KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Artikel 4 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 5 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 6 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
Artikel 8 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Doel
1.3 Juridische Aspecten
1.4 Plangebied
1.5 Vigerende Bestemmingsplannen
1.6 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Huidige Situatie
2.2 Toekomstige Situatie
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Inleiding
3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
3.3 Economische Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 4 Juridische Vormgeving
4.1 Algemeen
4.2 Planvorm
4.3 Geluidzone- Industrie
4.4 Regeling Zonebeheer
Bijlage 1 Immissiewaarden En Groepsreserves
Bijlage 2 Kaart Toetsingspunten
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Planologisch Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Inspraaknota

Geluidzonering Boekelermeer

Bestemmingsplan - gemeente Heiloo

Ontwerp op 05-12-2023 - in voorbereiding

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 het plan

het paraplubestemmingsplan Geluidzonering Boekelermeer met identificatienummer NL.IMRO.0399.bpGeluidzoneBoekmr-0301 van de gemeente Heiloo;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 akoestisch rapport

Een akoestisch rapport zoals beschreven in bijlage I van het Reken - en meetvoorschrift geluid 2012;

1.5 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.6 bestaand

  1. a. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
  2. b. het onder a bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende Beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de Beheersverordening, of een andere planologische toestemming;

1.7 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.8 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.9 beste beschikbare technieken

beste beschikbare technieken, als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals deze bepaling luidt ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;

1.10 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.11 bouwgrens

een grens van een bouwvlak;

1.12 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.13 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.14 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.15 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.16 equivalent geluidsniveau:

het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid. Het energetisch gemiddelde wordt berekend volgens de methode zoals omschreven in de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (1999);

1.17 dag-, avond- en nachtperiode

periodes die lopen voor de dag van 07.00 uur tot 19.00 uur, voor de avond van 19.00 uur tot 23.00 uur en voor de nacht van 23.00 uur tot 07.00 uur;

1.18 etmaalwaarde

de hoogste waarde van het equivalente geluidsniveau in de:

  • dagperiode;
  • avondperiode + 5 dB;
  • nachtperiode +10 dB;

1.19 equivalent geluidsvermogen:

het energetisch gemiddelde van het fluctuerende geluidsvermogen van het ter plaatse gedurende een bepaalde periode optredende geluid;

1.20 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.21 geluidsbelasting in dB(A):

etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen op een industrieterrein of ten gevolge van een afzonderlijke inrichting, kavel of terrein op het gezoneerde industrieterrein.

1.22 geluidimmissiewaarde

de maximaal toelaatbare geluidbelasting op een immissiepunt/(zone)toetspunt (zonegrens of ander toetspunt binnen de zone) ten gevolge van de geluidemissie afkomstig van een inrichting, kavel of terrein op het gezoneerde industrieterrein

1.23 geluidsruimte:

equivalent geluidsvermogen behorende tot een inrichting, kavel of terrein dat wordt gedefinieerd als geluidimmissiewaarde in dB(A);

1.24 geluidzone

een op grond van artikel 40 van de Wet geluidhinder in het bestemmingsplan vastgelegd gebied rond een industrieterrein waarbuiten de geluidsbelasting ten gevolge van dat industrieterrein niet meer mag bedragen dan 50 dB(A);

1.25 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder en onderdeel D van Bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.26 geluidsgevoelige objecten

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;

1.27 relevante immissiebijdrage

een geluidbelasting ten gevolge van een inrichting op een (zone)toetspunt van meer dan 20 dB(A).

1.28 representatieve bedrijfssituatie

de toestand waarbij de inrichting volledig gebruik maakt van de vergunde capaciteit in de betreffende beoordelingsperiode conform de Handreiking Rekenen en Meten Industrielawaai 1999 (HRMI 1999).

1.29 zonegrens

de buitenste grens van de geluidzone zoals op de verbeelding vastgelegd door middel van de aanduiding 'Geluidzone - Industrie'

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 geluidsruimte als geluidimmissiewaarde

de bepaling van de geluidsruimte als geluidimmissiewaarde in dB(A), ter plaatse van de toetspunten als weergegeven in bijlage 2 behorend bij deze regels, vindt plaats conform de meet- en rekenmethode industrielawaai voor complexe situatie (methode II), zoals beschreven in de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999, onder de in de genoemde handleiding bepaalde voorwaarden.

