Centrum Opmeer - Spanbroek 2023
Bestemmingsplan - gemeente Opmeer
Ontwerp op 10-12-2023 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
Het bestemmingsplan Centrum Opmeer - Spanbroek 2023 met identificatienummer
NL.IMRO.0432.BP81199-0001 van de gemeente Opmeer.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 Aan huis verbonden beroep
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
1.4 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 Aanduidingsgrens
Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 Aaneengebouwde woning
Een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneengebouwde woningen.
1.7 Achtererfgebied
Erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
1.8 Afhankelijke woonruimte
Een onderdeel van het hoofdgebouw of (aangebouwd) bijgebouw waarin een gedeelte van de voor mantelzorg of inwonende ouders bedoelde huishouding is gevestigd.
1.9 Ambachtelijk bedrijf
Een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen.
1.10 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.11 Bebouwingspercentage
Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.12 Bedrijf
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
1.13 Bedrijfswoning
Eén woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.
1.14 Belangrijkste gebouw
Een gebouw dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
1.15 Beperkte, onzelfstandige horeca-activiteiten
Het qua aard en omvang beperkt verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit in direct verband met andere ter plaatse toegestane hoofdactiviteiten (niet zijnde horeca).
1.16 Beperkt kwetsbare objecten
- a. Woningen, kantoorgebouwen, hotels, restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen, voor zover deze objecten niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren.
- b. Sporthallen, zwembaden, speeltuinen.
- c. Sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren.
- d. Andere objecten die met de onder a en b genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren.
- e. Objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
1.17 Bestaand
- a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en werken, en werkzaamheden: bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van dit plan;
- b. ten aanzien van het overige gebruik: bestaand ten tijde van het in werking treden van dit plan;
1.18 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.19 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.20 Bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.21 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.22 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.23 Bouwlaag
Een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.24 Bouwperceel
Een aaneengesloten terrein, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.25 Bouwperceelsgrens
De grens van een bouwperceel.
1.26 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.27 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.28 Casino
Gelegenheid waar in een luxe omgeving gegokt wordt.
1.29 Consument verzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten cq. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot het onder 1.3 omschreven beroep aan huis, gericht op consumentverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk.
1.30 Cultuur en ontspanning
Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning waaronder:
- ateliers; en/of
- bioscopen; en/of
- bowlingbanen; en/of
- creativiteitscentra; en/of
- dansscholen; en/of
- musea; en/of
- muziekscholen; en/of
- muziektheaters; en/of
- sauna; en/of
- theater; en/of
- wellness.
1.31 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.32 Dienstverlening
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een belwinkel en internetcafé.
1.33 Erf
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
1.34 Erfafscheiding
bouwwerk of groenvoorziening bedoeld om het erf af te bakenen van een buurerf, de weg en/of openbaar groen;
1.35 Erker
Een uitbouw aan een woning, die zich bevindt aan de voor en/of zijgevel van de woning en welke ondergeschikt is aan de hoofdmassa;
1.36 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, met meer dan één wand omsloten ruimte vormt.
1.37 Geluidzoneringsplichtige inrichting
Een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
1.38 Geschakelde woning
Woningen waarvan de belangrijkste gebouwen door middel van bijbehorende bouwwerken met elkaar zijn verbonden.
1.39 Gestapelde woning
Boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
1.40 Gevellijn
De als zodanig aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd.
1.41 Gokhal / Amusementshal
Gelegenheid voor kansspelen.
1.42 Horeca
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
Horeca, categorie 1:
Een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt.
Horeca, categorie 2:
Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjes, zakenlunchroom, konditorei, ijssalon/ijswinkel, koffie- en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant.
Horeca, categorie 3:
Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen.
Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar.
Horeca, categorie 4:
Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren.
Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning).
Horeca, categorie 5:
Een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf.
Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.
Horeca, ondergeschikt:
Niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;
1.43 Huishouden
Een persoon of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid. Kenmerken van de continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid zijn:
- voor onbepaalde tijd samenleven;
- een ieder neemt deel aan het gezinsleven, bijvoorbeeld samen eten en verdeling huishoudelijke taken;
- eigen kamer, maar gemeenschappelijk sanitair, keuken en woonkamer;
- personen worden niet door instelling geplaatst, er vindt geen behandelingstraject plaats.
Bedrijfsmatige kamerverhuur en bijzondere woonvormen vallen niet onder het begrip 'huishouden'.
1.44 Internetwinkel zonder fysieke bezoekmogelijkheid
Een internetwinkel, met de daarbij behorende opslag en logistiek, waarmee de klant op geen enkele manier fysiek in contact staat. Alle klantcontacten en transacties verlopen digitaal en verzending van goederen gebeurd uitsluitend per post.
1.45 Kantoor
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.46 Kermis
Een openlucht evenement, dat plaatsvindt in de openbare ruimte en waarbij kleinschalige, tijdelijke voorzieningen geplaatst kunnen worden ter vermaak en ontspanning, waaronder een zweefmolen, schiettent, behendigheidsspelletjes en daarmee in omvang en functie vergelijkbare voorzieningen.
1.47 Kunstwerken
Bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke.
1.48 Maatschappelijk
Het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:
- apotheek; en/of
- bijzondere woonvorm (gehandicapten); en/of
- bibliotheken; en/of
- gezondheidszorg; en/of
- jeugdopvang; en/of
- naschoolse opvang; en/of
- praktijkruimten; en/of
- religie; en/of
- verenigingsleven; en/of
- welzijnsinstellingen; en/of
- zorginstellingen.
1.49 Mantelzorg
Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
1.50 Ondergronds bouwwerk
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.
1.51 Overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder eigen wanden dat aan tenminste een deel van één zijde een gesloten wand kent, waaronder begrepen een carport.
1.52 Pand
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.53 Peil
- Voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst; de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
- In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.54 Productiegebonden detailhandel
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.55 Prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.56 Seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.57 Toonzaal
Een ruimte, of bij elkaar behorende ruimten, die bedoeld zijn om te worden gebruikt voor het ten toon stellen van goederen, producten en materialen met als doel de verkoop ervan.
1.58 Verbeelding
De digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen ruimtelijke informatie;
1.59 Voorerfgebied
Erf, niet zijnde het achtererfgebied.
1.60 Voorgevel
De naar de weg of aan het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.61 Voorgevellijn
Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
1.62 Voorzieningen van algemeen nut
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.63 Vrijstaande woning
Een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het belangrijkste gebouw in de zijdelingse perceelgrens staan.
1.64 Wet/wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
1.65 Woning
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.66 Zorgwoning
Een zelfstandige woning, gericht op het verlenen van zorg.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 De breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
Afstand tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of het de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
2.3 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.6 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 Afstand tot de bouwperceelsgrens
Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
2.8 Ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij deze regels);
- b. voorzieningen ten dienste van het ontvangen en zenden van radio- en televisiesignalen en telecommunicatie;
- c. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen, en detailhandel, welke in direct verband staat met de bedrijfsactiviteiten van het mengvoederbedrijf en de deurenspeciaalzaak 'Rodako';
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', een nutsvoorziening;
met de daarbij behorende:
- f. tuinen, erven en terreinen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. voorzieningen van algemeen nut;
- j. wegen, straten, paden;
- k. waterlopen en waterpartijen;
- l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- b. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- c. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- b. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 3.1 sub e;
- c. detailhandel, met uitzondering van detailhandel welke in direct verband staat met de bedrijfsactiviteiten van het mengvoederbedrijf, als bedoeld in 3.1 sub d;
- d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
- e. seksinrichtingen;
- f. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn;
- g. vestiging van een nieuw mengvoederbedrijf, danwel een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die staan vermeld in hogere categorieën dan categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, nadat de uitoefening van het huidige mengvoederbedrijf, zoals aanwezig ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan, is beëindigd.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 sub a ten behoeve van:
- a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een naast hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.1 sub a indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.1 sub a;
