Veegplan 3
Bestemmingsplan - gemeente Hoorn
Vastgesteld op 09-04-2024 - geheel in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in hoofdstuk 1 Inleidende regels opgenomen regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in artikel 1, lid 1.4 van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen die onderdeel uitmaken van hoofdstuk 1.
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het Veegplan 3 met identificatienummer NL.IMRO.0405.BPVeegplan3-va01 van de gemeente Hoorn;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 van toepassing verklaring
Het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan archeologie" met identificatienummer NL.IMRO.0405.BPArcheologie-va01, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Hoorn op 7 maart 2017, blijft van toepassing op het plangebied van dit bestemmingsplan, tenzij anders aangegeven.
Het bestemmingsplan "Parapluplan parkeren & laden en lossen met identificatienummer NL.IMRO.0405.BPParkeren-va01, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Hoorn op 13 november 2018, blijft van toepassing op het plangebied van dit bestemmingsplan, tenzij anders aangegeven.
Het bestemmingsplan "Veegplan" met identificatienummer NL.IMRO.0405.BPVeegplan-va01, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Hoorn op 8 december 2020, blijft van toepassing op het plangebied van dit bestemmingsplan, tenzij anders aangegeven.
Het bestemmingslan "Veegplan 2" met identificatienummer NL.IMRO.0405.BPVeegplan2-va01, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Hoorn op 31 mei 2022, blijft van toepassing op het plangebied van dit bestemmingsplan, tenzij anders aangegeven.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen "Veegplan", "Veegplan 2" en "Veegplan 3" geldt de volgende prioritering:
- 1. de bepalingen uit "Veegplan 3" hebben voorrang op de bepalingen uit "Veegplan 2" en "Veegplan";
- 2. de bepalingen uit "Veegplan 2" hebben voorrang op de bepalingen uit "Veegplan".
1.4 geldende ruimtelijke plannen
De bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen of wijzigingsplannen:
Bestemmingsplan of Uitwerkingsplan of Wijzigingsplan | IDN-codering en vaststellingsdatum | "op gronden ter plaatse van de aanduiding ...." |
Binnenstad | ||
Binnenstad | NL.IMRO.0405.BPBinnenstad-OH01 8 september 2009 | "overige zone - Binnenstad" |
Gerritsland 67 te Hoorn (wijzigingsplan) | NL.IMRO.0405.BPWGerritsland67-va01 25 november 2014 | "overige zone - Gerritsland 67 te Hoorn" |
Oude Schouwburg Westerdijk | NL.IMRO.0405.BPOudeSchouwburg-va01 15 september 2015 | "overige zone - Oude Schouwburg Westerdijk" |
Risdam en Nieuwe Steen-West | ||
Risdam en Nieuwe Steen-West | NL.IMRO.0405.BPRisdamNsteen-va01 4 april 2017 | "overige zone - Risdam en Nieuwe Steen-West" |
Grote Waal | ||
Grote Waal | NL.IMRO.0405.BPGroteWaal-va01 11 juli 2017 | "overige zone - Grote Waal" |
Kersenboogerd | ||
Kersenboogerd | NL.IMRO.0405.BPKERSENBOOGERD-OH01 15 december 2009 | "overige zone - Kersenboogerd" |
Tuibrug | NL.IMRO.0405.BPTuibrug-oh01 4 oktober 2011 | "overige zone - Tuibrug" |
Zwaag, Blokker | ||
Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost | NL.IMRO.0405.BPBlokkerZwaageo-OH01 15 maart 2011 | "overige zone - Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost" |
Koewijzend 3 (wijzigingsplan) | NL.IMRO.0405.BPKoewijzend3-oh01 29 april 2013 | "overige zone - Koewijzend 3" |
Historische tuin en museumkassen Koewijzend 4 | NL.IMRO.0405.BPKoewijzend4-va01 26 september 2017 | "overige zone - Historische tuin en mueumkassen Koewijzend 4" |
Dorpsstraat 108-110 | NL.IMRO.0405.BPDorpsstraat108-VA01 10 maart 2015 | "overige zone - Dorpsstraat 108-110" |
Dorpsstraat 113 | NL.IMRO.0405.BPDorpsstraat113-va01 28 juni 2018 | "overige zone - Dorpsstraat 113" |
Overige Plannen | ||
Hoorn-Noord en Venenlaankwartier | NL.IMRO.0405.HoornNoordVenenlkw-va01 23 mei 2017 | "overige zone - Hoorn-Noord en Venenlaankwartier" |
De Blauwe Berg | NL.IMRO.0405.BPBlauweBerg2019-va01 24 september 2019 | "overige zone - De Blauwe Berg" |
Woongebouwen Maelsonstraat | NL.IMRO.0405.BPWGBMaelsonstraat-va01 19 april 2016 | "overige zone - Woongebouwen Maelsonstraat" |
Maelsonstraat en omgeving | NL.IMRO.0405.BPMaelsonstraateo-va01 19 april 2016 | "overige zone - Maelsonstraat en omgeving" |
Missiehuis e.o. | NL.IMRO.0405.BPMissiehuiseo-va01 20 februari 2018 | "overige zone - Missiehuis e.o" |
Venneweg, Middelweg, Berkhouterweg | NL.IMRO.0405.BPVenwMidwBerkhw-va01 14 november 2017 | "overige zone - Venneweg - Middelweg - Berkhouterweg" |
Berkhouterweg 1968 | NL.IMRO.04050000BPBerkhouterweg- 21 januari 1969 | "overige zone - Berkhouterweg 1968" |
Plandelen Dampten, Keern, De Weel en Pelmolenpad | NL.IMRO.0405.BPDptnKrnDwlPmpd-va01 24 september 2019 | "overige zone - Plandelen Dampten, Keern, De Weel en Pelmolenpad" |
Holenkwartier | BPHolenkwartier-va01 24 september 2019 | "overige zone - Holenkwartier" |
Tweeboomlaan 20 | NL.IMRO.0405.BPTweeboomlaan20-va01 15 september 2020 | "overige zone - Tweeboomlaan20" |
Bangert en Oosterpolder | ||
Bangert en Oosterpolder | bestemmingsplan ex artikel 30 WRO 31 januari 2006 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder" |
Bangert en Oosterpolder fase 3-west en 4a | NL.IMRO.0405.BPBOFase3west4a-va01 24 september 2019 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder fase 3-west en 4a" |
Bangert en Oosterpolder fase 3-oost en 4b | NL.IMRO.0405.BPBOFase3oost4b-va01 24 maart 2020 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder fase 3-oost en 4b" |
Bangert en Oosterpolder fase A - west (uitwerkingsplan) | NL.IMRO.0405.UPBOFaseAwest-va01 20 november 2018 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder fase A - west" |
Bangert en Oosterpolder, fase 1 en 2 | NL.IMRO.0405.BPBangertOfase1en2-va01 13 december 2016 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder fase 1 en 2" |
Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord (uitwerkingsplan) | NL.IMRO.0405.UPBOFase5Noord-va01 19 december 2017 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord" |
Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord - partiële herziening (uitwerkingsplan) | NL.IMRO.0405.UPBOFase5NoordPH-va01 18 juni 2019 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord partiële herziening" |
Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord - tweede partiële herziening | NL.IMRO.0405.UPBOfase5NoordPH2-va01 11 februari 2020 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord tweede partiële herziening" |
Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord - derde partiële herziening | NL.IMRO.0405.UPBOFase5Noord3PH-va01 1 december 2020 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord derde partiële herziening" |
Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord - vierde partiële herziening | NL.IMRO.0405.UPBOfase5NoordPH4-va01 1 december 2020 | "overige zone - Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord vierde partiële herziening" |
Bangert achter 6 | NL.IMRO.0405.BPBangert6-va01 15 september 2020 | "overige zone - Bangert achter 6" |
Bedrijventerreinen | ||
Bedrijventerrein De Oude Veiling | NL.IMRO.0405.BPOudeVeiling-oh01 11 juni 2013 | "overige zone - Bedrijventerrein De Oude Veiling" |
Bedrijventerrein Hoorn 80 | NL.IMRO.0405.BPHoorn80-oh01 28 januari 2014 | "overige zone - Bedrijventerrein Hoorn 80" |
Bedrijventerrein Westfrisia | NL.IMRO.0405.BPWestfrisia-va01 21 oktober 2014 | "overige zone - Bedrijventerrein Westfrisia" |
Schelphoek 2008 | NL.IMRO.04050000BPSchelphoek- 24 juni 2008 | "overige zone - Schelphoek 2008" |
Van Aalstweggebied | NL.IMRO.0405.BPVanAalstweg-oh01 2 oktober 2012 | "overige zone - Van Aalstweggebied" |
Bedrijventerrein Gildenweg | NL.IMRO.0405.BPGildenweg-oh01 5 februari 2013 | "overige zone - Bedrijventerrein Gildenweg" |
't Zevenhuis | NL.IMRO.0405.BPtZevenhuis-oh01 26 juni 2012 | "overige zone - Zevenhuis" |
bestemming Verkeer Zevenhuis (wijzigingsplan) | NL.IMRO.0405.BPWVerkeerZevenhs-va01 26 september 2014 | "overige zone - bestemming Verkeer Zevenhuis" |
lpg-locatie 't Zevenhuis (wijzigingsplan) | NL.IMRO.0405.BPWlpgZevenhuis-va01 30 januari 2018 | "overige zone - lpg-locatie Zevenhuis" |
't Zevenhuis-Noord (wijzigingsplan) | NL.IMRO.0405.BPWZevenhuisNrd-va01 22 mei 2018 | "overige zone - wijzigingsplan Zevenhuis-Noord" |
Hoornse Hop | ||
Hoornse Hop | NL.IMRO.04050000BPHoornseHop- 8 december 1998 | "overige zone - Hoornse Hop" |
Landelijk gebied | ||
Landelijk Gebied 1992 | NL.IMRO.04050000BPLandgeb92- 9 februari 1993 | "overige zone - Landelijk Gebied 1992" |
1.5 bestaand: (toegevoegd)
- a. ten aanzien van de bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en werkzaamheden:
- 1. bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het plan zoals genoemd in artikel 1, lid 1.4;
- b. ten aanzien van het overige gebruik:
- 1. bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het plan zoals genoemd in artikel 1, lid 1.4;
Hiermee vervallen de begrippen 'bestaand' zoals opgenomen in de bestemmingsplannen 'Veegplan' (NL.IMRO.0405.BPVeegplan-va01) en 'Veegplan 2' (NL.IMRO.0405.BPVeegplan2-va01).
1.6 binnentuin (toegevoegd):
een tuin omsloten door bebouwing, die door de situering, de omvang en ligging als ruimtelijk en of cultuurhistorisch van belang beschouwd kan worden;
1.7 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur;
1.8 duurzame energieopwekking: (toegevoegd)
voorziening die energie opwekt op een duurzame wijze, waaronder in ieder geval begrepen zonnepanelen, zonnecollectoren/-boiler, energiedaken, windturbines en koude-warmteopslag;
1.9 persoonlijke dienstverlening: (toegevoegd)
bedrijf waarvan de werkzamheden bestaan uit het verlenen van persoonlijke diensten aan derden, waaronder begrepen kappersbedrijf, schoonheidssalon, tattooshop, fotostudio, nagelstudio; uitgezonderd is een seksinrichting/prostitutie;
1.10 polderpeil: (vervallen)
het polderpeil betreft -1.80 m ten opzichte van Normaal Amsterdams Peil;
1.11 waterlijn: (toegevoegd)
de grens tussen onder en boven water;
1.12 wonen: (gewijzigd)
het huisvesten van één huishouding in een woonhuis of in een woning van een woongebouw, waarbij het woonhuis c.q. de woning uitsluitend mag worden gebruikt voor permanente bewoning; met dien verstande dat de restrictie ten aanzien van het huisvesten van één huishouding niet geldt voor de bestemming 'Centrum-1' en 'Centrum -2' in het bestemmingsplan 'Binnenstad'.
1.13 woning: (toegevoegd)
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.14 wooneenheden: (vervallen)
het aantal woningen dat is toegestaan op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden";
1.15 woongebouw: (toegevoegd)
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.16 woonhuis: (toegevoegd)
een gebouw, dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.17 zorgwoongebouw: (toegevoegd)
een hoofdgebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen zorgwoningen (zorgappartementen) omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden en waarin het bieden van zorg ten behoeve van het niet-zelfstandig wonen plaatsvindt;
1.18 zorgwoning: (vervallen)
een woning of wooneenheid met zorgvoorzieningen voor hulpbehoevenden;
1.19 zorgwoning: (toegevoegd)
een onzelfstandige woning ten behoeve van intensieve zorg of ondersteuning, die in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de regels van artikel 2 van het geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in artikel 1, lid 1.4 van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in dit plan.
2.1 de goothoogte van een bouwwerk: (toegevoegd)
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien zich op enige zijde van het gebouw één of meerdere dakopbouwen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de goot van de dakopbouw als goothoogte aangemerkt. Vanaf deze laatstgenoemde goothoogte zijn geen extra dakopbouwen of dakkapellen toegestaan.
2.2 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
Tot ondergeschikte bouwdelen worden ook gerekend airco-units en warmteunits met een bouwhoogte van ten hoogste 1 m en een oppervlakte van ten hoogste 2 m2.
2.3 ondergeschikte bouwdelen (toegevoegd)
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrenzen met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.
Tot ondergeschikte bouwdelen worden ook gerekend airco-units en warmteunits met een bouwhoogte van ten hoogste 1 m en een oppervlakte van ten hoogste 2 m2.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in hoofdstuk 3 Bestemmingsregels opgenomen regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in artikel 1, lid 1.4 van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen die onderdeel uitmaken van hoofdstuk 2.
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Toegevoegde regeling(en)
3.2 Gewijzigde regeling(en)
Artikel 4 Bedrijventerrein
4.1 Toegevoegde regeling(en)
Artikel 5 Centrum
5.1 Toegevoegde regeling(en)
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Kersenboogerd op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Kersenboogerd" | Centrum | Artikel 8 |
Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost" | Centrum | Artikel 10 |
Grote Waal op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Grote Waal" | Centrum | Artikel 6 |
Bangert en Oosterpolder fase 3-oost en 4b op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Bangert en Oosterpolder fase 3-oost en 4b" | Centrum | Artikel 5 |
Risdam en Nieuwe Steen-West op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Risdam en Nieuwe Steen-West" | Centrum | Artikel 6 |
Voor de gronden gelegen binnen bovenstaand genoemd plan, is de bovenstaand genoemde bestemming van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in dit sublid.
- Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Centrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- persoonlijke dienstverlening;
Artikel 6 Centrum - 1
6.1 Toegevoegde regeling(en)
6.2 Gewijzigde regeling(en)
6.3 Vervallen regeling(en)
Artikel 7 Centrum - 2
7.1 Toegevoegde regeling(en)
7.2 Gewijzigde regeling(en)
7.3 Vervallen regeling(en)
Artikel 8 Gemengd
8.1 Toegevoegde regeling(en)
8.2 Gewijzigde regeling(en)
8.3 Vervallen regeling(en)
Artikel 9 Groen
9.1 Toegevoegde regeling(en)
Artikel 10 Kantoor
10.1 Toegevoegde regeling(en)
Artikel 11 Maatschappelijk - Zorg
Aan de onderstaande bestemmingsplannen is, voor diverse locaties, de bestemming 'Maatschappelijk - Zorg' toegevoegd:
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen - Oost op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen - Oost" | Maatschappelijk - Zorg | Nieuw |
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk - Zorg’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. zorgwoongebouwen;
- b. woongebouwen met ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening" ruimte in de eerste bouwlaag voor:
- 1. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
- 2. maatschappelijke voorzieningen;
- c. gebouwen ten behoeve van bergingen c.q. garageboxen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "garagebox";
- d. een loopbrug, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - loopbrug";
- e. een theehuis, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - theehuis";
- f. gebouwen ten behoeve van bergingen c.q. garageboxen,
met de daarbij behorende:
- g. tuinen en erven;
- h. water;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
- a. de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- b. de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- a. het gebruik van bergingen c.q. garageboxen voor bewoning;
- b. het gebruik van bergingen c.q. garageboxen voor de uitoefening van een bedrijf;
- c. het gebruik van bergingen c.q. garageboxen ten behoeve van detailhandel;
- d. het gebruik van gronden en bouwwerken waardoor een parkeerbehoefte ontstaat waarmee niet wordt voldaan aan de regels voor het parkeren en laden&lossen zoals opgenomen in Artikel 39, lid 39.1, met uitzondering van het bestaande gebruik waarbij minimaal de bestaande parkeervoorzieningen dienen te worden gehandhaafd, indien niet is voldaan aan de regels voor het parkeren en laden&lossen zoals opgenomen in Artikel 39, lid 39.1.
Artikel 12 Natuur
12.1 Toegevoegde regeling(en)
12.2 Gewijzigde regeling(en)
In onderstaand bestemmingsplan zijn de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gewijzigd:
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Stadsstrand op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Stadsstrand" | Natuur | Artikel 3 |
- Bouwregels
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- a. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - voetgangersbrug" mag niet meer bedragen dan 5 m;
- b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag
niet meer dan 5 m bedragenniet meer dan 3 m bedragen.
Artikel 13 Tuin - Binnentuin
13.1 Toegevoegde regeling
Artikel 14 Verkeer
14.1 Toegevoegde regeling(en)
14.2 Gewijzigde regeling(en)
In onderstaand bestemmingsplan zijn de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gewijzigd:
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Stadsstrand op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Stadsstrand" | Verkeer | Artikel 3 |
- Bouwregels
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
- b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag
niet meer dan 5 m bedragenniet meer dan 3 m bedragen.
Artikel 15 Verkeer - Railverkeer
15.1 Toegevoegde regeling(en)
Artikel 16 Verkeer - Verblijf
16.1 Toegevoegde regeling(en)
Artikel 17 Waterkering - Omringdijk
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterkering - Omringdijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. werken ten behoeve van de waterkering- en geleiding;
waarbij de instandhouding van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden wordt nagestreefd;
- b. groenvoorzieningen;
- c. wegen en straten;
- d. paden;
- e. sloten, bermen en beplanting;
met de daarbijbehorende:
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
17.2 Bouwregels
- a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
- b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
- 1. de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
17.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de waterkerende functie;
- b. de landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
- c. de verkeerssituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
17.4 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- a. het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het op de kaart aangegeven dwarsprofiel;
- b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
17.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 17.4 onder a en toestaan dat wordt afgeweken van het op de kaart aangegeven dwarsprofiel, mits hierdoor geen wezenlijke verslechtering van de geluidsituatie optreedt.
17.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het ophogen en afgraven van gronden;
- 2. het aanbrengen van beplanting.
- b. Het in sub b vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
- 1. het normale onderhoud betreffen;
- 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
- c. De in sub b genoemde omgevingsvergunning zal uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de Omringdijk. De waterkerende functie zal aan de cultuurhistorische waarden ook geen onevenredige afbreuk mogen doen.
Artikel 18 Wonen
18.1 Vervallen regeling(en)
18.2 Gewijzigde regeling(en)
18.3 Toegevoegde regeling(en)
Artikel 19 Wonen - Lintbebouwing
19.1 Vervallen regeling(en)
Artikel 20 Wonen - Wooncentrum
20.1 Vervallen regeling(en)
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen - Oost op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen - Oost" Florastraat/ St. Josephpark | Wonen - Wooncentrum | Artikel 28 |
De bestemming 'Wonen - Wooncentrum' is vervallen.
Artikel 21 Wonen - Woongebouw
21.1 Gewijzigde regeling(en)
21.2 Toegevoegde regeling(en)
Artikel 22 Leiding - Hoogspanning
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanning'' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor aanpassing, het beheer en instandhouding van een hoogspanningsleiding, met de daarbij behorende:
- a. belemmerde strook;
- b. voorzieningen.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
22.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op of in de in dit artikel bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken en/of gebouwen ten behoeve van de hoogspanningsleiding worden gebouwd;
- b. op of in de in dit artikel bedoelde gronden zijn geen gebouwen en bouwwerken toegestaan, met uitzondering van bestaande (vergunde) gebouwen en bouwwerken;
- c. indien bestaande gebouwen en/of bouwwerken worden vervangen, vernieuwd of veranderd is dit toegestaan indien de oppen/lakte en hoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
22.3 Afwijken van de bouwregels
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning wordt eerst overgegaan, indien uit het verkregen positief schriftelijk advies van de netbeheerder is gebleken dat hierdoor de veiligheid en leveringszekerheid niet blijvend onevenredig worden geschaad
Aan de hand daarvan kan het bevoegd gezag desgewenst voorwaarden verbinden aan de vergunning, ter bescherming van bedoelde verbinding.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Waarde - Archeologie
23.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden die zijn aangewezen als Waarde - Archeologie zijn tevens bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen. Voor zover nog andere dubbelbestemmingen voor deze gronden zijn aangegeven, is de voorrangsregeling zoals opgenomen in lid 23.5 van toepassing.
23.2 Bouwregels
Op de in lid 23.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van de bouw van een bijgebouw of de uitbreiding van een bestaand bouwwerk met ten hoogste 15 m².
23.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 23.2 ten behoeve van een overige aan deze gronden toegekende bestemming, indien is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk, waarvoor ontheffing wordt gevraagd, niet zal leiden tot een verstoring van de archeologische resten.
- b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor ontheffing wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 23.2, mits aan de vergunning één van de volgende regels wordt verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of:
- 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- c. De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld conform de regels van de KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie).
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.5 Voorrangsregeling
Voor zover de aangegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
- a. in de eerste plaats de regels van Waarde - Archeologie;
- b. in de tweede plaats de regels van Waarde - Beschermd stadsgezicht.
23.6 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat een of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ worden verwijderd, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
- b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat aan een of meerdere bestemmingsvlakken de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ wordt toegekend, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 24 Waarde - Archeologie 1
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Archeologie 1" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden in de bodem.
24.2 Bouwregels
24.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Waarde - Archeologie 2
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ''Waarde - Archeologie 2'' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
25.2 Bouwregels
25.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Waarde - Archeologie 3
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn,behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de waterbodem van het Hoornse Hop.
26.2 Bouwregels
26.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Archeologie 4
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4 'aangewezen gronden zijn,behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden in de bodem.
27.2 Bouwregels
27.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 28 Waarde - Archeologie 4a
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Archeologie 4a" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden in de bodem.
28.2 Bouwregels
28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Waarde - Archeologie 5
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ''Waarde - Archeologie 5'' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden in de bodem.
29.2 Bouwregels
29.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Waarde - Beeldbepalend
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beeldbepalend' aangezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de instandhouding van de beeldbepalende hoofdvorm en beeldbepalende elementen van bouwwerken.
30.2 Bouwregels
Voor de bouwwerken geldt dat de uitwendige hoofdvorm van het betreffende bouwwerk, onder meer bepaald door goothoogte, nokhoogte, nokrichting, dakhelling, bouwmassa en situering alsmede de architectonische vormgeving, zoals deze is ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, slechts gewijzigd mag worden mits aan de beeldbepalende waarden niet in onevenredige mate afbreuk zal worden gedaan en het daarin tot uitdrukking komende karakter van het bouwwerk niet wezenlijk wordt aangetast.
30.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing, met dien verstande dat nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de bebouwing.
30.4 Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 31 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
31.1 Toegevoegde regeling(en)
Artikel 32 Waarde - Bouwhistorie
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Bouwhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: het behoud en de bescherming van bouwhistorische waarden van de bouwwerken.
32.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) is het verboden te bouwen, anders dan de bestaande bouwwerken.
32.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de afmeting van bouwwerken;
- b. de situering van bouwwerken;
- c. de inrichting en het gebruik van gronden,
indien uit bouwhistorisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige bouwhistorische waarden aanwezig zijn.
32.4 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid [bouwregels] indien:
- a. uit een bouwhistorisch onderzoek, dat voldoet aan de vereisten die zijn neergelegd in de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek van Stichting Bouwhistorie Nederland en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed blijkt dat de bouwhistorische waarde van het bouwwerk niet op onaanvaardbare wijze wordt verstoord; en
- b. uit het onderzoek als bedoeld in het voorgaande lid blijkt dat de bouwhistorische waarde wordt verstoord; mits aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften worden verbonden, waardoor de bouwhistorische waarde niet op onaanvaardbare wijze wordt verstoord: de verplichting tot het treffen van maatregelen waardoor bouwhistorische elementen in het gebouw kunnen worden behouden; en
- c. uit het onderzoek als bedoeld in onder a blijkt dat de bouwhistorische waarde wordt verstoord de verplichting tot het documenteren van het pand of de bouwkundige onderdelen die geheel of gedeeltelijk worden gesloopt, verwijderd of veranderd; Deze bouwhistorische documentatie dient te worden uitgevoerd op basis van de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek van Stichting Bouwhistorie Nederland en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en dient vooraf de worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders;
- d. wordt voldaan aan de bepalingen van andere daar voorkomende bestemmingen, al dan niet na gebruik van de bij die bestemmingen opgenomen afwijkingsbevoegdheden;
- e. in afwijking op sub a t/m c geldt dat een bouwhistorisch onderzoek niet noodzakelijk is, indien naar oordeel van het bevoegd gezag de bouwhistorische waarde van het bouwwerk niet op onaanvaardbare wijze wordt verstoord.
32.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 33 Waarde - Cultuurhistorie
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, naast de andere aangewezen bestemming, bestemd voor het behoud, herstel en de uitbouw van de in de bij dit bestemmingsplan cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.
33.2 Bouwregels
Voor zover de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' betrekking heeft op gemeentelijke monumenten zoals aangegeven in de toelichting wordt de bestaande bouwvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en dakvorm) van (gemeentelijke) monumenten gehandhaafd.
33.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- het bepaalde in lid 33.2 voor het bouwen van een afwijkende karakteristieke hoofdvorm, indien het pand redelijkerwijs niet handhaafbaar is en/of is gesloopt, met dien verstande dat sprake dient te zijn van een passende bouwvorm, waarbij uitgegaan dient te worden van de bestaande karakteristieke hoofdvorm waarbij tevens is voldaan aan het gestelde in het geldende Bouwbesluit.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
33.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 34 Waterstaat - Waterkering
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat - Waterkering’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor deze gronden aangewezen bestemming tevens bestemd voor:
- a. waterkerende werken ten behoeve van de waterstaat, waaronder kaden en dijken, waarbij de instandhouding van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden worden nagestreefd;
met de daarbij behorende:
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
34.2 Bouwregels
34.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van de waterkering, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 34.2.1 en toestaan dat gebouwen worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen de aanvraag voor de omgevingsvergunning voorleggen aan de waterbeheerder, met het verzoek de aanvraag te voorzien van een deskundigenadvies.
34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in hoofdstuk 3 Algemene regels opgenomen regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in artikel 1, lid 1.4 van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen die onderdeel uitmaken van hoofdstuk 3.
Artikel 35 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 36 Algemene Bouwregels
36.1 Doorvaarthoogte en -breedte van bruggen en duikers en hoogte van beschoeiingen (gewijzigd)
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Alle geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in artikel 1 lid 1.4, diverse locaties | Alle bestemmingen op basis waarvan water aanwezig is en/of kan worden aangelegd. | Verschilt per plan |
Aan de bouwregels worden, met inachtneming van voorgaande, de volgende regels gewijzigd:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van beschoeiingen mag maximaal 0,30 m
boven het polderpeil bedragenboven de waterlijn bedragen; - b. de doorvaartbreedte van bruggen en duikers ter plaatse van de vaarroute zoals aangegeven op de kaart in Bijlage 3 bij deze regels dient minimaal 2,50 m te bedragen;
- c. de doorvaarthoogte van bruggen en duikers ter plaatse van de doorvaartbreedte
de vaarroute zoalsaangegeven op de kaart in Bijlage 3bij deze regelsdient minimaal1,101,20 m te bedragen. Locatiespecifiek kan de doorvaarthoogte afwijken als onderdeel van de vaarroute, waarbij minimaal 1,50 m wordt gehanteerd. In alle gevallen wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke doorvaarthoogte ten behoeve van schaatsers, waarbij ook deze 1,50 m het doel is.
