Bedrijfsterrein Bombraak, tweede fase
Bestemmingsplan - Oostzaan
Vastgesteld op 13-09-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze Regels, ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden regels worden gesteld;
1.2 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.3 ander werk:
een werk, geen bouwwerk zijnde;
1.4 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
1.5 bebouwingspercentage:
een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel dat ten hoog-ste mag worden bebouwd;
1.6 bedrijfsgebouw:
een gebouw, niet zijnde een woning, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;
1.7 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.8 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0431.BP2010001001-0401 met bijbehorende regels en bijlagen;
1.9 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.10 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.11 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.12 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.13 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.14 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
1.15 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.16 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.17 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.18 geluidgevoelige functies:
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
1.19 grootschalige detailhandel:
grootschalige detailhandelsvestiging, die vanwege zijn omvang niet in een woon- of centrumgebied thuishoort en waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- a. detailhandel in volumineuze goederen, die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten en caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair;
- b. bouwmarkt met een al dan niet geheel overdekt bruto vloeroppervlak van minimaal 1.000 m², waarop het volledige assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden, zowel aan vakman als particulier;
- c. grootschalige detailhandel in meubelen en woninginrichting en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen met een minimum bruto verkoopvloeroppervlak van 1.000 m²;
1.20 horeca-activiteiten:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse verstrekt en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, maar met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.21 kantoor:
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, technische, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie;
1.22 kantooractiviteiten:
de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, technische, organisatorische- en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie.
1.23 opslag:
het bedrijfsmatig opslaan, verpakken en verhandelen van goederen;
1.24 peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
1.25 plan:
het bestemmingsplan "bedrijfsterrein Bombraak, tweede fase" van de gemeente Oostzaan;
1.26 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.27 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.28 recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
1.29 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.30 snelweggerelateerde horeca:
vorm van horeca die gewoonlijk langs of in de nabijheid van snelwegen wordt uitgeoefend, zoals een wegrestaurant en/of een motel;
1.31 verkoopvloeroppervlakte (bruto):
de oppervlakte van alle voor mensen toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.32 verkoopvloeroppervlakte (netto):
de oppervlakte van voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.33 verkeers- en vervoersactiviteiten:
activiteiten die grotendeels betrekking hebben op het verplaatsen van personen en goederen en die veelal plaatsvinden op doorgaande wegen, vaarwegen en spoorwegen, daaronder begrepen parkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
- a. de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
- b. lengte, breedte en diepte van bouwwerken: tussen de verst van elkaar gelegen punten van die werken, horizontaal gemeten;
- c. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
- d. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
- e. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
- f. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- g. onderlinge afstanden: afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;
- h. de hoogte van een windturbine: vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.2 Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
3.1 De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsactiviteiten, voor zover deze bedrijven behoren tot de categorieën 2, 3A, 3B en 4A van de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van
- 1. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
- 2. seksinrichtingen;
- 3. grootschalige detailhandel;
- b. productiegebonden detailhandel en horeca ten dienste van de onder a. genoemde activiteiten;
- c. kantooractiviteiten ten dienste van de onder a. genoemde activiteiten;
- d. snelweggerelateerde horeca;
- e. verkeers- en verblijfsactiviteiten.
Bouwregels
3.2 Ten behoeve van de in 3.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd, met inachtneming van:
- a. de in 3.3 t/m 3.4 genoemde bepalingen;
- b. de aangegeven aanduidingen.
3.3 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
- a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
- b. voor het bouwen van gebouwen gelden voorts de maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Gebouwen | Eis |
minimale onderlinge afstand tussen gebouwen | 5 meter |
minimale afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens | 3 meter |
maximale hoogte nutsgebouwen | 3 meter |
maximale oppervlakte nutsgebouwen | 15 m2 |
3.4 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in de onderstaande tabel:
Bouwwerk geen gebouw zijnde | Eis |
maximale hoogte erfafscheidingen | 2,5 meter |
maximale hoogte vlaggenmasten | 6 meter |
maximale hoogte bewegwijzering en naamborden | 2,5 meter |
maximale hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 12 meter |
Nadere eisen
3.5 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de afstand van de bebouwing tot de bouwperceelsgrens die grenst aan de openbare ruimte, waaronder tevens wordt begrepen de rond het bedrijfsterrein gesitueerde groenzone;
- b. de geleding van de bebouwing.
3.6 De in 3.5 bedoelde nadere eisen kunnen slechts worden gesteld ten behoeve van de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing van de gebouwen, gebouwdelen en reclame-uitingen, met dien verstande dat de nadere eisen passen binnen het voor het gebied door de gemeenteraad geformuleerde welstandsbeleid, dan wel vanuit het oogpunt van brandveiligheid en bereikbaarheid noodzakelijk zijn.
Ontheffing van de bouwregels
3.7 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub c van de Wet ruimtelijke ordening, ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.3, sub a voor het realiseren van nutsgebouwen buiten het bouwvlak.