- b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.1 sub a, niet in de Lijst van bedrijven wordt genoemd;
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Centrum
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, uitsluitend voor zover het betreft woningen die op het moment van de tervisielegging van het ontwerpplan aanwezig zijn;
- b. consument-verzorgende ambachtelijke bedrijven, voor zover genoemd in de Lijst van consument-verzorgende ambachtelijke bedrijven, als bijlage 2 bij deze regels gevoegd;
- c. kantoor;
- d. detailhandel, uitsluitend op de begane grond, met uitzondering van een bijbehorende toonzaal op de verdieping;
- e. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
- f. cultuur en ontspanning, uitsluitend op de begane grond;
- g. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
- h. horeca t/m categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- i. een supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
- j. een tweede supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone -Wijzigingsgebied 1', wanneer toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid, zoals opgenomen in artikel 22.2;
- k. beperkte, onzelfstandige horeca-activiteiten ondergeschikt en ondersteunend aan de hoofdfunctie detailhandel, uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat:
- 1. de oppervlakte niet meer dan 30% van de winkelvloeroppervlakte bedraagt, met een maximum van 30 m²;
- 2. de breedte niet meer dan 1/3 van de breedte van de voorgevel bedraagt;
- 3. uitsluitend niet-alcoholische dranken en kleine etenswaren mogen worden verstrekt voor gebruik ter plaatse;
- 4. het horecagedeelte uitsluitend via de entree van de winkel bereikbaar mag zijn;
- 5. de horecagelegenheid door de exploitant van de hoofdfunctie dient te worden geëxploiteerd;
- 6. reclame-uitingen zijn niet toegestaan;
- 7. terrassen bij de horecagelegenheid niet zijn toegestaan, met uitzondering van vergunde terrassen;
- 8. de openingstijden van de ondergeschikte horeca zijn gelijk aan de openingstijden van de detailhandel;
met de daarbij horende:
- l. wegen en paden;
- m. groenvoorzieningen;
- n. parkeervoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
4.4 Afwijken van de bouwregels
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - bouwen onder voorwaarden' kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.1 sub a en b voor het bouwen van bouwwerken, onder voorwaarden dat het bouwvlak alleen bebouwd mag worden indien:
- a. in de directe nabijheid ruimte voor minimaal 14 parkeerplaatsen wordt gereserveerd ter vervanging van de nu bestaande parkeerplaatsen én;
- b. in de directe nabijheid voldoende ruimte wordt gereserveerd voor noodzakelijke extra parkeerplaatsen, waarbij de de parkeernormen uit de Nota Parkeernormen gemeente Opmeer 2016 gelden.
- c. er voldoende mogelijkheden zijn voor het laden en lossen van goederen op eigen terrein.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Dienstverlening
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
met de daarbij behorende:
- b. wegen en paden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. seksinrichtingen;
- b. recreatief nachtverblijf;
- c. prostitutie;
- d. wonen.
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. speelvoorzieningen;
- c. recreatief medegebruik;
- d. ecologisch medegebruik;
met daaraan ondergeschikt:
- e. woonstraten;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. waterlopen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- j. gebouwen;
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Horeca
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een horecabedrijf in de categorie 1 tot en met 3 en in de categorie 5;
- b. wonen, uitsluitend op de bovenste woonlagen.
met de daarbij behorende:
- a. terrassen;
- b. wegen en paden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. seksinrichtingen;
- b. (straat)prostitutie;
- c. casino of gokhal/amusementshal;
- d. wonen.
Artikel 8 Maatschappelijk
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve, culturele en openbare dienstverlening, zoals genoemd in artikel 1.48, met de daarbij behorende beperkte onzelfstandige horeca-activiteiten;
- b. een woonzorginstelling, uitsluitend op de begane grond;
- c. een wijksteunpunt, uitsluitend op de begane grond en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wijksteunpunt', met de daarbij behorende beperkte onzelfstandige horeca-activiteiten;
- d. wonen, uitsluitend op de verdiepingen, ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding;
- e. instandhouding van aldaar voorkomende, door uiterlijke verschijningsvorm en ligging, karakteristieke bebouwing, ter plaatse van de bouwaanduiding 'karakteristiek'.
met de daarbij behorende:
- f. wegen en paden;
- g. groenvoorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. seksinrichtingen;
- b. prostitutie;
- c. recreatief nachtverblijf;
- d. horeca, met uitzondering van beperkte onzelfstandige horeca activiteiten die direct verband houden met de ter plaatse toegestane hoofdactiviteiten.