36.2 Ondergeschikte bouwdelen en duurzaamheid
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Alle geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in artikel 1 lid 1.4, diverse locaties | Alle bestemmingen op basis waarvan water aanwezig is en/of kan worden aangelegd. | Verschilt per plan |
Aan de bouwregels worden, met inachtneming van voorgaande, de volgende regels gewijzigd:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingvlakken, worden duurzaamheidsmaatregelen als gevelisolatie buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,15 m wordt overschreden en de overschrijding plaatsvindt op eigen terrein. Dit geldt niet voor voorgevels of daken.
36.3 Datacenters
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Alle geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in artikel 1 lid 1.4, diverse locaties | Alle bestemmingen op basis waarvan water aanwezig is en/of kan worden aangelegd. | Verschilt per plan |
Aan de bouwregels worden, met inachtneming van voorgaande, de volgende regels gewijzigd:
Het bouwen van een nieuw of de uitbreiding van een bestaand datacenter met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 en een elektrisch aansluitvermogen van meer dan 5 MVA is niet toegestaan.
Artikel 37 Algemene Gebruiksregels
37.1 Datacenters
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Alle geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in artikel 1 lid 1.4, diverse locaties | Alle bestemmingen op basis waarvan water aanwezig is en/of kan worden aangelegd. | Verschilt per plan |
Aan de gebruiksregels worden, met inachtneming van voorgaande, de volgende regels gewijzigd:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. de vestiging van een nieuw of de uitbreiding van een bestaand datacenter met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 en een elektrisch aansluitvermogen van meer dan 5 MVA.
Artikel 38 Algemene Aanduidingsregels
38.1 Geluidzone - industrie
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Schelphoek 2008 | Bedrijventerrein | Artikel 5 |
Voor de gronden gelegen binnen bovenstaand genoemd plan, is de bovenstaand genoemde aanduiding van overeenkomstige toepassing.
38.2 Geluidzone - industrie vervallen
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost" | - | Artikel 36 (Algemene aanduidingsregels) |
Aan de aanduidingsregels worden, met inachtneming van voorgaande, de volgende regels toegevoegd:
- Geluidzone - industrie vervallen
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie vervallen' geldt de aanduiding 'geluidzone - industrie' niet meer.
38.3 Overige zone - botensteiger
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Stadsstrand op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Stadsstrand" | - | Algemene aanduidingsregels (nieuw) |
Hoornse Hop op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Hoornse Hop" | - | Algemene aanduidingsregels (nieuw) |
Aan de aanduidingsregels worden, met inachtneming van voorgaande, de volgende regels toegevoegd:
- Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - botensteiger' is een botensteiger toegestaan.
- Bouwregels
- a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
- b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
- 1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m;
- 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de recreatie zijn niet toegestaan, met uitzondering van een botensteiger ter plaatse van 'overige zone - botensteiger';
- 3. fuiken zijn niet toegestaan.
- Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- het gebruik van de botensteiger ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - botensteiger' voor:
- 1. meer dan 10 boten;
- 2. boten met een lengte van meer dan 10 m;
- 3. afmering van boten anders bedoeld dat dagpassage van recreatievaartuigen;
- 4. afmering van boten op een andere wijze dan zijdelings afmeren;
- 5. afmering buiten het vaarseizoen, van 1 november tot 1 april;
- 6. overnachtingen op afgemeerde boten;
- 7. het realiseren van ondersteunende faciliteiten.
38.4 Overige zone - waarde beeldbepalend vervallen
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Binnenstad op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Binnenstad" | - | Artikel 36 (Algemene aanduidingsregels) |
Aan de aanduidingsregels worden, met inachtneming van voorgaande, de volgende regels toegevoegd:
- Overige zone - waarde beeldbepalend vervallen
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - waarde beeldbepalend vervallen' geldt de dubbelbestemming 'Waarde - Beeldbepalend' niet meer.
38.5 Overige zone - wro-zone gerechtelijke uitspraak vervallen
Bestemmingsplan | Bestemming | Regeling |
Binnenstad op gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - Binnenstad" | - | Artikel 34 (Algemene aanduidingsregels) |
Aan de aanduidingsregels worden, met inachtneming van voorgaande, de volgende regels toegevoegd:
- Overige zone - wro-zone gerechtelijke uitspraak vervallen
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - wro-zone gerechtelijke uitspraak vervallen' geldt de dubbelbestemming 'Waarde - Beeldbepalend' niet meer.
In het bestemmingsplan is de "wro-zone - gerechtelijke uitspraak" verwijderd en vervalt daarmee heel het artikel Algemene aanduidingsregels:
Artikel 34 Algemene aanduidingsregels
Ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – gerechtelijke uitspraak’ is de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State met zaaknummer 200909225/1/R1 en zoals is opgenomen in Bijlage 2 en op http://raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?verdict_id=52410, van toepassing.
38.6 Vrijwaringszone - dijk
Artikel 39 Overige Regels
39.1 Parkeren en laden & lossen
- a. Bij de verlening van:
- 1. een omgevingsvergunning voor het bouwen; en/of
- 2. een omgevingsvergunning voor een gebruiksverandering; en/of
- 3. een omgevingsvergunning voor het afwijken;
dient, indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van:- een te verwachten behoefte aan het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen en/of andere voertuigen krachtens een voorschrift verbonden aan de omgevingsvergunning in voldoende mate verzekerd te zijn dat voldoende parkeervoorzieningen zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort en dat deze parkeervoorzieningen worden gerealiseerd en in stand worden gehouden;
- een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort en dat deze laad- en losvoorzieningen worden gerealiseerd en in stand worden gehouden.
- b. Bij de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, dient, indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van:
- 1. een te verwachten behoefte aan het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen en/of andere voertuigen krachtens een voorschrift verbonden aan de omgevingsvergunning in voldoende mate verzekerd te zijn dat voldoende parkeervoorzieningen zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort en dat deze parkeervoorzieningen worden gerealiseerd en in stand worden gehouden;
- 2. een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort en dat deze laad- en losvoorzieningen worden gerealiseerd en in stand worden gehouden.
- c. Van voldoende mate van parkeervoorzieningen zoals bedoeld in sub a en/of sub b is sprake indien is voldaan aan de parkeernormen zoals opgenomen in het beleid 'Parkeernormennota Hoorn' zoals vastgesteld op 28 juni 2018 dan wel het vastgestelde parkeerbeleid zoals dat geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag als bedoeld in sub a en/of sub b voor het bouwen en/of voor een gebruiksverandering en/of afwijking of het uitwerken of het wijzigen.
- d. Van voldoende mate van laad- en losvoorzieningen voor het laden en lossen van goederen zoals bedoeld in sub a en/of sub b is sprake indien is voldaan aan de normen zoals opgenomen in het ASVV 2012 (uitgave van het CROW), dan wel het geldende ASVV 2012 (uitgave van het CROW) zoals dat geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag als bedoeld in sub a en/of sub b voor het bouwen en/of voor een gebruiksverandering en/of afwijking of het uitwerken of het wijzigen.
- e. Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in sub a en/of sub b:
- 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- 2. voor zover op andere wijze in de benodigde parkeervoorzieningen en/of laad-en losvoorzieningen wordt voorzien.
- f. De afwijking als bedoeld in sub e kan uitsluitend worden toegepast, indien er door de aanvrager en naar oordeel van het bevoegd gezag is aangetoond dat:
- 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in de omgeving; en
- 2. de parkeerdruk op de omgeving niet toeneemt; en
- 3. de parkeerdruk op de omgeving niet wordt vergroot; en
- 4. geen sprake is van een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 40 Overgangsrecht
40.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
40.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 41 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het Veegplan 3”.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
In de afgelopen jaren zijn in de gemeente Hoorn diverse bestemmingsplannen vastgesteld, waardoor een actuele set aan bestemmingsplannen voor het hele gemeentelijke grondgebied aanwezig is.
De verwachting is dat de Omgevingswet in 2024 wordt ingevoerd, waarna (in formele zin) sprake zal zijn van één tijdelijk omgevingsplan voor de gehele gemeente. Dit plan bestaat dan in eerste instantie uit (onder andere) de 'oude' ruimtelijke plannen en verordeningen.
De eerste jaren na inwerkingtreding van de Omgevingswet zal sprake zijn van een overgangsfase waarin de gemeente nieuwe regels in het omgevingsplan moet opnemen ter vervanging van de oude ruimtelijke plannen en verordeningen. Vooruitlopend hierop wil de gemeente met het voorliggende Veegplan 3 alle huidige bestemmingsplannen al zoveel mogelijk op elkaar afstemmen wat betreft bestemmingen en systematiek. Dit biedt dan een goede basis om uiteindelijk te komen tot één nieuw omgevingsplan voor de hele gemeente. Een heel aantal onderwerpen is inmiddels al geregeld via het eerste Veegplan en Veegplan 2.
Daarnaast zijn er de afgelopen jaren een aantal omgevingsvergunningen verleend waarbij is afgeweken van het bestemmingsplan. Deze zijn ook verwerkt.
- omgevingsvergunning 'Aanpassen turborotonde Provincialeweg', vastgesteld op 26 maart 2019;
- omgevingsvergunning 'Trommelstraat 8', vastgesteld op 10 mei 2022
- omgevingsvergunning 'Robert Stolzhof 33a en 33b', vastgesteld op 19 juli 2021;
- omgevingsvergunning 'Tweeboomlaan 88', vastgesteld op 20 september 2022;
- omgevingsvergunning 'Zandsteen 1 t/m 49', vastgesteld op 15 maart 2017;
- omgevingsvergunning 'Westerdijk 13-17 Hoorn';
- omgevingsvergunning 'Schuijteskade 1 Hoorn';
- omgevingsvergunning 'Schelphoek 103', vastgesteld op 13 juni 2023;
- omgevingsvergunning 'Botensteiger', vastgesteld op 9 augustus 2023;
- omgevingsvergunning 'Jan Willemszstraat 18', vastgesteld op 23 augustus 2023;
- omgevingsvergunning 'Westerblokker 129', vastgesteld op 21 april 2010;
- omgevingsvergunning 'Nieuwland 6', vastgesteld op 3 juli 2019;
- omgevingsvergunning 'Zandsteen 133', vastgesteld op 2 mei 2018;
- omgevingsvergunning 'Boekerij 53', vastgesteld op 9 augustus 2022.
Tot slot is gebleken dat een aantal correcties of andere (kleine) aanpassingen wenselijk zijn.
Om de correcties en aanpassingen door te voeren, is voorliggend Veegplan 3 opgesteld. Veegplan 3 is een herziening van de plannen zoals die zijn opgesomd in artikel 1, lid 1.4 van de regels.
1.2 Systematiek
Het bestemmingsplan is zodanig vormgegeven dat sprake is van een digitaal uitwisselbaar plan. Dit betekent dat:
- aan alle verschillende objecten op de verbeelding IMRO2012-coderingen zijn toegekend;
- de digitale kaart is vertaald naar de standaardtechniek van uitwisseling GML;
- de toelichting en regels in digitale vorm aan de verbeelding zijn gekoppeld.
Gebruik van de IMRO2012-coderingen zorgt ervoor dat de bestemmingen in de verbeelding eenduidig worden geclassificeerd en dat, met behulp van een conversieprogramma, de verbeelding met regels ook door de ontvanger kan worden gelezen.
Bij de vormgeving van de verbeelding is aangesloten bij het standaardrenvooi, dat is opgenomen in de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2012).
1.3 Leeswijzer
De toelichting van dit bestemmingsplan is opgebouwd uit vijf hoofdstukken. In hoofdstuk 2 komen de verschillende beleidskaders op rijksniveau, provinciaal en gemeentelijk niveau aan de orde. Ook wordt ingegaan op de toetsing van de omgevingsaspecten. Hoofdstuk 3 bevat een overzicht van de wijzigingen die in het Veegplan 3 zijn opgenomen en van de verleende omgevingsvergunningen. Hoofdstuk 4 is de juridische toelichting op het bestemmingsplan. Hoofdstuk 5 gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. Tevens is daarbij ingegaan op het aspect handhaving.
Hoofdstuk 2 Toetsing
2.1 Beleidskader
2.1.1 Rijksbeleid
Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)
De Nationale Omgevingsvisie, kortweg NOVI, loopt vooruit op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en vervangt op rijksniveau de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Uitgangspunt in de nieuwe aanpak is dat ingrepen in de leefomgeving niet los van elkaar plaatsvinden, maar in samenhang. Zo kunnen in gebieden betere, meer geïntegreerde keuzes worden gemaakt. Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie van het Rijk in beeld.
Voor de doorwerking van de rijksbelangen in plannen van andere overheden, is het Barro opgesteld. Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen.
Het bestemmingsplan is niet strijdig met nationale belangen.
Rijksbeleid archeologie en cultuurhistorie
De Erfgoedwet, ingegaan op 1 juli 2016, vormt samen met de Omgevingswet het wettelijke fundament voor de cultuurhistorie in Nederland. In de Erfgoedwet is vastgelegd hoe met ons erfgoed wordt omgegaan, wie welke verantwoordelijkheden daarbij heeft en hoe het toezicht daarop wordt uitgeoefend. De Erfgoedwet bundelt bestaande wet- en regelgeving voor behoud en beheer van het cultureel erfgoed in Nederland. Bovendien is aan de Erfgoedwet een aantal nieuwe bepalingen toegevoegd. Het beschermingsniveau zoals die bij de oude wetten en regelingen golden blijven gehandhaafd. Onderdelen die de fysieke leefomgeving betreffen, worden overgeheveld naar de Omgevingswet. Voor deze onderdelen is een overgangsregeling in de Erfgoedwet opgenomen voor de periode 2016-2021. Het betreft:
- vergunningen tot wijziging, sloop of verwijdering van rijksmonumenten;
- verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie;
- bescherming van stads- en dorpsgezichten.
Zaken zoals het certificeringsstelsel en de aanwijzing van archeologische rijksmonumenten blijven in de Erfgoedwet.
