Woningbouw DEK-Terrein Medemblik
Bestemmingsplan - Gemeente Medemblik
Vastgesteld op 25-04-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Woningbouw DEK-Terrein Medemblik met identificatienummer NL.IMRO.0420.BPDEKMED2-VA01 van de gemeente Medemblik;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aaneen gebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan meer dan één aaneengebouwde woningen, niet zijnde een gestapelde woning;
1.6 aan-huis-verbonden beroep
een beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten;
1.7 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde;
1.8 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1.9 bestaand
ten aanzien van de aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik: bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
1.10 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.11 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.12 bijbehorend bouwwerk
een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of overkapping;
1.13 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.14 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.15 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.16 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.17 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.18 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.19 breedte en lengte of horizontale diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren;
1.20 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.21 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
1.22 dienstverlenend bedrijf/dienstverlenende instelling
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.23 ecologische waarden
de abiotische en biotische waarden van een gebied;
1.24 erotisch getinte vermaaksfunctie
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.25 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.26 gebruiksmogelijkheden
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden binnen andere bestemmingen, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed;
1.27 gestapelde woning
boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is;
1.28 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.29 horecabedrijf
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.30 kap
een dak dat voor minder dan 50 % in het horizontale vlak ligt;
1.31 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
de in de regels behorende bijlage 1 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door haar beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.32 milieusituatie
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking. In het bijzonder dient bij de situering en omvang van milieubelastende functies erop te worden gelet dat de mogelijke uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies zo weinig mogelijk wordt beperkt. Omgekeerd dient er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies op te worden gelet dat bestaande milieubelastende functies zo weinig mogelijk in hun functioneren worden beperkt;
1.33 nutsvoorzieningen
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations en gemalen;
1.34 ondergronds
beneden peil;
1.35 ontsluiting
een weggedeelte, bestemd voor doorgaande verkeersbewegingen, onder andere met gemotoriseerde voertuigen;
1.36 overkapping
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder danwel met ten hoogste één wand;
1.37 peil
indien op het land wordt gebouwd:
1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.38 sociale veiligheid
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient voorkomen te worden dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;
1.39 streefpeil
het waterpeil zoals vastgelegd in het peilbesluit van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;
1.40 straat- en bebouwingsbeeld
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient gestreefd te worden naar het instandhouden c.q. tot-stand-brengen van een, in stedenbouwkundig en landschappelijk opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen wordt bij bebouwing gestreefd naar:
a. een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
b. een goede hoogte-/breedte-verhouding tussen de bebouwing onderling.
1.41 verkeersveiligheid
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot-stand-brengen van een verkeersveilige situatie;
1.42 voorgevelrooilijn/voorbouwgrens
de lijn waarop de voorgevel van de woning is geplaatst; de naar de (hoofd)weg gekeerde bouwgrens;
1.43 waterkering
een grondlichaam (dijk) of constructie met als functie bescherming van lager gelegen gebied (veelal polders) tegen water van buiten dat gebied;
1.44 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.45 woonhuis
een gebouw, dat één, niet gestapelde woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.46 woonsituatie
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. garanderen van een redelijke lichttoetreding en een redelijk uitzicht, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy;
1.47 zijgevelrooilijn
de lijn waarop de zijgevel van de woning is geplaatst.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 oppervlakte van een bouwwerk
de oppervlakte van een bouwwerk:tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. paden;
- c. speelvoorzieningen;
- d. waterlopen en waterpartijen;
met daaraan ondergeschikt:
- e. straten;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. sloten, bermen en beplanting;
- i. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende andere bouwwerken waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. straten;
- b. paden;
- c. ontsluitingswegen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. ter plaatse van de functieaanduiding 'br' mogen bruggen aangelegd c.q. gebouwd worden;
- i. ter plaatse van de functieaanduiding 'sv-d' mogen duikers aangelegd c.q. gebouwd worden;
- j. ter plaatse van de functieaanduiding 'sv-ont' geldt dat deze grond uitsluitend gebruikt mag worden voor de ontsluiting van gemotoriseerd en langzaam verkeer;
- k. ter plaatse van de functieaanduiding 'sv-p' mogen parkeervoorzieningen aangelegd worden.
met daaraan ondergeschikt:
- l. tuinen en erven;
- m. sloten, bermen en beplanting;
met de daarbijbehorende andere bouwwerken waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden ter plaatse van de functieaanduiding 'sv-p' voor de ontsluiting van gemotoriseerd en langzaam verkeer.
