KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 : Begrippen
Artikel 2 : Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 : Bedrijf
Artikel 4 : Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 5 : Detailhandel - Perifeer
Artikel 6 : Groen
Artikel 7 : Horeca
Artikel 8 : Kantoor
Artikel 9 : Verkeer
Artikel 10 : Verkeer - Parkeerterrein
Artikel 11 : Water
Artikel 12 : Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 13 : Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 14 : Algemene Bouwregels
Artikel 15 : Algemene Gebruiksregels
Artikel 16 : Algemene Afwijkingsregels
Artikel 17 : Algemene Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 : Overgangsrecht
Artikel 19 : Slotregel
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 2 Parkeernormen
Bijlage 3 Lijst Van Consumentverzorgende Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Quickscan Uitbreidings- En Ontwikkelingsmogelijkheden Van Aalstweggebied, Juni 2005
Bijlage 2 Branchering Van Aalstweg, November 2008
Bijlage 3 Welstandsbeleid, Mei 2011
Bijlage 4 Stedenbouwkundig Pve Beemsterboerlocatie, Febr. 2009
Bijlage 5 Verkeerseffecten Van Aalstweggebied, Febr. 2006
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek, Nov. 2011
Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Lijndraaier, Nov. 2011
Bijlage 8 Toetsing Luchtkwaliteit Van Aalstweggebied, Jan. 2011
Bijlage 9 Advies Mdwf Bodem, Jan. 2011
Bijlage 10 Bodemonderzoek Beemsterboerlocatie, Febr. 2011
Bijlage 11 Externe Veiligheid Van Aalstweggebied, Nov. 2011
Bijlage 12 Advies Ev Veiligheidsregio En Mdwf, Juli 2011
Bijlage 13 Kwantitatieve Risicoanalyse Schermen Wijnkoper V.o.f., Jan. 2007
Bijlage 14 Nota Van Overleg En Inspraak, 12 Juli 2011
Bijlage 15 Nota Van Zienswijzen En Wijzigingen Bestemmingsplan Van Aaltsweggebied, Augustus 2012

Van Aalstweggebied

Bestemmingsplan - Gemeente Hoorn

Onherroepelijk op 02-01-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 : Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1. plan:

het bestemmingsplanVan Aalstweggebied van de gemeente Hoorn;

2. bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0405.BPVanAalstweg-oh01 met de bijbehorende regels en bijlagen;

3. aanbouw:

de toevoeging van een afzonderlijke ruimte aan een woonhuis;

4. aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

5. aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

6. aan-huis-verbonden beroep:

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, dat wordt uitgeoefend in of bij een woning (met inbegrip van aan- en uitbouwen), waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt, en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

7. bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

8. bestaand:

  1. a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en werkzaamheden:
    1. 1. bestaand ten tijde van de eerste ter inzage legging van dit plan;
  2. b. ten aanzien van het overige gebruik:
    1. 1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan;

9. bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

10. bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

11. bijgebouw:

een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en qua afmetingen ondergeschikt is aan en vrijstaat van dat hoofdgebouw;

12. bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

13. bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

14. bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

15. bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

16. bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

17. bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

18. bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

19. carport:

een overkapping, al dan niet aangebouwd aan een ander bouwwerk, bestaande uit een slechts van boven geheel of gedeeltelijk afgesloten c.q. afgedekte, en van ten hoogste twee aaneengebouwde wanden voorziene ruimte van lichte constructie, kennelijk slechts bestemd om te dienen als overdekte stalling voor een voertuig;

20. consumentverzorgende bedrijfsactiviteit:

de in Bijlage 3 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en waarbij:

  1. a. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast;
  2. b. de bedrijfsvloeroppervlakte maximaal 35% van het totale gezamenlijke vloeroppervlakte van de begane grond van de woning (met inbegrip van aan- en uitbouwen) tot ten hoogste 25 m² zal bedragen;
  3. c. het beroep/bedrijf wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning;
  4. d. het niet gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
  5. e. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de parkeersituatie;
  6. f. de activiteiten niet vergunningplichtig ingevolge de Wet milieubeheer zijn;

21. detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

22. erf:

de oppervlakte van het bouwperceel voorzover 3,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw;

23. erker:

een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een 'lichte' constructie met een overwegend transparante uitstraling;

24. erotisch getinte vermaaksfunctie:

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

25. gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

26. geluidszoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;

27. grootschalige detailhandel:

detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen in een kernwinkelgebied thuishoort, maar die vanwege de grootschaligheid van het aanbod een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van fietsen, autoaccessoires, dierbenodigdheden, speelgoed, babyartikelen en sport- en outdoorartikelen, met uitzondering van supermarkten;

28. hoofdgebouw:

een gebouw dat, gelet op de bestemming, door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;

29. horecabedrijf:

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

30. horecabedrijf categorie 2:

horecabedrijven waarbij gelegenheid wordt geboden tot eten en/of drinken, met uitzondering van nachtcafés.