Artikel 9 Tuin
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gelegen hoofdgebouwen.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
Artikel 10 Verkeer
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
- d. straatmeubilair;
- e. voorzieningen van algemeen nut;
- f. kunstwerken;
- g. waterlopen en waterpartijen;
- h. oeververbindingen;
- i. bruggen en duikers;
- j. dammen;
- k. parkeervoorzieningen;
- l. geluidwerende voorzieningen, in de vorm van een geluidsscherm;
- m. containers ten behoeve van afvalinzameling;
- n. evenementen in de vorm van een weekmarkt en een kermis;
met de daarbij behorende:
- o. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
10.2 Bouwregels
10.3 Specifieke gebruiksregels
10.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 11 Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
wonen in woningen, al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroep en kleinschalige bedrijfsactiviteiten, zoals genoemd in de bij deze regels horende bijlage 2, met dien verstande dat:
- a. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner, die maximaal één werknemer in dienst mag hebben;
- b. het beroep of bedrijf kan door zijn beperkte omvang in de woning met behoud van de woonfunctie worden uitgeoefend;
- c. het betreft niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden;
- d. het betreft geen horeca of bedrijfsactiviteiten die in bijlage 1 zijn aangeduid als hoger dan categorie 1;
- e. er geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met een aan huis gebonden beroep of bedrijf;
- f. er internethandel is toegestaan;
- g. het oppervlak in gebruik voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf bedraagt ten hoogste 40% van het vloeroppervlak van de woning, met een absoluut maximum van 40 m²;
- h. het beroep of bedrijf mag uitsluitend worden uitgeoefend in de woning.
met de daarbij behorende:
- i. tuinen, erven en terreinen;
- j. toegangswegen en paden;
- k. parkeervoorzieningen;
- l. groenvoorzieningen;
- m. nutsvoorzieningen;
- n. waterlopen en waterpartijen;
- o. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
- a. de aanleg van parkeervoorzieningen op eigen terrein bij de in de bestemming toegestane bedrijven en aan-huis-verbonden beroep;
De nadere eisen kunnen uitsluitend gesteld worden met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. aangeduide gebouwen;
- e. de woonsituatie.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
- b. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
- c. kamerbewoning;
- d. seksinrichtingen;
- e. escortbedrijf
- f. (straat)prostitutie;
- g. detailhandel;
- h. verlenen van zorg door een zorginstelling;
- i. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden.
Artikel 12 Wonen - Historisch Lint
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Historisch lint' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen en bijbehorende bouwwerken bij woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf;
- b. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek' aangegeven bebouwing;
met daaraan ondergeschikt:
- c. wegen en straten;
- d. paden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. waterlopen en waterpartijen;
met de daarbijbehorende:
- j. tuinen, erven en terreinen;
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
12.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 26.2.1 sub b in die zin dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de geluidbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
- b. het bepaalde in lid 26.2.1 sub c in die zin dat de voorgevel van een hoofdgebouw tot ten hoogste 2,00 m achter de naar de weg gekeerde bouwgrens wordt gebouwd;
- c. het bepaalde in lid 26.2.1 sub g in die zin dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verlaagd c.q. dat een hoofdgebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak;
- d. het bepaalde in lid 26.2.1 sub i in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' of 'specifieke bouwaanduiding - stolp' wordt afgeweken van de bestaande maatvoering, met dien verstande dat:
- 1. de goothoogte ten hoogste 3,5 m bedraagt;
- 2. de bouwhoogte ten hoogste 8,5 m bedraagt;
- 3. de dakhelling tenminste 40° en ten hoogste 65° bedraagt.
12.5 Specifieke gebruiksregels
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 26.5.1 sub c in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen worden gebruikt voor zorgvoorzieningen.