Per 1 januari 2012 is de Modernisering van de Monumentenzorg (MoMo) doorgevoerd via een wijziging van artikel 3.6 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening. In de toelichting van een bestemmingsplan moet voortaan het volgende worden opgenomen: een beschrijving van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. Hierdoor dienen cultuurhistorische waarden dus uitdrukkelijk te worden meegewogen bij het vaststellen van bestemmingsplannen. Gemeenten zullen, naast de archeologische waarden, een inventarisatie moeten (laten) maken van alle cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied. Daarnaast moeten ze aangeven welke conclusies ze daaraan verbinden en op welke wijze ze deze waarden borgen in het bestemmingsplan. Dit is één van de pijlers van de Modernisering Monumentenzorg (MoMo).
De Rijksdienst helpt gemeenten om hieraan te voldoen met de Handreiking erfgoed en ruimte. Hierin staat hoe gemeenten zo'n inventarisatie en analyse kunnen uitvoeren. Ook wordt in deze handreiking aangegeven op welke wijze gemeenten cultuurhistorische waarden kunnen opnemen in een bestemmingsplan.
Voorliggend bestemmingsplan waarborgt de bescherming van een aantal cultuurhistorisch waardevolle panden en wijzigt de voorwaarden van de vergunning voor bouwhistorische panden. Zie hiervoor het volgende hoofdstuk 3.
2.1.2 Provinciaal beleid
Omgevingsvisie Noord-Holland 2050
De provincie streeft naar een evenwichtige balans tussen economische groei en leefbaarheid. Een economisch vitale provincie draagt bij aan het welzijn, en een leefbare provincie draagt bij aan economische vitaliteit. De provincie staat voor een gezonde en veilige leefomgeving, goed voor mens, plant en dier, en daarmee ook goed voor het economisch vestigingsklimaat binnen de provincie. Dit evenwicht staat ten dienste van duurzame ontwikkeling: toekomstige generaties moeten ook profiteren van de keuzes die wij maken.
In deze omgevingsvisie is het principe van 'lokaal wat kan, centraal wat moet' leidend. Hieruit komen een aantal hoofdthema's naar voren:
- Noord-Holland in beweging, op weg naar een economisch en duurzame toekomst;
- dynamisch schiereiland, benutten van een unieke ligging;
- metropool in ontwikkeling, vergroten agglomeratiekracht door het ontwikkelen van een samenhangend metropolitaan systeem;
- sterke kernen, sterke regio's, sterke kernen houden regio's vitaal;
- nieuwe energie, economische kansen benutten van energietransitie;
- natuurlijk en vitaal landelijke omgeving, vergroten van biodiversiteit en ontwikkelen van een economisch duurzame agri-foodsector.
Het planvoornemen maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het planvoornemen sluit dan ook aan bij de uitgangspunten van de provinciale omgevingsvisie.
Omgevingsverordening NH2020
In deze verordening zijn de provinciale belangen uit de Structuurvisie Noord-Holland 2040 van 2010 uitgewerkt in algemene regels. Er is aangesloten bij de Ladder voor duurzame verstedelijking. Verschillende regels zijn opgenomen over onderwerpen, in zowel het landelijk als het bestaand stedelijk gebied van Noord-Holland, waarmee een provinciaal belang gemoeid is. Afhankelijk van de ligging van een plangebied zijn de regels uit de verordening al dan niet van toepassing. Het bestaand stedelijk gebied is in het provinciale overheidsbeleid beleidsmatig aangewezen voor verdere verstedelijking.
De belangrijkste onderwerpen uit de Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 worden verankerd in de nieuwe Omgevingsverordening Noord-Holland. Deze vervangt alle bestaande verordeningen die betrekking hebben op de leefomgeving zoals de Provinciale Ruimtelijke Verordening, de Provinciale Milieuverordening, de Waterverordeningen en de Wegenverordening. Op 22 oktober 2020 is de Omgevingsverordening NH2020 vastgesteld door Provinciale Staten. De omgevingsverordening op 17 november 2020 in werking getreden.
Zoals aangegeven, worden in dit Veegplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt en is er daarmee geen strijdigheid met het beleid zoals dat is geformuleerd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening.
Archeologie en cultuurhistorie
In de 'Structuurvisie 2040 Noord-Holland 2040 - Kwaliteit door veelzijdigheid' is archeologie aangewezen als één van de kernkwaliteiten van het landschap. Daarnaast gaat de provincie Noord-Holland uit van een ontwikkelingsgerichte benadering, omdat ook tegenwoordige ruimtelijke ontwikkelingen het landschap vormen, zodat zorgvuldig wordt omgegaan met de bestaande (historische) kenmerken van het landschap. In de bijbehorende Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie heeft de provincie regels geformuleerd over de inhoud van en de toelichting in bestemmingsplannen als er sprake is van een provinciaal belang. In een bestemmingsplan moet bijvoorbeeld duidelijk worden omschreven hoe omgegaan wordt met de cultuurhistorische objecten (waaronder archeologische waarden).
De provincie speelt een belangrijke rol op het gebied van ruimtelijke ordening. Door haar ruimtelijk beleid bepaalt de provincie in belangrijke mate hoe de ruimte in Noord-Holland wordt ingericht. In het licht van de Wet ruimtelijke ordening spitst de provinciale rol vanuit cultuur en cultuurhistorie in de ruimtelijke inrichting zich toe op drie terreinen, daar waar de provincie:
- haar cultuurhistorisch provinciaal belang heeft gedefinieerd in de Structuurvisie;
- wettelijk bevoegd gezag is bij ingrepen die een relatie hebben met cultuurhistorie, bijvoorbeeld bij ontgrondingen of de aanleg van provinciale wegen;
- bij projecten van het Rijk een (beschermende) taak heeft gekregen, zoals bij nationale landschappen en Unesco-gebieden.
Voorliggend bestemmingsplan waarborgt de bescherming van een aantal cultuurhistorisch waardevolle panden en wijzigt de voorwaarden van de vergunning voor bouwhistorische panden. Zie hiervoor het volgende hoofdstuk 3. Verder worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarvoor wordt gebouwd en/of de grond wordt geroerd.
2.1.3 Gemeentelijk beleid
Omgevingsvisie Hoorn
Op 14 februari 2022 is de Omgevingsvisie Hoorn gewijzigd vastgesteld. De Omgevingsvisie beschrijft de gewenste toekomst van de fysieke leefomgeving in Hoorn. De Omgevingsvisie is de zogenoemde 'stip op de horizon' bij het uitwerken van plannen en ideeën in Hoorn. Het centrale doel van de Omgevingsvisie is een stad die op langere termijn vitaal en leefbaar is, welk doel bereikt wordt door de volgende opgaven in samenhang te realiseren:
- a. het aantrekkelijk maken van bestaande en nieuwe wijken, met een ambitie om 10.000 tot 12.000 nieuwe woningen te realiseren binnen de bestaande stad;
- b. het voortbouwen op economische en toeristische kansen, met een ambitie om 3.200 nieuwe banen te creëren;
- c. het verbeteren van bereikbaarheid via weg, spoor en water;
- d. het werken aan een socialere, gezondere en veiligere omgeving;
- e. het verder verduurzamen en vergroenen.
De Omgevingsvisie is een verplicht instrument onder de Omgevingswet, die waarschijnlijk in 2024 ingaat. Deze wet bundelt 26 bestaande wetten voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Het doel is dat hierdoor meer snelheid, flexibiliteit en samenhang komt in de ruimtelijke ontwikkeling. De Omgevingsvisie is een belangrijke stap bij de invoering van de wet in de gemeente Hoorn. De Omgevingsvisie Hoorn vervangt de Structuurvisie Hoorn uit 2013.
Zoals eerder aangegeven, worden in dit Veegplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt en is er daarmee geen strijdigheid met het beleid zoals dat is geformuleerd in de visie.
2.2 Omgevingstoets
2.2.1 Algemeen
Om de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan te toetsen, is het noodzakelijk dat verschillende onderzoeken worden uitgevoerd. Dit Veegplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Voor de aspecten: geluidhinder, externe veiligheid, hinder van bedrijven, bodem, luchtkwaliteit, ecologie, water, archeologie, duurzaamheid en kabels en leidingen wordt daarom verwezen naar de onderliggende bestemmingsplannen zoals die in paragraaf 1.1 van deze toelichting zijn genoemd.
Een uitzondering wordt gemaakt voor cultuurhistorie. Hierop wordt in paragraaf 2.2.2 ingegaan.
2.2.2 Erfgoed
Cultuurhistorie
Inleiding
In de Erfgoedvisie 2017-2025 heeft de raad een aantal doelstellingen opgenomen. In dit veegplan komen een aantal van die doelstellingen samen. Ten eerste is het doel om de cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen te verwerken. Daarnaast dient de lijst van de beeldbepalende panden te worden geactualiseerd. En tenslotte is ten doel gesteld de juridische- en beleidsmatige instrumenten zoals de bestemmingsplannen te actualiseren.
Het bestaansrecht van beeldbepalende panden
Al vele jaren heeft de gemeente Hoorn een lijst met beeldbepalende panden. Een belangrijke reden voor de beeldbepalende status is de ondersteuning van de kwaliteit van het rijksbeschermd stadsgezicht. Niet elk pand hoeft echter op de lijst van beeldbepalende panden te staan om dit te bereiken. Naast de beschermde rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten heeft Hoorn namelijk een beschermend bestemmingsplan voor de binnenstad. Daarnaast is ook een bouwhistorische verwachtingskaart opgesteld, die in het eerste veegplan is opgenomen. Al deze instrumenten dragen bij aan behoud van de historische binnenstad.
De kaart van beeldbepalende panden is vastgesteld in 2009. Het gaat bij beeldbepalende panden om de individuele gevelkwaliteit in combinatie met hoe het pand kwaliteit toevoegt aan de ensemblewaarde van de straat of gevelrij. Een individueel pand kan namelijk bijdragen aan de kwaliteit van een ensemble zonder zelf heel bijzonder te zijn. Uitgangspunt bij beeldbepalende panden is kwaliteit en niet kwantiteit.
Criteria voor aanwijzing
De panden moeten voldoen aan bepaalde criteria om als beeldbepalend te worden aangewezen of beeldbepalend te zijn. In de komende jaren zal de gemeente Hoorn alle beeldbepalende panden opnieuw beoordelen, beschrijven en waarderen.
Bescherming beeldbepalende panden
Voor beeldbepalende panden geldt dat het vanaf de openbare weg zichtbare gedeelte van het pand in stand gehouden moet worden. Het behoud van de architectuur en de verschijningsvorm is daarbij belangrijker dan het behoud van de oorspronkelijke materialen.
Dit geldt niet voor materialen die mede bepalend zijn voor de beeldbepalende status. Deze materialen moeten behouden blijven. Voorbeelden van bijzondere materiaaltoepassingen zijn geglazuurde bakstenen, tegeltableaus, originele onderdelen van winkelpuien of historische bouwdelen. Eventuele wijzigingen in materiaalgebruik en kleur moeten voldoen aan welstandscriteria voor monumenten en beeldbepalende panden.
Uitgangspunten bij beoordeling:
- a. Het behoud of het herstel van de (voor)gevel en de eerste 5 meter van de kap is het primaire doel van de bescherming.
- b. Bij gevelwijzigingen worden hoge eisen gesteld aan het ontwerp en aan de detaillering (zie de welstandscriteria voor monumenten en beeldbepalende panden zoals vastgelegd in de geldende Welstandsnota).
- c. Authenticiteit van de vorm is belangrijker dan van het materiaal.
- d. Bijzondere materiaaltoepassingen, die uiting geven aan de architectonische vormgeving, dienen behouden te blijven.
- e. Als een gevel wegens bouwkundige of constructieve redenen niet meer te handhaven is kan deze worden vervangen door een replica of in uitzonderingsgevallen een nieuw ontworpen gevel. In dat geval gelden de eisen als genoemd onder b.
De gemeente Hoorn beheert een dynamische kaart die steeds wordt bijgewerkt. Als een pand nog onvoldoende individuele kwaliteit heeft en ook onvoldoende bepalend is voor de gevelrij, dan is de status als beeldbepalend pand niet gerechtvaardigd. Indien een beeldbepalend pand ingrijpend gewijzigd is of een pand niet meer als beeldbepalend kan worden aangemerkt, dan kan het worden afgevoerd en wordt dit op de kaart ingetekend.
Afbeelding 1. Beeldbepalende panden in binnenstad inclusief de contour van het beschermd gezicht
Voor de herziening die het voorliggende veegplan doorvoert, wordt verwezen naar paragraaf 3.18. Voor de beeldbepalende panden is de dubbelbestemming 'Waarde - Beeldbepalend' opgenomen. De bouwhistorisch waardevolle panden hebben de dubbelbestemming 'Waarde - bouwhistorie' gekregen.
Hoofdstuk 3 Toelichting Op De Wijzigingen
3.1 Definitie En Aanduiding Van Dienstverlening
In de huidige bestemmingsplannen is de definitie van een dienstverlenend bedrijf of een dienstverlenende instelling: een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden. In de centrumgebieden waar dienstverlening is toegestaan ontbreekt persoonlijke dienstverlening, zoals kappers, schoonheidssalons, nagelstudio's et cetera. Persoonlijke dienstverlening wordt opgenomen als begrip.
In de bestemming Centrum - 2 van het bestemmingsplan Binnenstad wordt persoonlijke dienstverlening opgenomen in de bestemmingsomschrijving als toegestane functie. Hetzelfde geldt voor de bestemming Centrum uit de plannen Kersenboogerd; Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost; Grote Waal; Bangert en Oosterpolder fase 3-oost en 4b; Risdam en Nieuwe Steen-West. Gevolg is dat de persoonlijke dienstverlening bij recht mogelijk is.