Specifieke gebruiksregels
3.8 Het tonen van reclame is uitsluitend toegestaan ten behoeve van de op het bedrijfsterrein gevestigde bedrijven.
3.9 Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "horeca".is het toegestaan snelweggerelateerde horeca als bedoeld in 3.1, sub d. uit te oefenen.
Ontheffing gebruiksregels
3.10 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub c van de Wet ruimtelijke ordening, ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.1 onder a voor de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen in de tot het plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, voor zover die bedrijfsactiviteiten naar aard en omvang maximaal gelijk te stellen zijn aan de in de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijfsactiviteiten.
Artikel 4 Groen
Bestemmingsomschrijving
4.1 De voor "Groen" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor groen- en watervoorzieningen, alsmede recreatief medegebruik.
Bouwregels
4.2 Ten behoeve van de in 4.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd, met inachtneming van de in 4.3 genoemde bepalingen.
4.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in de onderstaande tabel:
Bouwwerk geen gebouw zijnde | Eis |
maximale hoogte verlichtingsmasten en lantaarnpalen | 5 meter |
maximale hoogte straatmeubilair | 3 meter |
maximale hoogte bewegwijzering | 3 meter |
maximale hoogte objecten van beeldende kunst | 5 meter |
maximale hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 1 meter |
maximale oppervlakte van vissteigers | 30 m2 |
Artikel 5 Verkeer
Bestemmingsomschrijving
5.1 De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeers- en vervoersactiviteiten.
Bouwregels
5.2 Ten behoeve van de in 5.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd, met inachtneming van de in 5.3 genoemde bepalingen;
5.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in de onderstaande tabel:
Bouwwerk geen gebouw zijnde | Eis |
maximale hoogte verlichtingsmasten en lantaarnpalen | 10 meter |
maximale hoogte straatmeubilair | 3 meter |
maximale hoogte bewegwijzering en naamborden | 3 meter |
maximale hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Artikel 6 Water
Bestemmingsomschrijving
6.1 De voor "Water" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor waterpartijen, de waterhuishouding en recreatief verkeer te water, met de daarbij behorende oevers.
Bouwregels6.2 Ten behoeve van de in 6.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd, zoals bruggen, duikers en beschoeiingen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
7.1 Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Aanduidingsregels
8.1 Op gronden met de aanduiding "Geluidzone - industrie" is het niet toegestaan het aantal geluidgevoelige functies toe te laten nemen.
Artikel 9 Algemene Ontheffingsregels
Meetverschillen
9.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub c van de Wet ruimtelijke ordening, ontheffing te verlenen van de bepalingen van het plan, voor zover dit, tengevolge van geringe afwijkingen of onnauwkeurigheden, noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat de genoemde afwijkingen ten hoogste 5,00 meter mogen bedragen.
10%-regeling
9.2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub c van de Wet ruimtelijke ordening, ontheffing te verlenen van de bepalingen van het plan ten behoeve van een vermeerdering van de voorgeschreven maten en percentages, alsmede de inhoud en de oppervlakte van de bouwwerken, mits de vermeerdering niet meer dan 10% bedraagt.
Nutsvoorzieningen
9.3 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub c van de Wet ruimtelijke ordening, ontheffing te verlenen van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van nutsgebouwtjes met een maximale hoogte, oppervlakte en inhoud van respectievelijk 5 meter, 25 m² en 75 m³.
Artikel 10 Algemene Wijzigingsregels
10.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op basis van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodat bestemmingsgrenzen in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling kunnen worden aangepast, met dien verstande dat de bij de wijziging betrokken bestemmingen met niet meer dan 10% worden verkleind of vergroot.
10.2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op basis van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodat de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen in de tot het plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten mogelijk wordt, voor zover die bedrijfsactiviteiten naar aard en omvang maximaal gelijk te stellen zijn aan de in de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijfsactiviteiten.
Artikel 11 Algemene Procedureregels
Procedure ontheffingen
11.1 Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing op grond van deze regels is de procedure van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing (uniforme openbare voorbereidingsprocedure).
Procedure wijzigingsbevoegdheid
11.2 Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van deze regels is de procedure van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing (uniforme openbare voorbereidingsprocedure).
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsregels
Bouwwerken
12.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
12.2 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van 12.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 12.1 met maximaal 10 %.
12.3 Het bepaalde in 12.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Gebruik
12.4 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
12.5 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 12.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
12.6 Indien het gebruik, bedoeld in 12.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
12.7 Het bepaalde in 12.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels bestemmingsplan Bedrijfsterrein Bombraak, tweede fase".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Oostzaan, gehouden op ............
...., voorzitter
...., griffier
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Reactie Gedeputeerde Staten
Bijlage 1 Reactie Gedeputeerde Staten
Bijlage 2 Reactie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Bijlage 2 Reactie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier