de veegactie positief zijn bestemd.
In Hoofdstuk 3 van deze plantoelichting worden deze afwijkingsprocedures en andere aanpassingen vermeld en (waar nodig) toegelicht.
1.5 Functie Van Dit Bestemmingsplan
Dit bestemmingsplan fungeert als een plan dat op onderdelen het bestemmingsplan vervangt. De bestemming en bijbehorende regels in dit plan zijn van toepassing op gedeelten van die bestemmingsplannen. Deze onderliggende bestemmingsplannen blijven gewoon gelden; alleen dat wat in dit bestemmingsplan wordt geregeld, komt in de plaats van en/of ter aanvulling op de regelingen in die bestemmingsplannen over dit onderwerp.
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (kaart), regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridische plan. De plantoelichting heeft geen rechtskracht.
Een bestemmingsplan wordt met de daarbij behorende toelichting langs elektronische weg vastgelegd. Het bestemmingsplan wordt in die vorm vastgesteld. Een volledige papieren versie van het bestemmingsplan wordt gelijktijdig vastgesteld. Indien de inhoud van het langs elektronische weg vastgelegde bestemmingsplan na vaststelling en die van de papieren versie daarvan tot een verschillende uitleg aanleiding geeft, is de eerstbedoelde inhoud beslissend.
1.6 Leeswijzer
Het bestemmingsplan Centrum 2021 bestaat uit een toelichting, de planregels en een verbeelding.
De toelichting is als volgt opgebouwd:
- Hoofdstuk 1: inleiding op de veegactie.
- Hoofdstuk 2: beschrijving van het actuele beleidskader (rijk, regionaal, provincie en gemeente).
- Hoofdstuk 3: beschrijving van de onderdelen van de veegactie voor plangebied Centrum 2021.
- Hoofdstuk 4: artikelsgewijze toelichting op de regels.
- Hoofdstuk 5: uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
- Hoofdstuk 6: inhoudsopgave van de bijlagen bij de toelichting.
Na de toelichting volgen de (uit meerdere plannen samengestelde) regels, inclusief de daarbij behorende bijlagen.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
Dit bestemmingsplan wordt beleidsneutraal uitgevoerd. Een uitvoerige toetsing aan het beleid is daarom niet aan de orde. Niettemin moet inzicht worden geboden in de actuele beleidsuitgangspunten van het rijk, de provincie Noord-Holland en de gemeente Diemen. Daartoe worden de belangrijkste beleidsdocumenten in samenvatting weergegeven. Aan het einde van iedere paragraaf wordt overwogen of er uitgangspunten zijn die bij deze veegactie moeten worden betrokken.
2.1 Rijksbeleid
2.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
De Nationale Omgevingsvisie is vastgesteld op 11 september 2020. De NOVI komt voort uit de Omgevingswet, die naar verwachting in 2022 in werking treedt. Het uitgangspunt van de nieuwe aanpak van deze wet is dat ingrepen in de leefomgeving in samenhang plaatsvinden. Zo kunnen bij (gebieds)ontwikkelingen betere en meer geĆÆntegreerde keuzes worden gemaakt.
Vier prioriteiten
Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie in beeld. Het Rijk wil op nationale belangen sturing en richting geven. Dit komt samen in vier prioriteiten:
1. Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie
Nederland moet zich aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en moet in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust zijn. Om dit te bereiken moeten er maatregelen in de leefomgeving getroffen worden zoals het behouden en aanleggen van voldoende groen en wateropslag in de steden. Ook moet Nederland in 2050 een duurzame energievoorziening hebben. Dit kan onder andere gerealiseerd worden door de aanleg van zonnepanelen en windmolens. Windmolens op zee hebben de voorkeur, maar ook op het land zijn ze nodig. Door de windmolens waar mogelijk zo veel mogelijk te clusteren wordt versnippering over het landschap voorkomen en kan de ruimte zo efficiƫnt mogelijk worden benut. Participatie en invloed van bewoners is daarbij erg belangrijk. Zonnepanelen moeten eerst op daken en gevels worden geplaatst voordat er over wordt gegaan op het plaatsen van zonnepanelen in het landschap. Ook zet het Rijk zich in voor het maken van ruimtelijke reserveringen voor het hoofdenergiesysteem op nationale schaal.
2. Duurzaam economisch groeipotentieel
Nederland werkt toe naar een duurzame, circulaire, kennisintensieve en internationaal concurrerende economie in 2050. Om deze positie te bereiken en te handhaven zijn goede verbindingen via weg, spoor, lucht, water en digitale netwerken vereist. Ook zijn nauwe samenwerkingsverbanden met internationale partners belangrijk, ook op defensieterrein. Het Rijk zet in op het creƫren van een innovatief vestigingsklimaat, met een gezonde leefomgeving die inwoners volop voorzieningen biedt op het gebied van wonen, bewegen, recreƫren, ontmoeten en ontspannen. Het uitgangspunt is wel dat de economie toekomst bestendig wordt, oftewel concurrerend, duurzaam en circulair. Dit moet worden bereikt door duurzame energiebronnen te gebruiken en productieprocessen te veranderen zodat men niet langer afhankelijk is van fossiele bronnen.
3.Sterke en gezonde regio's
In steden en stedelijke regio's zijn veel nieuwe locaties nodig voor wonen en werken. De voorkeur is om deze locaties binnenstedelijk te realiseren, zodat de open ruimten tussen stedelijke regio's behouden blijven. Dit vraagt optimale afstemming op en investeringen in mobiliteit. Tegelijk moet de leefbaarheid en klimaatbestendigheid in steden en dorpen verbeterd worden. Dit houdt in: schone lucht, voldoende groen, water en publieke voorzieningen waar mensen kunnen bewegen, ontspannen en samenkomen.
