Kom-Oost
Bestemmingsplan - gemeente Huizen
Onherroepelijk op 31-08-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze planregels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het Bestemmingsplan Kom-Oost van de gemeente Huizen.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0406.BPKOMOOST2013-OH01.
1.3 aan- en uitbouw:
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 achtererf:
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
1.7 achtergevel:
de gevel of gevels van het hoofdgebouw gericht naar de achterste perceelsgrens.
1.8 antenne-installatie:
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.9 antennedrager:
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.10 archeologisch deskundige:
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.
1.11 archeologisch onderzoek:
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.12 archeologische waarde:
de waarde die aan een gebied is toegekend in verband met de overblijfselen uit oude tijden die in dat gebied voorkomen.
1.13 bebouwd oppervlak:
deel van het horizontale vlak van een bouwvlak op maaiveldniveau dat is bebouwd of overbouwd.
1.14 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.15 bebouwingsgrens
een op de kaart, blijkens de daarop voorkomende verklaring, als zodanig aangegeven lijn, die door bebouwing niet mag worden overschreden, behoudens overschrijdingen die krachtens de regels zijn toegelaten.
1.16 bed & breakfast
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de woonfunctie. Onder een bed and breakfastvoorziening wordt niet verstaan overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
1.17 bedrijf aan huis:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van een kleinschalig en/of ambachtelijk bedrijf aan huis, geheel of overwegend door handwerk, met uitzondering van detailhandel en seksinrichtingen, waarbij de aard en omvang van de bedrijfsuitoefening met de woonfunctie verenigbaar is.
1.18 bedrijf:
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
1.19 bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte aan een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.20 bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, bedrijf of andere voorziening met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.21 beroep aan huis:
het uitoefenen van een beroep aan huis of de beroepsmatige verlening van diensten aan huis op administratief, juridisch, (para) medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen terrein, met uitzondering van detailhandel en seksinrichtingen;
1.22 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.23 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.24 bevoegd gezag:
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.25 bijgebouw:
een niet voor bewoning bestemd vrijstaand gebouw dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een hoofdgebouw dat op hetzelfde perceel ligt zoals een garage, berging of hobbyruimte.
1.26 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.27 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.28 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering op gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen.
1.29 bouwmarkt:
een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.
1.30 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
1.31 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.32 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.33 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.34 café:
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
1.35 congresfaciliteiten:
faciliteiten gericht op het houden van congressen, conferenties, symposia en andere grote bijeenkomsten.
1.36 dakhuisje:
een constructie ter vergroting van een gebouw in de vorm van een kapje, die zich boven de goot bevindt en waarvan één dakvlak in het verlengde van het voor- of achterdakvlak van de woning ligt.
1.37 dakkapel:
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
1.38 dakopbouw:
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
1.39 detailhandel in volumineuze goederen:
detailhandel in de volgende categorieën:
- a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
- b. detailhandel in volumineuze goederen zoals:
- 1. auto's, motoren, boten en caravans;
- 2. kampeer-, recreatie- en tuininrichtingsartikelen;
- 3. meubelen en woninginrichting;
- 4. grove bouwmaterialen en bouwmarkten;
- c. tuincentra;
- d. grootschalige meubelbedrijven, al dan niet – in ondergeschikte mate – in combinatie met woninginrichting en stoffering.
1.40 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.41 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
1.42 discotheek of dancing:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare evenementen.
1.43 dove gevel:
een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een karakteristieke geluidswering – conform NEN5077 – die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB (ingeval van wegverkeerslawaai) en 35 dB(A) (ingeval van industrielawaai), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.44 drive-inwoning
een woning die is ingedeeld met een inpandige garage op de eerste bouwlaag (begane grond) en een woonkamer op de daarboven gelegen bouwlaag.
1.45 erker
een uitbouw van ondergeschikte betekenis aan de begane grond waarvan de wanden, met uitzondering van de borstwering, door vensters worden gevormd.
1.46 escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
1.47 evenementen:
gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
1.48 extensieve dagrecreatie:
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
1.49 feestcafé met entertainment:
een horecabedrijf dat vergelijkbaar is met een café, met dien verstande dat er incidenteel (< 12 keer per jaar) feesten worden gegeven en de sluitingstijden vergelijkbaar zijn met een regulier café.
1.50 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.51 halfvrijstaande woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.
1.52 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.53 horecabedrijf:
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
1.54 hotel:
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
1.55 kantoor:
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.56 kiosk
een verkooppunt van kleinere producten zoals tijdschriften, kranten, bloemen, fruit, snoep en rookwaren, warme en koude niet alcoholische dranken en niet ter plaatse bereide etenswaren.
1.57 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen:
voorzieningen zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
1.58 landschapswaarde:
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
1.59 maatschappelijke voorzieningen:
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.
1.60 milieudeskundige:
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake milieu.
1.61 natuurwaarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
1.62 NEN:
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.63 noklijn:
de hoogste snijlijn van een oplopend dakvlak met een aflopend dakvlak, een buitenwerks gevelvlak of met een plat dakvlak.
1.64 nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.65 onderkomens:
voor verblijf van mensen geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, voer- of vliegtuigen, caravans en stacaravans, kampeerauto's voorzover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsmede tenten.
1.66 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak en van ten hoogste één wand.
1.67 parkeerplaats:
een al dan niet gebouwde voorziening ten behoeve van het parkeren van een auto, met een breedte en lengte zoals voorgeschreven in het ASVV 2004, Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom, CROW 2004, artikel 12.2.15 tot en met 12.2.22.
1.68 peil:
- bij op te richten hoofdgebouwen en daarbij behorende aan- of uitbouwen: het straatpeil ter plaatse van de perceelgrens (ter plaatse van de hoofdtoegang) vermeerderd met 3 centimeter per meter afstand van het gebouw en de perceelgrens met een maximum van 30 centimeter;
- bij op te richten bijgebouwen: de gemiddelde maaiveldhoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;
- bij te veranderen, uit te breiden en/of gedeeltelijk te vernieuwen gebouwen: een denkbeeldig vlak op 5 centimeter onder het niveau van de afgewerkte begane grondvloer ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
- bij een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat direct grenst aan de openbare weg: de hoogte van de weg ter plaatse van de perceelgrens;
- bij een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat niet direct grenst aan de openbare weg: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
1.69 praktijkruimte:
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor het uitoefenen van een beroep aan huis.
1.70 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.71 restaurant:
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
1.72 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.73 sekswinkel:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch – pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht.
1.74 Staat van Horeca-activiteiten:
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
1.75 straatmeubilair:
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, reclamezuilen of -vitrines, gasregelkastjes, schakelkastjes, brandkranen, straatverlichtingpalen, bloembakken, zitbanken, parkeermeters, stadsplattegronden, verkeerszuilen, brievenbussen, richtingaanwijzers, bushalte-aanduidingen, verkeerslichten, verkeerslichtinstallaties, verkeerstekens, bewegwijzeringen, brandmelders, rijwielstandaards of -klemmen, papierbakken, spelstimulerende objecten, speeltoestellen, kunstobjecten, reddingsmateriaal en glasbakken.
1.76 verkoopvloeroppervlakte:
de oppervlakte van een voor het publiek toegankelijke ruimte, in gebruik voor detailhandel of horeca.
1.77 vliesgevel:
een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel van een gebouw met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 m bedraagt.
1.78 voorgevel:
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.79 voorgevelrooilijn:
de voorgevelrooilijn is de lijn die, evenwijdig aan de weg, de voorgevel raakt.
1.80 vrijstaande woning:
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw;
1.81 wellness-faciliteiten:
het aanbieden van diensten en behandelingen met het oogmerk het persoonlijke welbevinden van de klant te bevorderen, dit gebeurt door behandelingen gericht op ontspanningen, lichamelijke gesteldheid/fitheid of uiterlijke verfraaiing (tijdelijk of permanent), uitgesloten zijn seksuele dienstverlening en behandelingen met een medische kwalificatie.
1.82 Wgh-inrichtingen:
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.83 windturbine:
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
1.84 wooneenheid
afzonderlijk bewoonbaar gedeelte van een appartementengebouw.
1.85 zijerf:
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie
a. voor een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de schotel(antenne)-installatie;
b. voor een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, klokkentorens, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen met geen grotere horizontale doorsnede dan 10 m2.
2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van scheidsmuren; bij het ontbreken van gevelvlakken gelden de uiterste grenzen van het dakvlak, horizontaal gemeten.
2.5 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale dakvlak.
2.6 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.7 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.8 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.9 vloeroppervlakte:
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
2.10 ondergeschikte bouwdelen:
- a. bij de meting van bouwhoogte en goothoogte worden ondergeschikte bouwdelen, waarvan de grootste horizontale doorsnede minder dan 1m x 1m bedraagt, en dakhuisjes niet meegerekend.
- b. de hierna te noemen ondergeschikte bouwdelen mogen de bebouwingsgrenzen overschrijden:
- 1. met 0,2 m voor afvoerpijpen, airco's, gevellijsten, pilasters, plinten, recameattributen, stoeptreden, kozijnen, dorpels en dergelijke bouwdelen;
- 2. met 0,75 m voor goot- en kroonlijsten, dakoverstekken en niet in het gevelvlak liggende schoorstenen;
- 3. met 1,5 m voor balkons, luifels en dergelijke;
- 4. met 1 m voor erkers, mits deze niet breder zijn dan 4 m, niet hoger zijn dan de eerste bouwlaag, de afstand van de erker tot het openbare gebied minimaal 3,5 m bedraagt en bij erkers aan de zijkant van de woning de afstand tussen de voorzijde van de erker en de zijerfgrens minimaal 2 m bedraagt. Indien het zijerf een diepte heeft van 6 meter of meer, dan is een erker met een diepte van 1,5 m toegestaan;
- c. de bouwhoogte van een gebouw mag met maximaal 3 m worden overschreden voor slanke bouwdelen, zoals schoorstenen en voor antennes, antennemasten en minaretten met ten hoogste 5 m.
- d. de bouwhoogte van een gebouw mag tot maximaal 5 m worden overschreden voor elementen zoals lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-installaties en lichtkappen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf – Nutsvoorziening' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
- a. openbare nutsvoorzieningen;
- b. bij deze bestemming horende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen en verhardingen.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
- b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
- c. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2m;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 4 Bedrijf - Tankstation
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf – Tankstation' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
- a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG;
- b. het uitvoeren van lichte reparaties aan motorvoertuigen en het wassen van motorvoertuigen;
- c. de verkoop van aanverwante weggebonden of overige artikelen tot een maximale verkoopvloeroppervlakte (v.v.o.) van 50 m2 ;
- d. bij deze bestemming behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen en verhardingen.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
- b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
- c. het bebouwingspercentage is maximaal 30 %;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 5 Cultuur En Ontspanning
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen en activiteiten uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Cultuur, Sport en Recreatie' (zie bijlage 1);
- b. horeca uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten (zie bijlage 2);
- c. uitsluitend in de kelder ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - a' tevens voor een zogenaamd feestcafé met entertainment;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en verhardingen.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
5.2.1 Gebouwen
- a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
- b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel en buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 m;
- b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
- c. de bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes bedraagt ten hoogste 7,5 m;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. coffeeshops zijn niet toegestaan;
- b. seksinrichtingen, sekswinkels en escortbedrijven zijn niet toegestaan.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1onder a:
- a. om voorzieningen en activiteiten toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, Cultuur en Recreatie' zijn genoemd, voor zover de betreffende voorziening naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën zoals in lid 5.1 onder a genoemd;
- b. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 5.1onder b genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën zoals in lid 5.1onder b genoemd;
- c. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de horecacategorieën, zoals in lid 5.1onder b genoemd.
Artikel 6 Detailhandel
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. dienstverlening;
- c. horeca uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten (zie bijlage 2);
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en verhardingen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
6.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
- b. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan;
- c. seksinrichtingen, sekswinkels en escortbedrijven zijn niet toegestaan.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 onder c:
- a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 6.1onder c genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën zoals in lid 6.1onder c genoemd;
- b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de horecacategorieën, zoals in lid 6.1onder c genoemd.
Artikel 7 Gemengd
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wat betreft de begane grondlaag voor kantoren, dienstverlenende bedrijven en maatschappelijke voorzieningen;
- b. wat betreft de boven de begane grondlaag gelegen bouwlagen voor woondoeleinden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-1' tevens voor detailhandelsbedrijven met een totale gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 100 m2 .
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
7.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. detailhandelsbedrijven zijn, anders dan in lid 7.1 onder c genoemd, niet toegestaan;
- b. horecabedrijven zijn niet toegestaan;
- c. seksinrichtingen, sekswinkels en escortbedrijven zijn niet toegestaan.
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. openbare en/of gemeenschappelijke groenvoorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-parkeerkelder' tevens voor een voorziening voor het overdekt stallen van auto's onder het maaiveld;
- c. halteplaatsen voor het openbaar vervoer;
- d. (on)verharde fiets- en voetpaden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. singels en waterpartijen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. bij deze bestemming behorende verhardingen en nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 15 m2 worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3 m;
- c. de bouwhoogte van straatmeubilair bedraagt ten hoogste 9 m;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m.