Bij de berekening wordt:

  • uitgegaan van alle immissierelevante tot de inrichting behorende geluidsbronnen voor zover die plaatsvinden of zijn gelegen binnen het bouwperceel, een en ander met de representatieve bedrijfssituatie als uitgangspunt; deze geluidsbelasting wordt afzonderlijk bepaald voor de dag-, de avond- en de nachtperiode;
  • gebruik gemaakt van de rekensoftware Geomilieu (versie 2022.4 of hoger), waarbij de modeluitgangspunten en invoergegevens worden gebruikt zoals opgenomen in bijlage 5 bij deze regels;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene Aanduidingsregels

4.1 Geluidzone - Industrie

In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie' uitsluitend geluidgevoelige objecten worden opgericht waarvoor een hogere waarde als bedoeld in artikel 45 van de Wet Geluidhinder is vastgesteld.

4.2 Milieuzone - geluidsruimte 1 en 2

Artikel 5 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 sub a teneinde een grotere geluidsruimte op een bouwperceel toe te staan. Deze omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. 1. Er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van:
    1. a. de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden;
    2. b. de totale beschikbare geluidsruimte binnen het betreffende gebied zoals opgenomen in de tabellen groepsreserve in Bijlage 1;
  2. 2. de bedrijfseconomische noodzaak voor vergroting van de geluidsruimte is aangetoond
  3. 3. uit een akoestisch rapport is gebleken dat ondanks toepassing van de best beschikbare technieken en een qua milieuhinder zo goed mogelijke terreinindeling, een grotere geluidsruimte noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering. In het akoestisch onderzoek dient de gewenste geluidsruimte te worden aangegeven alsmede een overzicht van de geluidsbronnen, de toegepaste technieken en de bedrijfstijden;
  4. 4. in de omgevingsvergunning worden toetsingswaarden voor immissietoetspunten vastgesteld voor het bedrijf of de nieuwe bedrijfsactiviteiten, die niet mogen worden overschreden.
  5. 5. voor zover ten aanzien van de inrichting waarvoor de afwijking wordt gevraagd een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1 sub e Wabo is vereist, wordt de afwijking als onderdeel van deze omgevingsvergunning opgenomen;

Artikel 6 Overige Regels

Van toepassingsverklaring
Het bepaalde in de regels (voorschriften) en op de verbeelding (plankaarten) van de bestemmingsplannen:

bestemmingsplan IMRO code gemeente datum vaststelling
Boekelermeer Heiloo NL.IMRO.0399.BPBoekelermrHeiloo-VST1 Heiloo 3-2-2014
Boekelermeer Heiloo - wijzigingsplan 1 NL.IMRO.0399.bpBoeklmrHeilooWP1-0401 Heiloo 31-3-2015
Boekelermeer Heiloo - wijzigingsplan 2 NL.IMRO.0399.bpBoeklmrHeilooWP2-0401 Heiloo 02-03-2021
Boekelermeer Heiloo - wijzigingsplan 3 NL.IMRO.0399.bpBoeklmrHeilooWP3-0401 Heiloo 27-06-2023
Kanaalweg 21, Heiloo NL.IMRO.0399.BPKanaalweg21-0401 Heiloo 26-06-2023
Parapluplan Parkeren NL.IMRO.0399.BPParkeren-0401 Heiloo 7-10-2019
Landelijk gebied - Heiloo 03-11-1997

en de op deze bestemmingsplannen betrekking hebbende herzieningen blijft van kracht met dien verstande dat:

  • de verbeeldingen (plankaarten) worden aangevuld met de verbeelding van dit plan;
  • de regels (voorschriften) worden aangevuld met de regels van dit plan;
  • in geval van strijdigheid van bepalingen de regels van dit bestemmingsplan voorgaan op de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  3. c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Geluidzonering Boekelermeer.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het industrieterrein Boekelermeer, gelegen in de gemeenten Alkmaar, Heiloo en Castricum, is een geluidgezoneerd terrein (industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder). Het terrein heeft een geluidzone welke in 2002 is vastgelegd.

Volgens de Wet geluidhinder dienen alle industrieterreinen waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, gezoneerd te zijn. Bedoelde inrichtingen – ook wel 'A-inrichtingen' genoemd – worden nader genoemd in het Besluit omgevingsrecht (in bijlage I, onderdeel D). Rondom deze industrieterreinen dient een geluidzone te worden vastgesteld en vastgelegd door middel van een bestemmingsplanprocedure. Buiten deze zone mag de geluidbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen. Met dit bestemmingsplan wordt de zone zoals vastgesteld in 2002 herzien.