Artikel 5 Water
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterlopen en waterpartijen;
- b. oevers, bermen en beplanting;
- c. groenvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- d. wegen, straten en paden;
- e. kunstwerken, geen steigers zijnde;
met de daarbijbehorende andere bouwwerken, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik dat strijdig is met de bestemmingsomschrijving wordt in elk geval aangemerkt:
- a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als afmeervoorziening ten behoeve van woonboten;
- b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als afmeervoorziening ten behoeve van plezierbootjes, anders dan voor eigen gebruik;
- c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen voor de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik) onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen.
5.4 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van een goede waterhuishouding en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Artikel 6 Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
- b. met dien verstande dat ter plaatse van de bouwaanduiding 'gestapeld' ook gestapelde woningen zijn toegestaan, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
- c. bijbehorende bouwwerken;
met daaraan ondergeschikt:
- d. wegen, straten en paden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. waterlopen en waterpartijen;
met de daarbijbehorende:
- j. tuinen, erven en terreinen;
- k. andere bouwwerken.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in 6.2.1 sub g in die zin dat de afstand van een hoofdgebouw of een blok van aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens wordt verkleind;
- b. het bepaalde in 6.2.1 sub h in die zin dat een hoofdgebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak;
- c. het bepaalde in 6.2.2 sub a in die zin dat aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen minder dan 2,00 m achter, c.q. vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van een hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan worden gebouwd.
6.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van een woonhuis dan wel een gestapelde woning voor meer dan één woning;
- b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan - voor zover er sprake is van een woonhuis - met een omgevingsvergunning worden afgeweken van: het bepaalde in 6.5 sub c in die zin dat de gronden en bouwwerken, in combinatie met en ondergeschikt aan de woonfunctie, worden gebruikt ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mits:
- a. de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30 % van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van woonhuizen op het bouwperceel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen;
- b. de woonfunctie niet onevenredig wordt aangetast;
- c. het uiterlijk van het betreffende woonhuis niet wordt aangetast;
- d. het beroep/bedrijf wordt uitgeoefend door in ieder geval de hoofdbewoner(s) van de woning. Ten behoeve van ondersteuning (o.a. administratie) mogen maximaal 2 personen in dienst zijn. De bedrijfstechnische of -economische noodzaak hiertoe moet worden aangetoond;
- e. het niet gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- f. het parkeren op eigen erf plaatsvindt. Indien dit niet mogelijk is, mag de parkeerdruk in de naaste omgeving als gevolg van de voorgenomen activiteit niet onevenredig toenemen;
- g. de verkeersdruk in de naaste omgeving niet onevenredig toeneemt.
Artikel 7 Waarde - Archeologie
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
7.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in 7.2 mits:
- a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, of;
- b. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad, of;
- c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht genomen wordt:
1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
3. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
Indien aan de afwijking voorwaarden worden verbonden, wordt de intergemeentelijke organisatie voor archeologie in de gemeente om advies gevraagd.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Waterstaat - Waterkering
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering.
De belangen van deze bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
8.2 Bouwregels
Op de in 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de hoogte van de bouwwerken niet meer mag bedragen dan de hoogte van de bestaande omliggende bebouwing en de dijk.
8.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, conform de bouwregels op grond van de betreffende bestemming, mits de belangen van de waterkering niet worden geschaad.
- b. Alvorens bij een omgevingsvergunning af te wijken, zoals bedoeld onder a winnen burgemeester en wethouder schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering.
8.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' wijzigen door de bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse de waterkerende functie is komen te vervallen, dan wel uit berekeningen is gebleken dat een andere ligging noodzakelijk, c.q. verantwoord is, blijkens een schriftelijke verklaring van de beheerder van de waterkering.
8.5 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de waterkerende functie c.q. ten behoeve van het behoud van de landschappelijke, cultuurlandschappelijke en ecologische waarden van de dijk, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bij wijzigingen of ontwikkelingen in het plangebied waar de dubbelbestemming 'Waterstaat- Waterkering' van toepassing is, is te allen tijde goedkeuring van de dijkbeheerder vereist.
8.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- b. het gebruik van de gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf;
- e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10 % van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
- d. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen wordt vergroot, mits:
1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10 % van het betreffende bestemmingsvlak bedraagt;
2. de bouwhoogte leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt; - e. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
3. één erker per (hoofd)gebouw over maximaal de halve gevelbreedte;
4. ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;
mits de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden
Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft.