8.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. parkeervoorzieningen zijn uitsluitend toegestaan in een strook van 6 m vanaf de bestemmingen 'Verkeer - Verblijfsgebied'.
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen uitgesloten - parkeervoorzieningen' zijn parkeervoorzieningen niet toegestaan.
Artikel 9 Groen - Park
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. park;
- b. openbare groenvoorzieningen;
- c. sport -en recreatieve voorzieningen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' tevens voor maximaal twee voetbalvelden en één tennisbaan;
- e. waterhuishouding;
- f. natuur en educatie;
- g. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals straatmeubilair en kunstobjecten, (on)verharde fiets- en voetpaden, singels en waterpartijen en bijbehorende kunstwerken en voorzieningen zoals bruggen, duikers, vlonders, steigers en beschoeiingen, verhardingen, geluidswerende voorzieningen en speel- en sportvoorzieningen;
9.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
9.2.1 Gebouwen
- a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd en voor maximaal het percentage dat in het bouwvlak is aangegeven;
- b. gebouwtjes van openbaar nut zijn toegestaan tot een maximale oppervlakte van 15 m2;
- c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven hoogte.
- d. de bouwhoogte van gebouwtjes van openbaar nut bedraagt ten hoogste 3 m.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- a. de bouwhoogte van speelvoorzieningen en straatmeubilair bedraagt ten hoogste 9 m;
- b. de bouwhoogte van ballenvangers bedraagt ten hoogste 6 meter;
- c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogte 7,5 meter;
- d. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 15 m;
- e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen bedraagt ten hoogste 5 m;
- f. kunstobjecten.
Artikel 10 Kantoor
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sport en recreatie' tevens voor sport- en recreatiedoeleinden';
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen, verhardingen en parkeervoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1onder a voor het bouwen van gebouwen zoals fietsenstallingen, mits:
- a. binnen de bebouwingsgrenzen geen redelijke bouwmogelijkheden aanwezig zijn;
- b. de gebouwen zoveel mogelijk worden voorzien van transparante wanden;
- c. de maximale oppervlakte ten hoogste 25 m2 per gebouw bedraagt en de bouwhoogte ten hoogste 3 m bedraagt;
- d. de gebouwen achter (het verlengde van) de langs de weg gelegen bebouwingsgrens liggen.
10.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 onder a voor maatschappelijke doeleinden, sport- en recreatiedoeleinden en dienstverlening mits de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.
10.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduidingen 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' (locaties Huizermaatweg 1 - 45, 320 - 364, 460 - 480, 510, 550 - 586, 600 en 610) in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemming, geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen', met dien verstande dat:
- 1. aangetoond moet worden dat door langdurige leegstand of de moeilijke kantorenmarkt het kantoorgebouw of de kantoorgebouwen niet of moeilijk als zodanig zijn te gebruiken;
- 2. het aantal woningen op de locatie Huizermaatweg 1 - 45, maximaal 80, op de locatie Huizermaatweg 320 - 364 maximaal 65, op de locatie Huizermaatweg 460 - 480 maximaal 45, op de locatie Huizermaatweg 510 maximaal 22, op de locatie Huizermaatweg 550 - 586 maximaal 42, op de locatie Huizermaatweg 600 maximaal 25 en op de locatie Huizermaatweg 610 maximaal 15 mag bedragen.
- 3. bij de omzetting van kantoren naar woningen er binnen het totaal van de wijzigingsgebieden 1 niet meer dan 40% van de totale bestaande oppervlakte b.v.o. aan kantoren wordt gewijzigd naar woningen;
- 4. de maximale goothoogte niet meer mag zijn dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven hoogte;
- 5. het bouwvlak mag worden gewijzigd;
- 6. in verband met de gewenste privacy en het zicht vanuit de woningen, woningen op de begane grond uitsluitend zijn toegestaan wanneer die privacy en dat zicht is gewaarborgd;
- 7. bij toepassing van een parkeerkelder, de bovenkant van die parkeerkelder maximaal 1 meter boven het aansluitende maaiveld mag liggen;
- 8. ten aanzien van het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2 en, in de situatie van sloop en nieuwbouw, er ten minste 1 parkeerplaats per woning in een te bouwen parkeerkelder moet worden ondergebracht;
- 9. de omzetting van kantoren naar woningen er niet toe mag leiden dat het aantal parkeerplaatsen in het openbare gebied of zichtbaar op het eigen terrein wordt vergroot;
- 10. de wijziging naar woningen uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
- 11. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
- 12. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.