Het beheren van de totale geluidbelasting van dit industrieterrein is de zorg van de gemeente. Het is voor geluid ook een wettelijke taak. Die taak houdt in het vastleggen van de maximaal beschikbare geluidruimte in het bestemmingsplan en het bewaken van die zone met behulp van het daarbij te voegen zonebeheerplan (tevens geluidverdeelplan).

1.2 Doel

Het bestemmingsplan Geluidzonering Boekelermeer heeft een tweeledig doel:

  • Het vastleggen van de aangepaste geluidzone, wat op basis van de Wet geluidhinder dient te gebeuren.
  • De verdeling van geluidruimte, zoals deze in het zonebeheerplan is voorgesteld, wordt in het bestemmingsplan juridisch verankerd (ruimtelijke spoor). De regeling richt zich op een evenwichtige verdeling van de totaal beschikbare geluidruimte over de verschillende percelen c.q. bedrijven binnen het gezoneerde industrieterrein Boekelermeer. Hierbij wordt geluidruimte gereserveerd voor nieuwe ontwikkelingen bij zowel bestaande bedrijven als nieuw te vestigen bedrijven.

1.3 Juridische Aspecten

Milieurecht en ruimtelijke ordening

Het bestemmingsplan legt de geluidverkaveling uit het zonebeheerplan vast in de regels en de verbeelding. Daarmee dient het bestemmingsplan uitsluitend een ruimtelijk doel. Er wordt namelijk mee bereikt dat de tot 'industrieterrein' bestemde gronden optimaal worden benut. De geluidnormering in het plan heeft dan ook niet ten doel de kwaliteit van het milieu te beschermen. Daarvoor is het milieurecht het geëigende kader. Via de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wabo worden omwonenden beschermd tegen geluidhinder vanwege het industrieterrein. Die bescherming sluit aan bij de geluidzone, die de plaats aangeeft waar de geluidsbelasting op gevoelige functies niet meer dan 50 dB(A) mag bedragen.

De juridische status van het zonebeheerplan
De Wet geluidhinder kent aan het zonebeheerplan de status van informatiemodel toe. Het is een middel in handen van burgemeester en wethouders om gegevens bij te houden over de beschikbare geluidruimte, het deel ervan dat al is uitgegeven en het deel ervan dat nog beschikbaar is voor nieuwe inrichtingen of uitbreiding van bestaande inrichtingen. Het zonebeheerplan is echter niet te beschouwen als een wettelijke toetsingsgrond voor de verlening van omgevingsvergunningen (ABRvS van 2 november 2011, 201008546/1/M1). Om die reden is verankering van het zonebeheer in het bestemmingsplan noodzakelijk. Geluid is immers ruimte en daarmee is het beheer van die ruimte, in termen van toedeling van geluidruimte aan gronden, een zaak van de ruimtelijke ordening.

Geluidreductieplan
Op 7 oktober 2019 is het geluidreductieplan Boekelermeer door de gemeente Alkmaar vastgesteld, op basis waarvan vergunningen weer kunnen worden afgegeven. Met de vaststelling van voorliggend bestemmingsplan vervalt de werking van dit Geluidreductieplan Boekelermeer.

Het bestemmingsplan als toestemmingsvereiste
Dit bestemmingsplan is straks mede het toetsingskader voor bedrijven. Artikel 2.1 lid 1 sub c. Wabo regelt namelijk dat het niet is toegestaan een project uit te voeren zonder omgevingsvergunning wanneer het gebruik in strijd is met het bestemmingsplan. Milieutoestemmingen (vergunningen dan wel geaccepteerde meldingen) kunnen er dan niet meer toe leiden dat de zone 'vol raakt', aangezien de daaraan gekoppelde bedrijfsactiviteiten niet mogen worden uitgevoerd wanneer deze in strijd zijn met de geluidzonering zoals deze in dit bestemmingsplan is opgenomen.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het in werking hebben van een inrichting wordt dan ook getoetst aan dat bestemmingsplan. Die toetsing verloopt als volgt: bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de aanvraag wordt het beoogde gebruik van de gronden en opstallen mede betrokken. Artikel 2.7 Wabo brengt dit met zich mee. Indien vervolgens blijkt dat de milieuaanvraag tot overschrijding van de in het bestemmingsplan toegekende geluidruimte leidt, dan is dit aan te merken als een vergunningplichtige activiteit op basis van artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo. Bij de ontvankelijkheidstoets moet dus zorgvuldig beoordeeld worden of de aanvraag compleet is. Laat de aanvrager achterwege om 'het gebruik' aan te vragen, dan kan de gemeente de aanvraag buiten behandeling stellen. Vult aanvrager de aanvraag aan met de activiteit 'gebruik', dan neemt de gemeente de aanvraag in behandeling. Vervolgens kan de aanvraag geweigerd worden wegens strijdig gebruik indien deze leidt tot overschrijding van de toegekende geluidruimte. Ditzelfde principe geldt voor de melding. Zie artikel 8.41 a Wm.