Daarbij hoort een uitstekende bereikbaarheid en toegankelijkheid, ook voor mensen met een handicap. De leefomgevingskwaliteit- en veiligheid moet toenemen. Dit betekent dat voorafgaand aan nieuwe ontwikkelingen helder moet zijn welke randvoorwaarden de leefomgevingskwaliteit- en veiligheid stelt en elke maatregelen er nodig zijn wanneer er voor nieuwe ontwikkelingslocaties wordt gekozen. Zo blijft de gezondheid geborgen. Niet alleen groei heeft aandacht in de NOVI. Er wordt ook aandacht besteed aan het versterken van de vitaliteit en leefbaarheid in krimpregio's.
4. Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied
Er ontstaat een nieuw perspectief voor de Nederlandse landbouwsector als koploper in de duurzame
kringlooplandbouw. Een goed verdienpotentieel voor de bedrijven wordt gecombineerd met een minimaal effect op de omgevingskwaliteit van lucht, bodem en water. Dit levert ook een noodzakelijke positieve bijdrage aan het verbeteren van de biodiversiteit. Bodemdaling moet worden aangepakt. Verhoging van het waterpeil is in bepaalde veenweidegebieden op termijn noodzakelijk. Met de betrokken regio's en gebruikers wordt afgesproken waar en hoe deze aanpassingen zorgvuldig moeten worden uitgevoerd. In alle gevallen wordt er ingezet op ontwikkeling van de karakteristieke eigenschappen van het Nederlandse landschap. Dit vertegenwoordigt een belangrijke cultuurhistorische waarde. Verrommeling en versnippering, bijvoorbeeld door wildgroei van distributiecentra, is ongewenst en wordt tegengegaan.
Afwegingsprincipes
De druk op de fysieke leefomgeving in Nederland is zo groot, dat belangen soms botsen. Het streven is combinaties te maken en win-win situaties te creƫren, maar dit is niet altijd mogelijk. Soms zijn er
scherpe keuzes nodig en moeten belangen worden afgewogen. Hiertoe gebruikt de NOVI drie
afwegingsprincipes:
- 1. Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies: In het verleden is scheiding van functies vaak te rigide gehanteerd. Met de NOVI zoekt het Rijk naar maximale combinatiemogelijkheden tussen functies, gericht op een efficiƫnt en zorgvuldig gebruik van onze ruimte.
- 2. Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal: wat de optimale balans is tussen bescherming en ontwikkeling, tussen concurrentiekracht en leefbaarheid, verschilt van gebied tot gebied. Sommige opgaven en belangen wegen in het ene gebied zwaarder dan in het andere.
- 3. Afwentelen wordt voorkomen: het is van belang dat de leefomgeving zoveel mogelijk voorziet in mogelijkheden en behoeften van de huidige generatie van inwoners zonder dat dit ten koste gaat van die van toekomstige generaties.
2.2 Provinciaal Beleid
2.2.1 Omgevingsvisie Noord-Holland 2050
Op 19 november 2018 hebben de Provinciale Staten de Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 vastgesteld. In de Omgevingsvisie geeft de provincie aan welke provinciale belangen een rol spelen bij de ruimtelijke ordening in Noord-Holland. De visie laat in algemene zin zien wat de ontwikkelprincipes zijn voor de hele provincie om een hoge leefomgevingskwaliteit te bieden.
Ambities
Het leidende principe van de Omgevingsvisie NH2050 is de balans tussen economische groei en
leefbaarheid. Een gezonde en veilige leefomgeving die goed is voor mens, plant Ʃn dier. Onder de
hoofdambitie, balans tussen economische groei en leefbaarheid, zijn samenhangende ambities
geformuleerd. Hierbij komen de volgende thema's aan bod:
Leefomgeving:
- Klimaatverandering: een klimaatbestendig en waterrobuust Noord-Holland.
- Gezondheid en veiligheid: het behouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Dit betreft bodem,water, lucht, omgevingsveiligheid, geluidsbelasting en ontwikkeling in de ondergrond.
- Biodiversiteit en natuur: biodiversiteit in Noord-Holland vergroten, ook omdat daarmee andere doelen zoals een gezonde leefomgeving kan worden bereikt.
Gebruik van leefomgeving:
- Economische transitie: een duurzame economie, met innovatie als belangrijke motor. De provincie biedt ruimte aan ontwikkeling van circulaire economie, duurzame landbouw, energietransitie en experimenten.
- Wonen en werken: vraag en aanbod van woon- en werklocaties moeten beter met elkaar in overeenstemming zijn. Woningbouw moet vooral in en aansluitend op de bestaande verstedelijkte gebieden worden gepland, in overeenstemming met de kwalitatieve behoeften en trends.
- Duurzaamheid van de totale voorraad is het uitgangspunt.
- Mobiliteit: Inwoners en bedrijven van de provincie Noord-Holland verplaatsen producten of personen effectief, veilig en efficiƫnt waarbij negatieve gevolgen van mobiliteit op het klimaat, gezondheid, natuur en landschap steeds nadrukkelijk meegewogen worden. De provincie zet zich in voor het verwerken van mobiliteitsopties die hieraan bijdragen zoals goede OV-verbindingen, uitstekende infrastructuur voor alle modaliteiten en technologische innovatie.
- Landschap: het benoemen, behouden en versterken van unieke kwaliteiten van diverse landschappen en cultuurhistorie.
Energietransitie:
De ambitie voor de energietransitie is dat Noord-Holland als samenleving in 2050 volledig
klimaatneutraal en gebaseerd is op hernieuwbare energie. De provincie biedt de ruimte aan
noodzakelijke energietransitie en de daarvoor benodigde infrastructuur. Daarbij wordt tevens rekening
gehouden met de ambities voor verstedelijking en landschap.
2.2.2 Provinciale omgevingsverordening Noord-Holland 2020
De belangrijkste onderwerpen uit de Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 worden verankerd in de nieuwe Omgevingsverordening Noord-Holland. Deze vervangt alle bestaande verordeningen die betrekking hebben op de leefomgeving zoals de Provinciale Ruimtelijke Verordening, de Provinciale Milieuverordening, de Waterverordeningen en de Wegenverordening. De provincie wil een eenvoudiger, duidelijker en meer integraal systeem van regels. Met meer ruimte voor lokaal en regionaal maatwerk en bestuurlijke afwegingsruimte. Om dat te bereiken stelt de provincie samen met haar partners de Omgevingsverordening op.