Artikel 11 Maatschappelijk
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
11.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1 onder a voor het oprichten van gebouwen buiten het bouwvlak tot een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 50 m² per bestemmingsvlak en voor zover gelegen achter (het verlengde van) de langs de weg gelegen bebouwingsgrens.
11.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduidingen 'wro-zone - wijzigingsgebieden 4, 5 en 7' in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemming, geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen', mits:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 4' (locatie Landweg/Bakboord):
- 1. bij een geheel nieuwe inrichting met uitsluitend woningen, het aantal woningen ten hoogste 40 bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van hoofdgebouwen ten hoogste 11 m. bedraagt;
- 3. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2 Parkeren;
- 4. bij de bouw van appartementen ten minste 1 parkeerplaats per woning in een parkeerkelder wordt ondergebracht;
- 5. de wijziging naar woningen uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
- 6. vooraf is aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
- 7. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de bestemmingen en functies die in de nabijheid liggen.
- b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 5' (locatie Studiostraat):
- 1. bij een geheel nieuwe inrichting met uitsluitend woningen, het aantal woningen ten hoogste 40 bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van de hoofdgebouwen ten hoogste 11 m. bedraagt;
- 3. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2 Parkeren;
- 4. bij de bouw van appartementen ten minste 1 parkeerplaats per woning in een parkeerkelder wordt ondergebracht;
- 5. de wijziging naar woningen uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
- 6. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
- 7. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.
Artikel 12 Sport
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sport-, verenigings- en recreatievoorzieningen uit ten hoogste categorie 3.1. van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Cultuur, Sport en Recreatie (zie bijlage 1);
- b. buitenschoolse opvang;
- c. bij deze bestemming horende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, parkeerplaatsen en andere verhardingen, groenvoorzieningen, waterpartijen en speelvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Artikel 13 Tuin
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen en erven die behoren bij de hoofdgebouwen op de aangrenzende gronden;
- b. verhardingen, met dien verstande dat parkeervoorzieningen uitsluitend zijn toegestaan bij vrijstaande en half vrijstaande woningen.
13.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
13.3 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van wat in lid 13.1 onder b bepaald is, voor parkeervoorzieningen bij middenwoningen met dien verstande dat:
- a. de parkeersituatie in de directe omgeving daarvoor aanleiding geeft;
- b. er geen openbare parkeerplaatsen verloren gaan.
Artikel 14 Verkeer
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeerswegen alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en standplaatsen voor de ambulante handel;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoer' tevens voor een tracé ten behoeve van hoogwaardig openbaar vervoer (al dan niet op een aparte baan);
- c. een busstation met bijbehorende overkappingen, wacht- en personeelsruimte en kiosk;
- d. bij deze bestemming behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, verhardingen, geluidwerende voorzieningen, duikers en bruggen ten behoeve van waterlopen, openbaar vervoervoorzieningen waaronder bijvoorbeeld abri's en bouwwerken, geen gebouwen zijnde die behoren tot het straatmeubilair of kunstobjecten.
14.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
- b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals fietsenstallingen bij bushalteplaatsen en nutsvoorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 15 m2 mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
- d. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 15 m;
- e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3,5 m.
Artikel 15 Verkeer - Garageboxen
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Garageboxen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. garageboxen voor de stalling van voertuigen alsmede voor opslag voor huishoudelijk gebruik;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en verhardingen.
15.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
- b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3 m.
- c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.
15.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 6' in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemming, geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen maatschappelijke doeleinden, dienstverlenende bedrijven en kantoren, met dien verstande dat :
- 1. de goot- en bouwhoogten bij de wijziging ten hoogste 7 meter bedragen;
- 2. voor het parkeren moet worden voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2 Parkeren ;
- 3. de wijzing vanuit het oogpount van milieuhinder niet op belemmeringen mag stuiten;
- 4. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk mag doen aan de gebruiksmogelijkheden van de bestemmingen en functies die in de nabijheid liggen.
Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonstraten en straten met een beperkte verkeersfunctie met de daarbij behorende voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, waterpartijen en standplaatsen voor de ambulante handel;
- b. bij deze bestemming behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, verhardingen, speelvoorzieningen, duikers en bruggen ten behoeve van waterlopen, voorzieningen ten behoeve van nutsdoeleinden, overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde die behoren tot het straatmeubilair of kunstobjecten.
16.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 15 m2 worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3 m;
- c. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 9 m;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3,5 m.