1.4 Plangebied

Het plangebied omvat het industrieterrein Boekelermeer. Daarnaast is het omringende gebied opgenomen voor zover dit is gelegen binnen de grenzen van de nieuw vast te stellen geluidzone. Omdat het industrieterrein en de bijbehorende zone zijn gelegen in drie gemeenten, is het plangebied verdeeld over drie bestemmingsplannen met dezelfde toelichting en regels, die ieder betrekking hebben op het grondgebied van de eigen gemeente. Voor u ligt het bestemmingsplan van de gemeente Heiloo.

afbeelding "i_NL.IMRO.0399.bpGeluidzoneBoekmr-0301_0001.jpg"

Plangebied

1.5 Vigerende Bestemmingsplannen

Dit bestemmingsplan betreft een paraplubestemmingsplan. Dit wil zeggen dat alleen het aspect geluid wordt geregeld in dit bestemmingsplan. Daarnaast blijven de volgende bestemmingsplannen en de hierop betrekking hebbende herzieningen vigerend:

bestemmingsplan IMRO code gemeente datum vaststelling
Boekelermeer Heiloo NL.IMRO.0399.BPBoekelermrHeiloo-VST1 Heiloo 3-2-2014
Boekelermeer Heiloo - wijzigingsplan 1 NL.IMRO.0399.bpBoeklmrHeilooWP1-0401 Heiloo 31-3-2015
Landelijk gebied - Heiloo 03-11-1997
Boekelermeer Heiloo - wijzigingsplan 2 NL.IMRO.0399.bpBoeklmrHeilooWP2-0401 Heiloo 02-02-2021
Parapluplan Parkeren NL.IMRO.0399.BPParkerenHLO2022-0401 Heiloo 20-02-2023
Kanaalweg 21, Heiloo NL.IMRO.0399.BPKanaalweg21-0401 Heiloo 26-06-2023
Boekelermeer Heiloo - wijzigingsplan 3 NL.IMRO.0399.bpBoeklmrHeilooWP3-0401 Heiloo 27-06-2023

1.6 Leeswijzer

In Hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie met betrekking tot geluid beschreven en wordt ingegaan op de toekomstige situatie voor geluid en de verschillende besluiten en plannen die daarbij een rol spelen.

Hoofdstuk 3 gaat in op de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan. Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de regels en verbeelding van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige Situatie

Het industrieterrein Boekelermeer is gelegen ten zuiden van Alkmaar. Het terrein is gelegen in de gemeente Alkmaar (noordelijk deel), de gemeente Heiloo (zuidwestelijk deel) en de gemeente Castricum (zuidoostelijk deel). Het terrein wordt onder andere omsloten door de A9/N242, het Noordhollandsch Kanaal met de naastgelegen Westdijk en de Kanaalweg.

Milieucategorieën en zoneringsplicht
In de bestemmingsplannen zoals genoemd in paragraaf 1.5 zijn de huidige planologische mogelijkheden voor bedrijvigheid op het industrieterrein vastgelegd, op basis van de VNG publicatie bedrijven en milieuzonering. Het onderstaande figuur toont de onderverdeling per ten hoogste toegestane categorie.