Voor de provincie betekent dit een andere, nieuwe manier van werken. Ook de regels worden op een nieuwe manier opgesteld. De nieuwe regels richten zich op het āhoeā: hoe kom je tot een goede fysieke leefomgeving? De fysieke leefomgeving staat voor alles wat mensen zien, voelen en ruiken zoals gebouwen, wegen, parken, bossen, rivieren en een schone lucht. Voorheen richtten de regels zich vooral op het āwatā: wat mag niet en welke uitzonderingen gelden? Het gaat dus meer om het doel en minder om het middel. In de Omgevingsverordening NH2020 worden daarvoor de eerste stappen gezet.
Gedeputeerde Staten hebben de Omgevingsverordening NH2020 op 16 november 2020 vastgesteld. Op 26 april 2021 hebben Gedeputeerde Staten de Ontwerp - Omgevingsverordening NH2022 vastgesteld. Deze zal tegelijk in werking treden met de Omgevingswet.
Gevolgen voor de veegactie
Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord-Holland en de daartoe door de provincie gestelde (bestaande en toekomstige) regels geven geen aanleiding tot het doorvoeren van aanpassingen in het plan. Door de veegactie wordt de bruikbaarheid van de plannen vergroot, hetgeen ook de uitvoering van het provinciaal beleid ten goede komt.
2.3 Gemeentelijk Beleid
2.3.1 Omgevingsvisie Diemen 2040
In de Omgevingsvisie 2040 kiest Diemen tot 2040 voor een heldere scheiding tussen het stedelijke gezonde dorp en het groene buitengebied. In het stedelijke gezonde dorp wordt ruimte gezocht voor verschillende maatschappelijke opgaven, zoals de grote behoefte aan betaalbare woningen en tevens voorzieningen zoals sportvoorzieningen, scholen, recreatieve voorzieningen en zorgvoorzieningen. Ingezet wordt op een gezonde, leefbare en duurzame leefomgeving met voldoende ruimte voor groen en water in de wijken die gebruikt kunnen worden door mens, plant en dier. Verder is de inzet gericht op ontmoeting en verbinding door het maken en verbeteren van ontmoetingsplekken in elke buurt en aantrekkelijke wandel- en fietsroutes. Diemen vindt het belangrijk dat het buitengebied groen en rustig blijft en geen onderdeel gaat worden van het bebouwde gebied. In het buitengebied van Diemen kun je namelijk juist aan de stedelijke drukte ontsnappen, recreƫren, rust vinden en ontspannen in het groen en de natuur. In het buitengebied wordt gezocht naar de balans tussen natuur, kleinschalige recreatie, bereikbaarheid, klimaatadaptatie en energieopwekking.
Gevolgen voor de veegactie
De bestaande plannen voldoen reeds aan de Omgevingsvisie. Wel worden de plannen op ondergeschikte onderdelen aangepast aan de beleidsuitvoering in de praktijk, bijvoorbeeld door het wegnemen van onjuistheden en omissies. Door de veegactie wordt de bruikbaarheid van de plannen vergroot, hetgeen ook de uitvoering van het gemeentelijk beleid ten goede komt.
Hoofdstuk 3 Planbeschrijving
3.1 Toelichting Op De Veegactie
Zoals in paragraaf 1.4 is gezegd heeft dit bestemmingsplan tot doel in ƩƩn keer diverse correcties en wijzigingen aan te brengen. In deze paragraaf worden de betreffende correcties/wijzigingen toegelicht. Er wordt gemotiveerd aangegeven wat in het bestemmingsplan geregeld wordt en op welke wijze.
In deze paragraaf volgt eerst een algemene toelichting op de totstandkoming van het nieuwe bestemmingsplan.
Verbeelding
De verbeelding is gemaakt op basis van de bestaande verbeeldingen van de bestemmingsplannen in het plangebied. Tot de bestaande bestemmingsplannen behoren het oorspronkelijk vastgestelde (gebieds-)bestemmingsplan binnen een gebied, maar ook herzieningen, wijzigingen en/of uitwerkingen die daarna zijn vastgesteld. Al deze plannen zijn samengevoegd tot een nieuwe verbeelding. Vervolgens zijn buitenplanse afwijkingsbesluiten binnen het plangebied, en die nog niet in een bestemmingsplan waren opgenomen, ingetekend op de verbeelding. Ook zijn enkele grondtransacties op de verbeelding verwerkt, zoals bijvoorbeeld de verkoop van een gemeentelijke groenstrook aan een particulier. Tot slot zijn enkele (ambtshalve geconstateerde) correcties en omissies verwerkt. Er is een uitsnede gemaakt als er ter plaatse een bestemmingsplan of afwijking nog in procedure is en het plan nog niet onherroepelijk is. Dit is onder andere van toepassing voor de locatie Arent Krijtsstraat 1.
Regels
Net als bij de verbeelding zijn de regels van de verschillende, samen te voegen bestemmingsplannen (inclusief herzieningen, wijzigingen en uitwerkingen) geïntegreerd aangepast tot één nieuwe set aan regels. Uiteraard zijn ook de bij de regels behorende bijlagen hierbij opgenomen. Daar waar er nog geen regels van toepassing waren, zoals in het geval van buitenplanse afwijkingsbesluiten, zijn de besluiten gedetailleerd in bestaande en/of nieuwe regels verwerkt. Daarbij is zo dicht mogelijk aangesloten op de detaillering, systematiek en terminologie van de andere regels. Ook in de regels zijn op enkele onderdelen correcties doorgevoerd en omissies weggenomen. Op deze wijze is een volledige, actuele set aan regels ontstaan die nauw correspondeert met de nieuwe verbeelding, zowel vanuit juridisch oogpunt als uit oogpunt van digitale raadpleegbaarheid. Daarnaast zijn bepaalde onderdelen uit de regels aangepast om meer uniformiteit te bereiken. Het gaat hier om de aan- en bijgebouwenregeling, begripsbepalingen en algemene regels van de woonbestemmingen binnen het plangebied.