Artikel 17 Wonen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen, daaronder begrepen beroep-aan-huis;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', tevens voor detailhandel op de begane grond en voor opslag ten behoeve van de woon- en detailhandelsfunctie in de kelder onder de begane grondlaag;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens voor kantoren op de begane grond;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens voor een voorziening voor het overdekt stallen van auto's in een parkeergarage;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-2' tevens voor een kiosk, een kantoor of een dienstverlenend bedrijf;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-parkeerkelder' tevens voor een voorziening voor het overdekt stallen van auto's onder het maaiveld;
- g. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, verhardingen en water.
17.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
17.2.1 Hoofdgebouwen
- a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
- b. het aantal woningen bedraagt ten hoogste het aantal hoofdgebouwen zoals aanwezig ten tijde van vaststelling van het bestemmingsplan;
- c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven hoogte;
- d. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' dient de dakopbouw terugliggend gerealiseerd te worden zoals weergegeven in bijlage 3 van de regels;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2' dient de dakopbouw terugliggend gerealiseerd te worden zoals weergegeven in bijlage 4 van de regels;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -3' mag de goothoogte aan de achtergevel over maximaal 2/3 van de achtergevel maximaal 8,5 m bedragen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang vrijgehouden te worden van bebouwing, met dien verstande dat er een minimale hoogte van 2,5 m onbebouwd dient te blijven.
17.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
- a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
- b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt buiten het bouwvlak ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 40 m2;
- c. in afwijking van het bepaalde onder b bedraagt de maximale oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 60 m2 indien de oppervlakte van het zij- en achtererf groter dan of gelijk aan 200 m2 is en ten hoogste 80 m2 indien de oppervlakte van het zij- en achtererf groter dan of gelijk aan 300 m2 is;
- d. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
- e. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
- f. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;
- g. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 7,5 m;
- c. de bouwhoogte van dakloze zwembaden bedraagt ten hoogste 0,2 m;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
- e. balkons bij drive- inwoningen mogen maximaal 3 meter diep zijn en de bouwhoogte mag maximaal 4 meter zijn.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 17.2.2 onder b om voor percelen kleiner dan 200 m2 een maximale oppervlakte van 60 m2 toe te staan, mits dit niet leidt tot een onevenredige verdichting van het perceel en/of onevenredige aantasting van de woonsituatie;
- b. lid .17.2.2 onder e en g, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5,5 m, mits dit niet leidt tot een onevenredige schaduwwerking en/of zichthinder voor aangrenzende percelen;
- c. lid 17.2.3 onder d voor de bouwhoogte van een antennemast voor een radio-ontvangst- of zendinstallatie tot ten hoogste 3 m boven de aanwezige bouwhoogte van de omliggende hoofdgebouwen, mits dit geen onaanvaardbare zichthinder voor aangrenzende percelen oplevert;
- d. lid 17.2.3 onder d voor de bouwhoogte van een schotelantenne met een doorsnede van ten hoogste 2 m tot een bouwhoogte van 5 m, mits dit geen onaanvaardbare zichthinder voor aangrenzende percelen oplevert.
17.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het medegebruik van een woning voor het uitoefenen van een beroep aan huis gelden de volgende voorwaarden:
- a. het gebruik mag uitsluitend uitgeoefend worden door de bewoner(s) van de woning;
- b. het gebruik mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de woning en de omgeving en moet een kleinschalig karakter hebben;
- c. de woonfunctie moet in overwegende mate gehandhaafd blijven;
- d. het gebruik mag het uiterlijk aanzien van de woning niet aantasten;
- e. reclameuitingen mogen niet strijdig zijn met het woonkarakter van de omgeving;
- f. het gebruik mag geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengen;
- g. het gebruik mag geen ernstige en/of onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren en niet onder de werkingssfeer van de Wet Milieubeheer vallen;
- h. het medegebruik van een woning voor het bieden van overnachtingsmogelijkheden (bed & breakfast) is toegestaan tot een maximum van 4 slaapplaatsen.
17.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1 voor de uitoefening van een bedrijf aan huis, met dien verstande dat:
- a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
- b. het gebruik uitsluitend mag worden uitgeoefend door de bewoner(s) van de woning;
- c. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
- 1. geen afwijking mogelijk is voor het uitoefenen van bedrijvigheid die onder de werking van de Wet Milieubeheer valt;
- 2. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
- 3. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten uitvoert tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is.
- d. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
- e. geen detailhandel plaatsvindt.
Artikel 18 Wonen - Zorg
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-Zorg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bewoning en de daarbij behorende doeleinden;
- b. zorgverlening voor de bewoning;
- c. al dan niet zelfstandige wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, verhardingen en water.