In de bestemming Centrum - 1 van het bestemmingsplan Binnenstad wordt persoonlijke dienstverlening toegestaan ter plaatse van een aanduiding. Deze aanduiding wordt aangebracht op de panden aan de Nieuwsteeg met deze bestemming Centrum - 1. Gevolg is dat persoonlijke dienstverlening bij recht mogelijk is, maar alleen ter plaatse van de aanduiding. Achterliggende motivatie is de eerdere afweging van de gemeente of het wenselijk is om in de Nieuwsteeg dienstverlening toe te staan. In het centrale winkelrondje waarvan de Nieuwsteeg deel uitmaakt, is veel leegstand. In de Detailhandelsnota 2020-2025 is de vraag gesteld of de Nieuwsteeg nog wel deel moet blijven uitmaken van het centrale winkelrondje, of dat hier ook andere functies kunnen worden toegestaan. In de nota is opgenomen dat hiertoe gebiedsprofielen per straat moeten worden opgesteld. Hierop vooruitlopend wordt dienstverlening in de Nieuwsteeg toegestaan. Deze functie trekt publiek aan en draagt zodoende bij aan verlevendiging van het winkelgebied.
In alle bestemmingen Kantoor in de gehele gemeente wordt in de specifieke gebruiksregels opgenomen dat persoonlijke dienstverlening niet is toegestaan.
In de bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen (Zevenhuis, Zevenhuis Noord, Westfrisia, Oude Veiling, Gildenweg, Hoorn 80, Van Aalstweggebied, Kersenboogerd en Schelphoek 2008) wordt eveneens opgenomen in de bedrijf/bedrijventerrein-bestemmingen dat persoonlijke dienstverlening niet is toegestaan.
De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.2 Binnenstad - Terminologie Hoofdgebouw En Gebouw In Bouwregels
Binnen de bestemmingen Centrum - 1 en Centrum - 2 van het bestemmingsplan Binnenstad worden de begrippen gebouwen en hoofdgebouwen soms foutief door elkaar gebruikt. Dan spreekt de bouwregel over gebouwen, terwijl de bouwregel alleen voor het hoofdgebouw zou moeten gelden, en andersom. Dit wordt gecorrigeerd.
De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.3 Wonen 'In Combinatie Met Ruimte Voor Een Aan-huis-verbonden Beroep, Een Consumentverzorgende Bedrijfsactiviteit Of Een Bed & Breakfast' Binnen Bestemming Gemengd In De Binnenstad
In het bestemmingsplan Binnenstad is binnen de bestemming Gemengd nog niet de koppeling tussen wonen en aan-huis-verbonden beroep, een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit of een bed & breakfast (B&B) gemaakt. Er staat namelijk het volgende:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van het wonen al dan niet in combinatie met:
- 1. detailhandel, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 2. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 3. opslagdoeleinden, voorzover het betreft ten dienste van de onder a en b genoemde doeleinden voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 4. maatschappelijke doeleinden voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
De bestemmingsomschrijving van Gemengd wordt aangepast, waarbij aan-huis-verbonden beroep, een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit of een bed & breakfast ook mogelijk wordt gemaakt als een combinatie met wonen. De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.4 Actuele Bestemming Naar Aanleiding Van Grenscorrectie Met Gemeente Koggenland
Naar aanleiding van een grenscorrectie met de gemeente Koggenland is een stuk grond overgegaan naar de gemeente Hoorn. Het perceel was eerst onderdeel van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' van de gemeente Koggenland, vastgesteld op 27 juli 2013, evenals 'Reparatieplan landelijk gebied 2017', vastgesteld op 14 mei 2018. De bestemming is nog niet opgenomen in Hoornse bestemmingsplannen. Dit stuk grond krijgt conform feitelijk gebruik een actuele bestemming in dit bestemmingsplan.
De bestemmingen voor de strook grond wordt omgezet naar de actuele bestemming Waterkering - Omringdijk. Conform het bestemmingsplan Grote Waal (2017) krijgt het overige deel de bestemming Natuur. De dijk heeft de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 en het voorland heeft de dubbelbestemming Waarde - Acheologie 5. Dit is op de verbeelding verwerkt.
3.5 Wonen - Woongebouw Naar Maatschappelijk - Zorg
In Veegplan 2 zijn in meerdere bestemmingsplannen de bestemmingen Wonen - Woongebouw en Wonen - Wooncentrum opgenomen. Dit zijn woongebouwen in combinatie met ruimte voor sociaal-medische voorzieningen. In jurisprudentie is uitgesproken dat een maatschappelijke bestemming hier passender is.
Voor woongebouwen waar het bieden van zorg ten behoeve van het niet-zelfstandig wonen in een zorgwoning (geïndiceerde zorgbehoefte) centraal staat, is de bestemming gewijzigd in Maatschappelijk - Zorg. De geldende bouwregels zijn hierin overgenomen. In de regels zijn de nieuwe (en actuele) begrippen 'zorgwoongebouw' en 'zorgwoning' toegevoegd.
Per abuis zijn in Veegplan 2 een paar locaties vergeten. Dit wordt hersteld op de verbeelding door ook deze locaties te wijzigen naar Maatschappelijk - Zorg. De regels en verbeelding worden zodanig aangepast.
3.6 De Functie 'Woonhuizen' Binnen De Woonbestemmingen
In de bestemmingsplannen wordt de functie wonen onder de bestemmingsomschrijvingen vaak omschreven als:
De voor "Wonen / Wonen - Woongebouw" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen / woongebouwen, al dan niet in combinatie met (...);
Woonhuizen en woongebouwen zijn echter geen functie, maar een 'bouwvorm'. De genoemde functie woonhuizen en woongebouwen wordt aangepast naar 'wonen' binnen de bestemmingen Wonen en Wonen - Woongebouw.
De definitie van 'wonen' is in zijn algemeenheid al doorgevoerd in Veegplan 1. De begrippen 'woonhuis', 'woongebouw' en 'woning' worden toegevoegd, zodat ieder bestemmingsplan uniform deze begrippen zal bevatten. Het begrip 'wooneenheden', dat eigenlijk een bouwregel inhoudt, wordt geschrapt omdat deze geen toegevoegde waarde heeft.
De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.7 Bijbehorende Bouwwerken
In Veegplan 2 is de volgende bouwregel opgenomen voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij diverse woonbestemmingen:
Het is verboden om op de grond staande bijbehorende bouwwerken of uitbreiding daarvan te bouwen voor zover deze niet vergunningvrij zijn op grond van de regeling zoals die is opgenomen in artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht dan wel diens rechtsopvolger, met dien verstande dat hetgeen onder artikel 3 (passend in bestemmingsplan) en 4a (bouwen bij een monument en in beschermd stadsgezicht) van dat Besluit valt, ook vergunningvrij kan zijn.
De verwijzing naar artikel 3 van Bijlage II van het Bor schept verwarring. Het artikel wordt als volgt aangepast:
Het is verboden om op de grond staande bijbehorende bouwwerken of uitbreiding daarvan te bouwen voor zover deze niet vergunningvrij zijn op grond van de regeling zoals die is opgenomen in artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht dan wel diens rechtsopvolger, met dien verstande dat hetgeen onder artikel 3 (passend in bestemmingsplan) en 4a (bouwen bij een monument en in beschermd stadsgezicht) van dat Besluit valt, ook vergunningvrij kan zijn.
De regels worden zodanig aangepast in alle woonbestemmingen van de gemeente en de bestemmingen Centrum - 1, Centrum - 2 en Gemengd van het plan Binnenstad. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.8 Begrip 'Bestaand'
Het in Veegplan 2 opgenomen begrip 'bestaand' leidt tot onduidelijkheid. Omdat dit begrip uit Veegplan 2 voortvloeit, zou dit betekenen dat alle begrippen 'bestaand' in de geldende plannen zijn vervangen. Dit moet gerepareerd worden. De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.9 Herstellen Zgn. Witte Vlekken Westfrisiaweg
Nabij de Westfrisiaweg bevinden zich zogenaamde witte vlekken op ruimtelijkeplannen.nl. Deze stroken grond zijn niet onderdeel van het provinciale 'Inpassingsplan Westfrisiaweg' (vastgesteld op 16 juli 2012) of een bestemmingsplan. De gronden krijgen een actuele bestemming Verkeer conform feitelijk gebruik. Het bestemmingsplan Bedrijventerrein Westfrisia wordt van toepassing verklaard.
Nabij de Westfrisiaweg bevinden zich op ruimtelijkeplannen.nl enkele witte vlekken. Deze stroken grond zijn geen onderdeel van het provinciale 'Inpassingsplan Westfrisiaweg' (vastgesteld op 16 juli 2012) of een bestemmingsplan. De gronden krijgen conform feitelijk gebruik een actuele bestemming op de verbeelding en in de planregels.
3.10 Omgevingsvergunning 'Aanpassen Turborotonde Provincialeweg'
Op 26 maart 2019 is een omgevingsvergunning verleend voor het aanpassen van de turborotonde aan de Provincialeweg. Deze vergunning wordt verankerd in dit Veegplan. Het projectgebied van de omgevingsvergunning krijgt de bestemming Verkeer op basis van het bestemmingsplan De Blauwe Berg 2019. Ook worden de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 2, Waarde - Archeologie 5 opgenomen. De verbeelding wordt zodanig aangepast. De regels behoeven geen aanpassing.
3.11 Herstellen Vrijstellingsgrens Archeologie (Bestemmingsplan Venneweg- Middelweg- Berkhouterweg)
Het bestemmingsplan Venneweg - Middelweg - Berkhouterweg bevat binnen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 per abuis een foutieve vrijstellingsgrens. De vrijstellingsgrens voor het bouwen en het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden moet zijn 100 m2. In de regels voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is per abuis 1.000 m2 opgenomen. De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.12 Waarde - Bouwhistorie; Afwijkingsregels Bouwen
De dubbelbestemming Waarde - Bouwhistorie is bestemd voor het behoud en de bescherming van bouwhistorische waarden van de bouwwerken. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) is het verboden te bouwen, anders dan de bestaande bouwwerken. Van dit verbod kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken, waarbij een bouwhistorisch onderzoek moet worden aangeleverd.
De regeling blijkt te strikt te zijn. Het standaard opvragen van bouwhistorisch onderzoek is niet altijd noodzakelijk. Het is wenselijk dat het gemeentelijke team Erfgoed eerst een schouwing doet, zodat de waarden kunnen worden bepaald en kan worden ingeschat of deze waarden worden aangetast en of nader onderzoek noodzakelijk is.
Aan de afwijkingsmogelijkheid op het bouwverbod wordt toegevoegd dat geen bouwhistorisch onderzoek noodzakelijk is, als naar oordeel van het bevoegd gezag de bouwhistorische waarde van het bouwwerk niet op onaanvaardbare wijze wordt verstoord.
De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.13 Locatie Feitelijk Aanduiden Met Horeca
Het perceel Nieuwland 24 is onderdeel van het plan Binnenstad en heeft de bestemming Centrum - 2. Op de locatie is al sinds de jaren tachtig een horecabedrijf gevestigd. Binnen de bestemming Centrum - 2 is horeca uitsluitend ter plaatse van de aanduiding horeca toegestaan. Het perceel Nieuwland 24 heeft deze aanduiding niet. Dit is een omissie. Het perceel krijgt de aanduiding 'horeca van categorie 2.2'. Op basis van deze aanduiding zijn horecabedrijven van categorie 2.2 en/of 2.3 toegestaan. De verbeelding wordt zodanig aangepast. De regels behoeven geen aanpassing.
3.14 Wijze Van Meten Goothoogte Bouwwerk
Als ongeschreven regel houdt de gemeente nu aan dat gootverhogingen (dakopbouwen, risaliet, etc.), mits niet breder dan 50% van het dakvlak, geen gootverhogingen zijn. Zijn ze wel breder dan 50%, dan wordt de goot van het verhoogde stuk dak aangemerkt als goothoogte. Wanneer dus ergens een maximale goothoogte is geformuleerd, wordt in dat geval naar dat verhoogde stuk gekeken.
Indien de opbouw breder is dan 50%, mag geen éxtra opbouw hierbovenop worden gebouwd.
De wijze van meten voor de goothoogte wordt in alle bestemmingsplannen geformaliseerd en aangepast naar:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien zich op enige zijde van het gebouw één of meerdere dakopbouwen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de goot van de dakopbouw als goothoogte aangemerkt. Vanaf deze laatstgenoemde goothoogte zijn geen extra dakopbouwen of dakkapellen toegestaan.
De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.15 Omgevingsvergunning 'Trommelstraat 8'
De gemeente Hoorn heeft de omgevingsvergunning 'Trommelstraat 8' vastgesteld op 10 mei 2022. Het projectgebied van de omgevingsvergunning krijgt de bestemming Wonen op basis van het bestemmingsplan Binnenstad. Er wordt een bouwvlak aangebracht. De verbeelding wordt zodanig aangepast. De regels behoeven geen aanpassing.
3.16 Omgevingsvergunning 'Robert Stolzhof 33a En 33b'
OP 19 juli 2021 is een omgevingsvergunning vastgesteld voor de locatie Robert Stolzhof 33a en 33b. In het onderliggende bestemmingplan Kersenboogerd heeft de locatie de bestemming Agrarisch - onbebouwd met de aanduiding 'kas'. Het projectgebied krijgt in dit Veegplan een bestemming die overeenkomt met de vergunde situatie. Het projectgebied krijgt de bestemming Wonen (op basis van het bestemmingsplan Kersenboogerd). Er wordt een bouwvlak voor een twee-onder-een-kap woning toegekend aan het perceel en het maximale aantal woningen wordt aangeduid (2). De maximale goot- en bouwhoogte wordt aangeduid als 3 en 10 meter.
De verbeelding wordt zodanig aangepast. In de regels van de woonbestemming wordt ingevoegd dat als een aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, het aantal wooneenheden niet meer bedraagt dan is aangeduid.
3.17 Omgevingsvergunning 'Tweeboomlaan 88'
Op 20 september 2022 is de omgevingsvergunning 'Tweeboomlaan 88' vastgesteld. Het projectgebied van de omgevingsvergunning krijgt de bestemming Wonen (op basis van het bestemmingsplan Hoorn-Noord en Venenlaankwartier). Er wordt een bouwvlak toegekend, zodat de bestaande garage naar een woning kan worden verbouwd op grond van de omgevingsvergunning. De maximale goot- en bouwhoogte wordt aangeduid als 3 en 6,5 meter. De verbeelding wordt zodanig aangepast. De regels behoeven geen aanpassing.
3.18 Waarde - Beeldbepalend; Actualisatie Overzicht Beeldbepalende Panden
Deze aanvulling betreft het actualiseren van de lijst met beeldbepalende panden en de doorwerking daarvan in de geldende bestemmingsplannen.
Beeldbepalende panden
In de Erfgoedvisie 2017-2025 heeft de raad een aantal doelstellingen opgenomen. In dit veegplan komen een aantal van die doelstellingen samen. Ten eerste het doel om de cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen te verwerken. Daarnaast dient de lijst van de beeldbepalende panden te worden geactualiseerd. En tenslotte is ten doel gesteld de juridische- en beleidsmatige instrumenten zoals de bestemmingsplannen te actualiseren.
Al vele jaren heeft de gemeente Hoorn een lijst met beeldbepalende panden. Een belangrijke reden voor de beeldbepalende status is de ondersteuning van de kwaliteit van het rijksbeschermd stadsgezicht. Niet elk pand hoeft echter op de lijst van beeldbepalende panden te staan om dit te bereiken. Naast de beschermde rijks- en gemeentelijke monumenten heeft Hoorn namelijk een beschermend bestemmingsplan voor de binnenstad. Daarnaast is ook een bouwhistorische verwachtingskaart opgesteld, die in eerdere veegplannen is opgenomen. Al deze instrumenten dragen bij aan behoud van de historische binnenstad.
De kaart van beeldbepalende panden is vastgesteld in 2009. Het gaat bij beeldbepalende panden om de individuele gevelkwaliteit in combinatie met hoe het pand kwaliteit toevoegt aan de ensemblewaarde van de straat of gevelrij. Een individueel pand kan namelijk bijdragen aan de kwaliteit van een ensemble zonder zelf heel bijzonder te zijn. Uitgangspunt bij beeldbepalende panden is kwaliteit en niet kwantiteit.
Voor beeldbepalende panden geldt dat het vanaf de openbare weg zichtbare gedeelte van het pand in stand gehouden moet worden. Het behoud van de architectuur en de verschijningsvorm is daarbij belangrijker dan het behoud van de oorspronkelijke materialen. Dit geldt niet voor materialen die mede bepalend zijn voor de beeldbepalende status. Deze materialen moeten behouden blijven. Voorbeelden van bijzondere materiaaltoepassingen zijn geglazuurde bakstenen, tegeltableaus, originele onderdelen van winkelpuien of historische bouwdelen. Eventuele wijzigingen in materiaalgebruik en kleur moeten voldoen aan welstandscriteria voor monumenten en beeldbepalende panden.
Voor de beeldbepalende panden is de dubbelbestemming 'Waarde - Beeldbepalend' opgenomen. Voor enkele panden vervalt de dubbelbestemming. Deze krijgen de aanduiding 'overige zone - waarde beeldbepalend vervallen'.
3.19 Herstellen Zgn. Witte Vlek Bij Spoorwegovergang Keern
Bij de spoorwegovergang Keern bevindt zich op ruimtelijkeplannen.nl een witte vlek. Deze gronden zijn geen onderdeel van een bestemmingsplan. De grond krijgt conform feitelijk gebruik de actuele bestemmingen Verkeer - Railverkeer, Groen en Verkeer. Het bestemmingsplan Venneweg - Middelweg - Berkhouterweg wordt van toepassing verklaard. De verbeelding wordt zodanig aangepast. De regels behoeven geen aanpassing.
3.20 Doorvaarthoogte En Breedte Van Bruggen En Duikers En Hoogte Van Beschoeiingen
De hoogte van beschoeiingen is als volgt geregeld: de bouwhoogte van beschoeiingen mag maximaal 0,30 m boven het polderpeil bedragen. De definitie van polderpeil is -1,80 NAP. Dit blijkt in de praktijk soms verwarrend te zijn. Bovendien is het polderpeil niet overal -1,80 NAP in de gemeente Hoorn.
De gemeente heeft contact gehad met het waterschap Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het waterschap stelt dat het het waterpeil in de watergangen van de gemeente Hoorn niet wijzigt (geen zomer- of winterpeil). Het waterschap houdt voor beschoeiingen 30 cm boven de waterlijn aan. Deze norm is duidelijker en beter toetsbaar.
De hoogte van beschoeiingen wordt als volgt aangepast: de bouwhoogte van beschoeiingen mag maximaal 0,30 m boven de waterlijn bedragen.
Ook wordt een definitie van waterlijn toegevoegd. Het begrip polderpeil kan vervallen. De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
Er zit een verschil tussen Veegplan 2 en de LIOR voor wat betreft de eisen voor de vaarroute in hoogte en breedte.
In Veegplan 2 is het volgende opgenomen:
- de doorvaartbreedte van bruggen en duikers ter plaatse van de vaarroute zoals aangegeven op de kaart in Bijlage 3 Kaart vaarroute bij deze regels dient minimaal 2,50 m te bedragen;
- de doorvaarthoogte van bruggen en duikers ter plaatse van de vaarroute zoals aangegeven op de kaart in Bijlage 3 Kaart vaarroute bij deze regels dient minimaal 1,10 m te bedragen.
In de (nieuwe) Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR) is het volgende opgenomen:
- De vrije doorvaartbreedte is minimaal 2,50 m;
- De vrije doorvaarthoogte ter plaatse van de doorvaartbreedte is tenminste 1,20 m. Locatiespecifiek kan de doorvaarthoogte afwijken als onderdeel van de vaarroute, waarbij minimaal 1,50 m wordt gehanteerd. Onze grondhouding streeft echter in alle gevallen altijd naar een zo hoog mogelijke doorvaarthoogte t.b.v. schaatsers, waarbij ook deze 1,50 m het doel is.
De in de LIOR aangegeven maten zijn de juiste. In de regels wordt dit aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.21 Dakterrassen (Ten Behoeve Van De Woonfunctie)
Via Veegplan 2 is de volgende wijziging voor dakterrassen ten behoeve van de woonfunctie doorgevoerd:
"Voor alle bestemmingsplannen wordt een gebruiksregel opgenomen waarin het gebruik van bouwwerken voor het realiseren van een dakterras is verboden.
Via een binnenplanse afwijking kan een dakterras alleen in het plangebied Binnenstad worden toegestaan.
In het voorliggende Veegplan worden (bouw)regels voor dakterrassen in de binnenstad opgenomen. Het gaat hierbij om inhoudelijke regels voor de afwijkingsmogelijkheid. Aan het bestemmingsplan Binnenstad wordt toegevoegd dat zowel een hoofdgebouw als een bijbehorend bouwwerk kan worden voorzien van een dakterras. Dit geldt voor de bestemmingen 'Wonen', 'Centrum-1' , 'Centrum-2' en 'Gemengd'."
Dit is voor het plan Binnenstad geregeld in artikel 17.2.2 van Veegplan 2, binnen de woonbestemming. Dit is een omissie en moet worden geregeld in de separate bestemmingen Wonen, Centrum - 1, Centrum - 2 en Gemengd. Veegplan 3 regelt dit opnieuw en correct.
Veegplan 3 voegt ook de regel toe dat dakterrassen niet zijn toegestaan op afgeknotte daken.
3.22 Duurzame Energieopwekking Op Bedrijventerreinen
Het bestemmingsplan Bedrijventerrein Westfrisia bevat in de bestemming Bedrijf bouwregels voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van duurzame energieopwekking. De bestemmingsplannen Hoorn 80, Oude Veiling en Gildenweg bevatten deze regels niet. De bouwregels, inclusief het begrip duurzame energieopwekking, worden ook in deze bestemmingsplannen opgenomen. De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.23 Afwijkingsregeling Hogere Milieucategorie (Bedrijventerrein Gildenweg)
In Veegplan 2 is in de toelichting onder paragraaf 3.17 het volgende opgenomen:
"In het bestemmingsplan Schelphoek 2008 is in de bestemming 'Bedrijf' en 'Bedrijventerrein een afwijkingsregeling opgenomen voor de vestiging van bedrijven met activiteiten van de milieucategorieën 1 tot en met 3 die niet in de Staat van Bedrijven zijn opgenomen maar wel naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met activiteiten die zijn genoemd in de milieucategorieën 1 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijven.
Ook mag er worden afgeweken voor de vestiging van bedrijven met activiteiten die zijn genoemd in milieucategorie 4.1 van de Staat van Bedrijven, mits het gaat om activiteiten die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de activiteiten die worden genoemd in de Staat van Bedrijven onder de milieucategorieën 1 tot en met 3.2.
De redactie van deze regeling is aangepast.
In de bestemmingsplannen Bedrijventerrein Hoorn 80, Bedrijventerrein De Oude Veiling en Bedrijventerrein Westfrisia was een dergelijke afwijkingsregeling nog niet opgenomen en deze is nu toegevoegd."
Per abuis is het bestemmingsplan Bedrijventerrein Gildenweg hierin vergeten. Ook het bestemmingsplan Gildenweg krijgt een dergelijke afwijkingsregeling. De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.24 Omgevingsvergunning 'Zandsteen 1 T/m 49'
Op 15 maart 2017 is een omgevingsvergunning vastgesteld voor de locatie Zandsteen 1 t/m 49. Het projectgebied krijgt in dit Veegplan de bestemming Wonen - Woongebouw (op basis van het bestemmingsplan Risdam en Nieuwe Steen-West). Het bouwvlak en de aangeduide bouwhoogte wordt overgenomen conform het vigerende plan. Het aantal woningen wordt aangeduid (49). Het maximum bebouwingspercentage wordt geschrapt van de verbeelding. De verbeelding wordt zodanig aangepast. De regels behoeven geen aanpassing.
3.25 Bouwhoogte Overige Bouwwerken, Geen Gebouwen Zijnde (Bestemmingsplan Stadsstrand)
In het bestemmingsplan Stadsstrand zit een omissie in de bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in artikel 3 Natuur en artikel 5 Verkeer. Hierin staat aangegeven dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 5 meter bedraagt. De bouwhoogte van alle overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is echter op basis van Veegplan 2 op 3 meter gezet. Dit wordt middels voorliggend Veegplan in het bestemmingsplan Stadsstrand aangepast.
De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.26 De Bestemmingsstrook Waterkering/omringdijk (Bestemmingsplan Grote Waal 2005)
Tegen het stadsstrand ligt langs de Westfriese Omringdijk een stuk grond dat nog geen onderdeel is van het bestemmingsplan Grote Waal (2017), maar nog onderdeel is van het bestemmingplan Grote Waal 2005. De strook grond heeft de enkelbestemming Waterkering/Omringdijk.
De bestemming voor de strook grond wordt omgezet naar de actuele bestemming Waterkering- Omringdijk. Ook worden de dubbelbestemmingen Waterstaat - Waterkering, Waarde - Cultuurhistorie en de gebiedsaanduiding vrijwaringszone - dijk opgenomen. De archeologische dubbelbestemmingen zijn voor deze locatie al opgenomen in het Paraplubestemmingsplan Archeologie. De verbeelding wordt zodanig aangepast.
3.27 Maatschappelijke Doeleinden Centrum - 2 Van Het Bestemmingsplan Binnenstad
In Veegplan 1 is binnen de bestemming Gemengd, binnen de omschrijving van maatschappelijke doeleinden de mogelijkheid van sport en recreatie geschrapt.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- gebouwen ten behoeve van het wonen al dan niet in combinatie met:
- 1. maatschappelijke doeleinden in de vorm van educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook aan deze functies ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca, voor zover het de eerste bouwlaag betreft;
Maatschappelijke doeleinden komen echter ook voor binnen de bestemming 'Centrum - 2' van het bestemmingsplan Binnenstad.
In Veegplan 2 is de definitie van maatschappelijke doeleinden aangepast. Uit jurisprudentie bleek dat het begrip maatschappelijke doeleinden ook betrekking heeft op kinderopvang en buitenschoolse opvang.
In beide opsommingen van maatschappelijke doeleinden worden de functies kinderopvang en buitenschoolse opvang toegevoegd.
De regels worden zodanig aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.28 Omgevingsvergunning 'Westerdijk 13-17 Hoorn'
Voor de ontwikkeling aan de Westerdijk 13-17 te Hoorn (en deels Gortsteeg) is een procedure gevolgd. De percelen zijn onderdeel van het bestemmingsplan Binnenstad en hebben hierin de bestemming Wonen. Naar aanleiding van de procedure wordt dit gewijzigd naar Wonen - Woongebouw conform het bestemmingsplan Binnenstad. Het gaat om het gebied dat binnen het bestemmingsplan Binnenstad begrensd is met de gebiedsaanduiding 'wro-zone - gerechtelijke uitspraak'. Deze wro-zone vervalt in de planregels. De regels en verbeelding worden zodanig aangepast.
3.29 Omgevingsvergunning 'Schuijteskade 1 Hoorn'
Aan de Schuijteskade 1 te Hoorn is een informatiepunt/winkeltje voor toeristen gevestigd. Het perceel is onderdeel van het bestemmingsplan Binnenstad en heeft hierin de bestemming Wonen - Woongebouw, zonder een nadere aanduiding. In 2011 is een omgevingsvergunning verleend voor een commerciële ruimte op deze locatie. De systematiek van de bestemming Wonen - Woongebouw uit het bestemmingsplan Binnenstad is dat dergelijke functies nader worden aangeduid. Dit wordt hersteld op de verbeelding en in de regels middels de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - toeristeninformatiepunt'. Ter plaatse van deze aanduiding is uitsluitend een souvenirswinkel en toeristeninformatiepunt toegestaan. De regels en verbeelding worden zodanig aangepast.
3.30 Verwijderen Aanduiding Horeca Nabij Schuijteskade
In het bestemmingsplan Binnenstad, nabij de Schuijteskade te Hoorn, bevindt zich op de verbeelding per abuis de aanduiding 'horeca van categorie 2.2' binnen de bestemming Verkeer - Verblijf. Op deze locatie wordt geen horeca geëxploiteerd. De horeca-aanduiding komt binnen de verkeersbestemming niet voor. De verbeelding wordt hierop aangepast. Nergens op de verbeelding komt deze horeca-aanduiding binnen de bestemming Verkeer - Verblijf meer voor in het plan Binnenstad. De horeca-aanduiding kwam niet voor in de regels, dus deze hoeft niet vervallen verklaard te worden.
3.31 Kernweg 1 Hoorn - Detailhandel In Watersportartikelen
Het bedrijfsperceel aan de Kernweg 1 in Hoorn is onderdeel van het bestemmingsplan Bedrijventerrrein Hoorn 80. Ter plaatse vindt detailhandel in watersportartikelen plaats. In de bestemmingsomschrijving van de bestemming Bedrijf staat onder sub k: "detailhandel in watersportartikelen, uitsluitend in combinatie met aan watersport gerelateerde bedrijvigheid, zoals productie van en reparatiewerkzaamheden aan boten, scheepsmotoren en zeilen". Dit is niet gekoppeld aan een aanduiding, en daarmee binnen alle bedrijfsbestemmingen mogelijk. Dit was niet beoogd met deze functie. Deze functie moet alleen gelden voor het perceel aan de Kernweg 1. Dit is destijds zo vergund.
Op de verbeelding wordt het perceel aangeduid met 'specifieke vorm van bedrijf - detailhandel in watersportartikelen'. De regels worden zodanig aangepast dat de functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van deze aanduiding.
3.32 Zelfstandige Kantoren Op Bedrijventerreinen
Op de bedrijventerreinen van de gemeente is het uitgangspunt dat nieuwvestiging van zelfstandige kantoren is toegestaan, mits deze niet groter zijn dan 150 m2. Dit uitgangspunt geldt voor alle bedrijventerreinen van Hoorn. Als een kantoor groter is dan 150 m2, is de systematiek dat deze wordt aangeduid met 'kantoor'. Dit betreffen bestaande (grotere) kantoren.
Er zit een omissie in de regels over dit uitgangspunt. Het ene plan spreekt van bestaande zelfstandige kantoren van 150 m2 (dus geen nieuwvestiging) en het andere plan spreekt van zelfstandige kantoren van 150 m2. Er moet van laatstgenoemde worden uitgegaan. De regels worden zodanig aangepast in het bestemmingsplan Bedrijventerrein Westfrisia en Bedrijventerrein Hoorn 80. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.33 Verbod Baliefunctie Zelfstandige Kantoren Op Bedrijventerreinen
In het bestemmingsplan Bedrijventerrein Westfrisia zit de gebruiksbepaling: "Ten aanzien van vestigingen van zelfstandige kantoren geldt dat deze geen baliefunctie mogen hebben." Deze gebruiksbepaling ontbreekt in de plannen voor de andere bedrijventerreinen. De regels worden aangepast en de verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.34 Oppervlakte Bestaande Kantoren Op Bedrijventerreinen Bij Afwijking Vergroten Naar 250 M2
Op de bedrijventerreinen geldt een afwijkingsregel om toe te staan dat de bedrijfsvloeroppervlakte van kantoren worden vergroot tot maximaal 250 m2, wanneer is aangetoond dat vestiging elders (op kantoorlocaties) niet mogelijk is. Deze laatstgenoemde voorwaarde (vestiging elders niet mogelijk) zit per abuis niet in het bestemmingsplannen voor Westfrisia, Gildenweg, Oude Veiling, Zevenhuis en Zevenhuis-Noord. De regels worden aangepast en de verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.35 Kringloopwinkels Op Bedrijventerreinen
Op alle bedrijventerreinen zijn kringloopwinkels toegestaan. In sommige regelingen bij de bestemming Bedrijf staat 'bestaande kringloopwinkels' genoemd. Het woord 'bestaand' moet worden geschrapt. De regels worden zodanig aangepast in het bestemmingsplan Bedrijventerrein Westfrisia en Bedrijventerrein Hoorn 80. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.36 Foutieve Subverwijzing (Bestemmingsplan Bangert Achter 6)
In het bestemmingsplan Bangert achter 6 wordt in artikel 4.4 sub a, onder 1 en 2 verwezen naar 4.2.1 sub b. Er moet worden verwezen naar 4.2.1 sub e. Deze omissie wordt hersteld. De regels worden aangepast en de verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.37 Horeca En Loketverkoop Kleine Noord Binnenstad
Aan het Kleine Noord hebben een aantal percelen op basis van het bestemmingsplan Binnenstad de bestemming Centrum - 2. Er gelden onder andere de aanduidingen 'specifieke vorm van detailhandel - loketverkoop' en 'specifieke vorm van horeca - horecagebied a'. Ook zijn de maximale bouw- en goothoogte aangeduid, maar missen voor een aantal percelen een hoogteaanduiding (deze is blanco op de verbeelding). In bestemmingsplan Veegplan zijn de bouw- en goothoogten waar deze misten aangeduid. Per abuis zijn hierin de aanduidingen 'loketverkoop' en 'horecagebied a' vervallen. Dit wordt in Veegplan 3 hersteld. Ook is met bestemmingsplan Veegplan op twee panden een foutieve bouw- en gootaanduiding gelegd. Dit wordt ook hersteld. De verbeelding wordt hierop aangepast. De regels behoeven geen aanpassing.
3.38 Duurzaamheid Als Ondergeschikt Bouwdeel
Kleine overschrijdingen van het bouwvlak en de hoogte voor het toepassen van duurzaamheidsmaatregelen worden (gelimiteerd) toegestaan. Dit omdat de gemeente Hoorn duurzaamheidsmaatregelen wil stimuleren. In de regels wordt het volgende opgenomen: Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingvlakken, worden duurzaamheidsmaatregelen als gevelisolatie buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,15 m wordt overschreden en de overschrijding plaatsvindt op eigen terrein. Dit geldt niet voor voorgevels of daken. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.39 Roode Steen 14
Het perceel Roode Steen 14 is onderdeel van het bestemmingsplan Binnenstad. In 2018 is een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van het pand tot horeca en hotel. De woonbestemming op de berging in de tuin van Roode Steen 14 is, op verzoek van de eigenaar, vervallen. De bestemming van de berging is in overeenstemming gebracht met het hoofdgebouw. Het wordt eveneens bestemd als Centrum - 2. De verbeelding wordt zodanig aangepast. De regels behoeven geen aanpassing.
3.40 Wonen Binnen Bestemming Centrum - 1 En Centrum - 2
Binnen de bestemmingen Centrum - 1 en Centrum - 2 van het bestemmingsplan Binnenstad wordt de koppeling met het begrip 'wonen' niet goed gemaakt. Dit wordt gecorrigeerd in dit Veegplan. In de bestemmingsomschrijvingen wordt de term woningen vervangen door wonen zodat deze verbinding goed kan worden gemaakt. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
De definitie van 'wonen' wordt aangepast. De in veegplan 1 toegevoegde aanvulling dat de restrictie ten aanzien van het huisvesten van één huishouding niet geldt voor de bestemming 'Centrum-1' en 'Centrum -2' in het bestemmingsplan 'Binnenstad', wordt geschrapt. Dit om kamerverhuur uit te sluiten.
3.41 Breed 23
Aan het Breed-Kleine Noord is een hotel gevestigd. Op het pand Breed 23 ontbreekt een horeca-aanduiding. De verbeelding is aangepast. In de regels wordt geregeld dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel' 23 hotelkamers zijn toegestaan, uitsluitend op de verdiepingen.
3.42 Projectmatig Gebouwde Stenen Berging
In Veegplan en Veegplan 2 zijn de volgende regels geschrapt:
"Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen dienen ten minste 3,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd, tenzij:
(...)
2. in de bestaande situatie een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping vóór de voorgevel van het hoofdgebouw is gesitueerd, in welk geval de (eventuele) ruimte tussen het hoofdgebouw en het betreffende bouwwerk mag worden bebouwd tot maximaal de halve aaneengesloten breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
(...)"
Onbedoeld is hier de mogelijkheid geschrapt om de ruimte tussen een (projectmatig gebouwde, stenen) berging in de voortuin en het hoofdgebouw dicht te bouwen. In de regels is dit gecorrigeerd. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.43 Schuijteskade 2
Het perceel Schuijteskade 2 is onderdeel van het bestemmingsplan Binnenstad. In het gebouwtje komt een dienstverlenende functie. Het gebruik van dit gebouwtje daarvoor is nu niet planologisch geregeld. In de regels en op de verbeelding van het bestemmingsplan is de aanduiding 'dienstverlening' toegevoegd. De verbeelding wordt hierop aangepast en de aanduiding wordt ook toegevoegd in de bestemmingsomschrijving van Verkeer - Verblijf.
3.44 Voorrangsregel Tussen Veegplan 1, 2 En 3
Om eventuele verwarring over de relatie tussen de Veegplannen 1, 2 en 3 te voorkomen, is onderstaande prioriteringsregel opgenomen bij de van toepassingsverklaring in artikel 1.3. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen "Veegplan", "Veegplan 2" en "Veegplan 3" geldt de volgende prioritering:
- 1. de bepalingen uit "Veegplan 3" hebben voorrang op de bepalingen uit "Veegplan 2" en "Veegplan";
- 2. de bepalingen uit "Veegplan 2" hebben voorrang op de bepalingen uit "Veegplan".
3.45 Geluidzones
'Bij de vaststelling van bestemmingsplan Bedrijventerrein Westfrisia is de geluidszone van dit bedrijventerrein vervallen. Een deel van die zone ligt echter nog binnen het bestemmingsplan Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost. Aangezien dit bestemmingsplan niet voorziet in de mogelijkheid van het vestigen van geluidhinderlijke bedrijven in die zone, kan de zone komen te vervallen. Bovendien zijn er in deze zone geen AMVB-bedrijven gevestigd. Dit deel van de zone krijgt de aanduiding krijgen de aanduiding 'geluidzone - industrie vervallen'. Geregeld is dat ter plaatse van deze aanduiding' de aanduiding 'geluidzone - industrie' niet meer geldt.
3.46 Omgevingsvergunning Bruggen Stadsstrand
Met een uitgebreide afwijkingsprocedure is in 2023 een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van drie bruggen ten behoeve van de ontsluiting van het stadsstrand aan de Westerdijk (Omgevingsvergunning voor het bouwen van drie bruggen ten behoeve van ontsluiting stadsstrand op de locatie Westerdijk te Hoorn). De afwijking van het bestemmingsplan betrof het dwarsprofiel van de bruggen. Dit paste niet in het bestemmingsplan Stadsstrand. De verbeelding wordt zodanig aangepast. De regels behoeven geen aanpassing.
3.47 Datacenters
Artikel 6.32c van de Provinciale Omgevingsverordening (ONH2020) bevat een instructieregel voor gemeenten om bestemmingsplannen zodanig aan te passen dat nieuwe datacenters met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 en een elektrisch aansluitvermogen van meer dan 5 MVA niet langer zijn toegelaten. Deze instructieregel wordt in dit veegplan opgenomen. De regels zijn aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.48 Bedrijvenlijst Bedrijventerreinen
In Veegplan 2 was bij artikel 3.1.1 in de bestemming 'Bedrijf' en artikel 4.2.1 in de bestemming 'Bedrijventerrein' een aangepaste bedrijvenlijst opgenomen waarin de bedrijfsactiviteit 'zelfstandige kantoren' was doorgehaald. De doorhaling was niet compleet. In Veegplan 3 is dit hersteld in artikel 3.1.6 en 4.1.3. De regels zijn aangepast. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.49 Dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning
De dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning is niet consequent opgenomen in de gemeente. De leidingen loopt door diverse bestemmingsplannen heen. Ook verschilt de breedte van de bestemde leidingenstrook. De hoogspanningsleidingen worden met voorliggend veegplan in één keer correct opgenomen, waarbij 5 meter aan weerszijden wordt aangehouden. De regels en verbeelding zijn aangepast.
3.50 Omgevingsvergunning 'Schelphoek 103'
Op 13 juni 2023 is een omgevingsvergunning vastgesteld voor de locatie De Schelphoek 103. Het projectgebied behoudt zijn huidge bestemmingen en zones, maar krijgt in dit veegplan de toegestane maximale bouwhoogte van 11 meter (in plaats van 10 meter). De verbeelding wordt zodanig aangepast. De regel voor de aangepaste maatvoering wordt ook toegevoegd in bestemmingsplan Schelphoek 2008.
3.51 Omgevingsvergunning 'Botensteiger'
Met een uitgebreide afwijkingsprocedure is op 9 augustus 2023 een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een botensteiger bij het stadsstrand. Bij de botensteiger mogen maximaal 10 boten (van maximaal 10 meter lengte) zijlings afmeren. De steiger is bedoeld voor dagpassage van recreatievaartuigen en is beschikbaar tijdens het vaarseizoen, van 1 april tot 1 november. Overnachting wordt niet toegestaan en er zijn verder geen ondersteunende faciliteiten.
De functie en voorwaarden worden gehangen aan een nieuwe aanduiding 'overige zone - botensteiger' binnen de bestemming Water - Markermeer van het plan Stadsstrand en de bestemming 'Markermeer' van het plan Hoornse Hop (1998).
3.52 Omgevingsvergunning 'Jan Willemszstraat 18'
Op 23 augustus 2023 is de omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 29 appartementen ter plaatse van de Jan Willemszstraat 18. Het perceel is onderdeel van bestemmingsplan Hoorn-Noord en Venenlaankwartier. Hierin heeft het een maatschappelijke bestemming. Naar aanleiding van de omgevingsvergunning krijgt het perceel op de verbeelding de bestemming 'Wonen - Woongebouw'. Er wordt een maximale bouwhoogte van 9,5 meter, maximaal aantal wooneenheden van 29 en een bouwvlak vastgelegd op de verbeelding. De planregels hoeven niet te worden aangepast.
3.53 Omgevingsvergunning 'Westerblokker 129'
Op 21 april 2010 is de omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van de supermarkt ter plaatse van Westerblokker 129. Het perceel is onderdeel van het bestemmingsplan Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost. Dit is destijds niet verwerkt in het bestemmingsplan. De aanduiding 'supermarkt' wordt vergroot op de verbeelding. De planregels hoeven niet te worden aangepast.