Toelichting
Normaal is het gebruikelijk en doelmatig om de bestaande verbeeldingen en bestaande regels volledig te integreren. In de voorliggende plantoelichting is er een andere keuze gemaakt. Een volledige integratie is niet doelmatig. Het draagt ook niet bij aan de doelstelling van de gemeente om het planologisch-juridisch kader op een overzichtelijk en publieksvriendelijke manier beschikbaar te stellen. Verder is het ook juridisch niet strikt noodzakelijk. Daarom is gekozen voor een pragmatische en publieksvriendelijke oplossing. Voor ieder nieuw bestemmingsplan is een nieuwe, compacte plantoelichting opgesteld, met daarin:
- een algemene beschrijving van de veegactie;
- een duidelijk overzicht van de aanpassingen (samenvoegingen, aanpassingen en correcties), waar nodig voorzien van toelichtende beschrijvingen;
- een actuele artikelsgewijze toelichting, waarin alle opgenomen regels zijn voorzien van nadere uitleg;
Het raadplegen van de (oude) toelichtingen en bijlagen van de bestaande plannen is mogelijk via de bijlagen bij deze toelichting.
Jurisprudentie en gewijzigde wetgeving
Bij het integreren van plannen en verwerken van besluiten en correcties is recente jurisprudentie en gewijzigde wetgeving waar nodig en waar mogelijk meegenomen. Hierbij is er wel voor gewaakt dat een aanpassing zou (kunnen) leiden tot niet-beleidsneutrale aanpassingen.
3.2 Overzicht Van Aanpassingen In Het Plangebied
In deze paragraaf zijn de belangrijkste aanpassingen aangegeven die op dit bestemmingsplan betrekking hebben. De meest specifieke aanpassingen zijn met het oog op efficiƫnte verwijzing uniek genummerd.
Daar waar wordt verwezen naar een artikel- of lidnummer wordt het (nieuwe) artikel- of lidnummer bedoeld zoals opgenomen in dit plan. Dit nieuwe artikel- of lidnummer kan afwijken van het artikel- of lidnummer in het bestaande bestemmingsplannen.
Samenvoeging bestaande plannen
- 1. Bestemmingsplan 'Centrum' (NL.IMRO.0384.BPcentrum-VG01), vastgesteld door de gemeenteraad op 27 juni 2013.
- 2. Bestemmingsplan 'Spooronderdoorgang Ouddiemerlaan' (IMRO: NL.IMRO.0384.BPspooronderdoorg-VG01), vastgesteld door de gemeenteraad op 6 juli 2017.
- 3. Bestemmingsplan 'Sporthal Diemen' (NL.IMRO.0384.BPsporthal-VG01), vastgesteld door de gemeenteraad op 30 maart 2020.
Verwerking vergunde buitenplanse afwijkingen
- 4. Het bouwen van een laad āen losruimte aan de achterzijde van de supermarkt, Diemerplein 18. De verbeelding is aangepast door het bestemmingsvlak Centrum en het bouwvlak te vergroten aan de hand van de bouwtekening. (NL.IMRO.0384.OVDiemerplein18-VG01)
- 5. Het realiseren van een appartementencomplex met 98 appartementen en het afwijken van het bestemmingsplan en de aanleg van uitritten (project De Sfinx), Ouddiemerlaan 112 t/m 142. De verbeelding is aangepast door het bestemmingsvlak Wonen-1, het bouwvlak en de bouwhoogte te vergroten aan de hand van de bouwtekening. Daarnaast is een parkeernorm opgenomen van 98 parkeerplaatsen op eigen terrein voor de in totaal 98 woningen (NL.IMRO.0384.OVSfinx-VG01).
- 6. Het afwijken van het bestemmingsplan (aanvraag deelvergunning 1 van 2) voor het bouwen van 10 stadswoningen, op de kruising van het Wilhelminaplantsoen en de Ouddiemerlaan (locatie oud postkantoor). De verbeelding is aangepast door de bestemming wonen op te nemen inclusief bouwvlak conform de BGT. De veranda/overkapping aan de achterzijde van de woningen is door middel van een bouwaanduiding specifiek geregeld. Daarnaast geldt een parkeernorm van tenminste 1 parkeerplaats per woning op eigen terrein. (NL.IMRO.0384.OVwilhelminapl1-VG01)
- 7. Het oprichten van een bijgebouw voor een bed & breakfast en bijbehorende kantoorruimte, Ouddiemerlaan 31. De specifieke bouwaanduiding 'bed & breakfast' zoals bedoeld in artikel 22.2.2 onder lid l, is opgenomen op de verbeelding.
Belangrijke aanpassingen vanuit wetgeving en jurisprudentie
- 8. In art. 1.65 van de regels (wonen) is de tern wonen gewijzigd naar woningen
Verwerking overige aanpassingen
- 9. Art. 1.5 regels: het begrip 'aan- en uitbouw' is als volgt gecorrigeerd: een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt aan het hoofdgebouw, als een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, direct verbonden met en direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw, bijvoorbeeld via een toegangsdeur.
- 10. Art. 1.19 regels: het begrip 'bijgebouw' is als volgt gecorrigeerd: een op zichzelf staand, vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, niet direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw.
- 11. In bestemmingen waarin woningen zijn toegestaan is in de regeling voor aan huis gebonden beroep en bedrijf aangegeven dat een 'bed en breakfast' voor maximaal 4 personen is toegestaan.
- 12. De studentenwoningen aan de Rode Kruislaan zijn specifiek bestemd.
- 13. De bouwregels binen de bestemmingen Wonen-1 en Wonen-2 zijn gestandaardiseerd.
- 14. De dubbelbestemmingen voor leiding, archeologie en waterstaat zijn gestandaardiseerd.
- 15. Ter plaatse van de Muiderstraatweg 50 is de horecavestiging voor afhaal en bezorgservice geregeld in de bestemming Gemengd-3.
- 16. Wijziging goot- en bouwhoogte Burgemeester de Kievietstraat 7-13 naar respectievelijk 7 en 12 m.
- 17. Correctie goot- en bouwhoogte drive-in garageblokken Ruimzicht West naar respectievelijk 8 en 12 m.