Op basis van deze bestemmingsplan zijn activiteiten toegestaan en aanwezig en toekomstige activiteiten toegestaan die zijn beschreven in bijlage 1, onderdeel D van het Bor). Het terrein biedt daarmee ruimte aan grote lawaaimakers. Gezien de nieuw uit te geven gronden en ontwikkelingen op het terrein is het ook wenselijk de zonering in stand te houden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0399.bpGeluidzoneBoekmr-0301_0002.png"

Ten hoogst toegestane milieucategorieën op basis van bestemmingsplanmogelijkheden.

Huidige geluidszonering
In de bestemmingsplannen Boekelermeer Noord en Boekelermeer Zuid is het akoestisch onderzoek "Akoestisch onderzoek ter bepaling van de 50 dB(A) geluidscontour rondom het bedrijventerrein "Boekelermeer" te Alkmaar, Castricum, Heiloo en Schermer" van datum 11 januari 2002 opgenomen. Op basis van dit onderzoek is de huidige geluidszone en de MTG-waarden bij de woningen in de zone vastgesteld. Daarbij zijn geluidsreserveringen vastgelegd. Zie ook Bijlage 1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0399.bpGeluidzoneBoekmr-0301_0003.png"

Zoneringskaart Boekelermeer 2002

Het industrieterrein bestaat voor een groot deel uit bestaande bedrijven met daarnaast nog nieuw uit te geven locaties (lege kavels). De bestaande bedrijven ontlenen hun huidige geluidsrechten aan de voorschriften uit het Activiteitenbesluit Milieubeheer of de omgevingsvergunning milieu van de volgens WABO artikel 2.1 lid 1 vergunningplichtige bedrijven. De lege kavels krijgen een geluidsreservering op basis van de VNG-publicatie bedrijven en milieuzonering. De onderstaande figuur toont alle bedrijfslocaties, samen met de locaties die we beschouwen als lege kavels, met een onderverdeling tussen beide typen bedrijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0399.bpGeluidzoneBoekmr-0301_0004.png"

Bedrijfslocaties en lege kavels

2.2 Toekomstige Situatie

Het beheer van de totale geluidbelasting van dit industrieterrein wordt uitgevoerd door de gemeente Heiloo. Dit geldt ook voor het gedeelte dat in de gemeenten Castricum en Heiloo is gelegen.

Rekening houdend met de functie die Boekelermeer moet innemen en de ambities van de gemeenten, is in het onderzoek in Bijlage 1 een variant opgesteld die rekening houdt met de borging van huidige- en toekomstige ontwikkeling van bestaande bedrijfslocaties, die rekening houdt met de planologische invulling van die gebieden en die rekening houdt met een representatieve invulling van de nog beschikbare kavels op Boekelermeer. De geluidsbelasting op de omgeving vanwege deze variant vraagt om een uitbreiding van de geluidszone en om een verhoging van de grenswaarden bij woningen binnen de zone. Deze variant is inpasbaar binnen het ten hoogste toelaatbare kader

Vergroting zone
De geluidsbelasting op de omgeving vanwege deze variant vraagt om een uitbreiding van de geluidszone en om een verhoging van de grenswaarden bij woningen binnen de zone. Deze variant is inpasbaar binnen het ten hoogste toelaatbare kader. De zonegrens is zodanig gekozen dat alle woningen met een geluidsbelasting van meer dan 50 dB(A) zich binnen de zonegrens bevinden zodat de zonegrens de volledige 50 dB(A) contour omvat. De zone is weergegeven in onderstaande afbeelding, samen met de 50 dB(A) contour. De zone is ten opzichte van het voorontwerp bestemmingsplan aangepast op basis van de meest actuele onderzoeken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0399.bpGeluidzoneBoekmr-0301_0005.png"

Nieuwe zonegrens

De zone omsluit de 50 dB(A) contour met uitzondering aan de noordzijde, waar de zone is uitgebreid vanwege de daar aanwezige hoogbouw. Met deze uitbreiding bevinden zich geen woningen buiten de zone met een geluidsbelasting hoger dan 50 dB(A). Door de aanpassingen komen er in totaal 1361 nieuwe woningen binnen de geluidszone te liggen. Hierbij gaat het om twee woningen in de gemeente Heiloo. De overige woningen bevinden zich in de gemeente Alkmaar. Het gaat hierbij om 519 woningen meer dan in het voorontwerp meegenomen. Deze extra woningen bevinden zich aan de noordzijde van de zone.

