KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Horeca
Artikel 6 Kantoor
Artikel 7 Maatschappelijk
Artikel 8 Sport
Artikel 9 Verkeer
Artikel 10 Verkeer - Verblijf
Artikel 11 Water
Artikel 12 Wonen
Artikel 13 Leiding - Water (Dubbelbestemming)
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 14 Anti-dubbeltelregel
Artikel 15 Algemene Gebruiksregels
Artikel 16 Algemene Bouwregels
Artikel 17 Algemene Ontheffingsregels
Artikel 18 Algemene Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 19 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 20 Overgangsrecht
Artikel 21 Slotregel

Blauwe Berg

Bestemmingsplan - Gemeente Hoorn

Onherroepelijk op 06-10-2009 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan "De Blauwe Berg" van de gemeente Hoorn;

1.2 verbeelding

de verbeelding van het bestemmingsplan "De Blauwe Berg" bestaande uit de kaart 211x02956;

1.3 aanbouw

de toevoeging van een afzonderlijke ruimte aan een woonhuis;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aaneengebouwd

blokken van meer dan twee aaneengesloten woningen;

1.7 ambachtelijk bedrijf

een bedrijf waar het productieproces grotendeels wordt uitgevoerd met de hand of althans niet gemechaniseerd, geautomatiseerd of met behulp van werktuigen die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven;

1.8 atelier

een complex van ruimten (deels) bedoeld voor het vervaardigen van kunstzinnige producten en voorwerpen, in welke vorm dan ook;

1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.10 bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.11 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.12 bedrijf aan huis

het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;

1.13 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;

1.14 bedrijfswoning

één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming;

1.15 beroep aan huis

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;

1.16 bestaand

ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet aanwezige bouwwerken en werkzaamheden: bestaand ten tijde van de eerste ter inzage legging van dit plan;

ten aanzien van het overige gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan;

1.17 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.18 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.19 bijgebouw

een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw;

1.20 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.21 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.22 bouwlaag

een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.23 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.24 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel;

1.25 bouwvlak

een aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.26 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.27 carport

een overkapping, al dan niet aangebouwd aan een ander bouwwerk, bestaande uit een slechts van boven geheel of gedeeltelijk afgesloten c.q. afgedekte, en van ten hoogste twee aaneengebouwde wanden voorziene ruimte van lichte constructie, kennelijk slechts bestemd om te dienen als overdekte stalling voor een voertuig;

1.28 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.29 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.30 dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende instelling

een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;

1.31 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

1.32 erf

de oppervlakte van het bouwperceel voorzover 3,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw;

1.33 erker

een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een "lichte" constructie met een overwegend transparante uitstraling;

1.34 frontbreedte

de breedte van de voorgevel van een (hoofd)gebouw;

1.35 galerij

omloop of gang aan de buitenzijde van een gebouw;

1.36 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.37 geluidsbelasting

de geluidsbelasting vanwege een weg of een spoorweg;

1.38 geluidsgevoelige objecten

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

1.39 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.40 gestapelde woning

boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is;

1.41 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.42 horeca

categorie 1:

Categorie 1 is ingedeeld in de volgende groepen:

1.1 Vermaakcentrum

Een grootschalige inrichting bedrijfsmatig gericht op het geven van ontspanning en vermaak, waaronder voorstellingen en gelegenheid tot dansen, al dan niet met live-muziek, alsmede het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende- en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse al of niet gepaard gaand met het verstrekken van kleine eetwaren en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse.

1.2 Jongerencentrum

Een inrichting met een sociaal-cultureel doel specifiek ten behoeve van jongeren, waarin naast sociaal-culturele activiteiten, al dan niet bedrijfsmatig, alcoholhoudende- en/of alcoholvrije dranken en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse worden verstrekt.

1.3 Loketverkoop/ Automatiek

Een inrichting waar de verkoop van etenswaren en/of alcoholvrije dranken, plaatsvindt door een loket aan de straat, dan wel plaatsvindt - al dan niet door middel van automaten - in de inrichting, maar waarbij de inrichting in open verbinding staat met de straat en waarbij de zitgelegenheid in de inrichting minder bedraagt dan 40% van het bedrijfsvloeroppervlak (bedrijfsvloeroppervlak: alle ommuurde en overdekte ruimten, die voor de inrichting in gebruik zijn; buiten het verkoopvloeroppervlak vallen hieronder alle overige dienstruimten, zoals kantoor, toilet, gangen keuken en magazijn).

categorie 2:

Categorie 2 is ingedeeld in de volgende groepen:

2.1 Eten en/of drinken (café/café-restaurant)

Een inrichting waarbij de horeca-activiteit het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en bestaat uit het verstrekken van alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse, al of niet gepaard gaand met het verstrekken van kleine eetwaren en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse of elders dan ter plaatse.