3.54 Omgevingsvergunning 'Nieuwland 6'
Op 3 juli 2019 is de omgevingsvergunning verleend voor het toestaan van daghoreca bij een bakkerij. Het perceel is onderdeel van het bestemmingsplan Binnenstad en heeft hierin de bestemming 'Centrum - 2' en 'Wonen'. Het hele perceel wordt bestemd als 'Centrum - 2', waar het perceel deze bestemming nog niet had, en het deel waarin de daghoreca vestigt krijgt de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca van categorie 2.3'. De huidig aangeduide maatvoering wordt ook doorgetrokken. De wijziging wordt doorgevoerd op de verbeelding en de planregels behoeven geen wijziging.
3.55 Bestaande Perifere Detailhandel En Sportvoorzieningen
In de bestemmingsplannen Bedrijventerrein Westfrisia en Bedrijventerrein Hoorn 80 zijn (in de bestemmingsomschrijving) toegestaan:
- bestaande perifere detailhandel, met uitzondering van perifere detailhandel in meubelen;
- bestaande commerciële sportvoorzieningen, fitnesscentra en dansscholen en naar aard daarmee vergelijkbare voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sport';
Het woord 'bestaand' wordt geschrapt in de planregels. De verbeelding hoeft niet te worden aangepast.
3.56 Uitzondering Vergunningsplicht Archeologie
In de dubbelbestemmingen voor archeologische waarden is niet consistent de uitzonderingsgrond voor de vergunningplicht opgenomen dat geen vergunning nodig is in geval volgens een quickscan geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden. In Artikel 23 Waarde - Archeologie, Artikel 24 Waarde - Archeologie 1, Artikel 25 Waarde - Archeologie 2, Artikel 26 Waarde - Archeologie 3, Artikel 27 Waarde - Archeologie 4, Artikel 28 Waarde - Archeologie 4a en Artikel 29 Waarde - Archeologie 5 is deze uitzondering nu toegevoegd.
3.57 Binnenstad - Bestemming Tuin - Binnentuin
Het bestemmingsplan Binnenstad kent de bestemming 'Tuin - Binnentuin'. De gebruiksregels in dit artikel zijn niet erg duidelijk wat betreft het toegestane gebruik. Uit jurisprudentie vloeit voort dat het gebruik van de binnentuin overeen moet komen met het gebruik van het hoofdgebouw (Zie ECLI:NL:RVS:2017:1591 r.o. 2.2 en ECLI:NL:RVS:2012:BX8282 r.o. 2.1.).
In de definities is het begrip 'binnentuin' toegevoegd. In de gebruiksregels van het bestemmingsplan Binnenstad wordt toegevoegd dat het gebruik van de binnentuin ten dienste staat van de functie van de aanliggende bebouwing.
3.58 Airco-units En Warmte-units
Uit jurisprudentie (ECLI:NL:RVS:2022:1090, RvS, 202104530/1/R1) blijkt dat een airco-unit kan worden aangemerkt als ondergeschikt bouwdeel en dat deze bij het bepalen van de bouwhoogte van een aan-/uitbouw van een pand niet hoeft te worden meegenomen.
In de ‘Wijze van meten’ wordt voor de duidelijkheid aan de bepalingen over ondergeschikte bouwdelen en bouwhoogte van een bouwwerk toegevoegd dat airco-units en warmte-units met een bouwhoogte van ten hoogste 1 m en een oppervlakte van ten hoogste 2 m2 tot ondergeschikte bouwdelen worden gerekend.
3.59 Omgevingsvergunning Zandsteen 133
Op 2 mei 2018 is een omgevingsvergunning verleend voor het uitoefenen van daghoreca in de commerciële ruimte in de plint. Op 4 juni 2020 is een omgevingsvergunning verleend voor een horecaterras aan de voorzijde. Beide vergunningen zijn destijds niet verwerkt in het bestemmingsplan. De locatie is onderdeel van het bestemmingsplan Risdam en Nieuwe Steen-West. Middels de veegplannen heeft het, in plaats van de toenmalige bestemming Kantoor, de bestemming Wonen - Woongebouw gekregen. Daarom worden in het artikel 21 Wonen - Woongebouw de omgevingsvergunningen verwerkt voor het uitoefenen van daghoreca in de commerciële ruimte in de plint en het horecaterras aan de voorzijde van Zandsteen 133. De horeca van categorie 2.3 en het horecaterras worden aangeduid en geregeld. Het bouwvlak wordt verruimd voor de uitbouw en de bouwhoogte hiervan wordt aangeduid. De wijziging wordt doorgevoerd op de verbeelding en in de planregels.
De aangeduide categorie horeca houdt daghoreca in, zoals ook uit de begrippenlijst van het desbetreffende bestemmingsplan volgt: een inrichting, ter ondersteuning van de functie van bedrijventerreinen, winkelgebieden, het struingebied en/of het havenfront, niet zijnde een café/café-restaurant, waarbij de horeca-activiteit het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en bestaat uit het verstrekken van alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse al of niet gepaard gaande met het verstrekken van kleine eetwaren en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse of elders dan ter plaatse, waarbij de exploitatie ligt tussen 06.00 en 22.00 uur en waarbij de inrichting minimaal vier dagen per week uiterlijk vanaf 11.00 uur 's ochtends geëxploiteerd wordt.
3.60 Omgevingsvergunning Boekerij 53
Op 9 augustus 2022 is een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de bestemming Maatschappelijk naar Wonen. De locatie is onderdeel van het bestemmingsplan Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen - Oost. Deze vergunning was nog niet verwerkt in het bestemmingsplan. De wijziging wordt doorgevoerd op de verbeelding en de planregels hoeven geen aanpassing.
3.61 Keern 33-35
In Veegplan 2 is per abuis maatvoering vergeten ter plaatse van de locatie Keern 33-35. Het heeft de bestemming Wonen - Woongebouw gekregen in dit tweede veegplan. Dit wordt hersteld. De maximale goot- en bouwhoogte en het aantal wooneenheden wordt correct aangeduid. De wijziging wordt doorgevoerd op de verbeelding en de bestemming Wonen - Woongebouw wordt van toepassing verklaard in artikel 21.2.4.
Hoofdstuk 4 Juridische Vormgeving
4.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de regels en de verbeelding van het bestemmingsplan. De regels vormen samen met de verbeelding het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. Zowel de verbeelding als de regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO2012 en SVBP2012). Het bestemmingsplan bestaat uit:
- een verbeelding van het plangebied waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;
- de regels waarin de bestemmingen worden beschreven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.
Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting. Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting wordt langs elektronische weg beschikbaar gesteld.
4.2 Regels
De regels bestaan uit drie varianten:
- 1. De zuivere partiële herziening per plan.
- 2. Een algemene partiële herziening voor plannen waarop het onderwerp betrekking heeft.
- 3. Een actualisering van het geldende plan, waardoor het Veegplan het enige geldende plan is.
Ad .1 De zuivere partiële herziening per plan
Voor deze situaties gelden, na vaststelling van het veegplan, twee ruimtelijke plannen. Het gaat hier vooral om de reparatie van specifieke, locatiegerichte herstelonderwerpen.
Ad 2. Een algemene partiële herziening
Ook voor deze situaties is het zo dat er na vaststelling van het Veegplan twee ruimtelijke plannen per locatie gaan gelden. In deze gevallen wordt in de regels een algemene verwijzing naar de geldende ruimtelijke plannen gemaakt, waarop het aan de orde zijnde onderwerp betrekking heeft.
Ad 3. Een actualisering van het geldende plan, waardoor het Veegplan het enige geldende plan is
In deze gevallen geldt dat het Veegplan het enige geldende ruimtelijke plan voor de betreffende locatie is. De opgenomen regeling sluit aan op de algemene plansystematiek die is opgenomen in de geactualiseerde bestemmingsplannen en dus via het Veegplan opnieuw ingekaderd worden, met inachtneming van het Veegplan.
4.3 Verbeelding
Wat betreft de partiële herziening bestaat de plangrens van de verbeelding uit de contour van alle ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen) die deel uitmaken van het Veegplan. Het omvat vrijwel het gehele grondgebied van de gemeente Hoorn. Vervolgens is per geldend ruimtelijk plan een deelgebied aangemaakt. Dit deelgebied wordt vormgegeven door middel van een gebiedsaanduiding. De gebiedsaanduiding heeft in de naamgeving een link met het geldende ruimtelijk plan, denk hierbij aan "overige zone - Binnenstad". Het werken met gebiedsaanduidingen maakt het mogelijk om in de gml de digitale koppelingen met het onderliggende ruimtelijke plan aan te maken in de gml.
Het toevoegen van een dubbelbestemming is mogelijk door middel van een partiële herziening. Hiervoor hoeft geen enkelbestemming te worden opgenomen. Dit komt onder meer voor bij het onderwerp 'beeldbepalende panden in de binnenstad'. Op de verbeelding wordt de dubbelbestemming 'Waarde - Beeldbepalend' opgenomen.
Daarnaast zijn er onderwerpen die een zelfstandige bestemming voor de betreffende locatie mogelijk maken. In deze gevallen zal de verbeelding eruit zien als een regulier bestemmingsplan, voorzien van een enkelbestemming, eventuele (functie)aanduidingen, maatvoering en de benodigde aanvullende regelingen, zoals archeologie en de parkeerregeling.
4.4 Bestemmingsplanprocedure
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn wettelijke regels voor de bestemmingsplanprocedure vastgelegd. Hierin zijn de volgende fasen onderscheiden:
Ontwerpfase
Na aankondiging in de Staatscourant en in één of meer plaatselijke dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, wordt het ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode kan een ieder zienswijzen over het ontwerp naar voren brengen.
Vaststellingsfase
Na afloop van de termijn van de terinzagelegging stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast.
Beroepsfase
Na de vaststelling van het bestemmingsplan maakt de gemeenteraad het vaststellingsbesluit bekend en legt het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage. Gedurende de periode van zes weken na bekendmaking van het vaststellingsbesluit kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Hoofdstuk 5 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Op basis van artikel 3.1.6, lid 1, sub f Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Tevens is een paragraaf over handhaving van het plan toegevoegd.
5.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
In het kader van de te voeren planologische procedure is het ontwerpbestemmingsplan gepubliceerd in het 'Hoorns Nieuwsblad' en de Staatscourant. Ook heeft het ontwerp van het bestemmingsplan voor zes weken ter inzage gelegen in het stadhuis van Hoorn. Het plan is daarnaast raadpleegbaar geweest op de website van de gemeente Hoorn (www.hoorn.nl) en op www.ruimtelijkeplannen.nl. Tijdens deze periode, van 8 december 2023 tot en met 18 januari 2024, kon iedereen een zienswijze indienen over het veegplan. Eventuele zienswijzen worden behandeld en waar nodig verwerkt in het veegplan. Er zijn twee zienswijzen ingediend. In de Nota van zienswijzen en wijzigingen, opgenomen in Bijlage 1, zijn de zienswijzen samengevat en voorzien van een reactie. Daarnaast zijn er nog enkele ondergeschikte aanpassingen doorgevoerd als ambtshalve wijziging. Ook deze zijn in de Nota besproken. Waar nodig is het veegplan aangepast naar aanleiding van de zienswijzen en ambtshalve wijzigingen.
5.2 Economische Uitvoerbaarheid
Het onderhavige plan is een beheerplan, waarmee geen grote kosten zijn gemoeid. Op basis daarvan mag het voorliggende bestemmingsplan economisch uitvoerbaar worden geacht.
5.3 Exploitatieplan
De Grondexploitatiewet stelt als onderdeel van de Wet ruimteljke ordening (Wro) een gegarandeerd kostenverhaal als eis aan bestemmingsplannen. Een zogenaamd exploitatieplan maakt verplicht deel uit van het bestemmingsplanproces, tenzij het kostenverhaal op een andere wijze is gegarandeerd. Binnen dit bestemmingsplan worden bij recht geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die voor de gemeente kosten met zich meebrengen, waarvan het totaalbedrag van de exploitatiebijdragen meer dan € 10.000,00 bedraagt. Op basis van artikel 6.2.1a van het Bro kan daarom worden gesteld dat het kostenverhaal voor het bestemmingsplan anderszins verzekerd is. Een exploitatieplan op grond van de Grondexploitatiewet is dan ook niet noodzakelijk.
5.4 Handhaving
Het beleid en de doelstellingen van het bestemmingsplan kunnen alleen worden gerealiseerd wanneer het bestemmingsplan ook daadwerkelijk gehandhaafd wordt. Dit houdt in ieder geval in dat het plangebied regelmatig wordt gecontroleerd op illegale bouwwerken en gebruiksvormen en er tijdens bouwwerkzaamheden gecontroleerd wordt dat er gebouwd wordt overeenkomstig de verleende vergunning(en). De gemeente zal hiervoor zorg dragen. Deze werkzaamheden passen binnen het handhavingsbeleid van de gemeente en kunnen binnen de bestaande structuren worden uitgevoerd.
De handhaving is gediend met een goed en duidelijk bestemmingsplan. Dit voorkomt immers misverstanden en interpretatiekwesties. Om deze reden is in dit plan gekozen voor gerichte bestemmingen én een duidelijke formulering van de regels. Bovendien bevat de toelichting een heldere beschrijving van het plan en van de regels. De regelingen in het bestemmingsplan zijn mede met het oog op een goede handhaving gemaakt. De regelingen sluiten aan op andere nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente. Gemeente, bouwbedrijven en opdrachtgevers hebben in het kader van de handhaving ieder hun eigen verantwoordelijkheid.
Zo heeft de gemeente, naast de toezichthoudende taak, eveneens de taak om alle betrokken partijen van de juiste bestemmingsplaninformatie te voorzien en om een ieder aan te sporen het bestemmingsplan op een juiste manier uit te voeren. Particulieren en bouwbedrijven dienen de gemaakte afspraken en omgevingsvergunningen voor het bouwen na te komen en ook de opdrachtgevers dienen zich aan de spelregels te houden.
Wat betreft het toezicht en de controle op de regelingen en vergunningen in relatie tot waterstaatkundige zaken, zoals de schouw op sloten, geldt dat hier de verantwoordelijkheid primair bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ligt.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijven
Bijlage 2 Uitspraak Raad Van State (200909225/1/r1)
Bijlage 2 Uitspraak Raad van State (200909225/1/R1)