Voor het functioneren van het industrieterrein met de huidige uitgangspunten is het nodig, naast de uitbreiding van de zone, ook nieuwe hogere waarden vast te stellen. Het gaat hier in totaal om 1363 woningen. Voor deze woningen moet worden aangetoond dat de hogere waarde niet leidt tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat.

In Bijlage 1 zijn de adreslocaties opgenomen met de bestaande en nieuwe Hogere Waarden per gemeente. Tegelijk met het voorliggende bestemmingsplan is door de gemeente een ontwerp besluit Hogere waarden ter inzage gelegd waarin deze adressen eveneens zijn opgenomen.

De vast te stellen hogere waarden zijn niet hoger dan de maximale waarde van 60 dB(A). De geluidbelasting neemt ten opzichte van de huidige MTG's of hogere waarden minder dan 5 dB toe.

Geluidverdeelplan
Het geluidverdeelplan heeft als doel stuurmogelijkheden te genereren voor het bevoegd gezag. Dit betekent borging van de juiste rechten, evenwichtige verdeling en het inrichten van de reserves waarmee de gemeente flexibiliteit en sturing behoudt.

Voor het inrichten van de reserves is samen met de gemeente Alkmaar een onderverdeling gemaakt van industrieterrein in deelgebieden. Voor elk deelgebied wordt een groepsreserve vastgelegd met de toekomst- en flexibiliteitsruimte beschreven in situatie 3. Het onderstaande figuur toont de gebiedsverdeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0399.bpGeluidzoneBoekmr-0301_0006.png"

Overzicht onderverdeling deelgebieden

In het geluidverdeelplan wordt naast de groepsreserves ook de geluidsrechten van bedrijfslocaties vastgelegd. Deze geluidsruimte wordt vastgelegd op basis van de deelgeluidsbelasting bij een selectie van zone- en MTG/HW punten. Hierbij zijn uiteindelijk 69 punten gekozen op basis van ligging en maatgevendheid. In het geluidverdeelplan wordt alleen de deelgeluidsbelasting van de bedrijfslocaties of nog uit te geven kavels met milieucategorie 4 of hoger vastgelegd. Dit betreft de in bovenstaande figuur aangegeven gebieden 2 t/m 5 en een deel van de gebieden in Heiloo.

Voor alle overige locaties geldt dat als er wordt voldaan aan een geluidsbelasting van 50 dB(A) op 50 meter vanaf de grens van inrichting of bij de dichtstbijzijnde woning, het bedrijf zonder beperking kan worden toegelaten.

Voor beide categorieën geldt dat als een bedrijf aanvullende geluidsruimte nodig heeft, dit onderzocht moet worden met een akoestisch onderzoek. Na afweging kan een bedrijf aanspraak maken op een deel van de groepsreserve. In het bestemmingsplan worden specifieke voorwaarden voor het geluidverdeelplan in regels

Voor een nadere toelichting op de systematiek van het zonebeheer wordt verwezen naar Planologischakoestisch onderzoek.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitvoerbaarheidsaspecten van dit bestemmingsplan. Aangezien het bestemmingsplan alleen ziet op het aspect geluid, zijn andere milieuaspecten daarbij buiten beschouwing gelaten.

3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

In het kader van het Geluidreductieplan Boekelermeer is contact geweest met de bedrijven die zijn gevestigd op het industrieterrein. Daarnaast zijn de omwonenden geïnformeerd. In de voorontwerpfase van het bestemmingsplan zijn omwonenden uitgenodigd om te participeren. Tevens is opnieuw contact opgenomen met de bedrijven.

Ten aanzien van het wettelijk vooroverleg wordt het voorliggend ontwerp bestemmingsplan voor commentaar naar de volgende instanties gezonden:

  • Provincie Noord-Holland
  • Veiligheidsregio NHN
  • Omgevingsdienst NHN

Het voorontwerp bestemmingsplan heeft in 2021 gedurende zes weken ter inzage gelegen, waarbij inspraakreacties zijn ingediend. Deze reacties en de beantwoording ervan zijn opgenomen in Bijlage 2.

3.3 Economische Uitvoerbaarheid

Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen of bouwplannen mogelijk. Met de uitvoering van dit bestemmingsplan zijn dan ook geen verdere kosten gemoeid.

Hoofdstuk 4 Juridische Vormgeving

4.1 Algemeen

In dit onderdeel van de toelichting wordt nader ingegaan op de vormgeving van de verbeelding en de regels.