2.2 Restaurant

Een inrichting waarbij horeca-activiteit het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waar alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken alleen in combinatie met voedsel worden verstrekt, tenzij de drankverstrekking plaats vindt op het bij de inrichting behorende terras.

2.3 Daghoreca

Een inrichting, ter ondersteuning van de functie van bedrijventerreinen, winkelgebieden, het struingebied en/of het havenfront, niet zijnde een café/ café-restaurant, waarbij de horeca-activiteit het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en bestaat uit het verstrekken van alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse al of niet gepaard gaande met het verstrekken van kleine eetwaren en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse of elders dan ter plaatse, waarbij de exploitatie ligt tussen 06.00 en 22.00 uur en waarbij de inrichting minimaal vier dagen per week uiterlijk vanaf 11.00 uur 's ochtends geëxploiteerd wordt.

categorie 3:

Ondersteunende horeca

3 Een inrichting waarbij de horeca-activiteit (bestaand uit het verstrekken van alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse, al of niet gepaard gaande met het verstrekken van kleine eetwaren en/of maaltijden) niet het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en altijd ondergeschikt is aan een andere hoofdactiviteit, een georganiseerde activiteit of statutaire doelstelling.

1.43 hotel

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf;

1.44 insteek van een waterloop

bovenkant van het talud;

1.45 Jongeren Ontmoetingsplaatsen

formele hangplek voor jongeren;

1.46 kampeermiddel

  1. a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  2. b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde,

één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.47 kantine

een ruimte waar de bedrijfsuitoefening is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van maaltijden, eenvoudige etenswaren en dranken;

1.48 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.49 kap

een dakconstructie bestaande uit één of meer hellingen;

1.50 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten/consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten

het beroepsmatig uitoefenen van dienstverlenende bedrijvigheid gericht op consumentverzorging, niet zijnde een vrij beroep, dan wel een ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis op de begane grond dan wel op verdieping met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;

1.51 kunstuiting

niet-utilitaire voorziening als kunstzinnige uiting van een beeldend kunstenaar;

1.52 kunstwerk

civieltechnische bouwwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;

1.53 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.54 nutsvoorziening

voorzieningen van algemeen nut zoals een elektriciteits- en gasvoorziening;

1.55 ondergronds

beneden peil;

1.56 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;

1.57 parkwoningen

aaneengebouwde woningen gelegen aan het park;

1.58 peil

  • voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.59 reclamevoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van communicatie (boodschap) van de adverteerder (aanbieder) met de bedoeling de voorkeur van de consument voor zijn product te beïnvloeden en hiermee zijn afzet te vergroten.

1.60 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.61 totale frontbreedte

de totale frontbreedte van de met elkaar verbonden of in de directe nabijheid van elkaar gelegen gebouwen op een bouwperceel;

1.62 twee-aaneengebouwde woning

een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee-aaneengebouwde woningen;

1.63 uitbouw

de vergroting van een bestaande ruimte van een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.64 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

1.65 voorgevellijn

denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;

1.66 voorziening van algemeen nut

voorzieningen ten behoeve van de op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;

1.67 wellness - faciliteit

het aanbieden van diensten en behandelingen met het oogmerk het persoonlijke welbevinden van de klant te bevorderen, dit gebeurt middels behandelingen gericht op ontspanning, lichaamlijke gesteldheid/fitheid of uiterlijke verfraaiing (tijdelijk of permanent), uitgesloten zijn sexuele dienstverlening en behandelingen met een medische kwalificatie;

1.68 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;

1.69 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.70 woongebouw

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 diepte van een erker

tussen de gevel van het hoofdgebouw en de buitenzijde van de gevel van de erker;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 lengte, breedte en diepte van een gebouw

tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);

2.5 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.8 afstand tot de bouwperceelsgrens

tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

2.9 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een bioscoop; in het bouwvlak met de desbetreffende aanduiding, waarbij zowel een congrescentrum als medegebruik bij de bioscoop, alsook horeca als bedoeld in categorie 3 is toegestaan;
  2. b. een hotel; in het bouwvlak met de desbetreffende aanduiding, waarbij horeca als bedoeld in categorie 2.1, 2.2 en 3 is toegestaan;
  3. c. detailhandel, ondergeschikt en ondersteunend aan het hotel en de bioscoop;
  4. d. kantoren, ondergeschikt en ondersteunend aan het hotel en bioscoop;
  5. e. dienstverlening, ondergeschikt en ondersteunend aan het hotel en de bioscoop;
  6. f. maatschappelijke voorzieningen, ondergeschikt en ondersteunend aan het hotel;
  7. g. vermakelijkheidsdoeleinden, ondergeschikt en ondersteunend aan het hotel;
  8. h. wellness-faciliteiten, ondergeschikt en ondersteunend aan het hotel;
  9. i. wonen, ten behoeve van de beheersfunctie, ondergeschikt en ondersteunend aan het hotel;
  10. j. een geluidswal eventueel in combinatie met geluidwerende voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. k. terrassen;
  2. l. wegen en paden;
  3. m. waterlopen en waterpartijen;
  4. n. groenvoorzieningen;
  5. o. parkeervoorzieningen;

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  1. a. het straat-en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  4. d. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  5. e. de sociale veiligheid;
  6. f. de brandveiligheid en rampenbestrijding.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend, het gebruik voor casino of daarvan afgeleide formules.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. plantsoenen, groenstroken, bermen en beplanting;
  2. b. waterlopen en waterpartijen;
  3. c. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. een terras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding;
  6. f. horeca als bedoeld in categorie 2.2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding;
  7. g. pleinen, wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  8. h. kunstuitingen;
  9. i. kunstwerken;
  10. j. bluswatervoorzieningen;
  11. k. een geluidswal eventueel in combinatie met geluidwerende voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding.

4.2 Bouwregels

4.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Groen ter plaatse van de wijzigingsbevoegdheid te wijzigen in de bestemming Verkeer met dien verstande dat:

  1. a. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing;
  2. b. wordt voldaan aan relevante milieuwetgeving. Onder relevante milieuwetgeving word in ieder geval verstaan wetgeving betreffende flora en fauna, bodem- en grondwaterkwaliteit en de mate van hinder voor de omliggende functies;
  3. c. de sociale veiligheid wordt gewaarborgd;
  4. d. de verkeersveiligheid en brandveiligheid is gewaarborgd.

4.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 5 Horeca

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een vermaakcentrum, in het bouwvlak met de desbetreffende aanduiding op de verbeelding, als bedoeld in categorie 1.1;
  2. b. detailhandel, ondergeschikt en ondersteunend aan het vermaakcentrum;
  3. c. kantoren, ondergeschikt en ondersteunend aan het vermaakcentrum;
  4. d. een geluidswal eventueel in combinatie met geluidwerende voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. e. terrassen;
  2. f. wegen en paden;
  3. g. groenvoorzieningen;
  4. h. waterlopen en waterpartijen;
  5. i. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  6. j. parkeervoorzieningen;
  7. k. bluswatervoorzieningen;

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  4. d. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  5. e. de sociale veiligheid;
  6. f. de brandveiligheid en rampenbestrijding.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor casino of daarvan afgeleide formules.

Artikel 6 Kantoor

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;
  2. b. dienstverlening, ondergeschikt en ondersteunend aan kantoren;

met de daarbij behorende:

  1. c. tuinen, erven en terreinen;
  2. d. pleinen, wegen en paden;
  3. e. groenstroken, bermen en beplantingen;
  4. f. waterlopen en waterpartijen;
  5. g. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  6. h. kunstwerken;
  7. i. parkeervoorzieningen;
  8. j. bluswatervoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  4. d. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  5. e. de sociale veiligheid;
  6. f. de brandveiligheid en rampenbestrijding.

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van:

  1. a. maatschappelijke doeleinden;
  2. b. kantoren;
  3. c. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
  4. d. horeca als bedoeld in categorie 2.2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding;
  5. e. horeca en kantines als bedoeld in categorie 3;
  6. f. een dienstwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding dienstwoning op de verbeelding;
  7. g. kassen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding kassen op de verbeelding;

met de daarbij behorende:

  1. h. tuinen, erven en terreinen;
  2. i. pleinen, wegen en paden;
  3. j. groenstroken, bermen en beplantingen;
  4. k. waterlopen en waterpartijen;
  5. l. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  6. m. kunstwerken;
  7. n. parkeervoorzieningen;
  8. o. bluswatervoorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  4. d. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  5. e. de sociale veiligheid;
  6. f. de brandveiligheid en rampenbestrijding.