18.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
18.2.1 Gebouwen
- a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
- b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven hoogte;
18.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 7,5 m;
- c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 19 Leiding - Gas
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een aardgastransportleiding.
19.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen voor de in lid 19.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de (bouw)regels die voor de betrokken bestemming(en) gelden - uitsluitend worden gebouwd indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken; daarbij mag de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet worden uitgebreid en moet gebruik worden gemaakt van de bestaande fundering.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 19.2 onder b. Afwijken middels een omgevingsvergunning kan, indien:
- a. de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten;
- b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 20 Waarde - Archeologie - 2
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
20.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. Voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de (bouw)regels die voor de betrokken bestemming(en) gelden - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegde gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
- b. Het bepaalde in dit lid onder a.1 en a.2 is niet van toepassing indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 35 cm, en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Waarde - Archeologie - 3
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
21.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. Voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de (bouw)regels die voor de betrokken bestemming(en) gelden - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegde gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
- b. Het bepaalde in dit lid onder a.1 en a.2 is niet van toepassing indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm, en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 22 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 23 Algemene Afwijkingsregels
23.1 Geringe afwijkingen
Het bevoegde gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor:
- a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10% indien dit in het belang is van een doelmatiger of esthetisch of technisch beter verantwoorde uitvoering van bouwwerken;
- b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
De bevoegdheid tot afwijken wordt niet gebruikt indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden (volgens de geldende bestemming) van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
23.2 Nutsvoorzieningen
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor het bouwen van nutsvoorzieningen met een maximum oppervlakte van 20 m² en waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag zijn, alsmede voor het bouwen van ondergrondse containers (met de daarbij behorende bovengrondse inworpzuilen) voor de opvang van huishoudelijk- en/of bedrijfsafval.
23.3 Antennemasten
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor het bouwen van antenne-installaties voor het mobiele netwerk, met dien verstande dat:
- a. er zoveel mogelijk medegebruik wordt nagestreefd;
- b. de bouwhoogte maximaal 40 meter mag bedragen;
- c. de installatie geen afbreuk doet aan het karakter van de omgeving;
23.4 Kunstobjecten
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor kunstobjecten, reclame- en informatieborden tot een maximale hoogte van 5 meter.
23.5 Erkers
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor het bouwen van een erker met een diepte van maximaal 1,5 meter, mits de woning deel uitmaakt van een woningblok - bestaande uit een dubbele woning of drie of meer aaneengesloten woningen - waar reeds een legale erker met een diepte van 1,5 meter aanwezig is.
Artikel 24 Algemene Wijzigingsregels
24.1 Wijzigingsgebieden
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 2' (locaties Huizermaatweg 400 en Gooierserf 400) in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemmingen geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen', 'Tuin' en 'Verkeer - Verblijfsgebied', met dien verstande dat:
- 1. in verband met de gewenste privacy en het zicht vanuit de woningen, woningen op de begane grond uitsluitend zijn toegestaan wanneer die privacy en dat zicht is gewaarborgd;
- 2. het aantal woningen op de locatie Huizermaatweg 400, maximaal 50 en op de locatie Gooierserf 400 maximaal 20 mag bedragen;
- 3. de maximale goothoogte niet meer mag zijn dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven hoogte;
- 4. het bouwvlak mag worden gewijzigd;
- 5. bij toepassing van een parkeerkelder, de bovenkant van die parkeerkelder maximaal 1 meter boven het aansluitende maaiveld mag liggen;
- 6. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2 Parkeren en, in de situatie van sloop en nieuwbouw, er ten minste 1 parkeerplaats per woning in een te bouwen parkeerkelder moet worden ondergebracht;
- 7. de omzetting van kantoren naar woningen er niet toe mag leiden dat het aantal parkeerplaatsen in het openbare gebied, of zichtbaar op het eigen terrein, wordt vergroot;
- 8. wijziging uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
- 9. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
- 10. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de bestemmingen en functies die in de nabijheid liggen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 3' (locatie Ploegweg/Trekkerweg) in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemmingen, geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' , 'Wonen' en 'Wonen-Zorg' mits:
- 1. het aantal woningen maximaal 60 bedraagt;
- 2. de maximale bouwhoogte niet meer dan 11 m. is;
- 3. de afstand tussen een hoofdgebouw en de erfgrens ten minste 5 meter bedraagt;
- 4. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2
- 5. de wijziging uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
- 6. vooraf is aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functies;
- 7. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de bestemmingen en functies die in de nabijheid liggen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 7' (locatie Kotter-Schokker) in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemmingen, geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' , 'Wonen' en 'Wonen-Zorg' mits:
- 1. bij een geheel nieuwe inrichting met uitsluitend woningen, het aantal woningen ten hoogste 85 bedraagt;
- 2. de goothoogte en de bouwhoogte van de hoofdgebouwen ten hoogste 12 meter bedraagt;
- 3. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2;
- 4. de wijziging naar woningen uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
- 5. vooraf is aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie.