De opzet van de regels is overeenkomstig het gestelde bij en krachtens de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De regels en bijbehorende verbeelding voldoen aan de eisen conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).

4.2 Planvorm

Onderhavig bestemmingsplan is een paraplubestemmingsplan. Hoewel het paraplubestemmingsplan niet als planvorm wordt genoemd, is deze (volgens vaste jurisprudentie) geaccepteerd als mogelijkheid om vigerende bestemmingsplannen op bepaalde onderdelen aan te passen terwijl de vigerende plannen in stand blijven. Bij een paraplubestemmingsplan wordt een bepaald aspect van ruimtelijk beleid in meerdere bestemmingsplannen tegelijkertijd geregeld.

In dit geval wordt voor verschillende plangebieden met een bestemming Bedrijf het geluidzonebeheer geregeld. Dit gebeurt door het toevoegen van gebiedsaanduidingen op de verbeelding en het toevoegen van een daarop van toepassing zijnde regeling.

Het voordeel van de facet-benadering is in dit geval dat het zonebeheer voor verschillende delen van het industrieterrein(die ook in verschillende bestemmingsplannen zijn opgenomen) in één plan wordt geregeld. Dit vergroot het overzicht met betrekking tot het geluidzonebeheer en zorgt voor samenhang in de beoordeling van de geluidsproductie op het industrieterrein, binnen één geluidzone.

4.3 Geluidzone- Industrie

Met dit bestemmingsplan wordt allereerst de geluidzone van 50 dB(A), zoals bedoeld in artikel 40 Wet geluidhinder, opnieuw vastgesteld voor het industrieterrein Boekelermeer van de gemeente Heiloo. De geluidzone is bepalend voor het maximum geluid dat mag worden geproduceerd vanuit het industrieterrein. Omdat de zone buiten het industrieterrein ligt en een groot aantal bestemmingsplannen overlapt is het facetbestemmingsplan het geëigende middel om de zone vast te leggen.

Het bestemmingsplan regelt dat op gronden binnen deze geluidzone uitsluitend geluidgevoelige objecten worden opgericht waarvoor een hogere waarde als bedoeld in artikel 45 van de Wet Geluidhinder is vastgesteld.

4.4 Regeling Zonebeheer

Het industrieterrein is in de onderliggende bestemmingsplannen bestemd als Bedrijf. In de onderliggende bestemmingsplannen zijn alle noodzakelijke planologische regelingen opgenomen waaronder interne bedrijfszonering. De verdeling van de geluidsruimte wordt daar met dit paraplubestemmingsplan aan toegevoegd. Dit betreft dus het juridisch vastleggen van het zonebeheer.

Het bestemmingsplan stelt de vigerende planologische regelingen bij, zodat:

  1. a. een doelmatige toedeling van de geluidsruimte binnen de geluidzone van het bedrijventerrein tot stand komt;
  2. b. voldoende geluidsruimte aan alle bedrijven (bestaande en nog te vestigen bedrijven) wordt geboden, zonder dat daardoor een onevenredige geluidsbelasting op voor geluid gevoelige bestemmingen ontstaat.

In dit bestemmingsplan wordt dus aan bedrijven een maximum geluidsruimte toegekend die niet mag worden overschreden. De regeling kent daarnaast wel de mogelijkheid om hiervan af te wijken met een omgevingsvergunning.

Hierna wordt de regeling nader gespecificeerd aan de hand van de exacte regeling.

Begripsbepalingen
De voor het bestemmingsplan relevante begrippen zijn in de begripsbepalingen verklaard. Dit zijn met name begrippen die worden gehanteerd bij de geluidsmeting. Voor een goed begrip van de regels is het van belang te weten dat de geluidsruimte kan worden uitgedrukt als geluidimmissiewaarde (in dB(A)) en als geluidemissiekental (in dB(A)/m2).

Wijze van meten
In de wijze van meten (artikel 2) wordt toegelicht hoe de gebruikte geluidsruimte voor nieuwe bedrijven wordt bepaald.

Milieuzone - geluidruimte 1 tot en met 5
De geluidstoedeling is vastgelegd door op de verbeelding een onderscheid te maken in verschillende deelgebieden. Milieuzone - geluidruimte 1 betreft het gebied met bestaande bedrijven die vallen onder de algemene regels van het activiteitenbesluit. Voor milieuzone - geluidruimte 2 tot en met 5 zijn immissiewaarden op de toetspunten vastgelegd in Bijlage 1 bij de regels.