- 18. Ter plaatse van Albert Loethoelistraat 19 is de bestemmingsgrens tussen Verkeer en Wonen/Tuin gecorrigeerd.
- 19. De bestemming Verkeer is aangepast aan de situering van de aangelegde rotonde op de kruising Muiderstraatweg en Prinses Beatrixlaan
- 20. Art. 38.2: regeling bestaande vergunde (binnenplanse en kruimel-)afwijkingen, waardoor deze op grond van dit plan rechtens zijn toegelaten.
- 21. Ter plaatse van Arent Krijtsstraat 48 (verzorgingshuis De Diem) is het ondergeschikte medegebruik door buurtbewoners van het restaurant geregeld.
- 22. Correctie bedrijvenlijst (bijlage 1 regels).
- 23. De gebiedsaanduidingen 'Veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 1' en 'Veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 2' zijn toegevoegd aan de verbeelding en de regels.
- 24. De dubbelbestemming Leiding - Water is toegevoegd aan de verbeelding en de regels.
- 25. In de bestemming Verkeer ā Railverkeer is toegevoegd dat geluidsschermen tot een bouwhoogte van 2 meter zijn toegelaten. Bij het station Diemen zijn hogere geluidsschermen geplaatst. Deze zijn in het bestemmingsplan opgenomen met de aanduiding āgeluidsschermā met een maximale bouwhoogte van 5 meter.
Overige aanpassingen van ondergeschikte aard
- Stroomlijnen begripsomschrijvingen, meetomschrijvingen en algemene regels (aan de hand van het handboek regels).
- Tekstuele correcties.
- Aanpassing (door-)nummering als gevolg van de veegactie.
- Correcties op de verbeelding.
Hoofdstuk 4 Juridische Planopzet
4.1 Standaard En Plansystematiek
Standaard
Het bestemmingsplan Centrum 2021 is opgesteld en ingericht conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).
Systematiek
Dit bestemmingsplan is een gedetailleerd bestemmingsplan, dat wil zeggen dat aan de meeste percelen en gebieden specifieke bestemmingen zijn toegekend, in plaats van globale bestemmingen. In het kader van de veegactie zijn de bestemmingen en regels uit de bestaande bestemmingsplannen voor het overgrote deel onverkort gehandhaafd. In hoofdstuk 3 is aangegeven op welke onderdelen dit bestemmingsplan van de bestaande bestemmingsplanen afwijkt.
4.2 Indeling Regels
Het bestemmingsplan is opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). Hierin zijn regels opgenomen over onder andere de indeling van de planregels en de naamgeving van bestemmingen. De planregels kennen standaard vier hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de planregels. Dit artikel voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.
Artikel 2 Wijze van meten
In dit artikel is bepaald hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moeten worden. Evenals de begripsbepalingen voorkomen de bepalingen inzake de wijze van meten interpretatieverschillen bij de toepassing van de planregels.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Centrum
De voor centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel, dienstverlening, horeca en wonen. Er zijn horecabedrijven toegestaan tot en met categorie 3. De maximale goot- en bouwhoogte zijn ter plaatse aangeduid. Woningen zijn binnen deze bestemming alleen toegestaan boven de winkels en voorziening. Wonen op de begane grond is niet toegestaan. Wel kan wonen op de begane grond ondergeschikt zijn. Dit is bedoeld voor bijvoorbeeld toegang, entreeportalen, berging en garage. Ter plaatse van de parkeerkelder Diemerplein en ter plaatse van de parkeergarage met ingang aan de Hasselaarstraat is een aanduiding 'minimum aantal parkeerplaatsen' opgenomen.
Artikel 4 Gemengd - 1 tot en met Artikel 8 Gemengd - 5
In het plangebied zijn vijf gemengde bestemmingen aanwezig. Voor een deel komen deze bestemmingen met elkaar overeen. Zo zijn de functies dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen in alle gemengde bestemmingen aanwezig. Bij Gemengd - 2 is naast dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen ook wonen toegestaan. In Gemengd - 3 zitten de voorgenoemde functies ook en zijn daarnaast ook bedrijven tot en met categorie 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten mogelijk.
Gemengd - 4 is bestemd voor detailhandel, bedrijven en wonen. Wonen is echter niet overal toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' is wonen op de begane grond niet toegestaan. Wonen is hier op de begane grond wel ondergeschikt, bijvoorbeeld toegang, entreeportalen, berging en garage zijn wel toegestaan. De gronden voor Gemengd - 5 hebben dezelfde functies als gemengd - 4. Uitzondering is dat binnen de bestemming Gemengd - 5 ook horeca is toegestaan. Voor de gronden in de Arent Krijtsstraat is uitsluitend horeca van categorie 1 en 2a van de Staat van horeca-activiteiten toegestaan. Op deze locatie is de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1' opgenomen. Waar deze aanduiding niet is opgenomen is horeca tot en met categorie 3 toegestaan.
Artikel 9 Groen
De gronden die voor groen aangewezen zijn bestemd voor groenvoorzieningen en ter plaatse van de aanduiding 'buurttuin' voor een gezamenlijke buurttuin. Het grondoppervlak van bergkasten en hobbykassen mag maximaal 50 m2 zijn. De speeltuin binnen deze bestemming is aangeduid met de aanduiding “speeltuin“. Ondergeschikte voorzieningen binnen deze bestemming zijn onder andere parkeervoorzieningen en voet- en fietspaden. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan.
Artikel 10 Horeca
De gronden die voor horeca aangewezen zijn bestemd voor horeca-activiteiten die horen tot categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten. Gebouwen dienen binnen het bouwvlak gebouwd te worden en de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangeduid.
Artikel 11 Maatschappelijk - Begraafplaats
Deze bestemming is toegekend aan een begraafplaats. De begraafplaats is aan de Hartveldseweg gelegen en gebouwen hebben een maximale bouwhoogte van 4 meter.
Artikel 12 Maatschappelijk - Overig
Deze bestemming is toegekend aan maatschappelijke voorzieningen, voor zover het niet gaat om geluidsgevoelige objecten en bedrijfswoningen. Gebouwen dienen binnen het bouwvlak gebouwd te worden. De maximale goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse is aangeduid.
Ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca-4' is ondergeschikt aan deze bestemming zijn ook horecavoorzieningen van categorie 1 t/m 3 toegestaan, uitsluitend op de begane grond
Artikel 13 Maatschappelijk - Scholen
Deze bestemming is toegekend aan de scholen die in het plangebied zijn gelegen. De maximale bouwhoogte en het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse is aangeduid.
Artikel 14 Maatschappelijk - Wonen
De bestemming Maatschappelijk - Wonen is toegekend aan een zorgcentrum. Het zorgcentrum is aan de Arent Krijtsstraat gelegen. De maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse is aangeduid. In het zorgcentrum is een restaurant gevestigd dat voorziet in de behoefte van de bewoners. Als ondergeschikt gebruik wordt het ook toegelaten voor buurtbewoners, op afspraak, gebruik maken van deze voorziening ter ondersteuning van het sociale contact van de bewoners van het zorgcentrum.
Artikel 15 Recreatie
Deze bestemming is toegekend aan een kinderboerderij. Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 10% en de maximale goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter.
Artikel 16 Sport
De sportvelden, de tennisbanen en de sporthallen die zich in het oosten in het plangebied bevinden hebben de bestemming sport gekregen. Hier zijn gebouwen toegestaan waarbij het bebouwingspercentage maximaal 25% mag bedragen en de goothoogte maximaal 12 meter mag hebben. Er is binnen deze bestemmingen een aanduiding voor bedrijfswoning opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding is ƩƩn bedrijfswoning toegestaan, met een maximum vloeroppervlak van 120 m2.
Artikel 17 Tuin
Deze bestemming is toegekend aan tuinen. Uitsluitend mogen hier bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden met een maximale bouwhoogte van 1 meter.
Artikel 18 Verkeer
Deze bestemming is toegekend aan de gebiedsontsluitingswegen, erftoegangswegen, tramvoorzieningen en verblijfsgebieden. Ter plaatse van de aanduiding verblijfsgebieden zijn bijzondere centrumdoeleinden toegestaan. Met bijzondere centrumdoeleinden wordt een weekmarkt en het jaarlijkse terugkerend evenement 'het Diemerfestijn' bedoeld. Gezien de jurisprudentie is voor deze bestaande evenementen een speciale aanduiding opgenomen. Ook geldt in deze bestemming ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' een kiosk. Een kiosk mag gebruikt worden voor detailhandel en lichte horeca van de categorie 1 en 2a van de Staat van horeca-activiteiten zoals opgenomen in Bijlage 2 behorende bij de planregels. Overige bouwwerken mogen niet hoger dan 8 meter zijn. Voor palen en masten geldt een maximale bouwhoogte van 15 meter.
Artikel 19 Verkeer - Railverkeer
Deze bestemming is toegekend aan railverkeer en kruisingen met het wegverkeer, stations en overige voorzieningen ten behoeve van het verkeer. Gebouwen mogen alleen binnen een bouwvlak worden gebouwd. Ter plaatse van de aanduidingen 'volkstuin' zijn volkstuinen toegestaan. De oppervlakte van bergkasten en hobbykassen mag maximaal 18 m2 per volkstuin bedragen en de hoogte hiervan mag maximaal 2,7 meter bedragen. Volkstuinen mogen niet als overnachting of permanente bewoning worden gebruikt. De aanduiding 'detailhandel' is opgenomen voor een kiosk. Een kiosk mag gebruikt worden voor detailhandel en lichte horeca van de categorie 1 en 2a van de Staat van horeca-activiteiten zoals opgenomen in Bijlage 2 behorende bij de planregels. Een kiosk mag maximaal 20 m2 bedragen en de hoogte mag maximaal 4,0 meter zijn. Reclameborden mogen niet hoger zijn dan 5 meter. Voor geluidsschermen geldt een maximale bouwhoogte van 2 meter, waarbij ter plaatse van de aanduiding āgeluidsschermā een maximale bouwhoogte van 5 meter geldt. Voor overige bouwwerken geldt een maximale bouwhoogte van 15 meter.
Artikel 20 Verkeer - Voorlopig 1
Deze bestemming heeft betrekking op enkele groengebieden. De betreffende gronden mogen tijdelijk in gebruik worden genomen als werkgebied en voor infrastructuur. Hiertoe is de bestaande bestemming Groen vervangen door een voorlopige bestemming Verkeer, welke na 5 jaar van rechtswege komt te vervallen, waarna ter plaatse (opnieuw) de genoemde bestemming van toepassing wordt. Deze termijn komt overeen met het wettelijk maximum.
Artikel 21 Verkeer - Weg
Deze bestemming is toegekend aan wegen met meerdere doorgaande rijstroken, alsmede parallelrijbanen, opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten. In de bouwregels is ook met deze afwijkende functie rekening gehouden. Gebouwen zijn niet toegestaan. Voor reclameborden geldt een maximale bouwhoogte van 5 meter. Overige bouwwerken mogen niet hoger dan 15 meter zijn.
Artikel 22 Water
De waterpartijen die in openbaar gebied zijn gelegen en een waterbergende functie hebben zijn hierin bestemd voor water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan met een maximale bouwhoogte van 5 meter. Te denken valt bijvoorbeeld aan een (voetgangers)brug, een steiger, vlonder o.i.d.
Artikel 23 Wonen - 1
Deze gronden zijn bestemd voor gestapelde woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld'. De garageboxen en een parkeergarage zijn ook ter plaatse van aanduidingen toegestaan. De garageboxen zijn uitgezonderd van het gezamenlijk grondoppervlak van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. De bouwhoogte van garageboxen mag maximaal 3 meter bedragen en het bebouwingspercentage 100%. Op de begane grond zijn wel toegang, entreeportalen, berging en garage toegestaan. Wonen is hier ondergeschikt. Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning is niet toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding `wonen uitgesloten' is wonen op de begane grond niet toegestaan. Wonen is hier wel ondergeschikt toegestaan, zoals toegang entreeportalen, berging en garage. Ten hoogste 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw tot ten hoogste 50 m2 mag gebruikt worden voor beroeps- en bedrijfsuitoefening. De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - tuin' mogen niet worden bebouwd.