Hieronder vallen de volgende subcategorieën:

2.1 café / eetcafé / bar:

een inrichting waarbij de horeca-activiteit het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en bestaat uit het verstrekken van alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse, al of niet gepaard gaande met het verstrekken van kleine eetwaren en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse of elders dan ter plaatse;

2.2 restaurant:

een inrichting waarbij horeca-activiteit het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waar alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken alleen in combinatie met voedsel worden verstrekt, tenzij de drankverstrekking plaatsvindt op het bij de inrichting behorende terras;

2.3 daghoreca:

een inrichting, ter ondersteuning van de functie van bedrijventerreinen, winkelgebieden, het struingebied en/of het havenfront, niet zijnde een café/café-restaurant, waarbij de horeca-activiteit het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en bestaat uit het verstrekken van alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse al of niet gepaard gaande met het verstrekken van kleine eetwaren en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse of elders dan ter plaatse, waarbij de exploitatie ligt tussen 06.00 en 22.00 uur en waarbij de inrichting minimaal vier dagen per week uiterlijk vanaf 11.00 uur 's ochtends geëxploiteerd wordt;

31. horecavloeroppervlakte:

de oppervlakte van de ruimte binnen een bedrijf, die wordt gebruikt voor de verstrekking van dranken, etenswaren of logies, inclusief toilet-, keuken-, entree-, opslag- en administratieruimten, e.d.;

32. kampeermiddel:

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist;

33. kantoor:

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch of naar aard gelijk te stellen gebied;

34. kap:

een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;

35. overkapping:

elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;

36. peil:

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    1. 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    1. 1. de hoogte van het terrein ter bouwhoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. voor een aan- of uitbouw bij een hoofdgebouw:
    1. 1. de bovenkant van de afgewerkte vloer van het hoofdgebouw;
  4. d. indien in, op of over het water wordt gebouwd:
    1. 1. het Normaal Amsterdams Peil;

37. perifere detailhandel:

detailhandel volgens een formule die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, elektronica, bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichtingsartikelen, waaronder meubelen;

38. productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

39. risicovolle inrichting:

een inrichting:

  • bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; en/of
  • waarop het Besluit risico's zware ongevallen 1999 van toepassing is;

40. seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden;

Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

41. speelparadijs:

overdekte speelvoorzieningen met speeltoestellen en attracties voor kinderen, alsook ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;

42. sportgebonden detailhandel:

detailhandel in goederen, welke gerelateerd zijn aan thema sport;

43. uitbouw:

de vergroting van een bestaande ruimte van een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

44. verkoopvloeroppervlakte:

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;

45. vuurwerkbedrijf:

een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;

46. winkel:

één fysieke ruimte in een gebouw, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel;

47. woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;

48. woonhuis:

een gebouw, dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.

Artikel 2 : Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

1. de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2. de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

3. de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

4. de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

5. de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 : Bedrijf

3.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;

alsmede voor:

    1. 1. kantoren, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
    2. 2. een destilleerbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - destilleerbedrijf';
    3. 3. een machinefabriek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - machinefabriek';
    4. 4. een nutsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf';
    5. 5. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

al dan niet in combinatie met:

    1. 1. productiegebonden detailhandel;
  1. b. tuinen, erven en terreinen;

met de daarbijbehorende:

  1. c. waterlopen en waterpartijen;
  2. d. paden;
  3. e. parkeervoorzieningen;
  4. f. nutsvoorzieningen;
  5. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een antennemast, ter plaatse van de aanduiding 'antennemast'.

3.2. Bouwregels

3.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de verkeerssituatie;
  3. c. de situering en de omvang van parkeervoorzieningen;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

3.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 3.2.1 sub c in die zin dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 12,00 m, met dien verstande dat deze afwijking niet geldt voor het perceel Keern 39.

3.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van specifiek aangeduide bedrijven;
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor kantoren, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  3. c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
  4. d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
  5. e. het gebruik van bouwwerken voor bewoning, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

3.6. Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in lid 3.4 sub a in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits:
    1. 1. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;
    2. 2. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting hebben.

3.7. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  1. a. de aanduiding 'kantoor', 'specifieke vorm van bedrijf - destilleerbedrijf', 'specifieke vorm van bedrijf - machinefabriek' en/of 'nutsbedrijf' worden verwijderd, mits:
    1. 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd;
  2. b. de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd naar de bestemming 'Detailhandel -Perifeer', mits:
    1. 1. wordt voldaan aan de parkeernormen, zoals die zijn opgenomen in Bijlage2 Parkeernormen;
    2. 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
      1. a. de milieusituatie;
      2. b. de verkeersveiligheid;
      3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  3. c. de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd naar de bestemming 'Kantoor', mits:
    1. 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1';
    2. 2. de bestemmingswijziging past binnen de regionale behoefteraming;
    3. 3. wordt voldaan aan de parkeernormen, zoals die zijn opgenomen in Bijlage2 Parkeernormen;
    4. 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
      1. a. de milieusituatie;
      2. b. de verkeersveiligheid;
      3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 4 : Bedrijf - Nutsvoorziening

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
  2. b. erven en terreinen;

met de daarbijbehorende:

  1. c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2. Bouwregels

4.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de verkeerssituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 5 : Detailhandel - Perifeer

5.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel - Perifeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van:
    1. 1. perifere detailhandel;
    2. 2. een speelparadijs;
    3. 3. grootschalige detailhandel in sportartikelen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - sportzaak';
    4. 4. horeca in categorie 2.3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2.3';
    5. 5. een afhaalrestaurant, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - afhaalrestaurant';
    6. 6. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. b. waterlopen en waterpartijen;
  2. c. parkeervoorzieningen;
  3. d. groenvoorzieningen;
  4. e. verblijfsdoeleinden;
  5. f. verkeersdoeleinden;
  6. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde waaronder reclamemasten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - reclamemast'.

5.2. Bouwregels

5.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de situering en de omvang van parkeervoorzieningen;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 5.2.1 sub b in die zin dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 12,00 m.

5.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren;
  3. c. het gebruik van de gebouwen voor perifere en/of grootschalige detailhandel zodanig dat;
    1. 1. de brutovloeroppervlakte per winkel minder bedraagt dan 1.000 m²; en
    2. 2. de verkoopvloeroppervlakte per winkel minder bedraagt dan 750 m²;
  4. d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, zodanig dat de gezamenlijke horecavloeroppervlakte meer dan 310 m² bedraagt;
  5. e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een speelparadijs, zodanig dat de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte meer dan 1400 m² bedraagt.

5.6. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  1. a. de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor grootschalige detailhandel in fietsen, autoaccessoires, dierbenodigdheden, speelgoed, babyartikelen en sport- en outdoorartikelen, mits:
    1. 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt verleend nadat uit distributief planologisch onderzoek is gebleken dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het functioneren van het bestaande detailhandelscentrum in het kernwinkelgebied van Hoorn en aan het functioneren van de wijkwinkelcentra;
    2. 2. wordt voldaan aan de parkeernormen, zoals die zijn opgenomen in Bijlage2 Parkeernormen;
    3. 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
      1. a. de milieusituatie;
      2. b. de verkeersveiligheid;
      3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - sportzaak', 'horeca van categorie 2.3' en/of 'specifieke vorm van horeca - afhaalrestaurant' worden verwijderd, mits:
    1. 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

Artikel 6 : Groen

6.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. plantsoenen, groenstroken en beplanting;
  2. b. binnentuinen;
  3. c. waterlopen en waterpartijen;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. woonstraten en paden;
  6. f. sloten en bermen;
  7. g. een aarden wal;

met de daarbijbehorende:

  1. h. gebouwen;
  2. i. nutsvoorzieningen;
  3. j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2. Bouwregels

6.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeerssituatie;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 7 : Horeca

7.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van horecabedrijven categorie 2.3,

met de daarbijbehorende:

  1. b. wegen en paden;
  2. c. parkeervoorzieningen;
  3. d. nutsvoorzieningen;
  4. e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2. Bouwregels

7.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de verkeerssituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 8 : Kantoor

8.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;
  2. b. een nutsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf';
  3. c. tuinen, erven en terreinen;

met de daarbijbehorende:

  1. d. waterlopen en waterpartijen;
  2. e. parkeervoorzieningen;
  3. f. water;
  4. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2. Bouwregels

8.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de situering en de omvang van parkeervoorzieningen;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

8.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 8.2.1 sub b in die zin dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 12,00 m, mits:
    1. 1. deze afwijkingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied'.

8.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen;
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
  3. c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden.

8.6. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  1. a. de aanduiding 'nutsbedrijf' wordt verwijderd, mits:
    1. 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

Artikel 9 : Verkeer

9.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten;
  2. b. paden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. waterlopen en waterpartijen;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. sloten, bermen en beplanting;

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;

met de daarbijbehorende:

  1. g. nutsvoorzieningen;
  2. h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2. Bouwregels

9.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeerssituatie;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

9.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak, zodanig dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan.

Artikel 10 : Verkeer - Parkeerterrein

10.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. parkeerterrein;

met de daarbijbehorende:

  1. b. wegen en straten;
  2. c. paden;
  3. d. groenvoorzieningen, waaronder een aarden wal;
  4. e. nutsvoorzieningen;
  5. f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder reclamemasten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - reclamemast'.

10.2. Bouwregels

10.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeerssituatie;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 11 : Water

11.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sloten, vaarten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  2. b. waterpartijen;

met de daarbijbehorende:

  1. c. oevers;
  2. d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder steigers, bruggen, duikers en/of dammen.

11.2. Bouwregels

11.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. een goede waterhuishouding;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van het water ten behoeve van het varend onderhouden van de waterlopen en kunstwerken.

Artikel 12 : Wonen

12.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit;
  2. b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met de daarbijbehorende:

  1. c. tuinen en erven;
  2. d. parkeervoorzieningen;
  3. e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

12.2. Bouwregels

12.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de woonsituatie;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de sociale veiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

12.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in lid 12.2.2 sub c in die zin dat de in de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven maximale goot- en bouwhoogte wordt vergroot tot ten hoogste een extra bouwlaag van het hoofdgebouw, mits:
    1. 1. de vergroting niet leidt tot een afbreuk aan de stedenbouwkundige samenhang van de gehele straat of straatwand;
  2. b. het bepaalde in lid 12.2.2 sub d in die zin dat een hoofdgebouw geheel of gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak;
  3. c. het bepaalde in lid 12.2.3 sub a in die zin dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping minder dan 3,00 m achter dan wel in de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt gebouwd;
  4. d. het bepaalde in lid 12.2.3 sub b in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen mag worden vergroot met ten hoogste 30 m², mits:
    1. 1. de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van de huisvesting van minder validen;
  5. e. het bepaalde in lid 12.2.3 sub d in die zin dat de breedte van een aan- of uitbouw of een aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping wordt vergroot, mits:
    1. 1. de breedte ten hoogste 1,00 m minder breed is dan de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat de breedte van de aan- of uitbouw of de overkapping niet meer dan 6,00 m mag bedragen;
  6. f. het bepaalde in lid 12.2.3 sub e in die zin dat de diepte van een aan- of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel, mits:
    1. 1. deze vergroting wordt voorzien van een plat dak;
  7. g. het bepaalde in lid 12.2.3 sub g in die zin dat de kap van een aan -of uitbouw aan de zijgevel van een hoofdgebouw wordt verhoogd;
  8. h. het bepaalde in lid 12.2.3 sub j in die zin dat de nokhoogte van een bijgebouw of een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m.

12.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  2. b. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit zodanig dat:
    1. 1. het uiterlijk van de betreffende woning wordt aangetast;
    2. 2. de maximale bedrijfsvloeroppervlakte (met inbegrip van aan- en uitbouwen en bijgebouwen) meer dan 20 m² bedraagt;
    3. 3. de activiteit niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning;
    4. 4. er sprake is van detailhandels- en/of horeca-activiteiten;
    5. 5. de activiteit een zodanige verkeersaantrekkende werking heeft dat verkeersoverlast of verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn;
    6. 6. onevenredige afbreuk plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    7. 7. het woongenot en de privacy van omwonenden onevenredig wordt geschaad;
    8. 8. de activiteiten vergunnings- dan wel meldingsplichtig ingevolge de Wet milieubeheer zijn;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, horecadoeleinden en/of bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 13 : Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 14 : Algemene Bouwregels

14.1. Onderwerpen van stedenbouwkundige aard

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  3. c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  4. d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  5. e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  6. f. de ruimte tussen bouwwerken.

Artikel 15 : Algemene Gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  2. b. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  3. c. het storten van puin en afvalstoffen;
  4. d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.

Artikel 16 : Algemene Afwijkingsregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. de bij recht in de bestemming gegeven maten, afmetingen, percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
  3. c. de bestemmingsregels in die zin dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd, mits:
    1. 1. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 3,00 m zal bedragen;
    2. 2. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 15 m² zal bedragen;
  4. d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde in die zin dat antenne-installaties en daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op gebouwen worden geplaatst, mits:
    1. 1. de bouwhoogte van het betreffende bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten hoogste 5,00 m gemeten vanaf de voet, mag bedragen;
    2. 2. deze ontheffing uitsluitend kan worden verleend als wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid met betrekking tot zendmasten;
  5. e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m, mits:
    1. 1. deze afwijking uitsluitend kan worden verleend als wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid met betrekking tot zendmasten;
  6. f. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:
    1. 1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
    2. 2. de bouwhoogte leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen;
  7. g. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
    1. 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
    2. 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
    3. 3. één erker per (hoofd)gebouw over maximaal de halve gevelbreedte;
    4. 4. ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;

mits:

      1. a. de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.

Artikel 17 : Algemene Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' een parkeerdek wordt gerealiseerd, waarbij:
    1. 1. de bestemmingen 'Detailhandel - Perifeer' en 'Horeca' wordt gewijzigd naar de bestemming 'Verkeer - Parkeerterrein';
    2. 2. de regels van Artikel 10 van toepassing zijn, met dien verstande dat lid 10.2.1 zodanig worden aangepast dat op de betreffende gronden een parkeerdek kan worden gerealiseerd met een bouwhoogte van ten hoogste 5,00 m;
    3. 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
      1. a. de milieusituatie;
      2. b. de verkeersveiligheid;
      3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 18 : Overgangsrecht

18.1. Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
  3. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

18.2. Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 19 : Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het

bestemmingsplanVan Aalstweggebied,

van de gemeente Hoorn.

Behorend bij het besluit van 2 oktober 2012.

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

Bijlage 2 Parkeernormen

Bijlage 2 Parkeernormen

Bijlage 3 Lijst Van Consumentverzorgende Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3 Lijst van consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Quickscan Uitbreidings- En Ontwikkelingsmogelijkheden Van Aalstweggebied, Juni 2005

Bijlage 1 Quickscan uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden Van Aalstweggebied, juni 2005

Bijlage 2 Branchering Van Aalstweg, November 2008

Bijlage 2 Branchering Van Aalstweg, november 2008

Bijlage 3 Welstandsbeleid, Mei 2011

Bijlage 3 Welstandsbeleid, mei 2011

Bijlage 4 Stedenbouwkundig Pve Beemsterboerlocatie, Febr. 2009

Bijlage 4 Stedenbouwkundig pve Beemsterboerlocatie, febr. 2009

Bijlage 5 Verkeerseffecten Van Aalstweggebied, Febr. 2006

Bijlage 5 Verkeerseffecten Van Aalstweggebied, febr. 2006

Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek, Nov. 2011

Bijlage 6 Akoestisch onderzoek, nov. 2011

Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Lijndraaier, Nov. 2011

Bijlage 7 Akoestisch onderzoek Lijndraaier, nov. 2011

Bijlage 8 Toetsing Luchtkwaliteit Van Aalstweggebied, Jan. 2011

Bijlage 8 Toetsing Luchtkwaliteit Van Aalstweggebied, jan. 2011

Bijlage 9 Advies Mdwf Bodem, Jan. 2011

Bijlage 9 Advies MDWF Bodem, jan. 2011

Bijlage 10 Bodemonderzoek Beemsterboerlocatie, Febr. 2011

Bijlage 10 Bodemonderzoek Beemsterboerlocatie, febr. 2011

Bijlage 11 Externe Veiligheid Van Aalstweggebied, Nov. 2011

Bijlage 11 Externe Veiligheid Van Aalstweggebied, nov. 2011

Bijlage 12 Advies Ev Veiligheidsregio En Mdwf, Juli 2011

Bijlage 12 Advies EV Veiligheidsregio en MDWF, juli 2011

Bijlage 13 Kwantitatieve Risicoanalyse Schermen Wijnkoper V.o.f., Jan. 2007

Bijlage 13 Kwantitatieve risicoanalyse Schermen Wijnkoper v.o.f., jan. 2007

Bijlage 14 Nota Van Overleg En Inspraak, 12 Juli 2011

Bijlage 14 Nota van Overleg en Inspraak, 12 juli 2011

Bijlage 15 Nota Van Zienswijzen En Wijzigingen Bestemmingsplan Van Aaltsweggebied, Augustus 2012

Bijlage 15 Nota van Zienswijzen en wijzigingen bestemmingsplan Van Aaltsweggebied, augustus 2012