Artikel 8 Sport

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  2. b. sport- en speelterreinen en kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  3. c. kunstijsbaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding kunstijsbaan op de verbeelding;
  4. d. dienstverlening, ondergeschikt en ondersteunend aan sport;
  5. e. detailhandel, ondergeschikt en ondersteunend aan sport;
  6. f. kantoren, ondergeschikt en ondersteunend aan sport;
  7. g. ondersteunende horeca en kantines, als bedoeld in categorie 3;
  8. h. kleedruimtes en sanitaire voorzieningen;
  9. i. onderhoud en beheer;
  10. j. bluswatervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. k. tuinen, erven en terreinen;
  2. l. pleinen, wegen en paden;
  3. m. parkeervoorzieningen;
  4. n. groenstroken, bermen en beplantingen;
  5. o. waterlopen en waterpartijen;
  6. p. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  7. q. kunstwerken;
  8. r. voorzieningen van algemeen nut.

8.2 Bouwregels

8.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Sport ter plaatse van de wijzigingsbevoegdheid te wijzigen in de bestemming Verkeer met dien verstande dat:

  1. a. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing;
  2. b. wordt voldaan aan relevante milieuwetgeving. Onder relevante milieuwetgeving word in ieder geval verstaan wetgeving betreffende flora en fauna, bodem- en grondwaterkwaliteit en de mate van hinder voor de omliggende functies;
  3. c. de sociale veiligheid wordt gewaarborgd;
  4. d. de verkeersveiligheid en brandveiligheid is gewaarborgd.

8.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  4. d. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  5. e. de sociale veiligheid;
  6. f. de brandveiligheid en rampenbestrijding.

Artikel 9 Verkeer

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
  5. e. straatmeubilair;
  6. f. kunstwerken;
  7. g. waterlopen en waterpartijen;
  8. h. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  9. i. geluidswerende voorzieningen;
  10. j. bluswatervoorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. 1. de verkeersveiligheid;
  2. 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 10 Verkeer - Verblijf

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  5. e. straatmeubilair;
  6. f. kunstwerken;
  7. g. waterlopen en waterpartijen;
  8. h. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  9. i. geluidswerende voorzieningen;
  10. j. bluswatervoorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. 1. de verkeersveiligheid;
  2. 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 11 Water

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging;
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. waterlopen en waterpartijen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. een terras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding;
  6. f. horeca als bedoeld in categorie 2.1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding;
  7. g. infiltratievoorzieningen;
  8. h. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden
  9. i. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  10. j. bluswatervoorzieningen.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. b. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2 meter.

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit overeenkomstig de in bijlage 1 opgenomen Lijst van consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten, waarbij voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geldt dat:
  1. 1. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast;
  2. 2. de maximale bedrijfsvloeroppervlakte 20 m² bedraagt;
  3. 3. het beroep/bedrijf wordt uitgeoefend door uitsluitend één van de bewoners van de woning;
  4. 4. het niet gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
  5. 5. de activiteit geen zodanige verkeersaantrekkende werking heeft dat verkeersoverlast of verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn;
  6. 6. er geen onevenredige hinder wordt toegebracht aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  7. 7. het woongenot en de privacy van omwonenden niet onevenredig worden beinvloedt;
  8. 8. de activiteiten niet vergunningsplichtig ingevolge de Wet milieubeheer zijn;
  1. b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met de daarbij behorende:

  1. c. paden, tuinen en erven.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  4. d. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  5. e. de sociale veiligheid;
  6. f. de brandveiligheid en rampenbestrijding.

12.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de bezonning, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden va n de aangrenzende gronden en bouwwerken, ontheffing verlenen:

  1. a. voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bebouwbaar erf als bedoeld in lid 12.2.2. sub a, tenzij de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen hierdoor onaanvaardbaar worden beperkt van het bepaalde in lid 12.2.2 sub b en toestaan dat de
  2. b. gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen mag worden vergroot met ten hoogste 30 m², mits de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van de huisvesting van minder validen;
  3. c. het bepaalde in lid 12.2.2 sub h en toestaan dat de diepte van een aan- of uitbouw of overkapping aan de zjigevel van het hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m, mits deze vergroting wordt voorzien van een plat dak;
  4. d. van het bepaalde in lid 12.2.2 sub f en g, voor een breedte van een aan- of uitbouw of overkapping aan één zijgevel van maximaal 6,00 m, met dien verstande dat:
  1. 1. de breedte nimmer meer bedraagt dan de oorspronkelijke breedte van het hoofdgebouw (gemeten in de voorgevel) minus 1,00 m;
  2. 2. indien aan twee zijden wordt aangebouwd, de breedte aan de zijde niet meer dan 2 m mag bedragen;
  1. e. van het bepaalde in 12.2.2 sub e, voor een erker, balkon of luifel tot 100% van de voorgevelbreedte indien sprake is van een geheel of gedeeltelijk inspringende voorgevel.

12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 19, wordt in ieder gerekend:

  1. a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, horecadoeleinden en/of bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
  3. c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning.

Artikel 13 Leiding - Water (Dubbelbestemming)

13.1 Bestemmingomschrijving

De op de kaart voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor stroken ten behoeve van:

  1. a. hoofdwaterleidingstroken;

met de daarbij behorende:

  1. b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.2 Bouwregels

13.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2 en toestaan dat in de basisbestemming genoemde gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan van het doelmatig en veilig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

13.4 Aanlegvergunning

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de voorschriften bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
  1. 1. ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen of egaliseren;
  2. 2. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  3. 3. het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  4. 4. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  5. 5. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond.
  1. b. Het in sublid 1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  1. 1. het normale onderhoud betreffen;
  2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
  1. c. De in sublid 1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:
  1. 1. door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid A sub 1 genoemde leiding ontstaat of kan ontstaan;
  2. 2. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 14 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 15 Algemene Gebruiksregels

15.1 Verbodsbepaling

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken en te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemmingen;

15.2 Meest doelmatig gebruik (toverformule)

Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid a indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd;

15.3 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met de bestemmingen, zoals bedoeld in lid a, wordt in ieder geval gerekend:

  1. 1. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en/of bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  2. 2. het storten of lozen van vaste of vloeibare van puin en/of afvalstoffen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. 3. de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
  4. 4. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  5. 5. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
  6. 6. een doel, strijdig met de gegeven bestemming.

Artikel 16 Algemene Bouwregels

16.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen

16.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

16.3 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

16.4 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen;
  2. b. de parkeervoorzieningen en laad- en losmogelijkheden;
  3. c. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  4. d. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  5. e. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  6. f. de ruimte tussen bouwwerken; en
  7. g. erf- en terreinafscheidingen.

Artikel 17 Algemene Ontheffingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeerssituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, ontheffing verlenen voor:

  1. a. het afwijken van de in de regels voorgeschreven maatvoering met ten hoogste 10%;
  2. b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  3. c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte wordt vergroot tot maximaal 10 meter;
  5. e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor kunstuitingen en toestaan dat de bouwhoogte wordt vergroot tot maximaal 20 meter;
  6. f. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor kunstwerken en toestaan dat de bouwhoogte wordt vergroot tot maximaal 20 meter;
  7. g. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zend-, ontvang- en/of sirenemasten en toestaan dat de bouwhoogte wordt vergroot tot maximaal 40 meter, mits wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid met betrekking tot zendmasten:
  1. 1. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:
  2. 2. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak bedraagt;
  3. 3. de hoogte leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
  1. h. voorzieningen en gebouwen van algemeen nut met een maximale oppervlakte van 15 m² en een maximale bouwhoogte van 3 meter;
  2. i. het aanwijzen van gebouwen bestemd voor Jongeren Ontmoetingsplaatsen met een maximale oppervlakte van 15 m² en een maximale bouwhoogte van 3 meter.

Artikel 18 Algemene Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 10 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 10 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  3. c. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

Artikel 19 Algemene Procedureregels

19.1 Ontheffing

Bij toepassing van een ontheffing, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

19.2 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

19.3 Nadere eisen

Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 20 Overgangsrecht

20.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

20.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

20.3 Hardheidsclausule

In afwijking van het bepaalde in artikel 20.2 mag gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of viel onder het algemeen overgangsrecht van het voorheen geldende bestemmingsplan wel worden voortgezet door de personen genoemd in de lijst opgenomen als bijlage 2 bij de regels van het bestemmingsplan.

Artikel 21 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels deel uitmakende van het

Bestemmingsplan De Blauwe Berg

van de gemeente Hoorn.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van.....................:

De voorzitter, De raadsgriffier