Artikel 24 Wonen - 2
De bestemming Wonen - 2 is toegekend aan de woningen in het zuiden van het plangebied. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend grondgebonden woningen toegestaan. In deze bestemming is het mogelijk om een dakopbouw te realiseren. Garageboxen zijn ter plaatse van de aanduiding toegestaan. De garageboxen zijn uitgezonderd van het gezamenlijk grondoppervlak van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. De bouwhoogte van garageboxen mag maximaal 3 meter bedragen en het bebouwingspercentage 100%.
Artikel 25 Leiding - Gas
Door het plangebied loopt een gasleiding. Deze dubbelbestemming is primair bestemd voor een aardgastransportleiding. Er mag uitsluitend gebouwd worden voor zover de veiligheid van een leiding of het functioneren van de leiding niet onevenredig wordt geschaad en voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden met de leidingbeheerder. Middels een omgevingsvergunning is het mogelijk om werken en/of werkzaamheden uit te voeren.
Artikel 26 Leiding - Hoogspanning
De dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' geldt, naast de andere aldaar voorkomende bestemming(en), voor de aangewezen gronden voor een ondergrondse hoogspanningsverbinding. Binnen deze dubbelbestemming dient er voor het uitvoeren van werkzaamheden of bouwen van bouwwerken of gebouwen toestemming gevraagd te worden van de leidingbeheerder.
Artikel 27 Leiding - Water
De dubbelbestemming Leiding ā Water is opgenomen voor de planologisch relevante waterleiding die door het plangebied loopt. In deze bestemming is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen om te waarborgen dat de veiligheid en het functioneren van de leiding niet wordt geschaad.
Artikel 28 Waarde - Archeologie 2 en Artikel 29 Waarde - Archeologie 3
De dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie gelden voor de gronden waar - op basis van de gemeentelijke archeologiekaart - sprake is van archeologische verwachtingswaarden. Deze dubbelbestemmingen dienen ter bescherming van deze waarden. In deze artikelen wordt geregeld wanneer een archeologisch onderzoek vereist is en worden maatregelen ter bescherming van eventuele waarden voorgeschreven.
De bescherming van de archeologische waarden is bovengeschikt aan die van de cultuurhistorische waarden. Wanneer de dubbelbestemming Archeologie samenvalt met de dubbelbestemming cultuurhistorische waarden, gaan de bepalingen van de dubbelbestemming Archeologie voor. Op de gemeentelijke archeologie kaart zijn de volgende gebieden aangegeven:
1. Rekening houden met archeologie
2. Rekening houden met archeologie, behalve bij zeer kleine plannen
3. Rekening houden met archeologie bij middelgrote en grote plannen
4. Bij grondverstorende werkzaamheden tijdig contact opnemen met het NISA te Lelystad
5. Bij grote plannen archeologie in planproces integreren.
De eerste drie categorieƫn zijn met een dubbelbestemming op de verbeelding weergegeven. De dubbelbestemming beschermd de aanwezige archeologische waarden door een onderzoeksverplichting bij bodemingrepen van een bepaalde diepte en oppervlakte. Per categorie gelden de volgende normen:
1. Categorie 1 (Waarde ā Archeologie 1): onderzoeksverplichting bij bodemingrepen dieper dan 50 centimeter.
2. Categorie 2 (Waarde ā Archeologie 2): onderzoeksverplichting bij bodemingrepen dieper dan 50 centimeter en groter dan 50 m2.
3. Categorie 3 (Waarde ā Archeologie 3): onderzoeksverplichting bij bodemingrepen dieper dan 50 centimeter en groter dan 500 m2 .
Om de Waarde ā Archeologie in de verschillende bestemmingsplannen eenduidig aan te geven worden de van toepassing zijnde dubbelbestemmingen gebruikt. In het bestemmingsplan Centrum komen kenmerken voor de Waarde - Archeologie 2 en 3 voor. De bijbehorende kenmerken voor Waarde ā Archeologie 1 komen niet voor in het bestemmingsplan Centrum.
Artikel 30 Waarde - Cultuurhistorie
Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden die mede bestemd zijn voor de bescherming en het behoud van de beeldbepalende wand. Bouwen is toegestaan mits de uitwendige hoofdvorm van een pand, zoals die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaat, niet gewijzigd mag worden. Als is aangetoond dat de aanwezige cultuurhistorische waarden niet worden geschaad kan er middels een omgevingsvergunning gebouwd worden. Deze bestemming kan in zijn geheel of gedeeltelijk vervallen, als er ter plaatse geen cultuurhistorische waarden (meer) aanwezig zijn of het niet meer noodzakelijk is dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en in veiligstelling van cultuurhistorische waarden voorziet. Het is anderzijds ook mogelijk deze bestemming uit te breiden als er op basis van onderzoek blijkt dat het noodzakelijk is de aanwezige waarden te beschermen.
Artikel 31 Waterstaat - Waterkering
De dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering geldt voor de gronden waar een primaire waterkering is gelegen en heeft onder meer tot gevolg dat voor een aantal werkzaamheden dat een bedreiging kan vormen voor de waterkering, een omgevingsvergunning is vereist. De bescherming van de waterkering waarden is bovengeschikt aan die van de archeologische waarden. Wanneer de dubbelbestemming Waterstaat- waterkering samenvalt met de dubbelbestemming Waarde Archeologie - 2 of 3, gaan de bepalingen van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering voor.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 32 Anti-dubbeltelregel
De anti-dubbeltelregel voorkomt dat dezelfde gronden meerdere keren in aanmerking mogen worden genomen bij het verlenen van omgevingsvergunningen, waardoor bebouwingsmogelijkheden onbedoeld kunnen worden verruimd. Het opnemen van deze regel is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening.