24.2 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Artikel 25 Overige Regels
25.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de planregels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
25.2 Parkeren
a.Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4 t/m 18 dient bij de oprichting van een nieuw bouwwerk, de vergroting van een bestaand bouwwerk en/of de verandering in functie op het bijbehorende bouwperceel, te worden voorzien in parkeerplaatsen volgens de volgende regeling:
Functie | Oprichting/vergroting/verandering |
Praktijkruimten | 1 parkeerplaats per 20 m2 bvo |
Maatschappelijke voorzieningen | 1 parkeerplaats per 35 m2 bvo |
Detailhandel | 1 parkeerplaats per 25 m2 bvo |
Kantoren | 1 parkeerplaats per 40 m2 bvo |
Dienstverlening | 1 parkeerplaats per 40 m2 bvo |
Horeca | 1 parkeerplaats per 15 m2 bvo |
Wonen | 1,4 parkeerplaats per woning indien de maximale bruto-oppervlakte van de woning minder dan 80 m2 bedraagt en 1,8 parkeerplaats per woning indien de maximale bruto-oppervlakte van de woning meer dan 80 m2 bedraagt |
b. bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen volgens het gestelde in dit lid onder a, worden de gronden die ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit plan voor parkeerplaatsen in gebruik zijn of voor parkeerplaatsen zijn gepland, buiten beschouwing gelaten;
c. voor zover er door het oprichten van nieuwe bouwwerken of het vergroten van bestaande bouwwerken, parkeerplaatsen verloren gaan, moeten deze in gelijke omvang worden gecompenseerd;
d. indien bij de eindberekening het aantal parkeerplaatsen uitkomt op een halve of meer, dan vindt de afronding naar boven plaats. Minder dan een halve wordt naar beneden afgerond;
e. voor functies die niet onder het gestelde in dit lid onder a worden genoemd geldt de parkeernorm zoals opgenomen in 'Parkeerkencijfers-CROW 2008, publicatie 182, september 2008, 3e gewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23.' Uitgegaan moet worden van de kolommen 'rest bebouwde kom' en van de rij 'matig stedelijk'; vervolgens moet uitgegaan worden van het gemiddelde van de bandbreedte die wordt aangegeven.
f. het bepaalde in dit lid onder a is niet van toepassing indien:
1. het gebruik niet wijzigt en
2. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 100 m2 brutovloeroppervlakte, dan wel maximaal 10% van de totale brutovloeroppervlakte indien die totale brutovloeroppervlakte niet meer is dan 1000 m2 .
g. het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid onder a indien op het bouwperceel redelijkerwijs geen gronden (meer) beschikbaar kunnen worden gehouden voor een parkeerplaats en in voldoende mate binnen redelijke afstand van het bouwperceel in parkeerplaatsen is of kan worden voorzien;
h. het bepaalde in dit lid onder a is niet van toepassing indien op het bouwperceel in de bestaande situatie meer of een gelijk aantal parkeerplaatsen aanwezig is, dan ingevolge dit lid onder a voor de in zijn geheel gerealiseerde bebouwing en/of wijziging van het gebruik is vereist;
i. het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid onder a, indien op grond van de parkeernorm, zoals opgenomen in de parkeerkencijfers 'CROW 2008, publicatie 182, september 2008, 3e gewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23', een minder aantal parkeerplaatsen is vereist. Uitgegaan moet worden van de kolommen 'rest bebouwde kom' en van de rij 'matig stedelijk'. Vervolgens moet uitgegaan worden van het gemiddelde van de bandbreedte die wordt aangegeven.
j. het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid onder a, indien is aangetoond dat de uitbreiding van de bebouwing of wijziging van het gebruik niet leidt tot een grotere parkeerbehoefte.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
26.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor het bouwen luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gedaan;
- b. het bevoegde gezag kan in afwijking van dit lid onder a eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
26.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruikt luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee strijdig is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 27 Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het Bestemmingsplan Kom-Oost'
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Cultuur, Sport En Recreatie'
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Cultuur, Sport en Recreatie'
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten