KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Artikel 3 Cultuur En Ontspanning - Pretpark
Artikel 4 Water
Bijlage 1 Bodemonderzoek Sprookjeswonderland 2009
Bijlage 2 Bodemonderzoek Ekz 2005
Bijlage 3 Beschermde Soorten Buitengebied Enkhuizen 2003
Bijlage 4 Voortoets Ekz 2007
Bijlage 5 Ecologisch Onderzoek Ekz 2008
Bijlage 6 Actualisatie Uitgevoerde Inventarisatie 2003
Bijlage 7 Archeologisch Advies 2009

Projectbesluit Sprookjeswonderland

Projectbesluit - Gemeente Enkhuizen

Vastgesteld op 22-06-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Besluitdocument

Hoofdstuk 1 Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

1.besluit:

het projectbesluit Sprookjeswonderland Enkhuizen B.V. van de gemeente Enkhuizen (code NL.IMRO.0388.PBuitbrSWL-vg01);

2.kaart:

de kaart van het projectbesluit Sprookjeswonderland Enkhuizen B.V.;

3.aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

4.aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

5.bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

6.bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

7.bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

8.bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

9.bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

10.gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

11.horecabedrijf:

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

12.horecabedrijf categorie 1a:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het voor gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholvrije en/of zwakalcoholische dranken en/of bereide kleine etenswaren. Hieronder wordt in ieder geval begrepen een koffie- of theehuis, patisserie, tearoom;

13.horecabedrijf categorie 1b:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verschaffen van gelegenheid tot verblijf en overnachting al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor gebruik ter plaatse ten behoeve van de gasten. Hieronder wordt in ieder geval begrepen een hotel, motel, pension of andere inrichting waarin gelegenheid wordt geboden voor recreatief wonen of verblijven;

14.horecabedrijf categorie 2:

-een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van al dan niet voor gebruik ter plaatse bereide etenswaren met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en zwakalcoholische dranken. Hieronder wordt in ieder geval begrepen een snackbar, snackloket en cafetaria;

-een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van in de inrichting bereide maaltijden voor gebruik ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en zwakalcoholische dranken. Hieronder wordt in ieder geval begrepen een restaurant;

15.horecabedrijf categorie 3:

-een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of kleine etenswaren. Hieronder wordt in ieder geval begrepen een café, eetcafé en bar;

-een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en waar het geven van gelegenheid tot dansen een wezenlijk onderdeel van de inrichting vormt. Hieronder wordt in ieder geval begrepen een discotheek en (bar)dancing;

16.horecavloeroppervlakte:

de oppervlakte van de ruimte binnen een horecabedrijf, die wordt gebruikt voor de verstrekking van dranken, etenswaren of logies, exclusief toilet-, keuken-, entree-, opslag- en administratieruimten, e.d.;

17.kampeermiddel:

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist;

18.peil:

a.indien op het land wordt gebouwd:

1.voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoe­gang direct aan de weg grenst:

-de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofd­toe­gang;

2.voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoe­gang niet direct aan de weg grenst:

-de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

b.indien in, op of over het water wordt gebouwd:

-het Normaal Amsterdams Peil;

19.publieksruimte ten behoeve van horeca:

het voor het publiek toegankelijke deel van een horecagelegenheid;

20.verkoopvloeroppervlakte:

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:

1.de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

3.de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

4.de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

5.de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Artikel 3 Cultuur En Ontspanning - Pretpark

3. 1.Projectomschrijving

De voor ‘Cultuur en ontspanning - Pretpark’ aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor:

a.dagrecreatieve voorzieningen ten behoeve van een speelterrein en speelaccommodaties;

b.gebouwen, voorzover ten dienste van de dagrecreatie, ten behoeve van:

1.een entreegebouw;

2.dagrecreatieve voorzieningen;

3.een kinderboerderij;

4.dierenverblijven;

5.detailhandel;

6.horecabedrijven categorie 1a;

7.horecabedrijven categorie 2;

8.sanitaire voorzieningen;

9.beheersvoorzieningen;

c.een dierenweide;

d.parkeervoorzieningen ter plaatse van het besluitsubvlak “parkeerterrein”;

met de daarbijbehorende:

e.terrassen;

f.wegen en paden;

g.groenvoorzieningen;

h.water;

i.bouwwerken geen gebouwen zijnde.

3. 2.Bouwvoorschriften

3. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a.het bebouwingspercentage zal ten hoogste 20% van de oppervlakte van de voor ‘Cultuur en ontspanning - Pretpark’ aangewezen gronden bedragen;

b.de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 15,00 m bedragen.

3. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a.de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 15,00 m bedragen.

3. 3.Gebruiksvoorschriften

Tot een gebruik, strijdig met dit projectbesluit, wordt in ieder geval gerekend:

a.het gebruik van gebouwen voor bewoning;

b.het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, zodanig dat de verkoopvloeroppervlakte per detailhandelsbedrijf meer bedraagt dan 96 m²;

c.het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een horecabedrijf, zodanig dat de publieksruimte per horecabedrijf meer bedraagt dan 390 m²;

d.het gebruik van gronden en bouwwerken als horecabedrijf categorie 3;

e.het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermidde­len.

Artikel 4 Water

4. 1.Projectomschrijving

De op de kaart voor ‘Water’ aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor:

a.water;

met de daarbijbehorende:

b.kaden en oevers;

c.riet- en oeverbeplanting;

d.werken ten behoeve van de waterstaat;

e.bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4. 2.Bouwvoorschriften

4. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

4. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a.er mogen geen steigers, vlonders en plankieren, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;

b.de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

4. 3.Gebruiksvoorschriften

Tot een gebruik, strijdig met dit projectbesluit, wordt in ieder geval gerekend:

-het gebruik van de gronden als aanleggelegenheid.

Bijlage 1 Bodemonderzoek Sprookjeswonderland 2009

Bijlage 1 Bodemonderzoek Sprookjeswonderland 2009

Bijlage 2 Bodemonderzoek Ekz 2005

Bijlage 2 Bodemonderzoek EKZ 2005

Bijlage 3 Beschermde Soorten Buitengebied Enkhuizen 2003

Bijlage 3 Beschermde soorten buitengebied Enkhuizen 2003

Bijlage 4 Voortoets Ekz 2007

Bijlage 4 Voortoets EKZ 2007

Bijlage 5 Ecologisch Onderzoek Ekz 2008

Bijlage 5 Ecologisch onderzoek EKZ 2008

Bijlage 6 Actualisatie Uitgevoerde Inventarisatie 2003

Bijlage 6 Actualisatie uitgevoerde inventarisatie 2003

Bijlage 7 Archeologisch Advies 2009

Bijlage 7 Archeologisch advies 2009