Artikel 33 Algemene bouwregels
De algemene bouwregels regelen dat ondergeschikte delen van de woonfunctie (entreeportalen, trappenhuizen) wel op de begane grond toegestaan zijn op de plaatsen waar wonen op de begane grond is uitgesloten.
Artikel 34 Algemene gebruiksregels
De algemene gebruiksregels regelen welke vormen van gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in ieder geval moeten worden aangemerkt als een verboden gebruik, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 35 Algemene aanduidingsregels
Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke bouwaanduiding - monument' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud van cultuurhistorische waardevolle bebouwing. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 1' zijn geen kwetsbare objecten toegestaan en ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 2' zijn geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Artikel 36 Algemene afwijkingsregels
Behalve de specifieke afwijkingsregels, opgenomen binnen de bestemmingsregels, kent het plan ook een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden. Deze bevoegdheden hebben als doel om flexibel te kunnen inspelen op afwijkingen en overschrijdingen van beperkte aard of omvang. Binnen deze afwijkingsregels is onder andere het plaatsen van vrijstaande antenne-installaties geregeld conform de hiervoor vastgestelde gemeentelijke beleidsregels, in verband hiermee is de Kaart Plaatsingsmogelijkheden van GSM en UMTS antenne-installaties uit het gemeentelijk beleid als bijlage bij de regels gevoegd.
Artikel 37 Algemene wijzigingsregels
De algemene wijzigingsbevoegdheid heeft als doel het bestemmingsplan van flexibiliteit te voorzien.
Het plan mag niet meer dan 5 meter afwijken van een bestemmingsgrens of van het profiel van een weg.
Verder zijn er algemene wijzigingsregels opgenomen om de Staat van bedrijfsactiviteiten en Staat van horeca-activiteiten te veranderen en om de aanduiding archeologie en cultuurhistorie van de kaart te verwijderen.
Artikel 38 Overige regels
Indien er wordt verwezen naar een wet of een wettelijke regeling dan geldt deze regeling zoals die luid en van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan. Tevens is hier de bestaande maten regelin opgenomen. Hierin is geregeld dat het gebruik, bouwwerken, werken geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zoals die zijn vergund op basis van de bestaande bestemmingsplannen, worden geacht op grond van dit plan te zijn toegestaan en mogen respectievelijk als bestaand gebruik, bestaand bouwwerk, bestaand werk geen bouwwerk zijnde en bestaande werkzaamheid worden aangemerkt.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 39 Overgangsrecht
Het overgangsrecht is van toepassing op bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd. Het opnemen van deze regel is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening.
Artikel 40 Slotregel
De slotregel geeft aan hoe de regels van het plan worden aangehaald.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
Financiƫle uitvoerbaarheid
Dit bestemmingsplan maakt onderdeel uit van de veegactie 2021 en is beleidsmatig neutraal van aard.
Dit plan consolideert voor het overgrote deel de reeds toegekende bestemmingen uit de bestaande bestemmingsplannen. Tevens worden een aantal eerder verleende vergunningen en genomen toestemmingsbesluiten in het plan verwerkt. Er is geen sprake van feiten of omstandigheden die een nadere overweging vergen inzake de uitvoerbaarheid van dit plan.
Grondexploitatiewet
De Grondexploitatiewet is op dit plan niet van toepassing aangezien geen (exploitatieplanplichtige) ontwikkelen zijn voorzien die niet reeds eerder bestemd dan wel vergund zijn.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Zienswijzen
Op grond van artikel 3.1.6 onder e van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt een bestemmingsplan alsmede een ontwerp hiervoor gepubliceerd in het gemeenteblad en op ruimtelijkeplannen.nl. Het ontwerp wordt zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode kan een ieder op het plan reageren door zienswijze in te dienen.
De zienswijzenota voor de bestemmingsplannen Noord 2021, Zuid 2021, Centrum 2021, Buitengebied 2021 en Bergwijkpark 2021 is toegevoegd aan bijlage 24. Daarnaast is de nota van wijzigingen voor bestemmingsplan Centrum 2021 toegevoegd aan bijlage 25.
Overleg met andere overheden
Op grond van artikel 3.1.1, lid 1 juncto artikel 3.1.6, lid 1 onder c Bro pleegt het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan, daarbij overleg met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
In het kader van het vooroverleg is reactie onvangen van ProRail en Liander N.V.
Hoofdstuk 6 Toelichting Op De Bijlagen
6.1 Inhoudsopgave Bijlagen Bij De Toelichting
- 1. Toelichting Bestemmingsplan 'Centrum'
- Bijlagen Nota beantwoording inspraak en vooroverleg
- Bijlagen Nota beantwoording zienswijzen ontwerp bestemmingsplan Centrum
- 2. Toelichting Bestemmingsplan 'Spooronderdoorgang Ouddiemerlaan'
- Bijlagen Verkeersveiligheidsanalyse tijdelijke situatie
- Bijlagen Onderzoek luchtkwaliteit
- Bijlagen Akoestisch onderzoek
- Bijlagen Historisch bodemonderzoek
- Bijlagen Onderzoek Niet Gesprongen Conventionele Explosieven
- Bijlagen Watertoets
- Bijlagen Quickscan Flora en Faunawet
- Bijlagen Aanvullende quickscan Flora en Faunawet
- Bijlagen Vleermuizenonderzoek
- Bijlagen Nota beantwoording zienswijzen
- 3. Toelichting Bestemmingsplan 'Sporthal Diemen'
- Bijlagen Verkennend bodemonderzoek
- Bijlagen Onderzoek externe veiligheid
- Bijlagen Akoestisch onderzoek
- Bijlagen Watertoets
- Bijlagen Quickscan flora en fauna
- Bijlagen Nader onderzoek vleermuizen
- Bijlagen Quickscan stikstofdepositie
- Bijlagen Beslisboom toestemmingverlening stikstof
De zienswijzenota voor de bestemmingsplannen Noord 2021, Zuid 2021, Centrum 2021, Buitengebied 2021 en Bergwijkpark 2021 is toegevoegd aan bijlage 24. Daarnaast is de nota van wijzigingen voor bestemmingsplan Centrum 2021 toegevoegd aan bijlage 25.