Beheersverordening Edam-Zuid 1e herziening 2021
Beheersverordening - Gemeente Edam-Volendam
Vastgesteld op 25-11-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1.1 Begrippen
1.1.1 Beheersverordening
De beheersverordening Edam-Zuid, 1e herziening met identificatienummer NL.IMRO.0385.bhvEdamZuid1ehz-vg01 van de gemeente Edam-Volendam;
1.1.2 Verbeelding
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.1.3 Aan huis gebonden beroep
De uitoefening aan huis van een beroep op administratief, juridisch, medisch, persoonlijke verzorging, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen terrein, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de woning een ruimtelijke uitwerking of uitstraling behoudt die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.1.4 Antennedrager
Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
1.1.5 Antenne-installatie
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbijbehorende bevestigingsconstructie;
1.1.6 Atletiek
De sporten hardlopen, springen, speer- en discuswerpen, kogelstoten en kogelslingeren en varianten daarop;
1.1.7 Atletiekbaan
Terreinen en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van atletiek;
1.1.8 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.1.9 Bebouwingspercentage
Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.1.10 Bedrijf
Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op bedrijfsmatig verlenen van diensten;
1.1.11 Bedrijfsgebouw
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten;
1.1.12 Bedrijfs/dienstwoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein;
1.1.13 Bestaand
- ten aanzien van bouwwerken: een bouwwerk, dat ten tijde van de terinzagelegging van de inwerkingtreding van de beheersverordening legaal bestaat of legaal in uitvoering is en mag worden gebouwd krachtens een bouw-/omgevingsvergunning voor het bouwen dan wel een vrijstelling op grond van de WRO, een ontheffing op basis van de Wro, of een afwijkingsprocedure op basis van de Wabo;
- ten aanzien van gebruik: het legale gebruik van gronden, opstallen en bouwwerken dat op het moment van de inwerkingtreding van de verordening bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime dan wel in overeenstemming of in uitvoering is krachtens een vrijstelling op grond van de WRO, een ontheffing van de Wro of een afwijkingsprocedure van de Wabo;
1.1.14 Besluitvlakgrens
Een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een besluitvlak;
1.1.15 Besluitvlak
Een op de verbeelding door besluitvlakgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met eenzelfde bestemming;
1.1.16 Bijbehorende bouwwerken
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.1.17 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.1.18 Bouwgrens
Een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;
1.1.19 Bouwhoogte
Hoogste punt van een gebouw dat niet is afgedekt met een kap;
1.1.20 Bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.1.21 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.1.22 Bouwperceelgrens
Een grens van een bouwperceel;
1.1.23 Bouwvlak
Een op de verbeelding door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee de gronden zijn aan geduid waarop gebouwen zijn toegelaten;
1.1.24 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.1.25 Bouwwerk, geen gebouw zijnde
Elk bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.1.26 Carport
Een overkapping met een open constructie die geen tot de constructie behorende wanden heeft ten behoeve van de stalling van voertuigen;
1.1.27 Dagrecreatieve voorzieningen:
Onder dagrecreatieve voorzieningen wordt verstaan recreatie-elementen zoals ligweiden, speelterreinen, volkstuinen, sportvelden en sportterreinen.;
1.1.28 Dak
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.1.29 Dakkapel
Een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
1.1.30 Dakopbouw
Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok van het dak waardoor het silhouet van het oorspronkelijke dak wijzigt;
1.1.31 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijfsactiviteit;
1.1.32 Dienstverlening
Bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s, kantoren met baliefunctie en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.1.33 Eerste bouwlaag
De bouwlaag op de begane grond;
1.1.34 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, ruimte vormt;
1.1.35 Geluidbelasting vanwege wegverkeer
De etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.1.36 Geluidzoneringsplichtige inrichting
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
1.1.37 Goothoogte
De hoogte, gemeten vanaf peil tot aan de bovenkant van de goot;
1.1.38 Hoofdgebouw
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.1.39 Horecabedrijf
Een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.1.40 Horecaschip
Elk vaartuig of drijvend voorwerp dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt ten behoeve van horeca;
1.1.41 Kantoor
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi) overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen, al of niet met een baliefunctie;
1.1.42 Kap
De afdekking van een gebouw die is geplaatst onder een hoek van niet minder dan 35 en niet meer dan 70 graden ten opzichte van het horizontale vlak;
1.1.43 Maatschappelijke voorzieningen
Overheidsvoorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren, bejaardencentra, sociaalculturele doeleinden;
1.1.44 Nokhoogte
Het hoogste punt van een gebouw dat is afgedekt met een kap;
1.1.45 Nutsvoorzieningen
Voorzieningen c.q. gebouwen gericht en bestemd voor en ten behoeve van openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen en gebouwen;
1.1.46 Onderbouw
Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven peil is gelegen;
1.1.47 Ondergeschikte ondersteunende horeca
Vormen van horeca die wat betreft exploitatievorm behoren bij en ondergeschikt zijn aan een (sociaal-culturele, recreatieve) hoofdfunctie zoals buurthuizen, en sportkantines zoals bedoeld in categorie I van de Staat van Horecabedrijven;
1.1.48 Oorspronkelijke nokhoogte, gevel, gevelbreedte e.d
De ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaande nokhoogte, gevel, gevelbreedte e.d. van gebouwen;
1.1.49 Ondergronds bouwen
Bouwen onder het maaiveld met een diepte van minimaal 0,5 m;
1.1.50 Overkapping
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd, of ander bouwwerk, met een dak;
1.1.51 Peil
Hieronder wordt verstaan:
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- indien in of op het water wordt gebouwd: het plaatselijk aan te houden waterpeil;
1.1.52 Perceelsgrens
Een grens van een bouwperceel;
1.1.53 Provinciaal monument
Een onroerende zaak die van belang is voor de provincie Noord-Holland wegens haar cultuurhistorische waarde als bedoeld in de Provinciale Monumentenverordening Noord-Holland 2005;
1.1.54 Rijksmonument
Onroerend monument, dat is ingeschreven in de Erfgoedwet vastgestelde registers;
1.1.55 Scheidingslijn tussen bouwhoogten
Een op de verbeelding aangegeven lijn, die een deel van een bouwvlak afgrenst, waarvoor een afwijkende goot- en/of nokhoogte van toepassing is;
1.1.56 Seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.1.57 Straatmeubilair
Straatverlichtingselementen, zitbanken, openbare toiletten, bloembakken, telefooncellen, wachtruimten voor verkeersdiensten, ondergrondse opslagplaatsen voor huishoudelijk afval en in het algemeen als bouwwerken, welke kunnen dienen ten gerieve van de gebruikers van straten;
1.1.58 Verbeelding
De digitale voorstelling van de in de verbeelding opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
1.1.59 Vloeroppervlak
Het totale oppervlak van de vloeren van alle bouwlagen van een gebouw;
1.1.60 Voorgevel
De gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard en functie, constructie danwel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt en waar ‘om die redenen’ de voorgevelrooilijn is gesitueerd;
1.1.61 Voorgevelrooilijn
Op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een bouwwerk;
1.1.62 Voorkeursgrenswaarde
De maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
1.1.63 Wet
De Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) zoals die gold ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van deze beheersverordening;
1.1.64 Woning
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.1.65 Woongebouw
Een gebouw dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.1.66 Woonschip
Elk vaartuig of drijvend voorwerp dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning;
1.1.67 Zendmast
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarop antenne-installaties worden geplaatst;
Artikel 1.2 Wijze Van Meten
1.2.1 Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
a. lengte, breedte en diepte van gebouwen:
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren;
b. lengte, breedte en diepte van bouwwerken, geen gebouw zijnde:tussen de verst van elkaar gelegen punten van deze werken, horizontaal gemeten;
c. de goot (of boeibord)hoogte van een gebouw:vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel of de hoogte gemeten tussen de bovenkant van goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel en het peil; met dien verstande dat voor de goothoogte de goten van dakkapellen buiten beschouwing blijven;
d. de bouwhoogte van een bouwwerk:vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van bouwonderdelen van ondergeschikte betekenis zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
e. oppervlakte van een bouwwerk:tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
f. oppervlakte van bouwwerken, geen gebouw zijnde:tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
g. de dakhelling:langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
h. afstanden:afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
i. bouwhoogte van een antenne-installatie:de bouwhoogte van een antenne-installatie wordt gemeten tussen de voet van de antennedrager en het hoogste punt van de antenne-installatie; indien de antennedrager aan de gevel van een gebouw wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt waarop de antenne, met antennedrager het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antenne-installatie;
j. nokhoogte:vanaf het peil tot aan de nok van een gebouw dat is afgedekt met een kap.
1.2.2 Toepassing
Bij de toepassing van het bepaalde als bedoeld in artikel 1.2.1 ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken en besluitvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevelennkroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw c.q. besluitvlakgrens met niet meer dan 0,5 meter wordt overschreden;
2 Bestemmingsregels
Artikel 2.1 Bedrijf
2.1.1 Bestemmingsomschrijving
De met ‘Bedrijf’ aangewezen gronden voor gebouwen ten behoeve van:
- bedrijven, handels- en nijverheidsbedrijven en ambachtelijke bedrijven die behoren tot de categorieën 1, 2 en 3 van de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten;
- ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening’: uitsluitend nutsvoorzieningen;
- ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg’ uitsluitend een benzine-service-station, voor zover die behoren tot de categorieën 1 en 2 van de van deze regels deel uitmakende, Staat van bedrijfsactiviteitenalsmede voor:
- bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, straten en paden;
- parkeervoorzieningen, groen en water, tuinen, erven en terreinen;met dien verstande dat:
- detailhandel en zelfstandige kantoorvoorzieningen, behoudens het bepaalde in artikel 2.1.2.2 onder f, niet zijn toegestaan;
2.1.2 Bouwregels
2.1.3 Specifieke gebruiksregels
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.1(gebruik van gronden en bouwwerken) is het verboden de gronden met een nadere aanwijzing ‘bijgebouwen uitgesloten’ en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 3.00 meter.
2.1.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken:
- van het bepaalde in artikel 2.1.1 en toe te staan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2;
- voor het toelaten van dienstverlenende instellingenmet dien verstande dat:
- geluidshinderlijke inrichtingen, als bedoeld in artikel 12, lid 4 van het Inrichtingen en Vergunningenbesluit Milieubeheer(IVB) niet zijn toegestaan;
- benzinestations met LPG verkoop, voorzover voorkomend in categorie 3.2. van de Staat van bedrijfsactiviteiten, niet zijn toegestaan.
Artikel 2.2 Detailhandel En Dienstverlening
2.2.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Detailhandel- en Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van detailhandel en dienstverlening met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2.2.2 Bouwregels
Artikel 2.3 Groen
2.3.1 Bestemmingsomschrijving
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.20 van deze regels (Waterkering) zijn de voor ‘Groen’ aangewezen gronden bestemd voor: beplantingen, gazons, water, waterpartijen en wateroeverstroken, speelvoorzieningen en speelgelegenheid, kunstobject en straatmeubilair, nutsvoorzieningen, voetgangers- en fietspaden, bermen en bermsloten.
2.3.2 Bouwregels
- op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd;
- voor wat betreft de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is het bepaalde in artikel 3.4, lid 5 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2.4 Horeca
2.4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor
- gebouwen ten behoeve van horecavoorzieningen voor zover deze voorkomen in categorie 1, 2, 3 en 4 van de Staat van Horeca-activiteiten;met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen; en de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'opslag' uitsluitend opslag is toegestaan.
2.4.2 Bouwregels
Artikel 2.5 Maatschappelijk
2.5.1 Bestemmingsomschrijving
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.21 van deze regels (Waterkering) zijn de voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden uitsluitend bestemd voor:
- gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen met daaraan ondergeschikte ondersteunende horeca, conform categorie 1 van de Staat van horeca-activiteiten met de daarbijbehorende
- wegen en paden;
- parkeervoorzieningen
- speelvoorzieningen
- water
- tuinen, erven en terreinen
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': begraafplaats met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder gedenkstenen, voetpaden, overige verhardingen en groenvoorzieningen.
2.5.2 Bouwregels
2.5.3 Specifieke gebruiksregels
Aanvullend op het bepaalde in artikel 3.1 van deze regels (gebruik van gronden en bouwwerken) geldt voor de bestemming ‘Maatschappelijk’ het volgende:
- de ondersteunende horecavoorzieningen, conform categorie 1 van de Staat van horeca-activiteiten,dienen ondergeschikt te zijn aan de bestemming maatschappelijke doeleinden.
- de oppervlakte ten behoeve van ondergeschikte ondersteunende horeca mag binnen deze bestemming niet meer dan 10% van de bebouwde oppervlakte per bouwperceel zijn met een maximum van 200 m².
Artikel 2.6 Recreatie
2.6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- sportieve recreatie en dagrecreatieve voorzieningen, waartoe in elk geval behoren:
- sportvelden met bijbehorende voorzieningen;
- gebouwen ten behoeve van sportieve recreatie, met de daarbij behorende (ondergeschikte-) horecavoorzieningen, zoals bedoeld in categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen;
- een antenne-installatie voor mobiele telecommunicatie.
met de daarbij behorende - voorzieningen zoals ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden, parkeervoorzieningen,beplantingen, groenvoorzieningen en water en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2.6.2 Bouwregels
2.6.3 Specifieke gebruiksregels
- de ondersteunende horecavoorzieningen, conform categorie 1 van de Staat van horeca-activiteiten, dienen functioneel ondergeschikt te zijn aan de bestemming Recreatie;
- de oppervlakte ten behoeve van ondergeschikte ondersteunende horeca mag maximaal 10% van de bebouwde oppervlakte van de hoofdfunctie bedragen.
Artikel 2.7 Sport
2.7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- sportvelden met bijbehorende voorzieningen;
- atletiekbaan met bijbehorende voorzieningen;
met de daarbij horende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden, parkeervoorzieningen, beplantingen groenvoorzieningen en water en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
2.7.2 Bouwregels
Artikel 2.8 Tuin
2.8.1 Bestemmingsomschrijving
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.21 van deze regels (Waterkering) zijn de voor ‘Tuin’ aangewezen gronden uitsluitend bestemd voor de aanleg en instandhouding als tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde.
2.8.2 Bouwregels
Artikel 2.9 Tuin - Openheid
2.9.1 Bestemmingsomschrijving
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.21 van deze regels (Waterkering) zijn de voor ‘Tuin -openheid’ aangewezen gronden uitsluitend bestemd voor de aanleg en instandhouding als tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde.
De gronden dienen daarbij niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, dan wel zoals het artikel luidt indien sprake is van een wetswijziging betreffende vergunningsvrij bouwen op het erf.
2.9.2 Bouwregels
Artikel 2.10 Verkeer
2.10.1 Bestemmingsomschrijving
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.21 van deze regels (Waterkering) zijn de voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden bestemd voor:
- wegen, (ondergrondse) parkeerplaatsen met de daarbij behorende voorzieningen , fietsen;
- voetgangerspaden;met de daarbij behorende
- bermstroken, taluds, geluidswerende voorzieningen, groenvoorzieningen, bruggen, duikers, brugwachtershuisjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, water, keerwanden en watergangen ten behoeve van de waterberging en waterhuishouding, kunstobjecten, nutsvoorzieningen en straatmeubilair
2.10.2 Bouwregels
Artikel 2.11 Verkeer - Verbijfsgebied
2.11.1 Bestemmingsomschrijving
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.21 van deze regels (Waterkering) zijn de voor ‘Verkeer – Verblijfsgebied’ aangewezen gronden bestemd voor:
- wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing;
- met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienstevan de aangrenzende bestemmingen;
- (ondergrondse) parkeerplaatsen met de daarbij behorende voorzieningen; alsmede voor:
- bijbehorende voorzieningen, zoals fiets- ruiter-, skeeler en voetpaden, parkeerspeel-, en groenvoorzieningen, bruggen, duikers en water;
- nutsvoorzieningen, geen gebouw zijnde, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, kunstobjecten.
2.11.2 Bouwregels
Voor het bouwen op gronden met de bestemming ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ gelden de volgende
bepalingen:
- op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
- op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend duikers en bruggen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd;
- voor wat betreft de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is het bepaalde in artikel 3.4, lid 5 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2.12 Water
2.12.1 Bestemmingsomschrijving
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.21 van deze regels (Waterkering) zijn de voor ‘Water’ aangewezen gronden bestemd voor:
- sloten, watergangen en waterwegen;
- de wateraanvoer en -afvoer en waterberging en sierwater met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals aanlegsteigers, steigers, duikers, keerwanden, keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiing, bruggen en werken, geen bouwwerk zijnde.
2.12.2 Bouwregels
- op of in deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd zoals keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en steigers;
- de maximale bouwhoogte bedraagt 3 m;
- voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in artikel 3.4, lid 5
- bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen slechts worden gebouwd indien vooraf van de waterbeheerder een schriftelijke verklaring is ontvangen, dat zij tegen het bouwen daarvan geen bezwaar heeft.
Artikel 2.13 Wonen
2.13.1 Bestemmingsomschrijving
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.21 van deze regels (Waterkering) zijn de voor ´Wonen` aangewezen gronden uitsluitend bestemd voor
- woningen;
- daar waar dat op de verbeelding met een aanduiding 'gestapeld' is aangegeven: woningen in gestapelde vorm;
- bijbehorende bouwwerken;
met de daarbij behorende
- tuinen en erven, en
- bouwwerken geen gebouw zijnde.
2.13.2 Bouwregels
2.13.3 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 2.12.1, ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep mits wonen hoofddoel blijft en het ruimtebeslag voor de uitoefening van een aan huisgebonden beroep niet meer bedraagt dan 30 m2.
Artikel 2.14 Wonen - Erf
2.14.1 Bestemmingsomschrijving
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.21 van deze regels (Waterkering) zijn de voor ‘Wonen – Erf’ aangewezen gronden bestemd voor erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
2.14.2 Bouwregels
Artikel 2.15 Wonen - Garage
2.15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen – Garagebox’ aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor bebouwing met garages en bergruimten voor de stalling van vervoermiddelen en voor de berging van huishoudelijk gebruik (niet voor handel, bewoning en voor distributie bestemde goederen).
2.15.2 Bouwregels
Artikel 2.16 Wonen - Vrijstaand
2.16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen – Vrijstaand’ zijn bestemd voor:
- vrijstaande woonhuizen;
- bijbehorende bouwwerken;
- een monument ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding 'rijksmonument';
met de daarbijbehorende:
- tuinen en erven;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2.16.2 Bouwregels
2.16.3 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 2.16.1, ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep mits wonen hoofddoel blijft en het ruimtebeslag voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep niet meer bedraagt dan 30 m2.
Artikel 2.17 Waarde - Archeologie 1
2.17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) en besluitsubvlakken, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
2.17.2 Bouwregels
2.17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 2.18 Waarde - Archeologie 2
2.18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) en besluitsubvlakken, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
2.18.2 Bouwregels
2.18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 2.19 Waarde - Archeologie 3
2.19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) en besluitsubvlakken, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
2.19.2 Bouwregels
2.19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 2.20 Waarde - Archeologie 4
2.20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) en besluitsubvlakken, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
2.20.2 Bouwregels
2.20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 2.21 Waterstaat - Waterkering
2.21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat – Waterkering’ aangewezen gronden zijn primair bestemd voor:
- dijken en dijkbermen ten behoeve van de waterkering en de waterbeheersing;
- voor zover de op de verbeelding voor:
- verkeersdoeleinden;
- verblijfsgebied;
- water;
- groenvoorzieningen;
- maatschappelijke doeleinden;
- woondoeleinden;
- erven;
- tuin;
aangewezen gronden mede de bestemming waterkering is gegeven, zijn deze gronden primair bestemd voor de in dit artikel genoemde doeleinden en secundair voor de a t/m b genoemde bestemmingen, een en nader voor zover deze de waterkerende functie van de betreffende gronden niet bedreigen of aantasten.
2.21.2 Bouwregels
Op de in artikel 2.21.1 omschreven gronden mogen slechts gebouwen en bouwwerken, geen gebouw
zijnde, worden gebouwd indien:
- dit is toegestaan volgens de in artikel 2.21.1 genoemde bestemmingen;
- vooraf van de dijkbeheerder is verklaard, dat zij tegen het bouwen daarvan geen bezwaar heeft.
3 Algemene Regels
Artikel 3.1 Gebruik Van Gronden En Bouwwerken
- Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan gegeven bestemming(en), de doeleindenomschrijving en de overige regels.
- Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of te laten gebruiken voor
- seksinrichtingen
- speelautomatenhallen
- inrichtingen ten behoeve van het verstrekken van verdovende middelen vallende onder de Opiumwet
- opslag van (meer dan 10.000 kg) vuurwerk
- het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning
- het gebruik voor automatenhal
- het gebruik als ligplaats voor woonschepen en horecaschepen
- als opslagplaats van bagger en grondspecie
- als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen
- de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte voer-vaar-of vliegtuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval, puin, zand, grind en brandstoffen
- Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
- vormen van gebruik in lid 2 die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de doeleindenbeschrijving en/of de overige regels mag worden gebruikt
- het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel verwezenlijking van de bestemming;
- Het aantal woningen bedraagt maximaal het aantal woningen zoals aanwezig ten tijde van vaststelling van de beheersverordening;
- Afwijkingsmogelijkheid
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid a indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende reden wordt gerechtvaardigd.
Artikel 3.2 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 3.3 Bestaande Afstanden En Andere Maten
- Indien afstanden tot en hoogten, inhoud, diepte, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
- In die gevallen dat afstanden tot en hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van de beheersverordening minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Artikel 3.4 Hoogte-aanduidingen
- De goothoogte van een gebouw mag niet groter zijn dan de verbeelding aangeeft.
- Indien op de verbeelding geen goothoogteaanduiding is ingeschreven, geldt de ten tijde van de terinzagelegging oorspronkelijke goothoogte; dan wel de maximaal toelaatbare bouwhoogte van het bepaalde in lid 5 van dit artikel;
- Indien op de verbeelding geen goothoogteaanduiding is ingeschreven, geldt de ten tijde van de terinzagelegging van de oorspronkelijke plannen bestemmingsplan Edam Zuid en bestemmingsplan Atletiekbaan opgenomen nokhoogte; danwel de maximaal toelaatbare bouwhoogte van het bepaalde in lid 5 van dit artikel;
- de in lid 1 en 2 bedoelde hoogten mogen worden overschreden door antenneinstallaties, mits deze voldoen aan het bepaalde in lid 5, schoorstenen, liftkokers, zonnepanelen, trappenhuizen en andere ondergeschikte bouwdelen, tenzij in hoofdstuk 3 anders is bepaald, met dien verstande dat als op de verbeelding de goothoogte is aangegeven deze tevens mag worden overschreden door hellende dakvlakken, topgevelsmen dakkapellen.
- De maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag tenzij in hoofdstuk 3 of de overige regels anders is bepaald- ten hoogste bedragen:
- van erf- en terreinafscheidingen op gronden met de bestemming Tuin en/of Wonen-Erf, vóór de voorgevelrooilijn 1.00 meter achter de voorgevelrooilijn 2.00 meter
- de erf- en terreinafscheidingen elders 2.00 meter van lichtmasten en voorzieningen ten behoeve van de geleiding,
- beveiliging en regeling van het verkeer 9.00 meter
- van overig straatmeubilair 6.00 meter
- speeltoestellen 5.00 meter
- van vrijstaande antennes voor radioamateurs ten behoeve van
- telecommunicatie m.u.v. schotelantennes en zonder apparatuurkast 15.00 meter
- van vlaggenmasten 6.00 meter
- van tuinmeubilair 2.00 meter
- van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3.00 meter
Artikel 3.5 Afwijkingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:
- afwijkingen van maten met ten hoogste 10%, voor zover zulks van belang is voor de technische realisering van bouwwerken in aansluiting op bestaande bouwwerken;
- overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch of esthetisch betere realiseren van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 meter bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Artikel 3.6 Algemene Bouwregel
Ondergronds bouwen is toegestaan voor zover gelegen binnen een bouwvlak als opgenomen in de beheersverordening Edam-Zuid, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- ondergrondse bouwdiepte bedraagt maximaal 3,5 meter onder peil;
- ondergronds bouwen mag geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor de waterhuishouding en/of archeologische waarden.
Artikel 3.7 Monumenten
- ter plaatse van het besluitsubvlak ‘provinciaal monument' zijn de gronden mede bestemd voor een provinciaal monument.
- ter plaatse van het besluitsubvlak ‘rijksmonument' zijn de gronden mede bestemd voor een rijksmonument.
- ter plaatse van het besluitsubvlak ‘tuin bij gemaal’ zijn de gronden mede bestemd voor het gebruik als tuin.
Artikel 3.8 Procedureregels
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid is de openbare uniforme voorbereidingsprocedure van toepassing van de Algemene wet bestuursrecht zoals die wet gold op het moment van de vaststelling van deze beheersverordening.
Artikel 3.9 Parkeren En Laden En Lossen
3.9.1 Voorwaardelijke verplichting parkeren
- voor parkeren geldt dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwendan wel voor het toestaan van een andere planologische gebruiksactiviteit,voldoende parkeergelegenheid moet worden gerealiseerd en in stand wordt gehouden, waarbij voldoende betekent dat wordt voldaan aan de normen in beleidsregels die zijn neergelegd in gemeentelijk parkeerbeleid dan wel (bij ontbreken daarvan): de gemiddelde parkeerkencijfers voor matig stedelijke gebieden als bedoeld in de meest actuele CROW-publicatie: Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie (of vergelijkbare nieuwe titel).
- bij een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde onder a indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, er een bijzonder gemeentelijk belang mee is gemoeid of op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
3.9.2 Laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
- Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
- Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde sub a:
- indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
4 Overgangs- En Slotbepalingen
4.1 Overgangsbepalingen
4.1.1 Overgangsregeling bouwen
4.1.2 Overgangsregeling gebruik
4.2 Slotregeling
Dit plan kan worden aangehaald als: “Beheersverordening Edam-Zuid eerste herziening”.
Bijlagen Bij Regels - 1
Bijlage 1_bestemmingsplan Edam Zuid
Bijlagen Bij Regels - 2
Bijlage 2_bestemmingsplan Atletiekbaan Edam
Bijlagen Bij Regels - 3
Bijlage 3_Beheersverordening Edam Zuid toelichting
Bijlagen Bij Regels - 4
Bijlage 4_Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlagen Bij Regels - 5
Bijlage 5_Staat van Horeca-activiteiten