Artikel 13 Overige Regels
13.1 Parkeergelegenheid
Tot parkeergelegenheid wordt in ieder geval gerekend:
- a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, mag niet worden gebouwd wanneer voor dit bouwwerk op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien;
- b. Bij een omgevingsvergunning wordt beoordeeld of sprake is van voldoende parkeergelegenheid aan de hand van de normen die zijn neergelegd in de 'Nota Parkeernormen, gemeente Medemblik, 6 maart 2014' met dien verstande dat indien gedurende de planperiode een nieuwe versie verschijnt, met deze nieuwe versie rekening wordt gehouden. Hierbij kunnen voorschriften worden opgenomen over het realiseren en in stand houden van parkeergelegenheid op eigen terrein;
- c. Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend een functiewijziging van bouwwerken of onbebouwde gronden in een functie met een grotere parkeerbehoefte, zonder dat in voldoende mate ruimte aanwezig is ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's. Deze bepaling geldt niet:
- 1. voor bestaand gebruik;
- 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien.
- d. Bij de toepassing van het bepaalde onder c wordt beoordeeld of sprake is van voldoende parkeergelegenheid aan de hand van de normen die zijn neergelegd de 'Nota Parkeernormen, gemeente Medemblik, 6 maart 2014', met dien verstande dat indien gedurende de planperiode een nieuwe versie verschijnt, met deze nieuwe versie rekening wordt gehouden, waarbij alleen gelet wordt op de toename van de parkeerbehoefte als gevolg van de functiewijziging. Hierbij kunnen nadere eisen worden gesteld aan de situering en omvang van de parkeergelegenheid ten behoeve van het realiseren en in stand houden van parkeergelegenheid op eigen terrein;
- e. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde sub a en c en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.
13.2 Laad- en losruimte
Indien het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend verleend indien aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk wordt voorzien in die behoefte. Deze bepaling geldt niet:
- a. voor bestaand gebruik, waarbij de herbouw van een bouwwerk zonder functiewijziging wordt beschouwd als bestaand gebruik;
- b. voor zover op andere wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10 %;
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Woningbouw DEK-Terrein Medemblik.
Bijbehorende bij het besluit van 4 oktober 2018 (zie bijlage 2 ).
Bijlage 1 Lijst Met Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten
Bijlage 1 Lijst met kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Bijlage 2 Vaststellingsbesluit
Bijlage 2 Vaststellingsbesluit
Bijlage 1 Gebiedsvisie Dek-terrein Medemblik
Bijlage 1 Gebiedsvisie DEK-terrein Medemblik
Bijlage 2 Onderbouwing Ladder Voor Duurzame Verstedelijking Dek-terrein
Bijlage 2 Onderbouwing ladder voor duurzame verstedelijking DEK-terrein
Bijlage 3 Advies Watersysteemkeuze En Bouw- En Woonrijp Maken
Bijlage 3 Advies watersysteemkeuze en bouw- en woonrijp maken
Bijlage 4 Effecten Peilverhoging Watergang Langs Het Voormalige Dek Terrein Nabij Oostersingel En Vlietsingel
Bijlage 5 Bijkomend Grondwateronderzoek Voormalig Dek-sportterrein En Vlietsingel
Bijlage 5 Bijkomend grondwateronderzoek voormalig DEK-sportterrein en Vlietsingel
Bijlage 6 Verkeersanalyse Dek-terrein Medemblik
Bijlage 6 Verkeersanalyse DEK-terrein Medemblik
Bijlage 7 Ontsluiting Nieuwbouwlocatie Dek-terrein
Bijlage 7 Ontsluiting nieuwbouwlocatie DEK-terrein
Bijlage 8 Digitale Watertoets Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Bijlage 8 Digitale watertoets hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Bijlage 9 Aanvullende Reactie Digitale Watertoets
Bijlage 9 Aanvullende reactie digitale watertoets
Bijlage 10 Natuurtoets In Het Kader Van Woningbouwproject Medemblik
Bijlage 10 Natuurtoets in het kader van woningbouwproject Medemblik
Bijlage 11 Voortoets Dek-terrein In Medemblik
Bijlage 11 Voortoets DEK-terrein in Medemblik
Bijlage 12 Bureauonderzoek En Verkennend Booronderzoek
Bijlage 12 Bureauonderzoek en verkennend booronderzoek
Bijlage 13 Archeologisch Advies
Bijlage 13 Archeologisch advies
Bijlage 14 Vrijgavedocument Archeologie
Bijlage 14 Vrijgavedocument archeologie
Bijlage 15 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 15 Akoestisch onderzoek
Bijlage 16 Verkennend Bodemonderzoek Vlietsingel Te Medemblik
Bijlage 16 Verkennend bodemonderzoek Vlietsingel te Medemblik
Bijlage 17 Reactienota Inspraak En Overleg
Bijlage 17 Reactienota Inspraak en Overleg