Specifieke gebruiksregels
Het maken van geluid kan worden gezien als een onderdeel van het gebruik van een terrein. De beoordeling van de maximaal toegestane geluidsproductie is daarom ook opgenomen in een specifieke gebruiksbepaling (artikel 4.2.2). De beoordeling gaat uit van een getrapt model:

  • Eerst wordt bezien welke bedrijven bepalend zijn voor de geluidsproductie op het industrieterrein. Bedrijven die slechts in geringe mate geluid produceren hoeven niet in het zonebeheer te worden meegenomen. Dit betreft alle bedrijven die op grond van de algemeen geaccepteerde VNG-bedrijvenlijsten (brochure Bedrijven en milieuzonering) een afstand kleiner dan 100 m hebben wat betreft het aspect geluid. Dit zijn dus in ieder geval alle bedrijven die vallen in categorie 3.1 of lager maar daarnaast ook bedrijven in hogere categorieën waarvoor volgens deze brochure op het aspect geluid een richtafstand van 10, 30 of 50 m geldt. De bedrijvenlijsten zijn als Staat van bedrijven in Bijlage 3 bij de regels van het plan opgenomen en in de regels wordt hiernaar verwezen. Daarmee zijn de lijsten gefixeerd en onderdeel geworden van de regels.
  • Indien bedrijven wel onder het zonebeheer vallen wordt de hiervoor genoemde regeling toegepast om te beoordelen of er op een juiste wijze wat betreft de geluidsproductie gebruik wordt gemaakt van het terrein.

Overtreding van bovengenoemde regels is volgens artikel 4.2.2 sub a niet toegestaan. Alle bestaande bedrijven op de industrieterreinen zijn gecategoriseerd en vallen onder de Staat van bedrijven of zijn inmiddels door een beoordeling van het bevoegd gezag als een gelijkwaardig bedrijf als genoemd in de Staat van bedrijven aangemerkt. De mogelijkheid bestaat echter ook dat er zich nieuwe bedrijven aandienen die niet voorkomen in de Staat van bedrijven. Hiervoor is de regeling van artikel 4.2.2 sub b.2 van toepassing. De bedrijven zullen voordat zij zich vestigen door het bevoegd gezag moeten worden ingedeeld als een gelijkwaardig bedrijf.

Daarnaast is het niet hebben van een akoestische berekening (rapportage) waaruit de geluidsberekening blijkt en waarop dus getoetst wordt, niet toegestaan (artikel 4.2.2. sub b). De berekening dient gebaseerd te worden op de in artikel 2 opgenomen wijze van meten. Via artikel 4.2.2. sub c is geborgd dat voor bestaande situaties met het in werking treden van dit bestemmingsplan niet direct een akoestische rapportage verplicht wordt gesteld.

Afwijking van de gebruiksregels
Extra flexibiliteit is in de regeling opgenomen door middel van een zogenaamde afwijkingsregeling (artikel 4.2.3). Deze regeling biedt de mogelijkheid om met een omgevingsvergunning meer geluidsruimte toe te kennen aan bedrijven. Hierbij moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan en dienen diverse afwegingen te worden gemaakt. Belangrijk is dat omliggende percelen (zowel bedrijven als woningen) hierdoor niet onevenredig worden beperkt en de bedrijfseconomische noodzaak en toepassing van de best beschikbare techniek en inrichting zijn aangetoond. Bij verlening van de omgevingsvergunning dienen verder nieuwe toetsingspunten voor immissie te worden vastgesteld voor het bedrijf, waaraan in het vervolg getoetst dient te worden. De ruimte om af te wijken is vastgelegd in de groepsreservers die per gebied zijn opgenomen in bijlage 1. Wanneer wordt afgeweken,krijgen bedrijven nieuwe toetsingswaarden toegekend die in de omgevingsvergunning worden opgenomen.

Bijlage 1 Immissiewaarden En Groepsreserves

Bijlage 1 Immissiewaarden en groepsreserves

Bijlage 2 Kaart Toetsingspunten

Bijlage 2 Kaart Toetsingspunten

Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Planologisch Akoestisch Onderzoek

Bijlage 1 Planologisch akoestisch onderzoek

Bijlage 2 Inspraaknota

Bijlage 2 Inspraaknota