12.7 Omgevingsvergunning voor het slopen
12.8 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de aanduiding 'karakteristiek' of 'specifieke bouwaanduiding - stolp' wordt verwijderd, indien:
- 1. het karakteristieke pand of de stolp teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden; of
- 2. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld; of
- 3. de karakteristieke hoofdvorm in zijn geheel redelijkerwijs niet te handhaven is in relatie tot de functie die het gebouw moet of uitsluitend nog kan vervullen;
- b. de functieaanduidingen worden verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.
Artikel 13 Leiding - Water
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de watertransportleiding en daarbij behorende voorzieningen.
13.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding, waaronder begrepen gebouwtjes met elk een oppervlakte van ten hoogste 30 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
13.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 13.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
- a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding, en
- b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 Waarde - Archeologie 2
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
14.2 Bouwregels
14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 15 Waarde - Archeologie 4
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
15.2 Bouwregels
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Waterstaat - Waterkering
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. waterkerende werken ten behoeve van de waterstaat, waaronder kaden en dijken;
- b. waterhuishouding.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemming(en).
16.2 Bouwregels
In afwijking van het in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 16.1, uitsluitend toegestaan bouwwerken, zoals keermuren, bruggen, duikers, bakens en lichten, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
16.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 voor het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 16.1, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende dijkbeheerder omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 17 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 18 Algemene Bouwregels
18.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
18.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
18.3 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
Artikel 19 Algemene Gebruiksregels
19.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken van gronden en bouwwerken op een wijze of tot doel strijdig met de bestemming;
- b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- c. het gebruik van de gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf;
- f. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van de gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperplaatsen';
- g. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor paardrijbakken;
- h. het gebruik van leegstaande gebouwen voor de huisvesting van buitenlandse werknemers, tenzij is afgeweken ingevolge de afwijkingsbevoegdheid die is opgenomen in de artikelen 3, 5 en 11;
- i. het gebruik van gronden en bouwwerken voor gasboringen, gaswinning en winning van schaliegas;
- j. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluid- en/of verkeersrelevante evenementen op andere gronden dan ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - evenemententerrein 1', 'specifieke vorm van recreatie - evenemententerrein 2' en 'specifieke vorm van recreatie - evenemententerrein 3', met uitzondering van:
- a. Nieuwjaarsactiviteiten;
- b. carnaval;
- c. Koningsdagactiviteiten;
- d. Bevrijdingsdagactiviteiten;
- e. jaarmarkten;
- f. Sinterklaasintochten;
- g. Kerstactiviteiten/wintermarkten;
- h. Oudjaarsactiviteiten;
- i. wandel-, hardloop-, fiets-, skeeler-, schaats- en paardrijtochten;
- j. herdenkingsplechtigheden;
- k. braderieën, waaronder begrepen kofferbak- en snuffelmarkten;
- l. optochten, anders dan een betoging als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
- m. feesten (geen kermis zijnde), muziekvoorstellingen (waaronder begrepen een optreden van de fanfare) of wedstrijden op of aan de weg;
- n. straatfeesten of buurtbarbecues op één dag;
- o. het gebruik van sport-, maatschappelijke en recreatiebestemmingen voor sport-, spel- en verenigingsactiviteiten;
- p. publieksaantrekkende activiteiten in of bij horeca-inrichtingen.
19.2 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige aantasting wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 42.1 sub j in die zin dat verkeers- en/of geluidrelevante evenementen worden toegestaan anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - evenemententerrein 1', 'specifieke vorm van recreatie - evenemententerrein 2' of 'specifieke vorm van recreatie - evenemententerrein 3'.
Artikel 20 Algemene Aanduidingsregels
20.1 vrijwaringszone - dijk
Artikel 21 Algemene Afwijkingsregels
21.1 Algemeen
Indien niet op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken van deze regels kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:
- a. het afwijken van de in de regels voorgeschreven maatvoering met ten hoogste 10%;
- b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsregels en de bouwgrenzen, voor zover zulks in het belang is van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking van de situering niet meer dan 3 meter bedraagt;
- d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter;
- e. de bouwvlakken, voor zover zulks noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen, mits de afwijking niet meer dan 5 meter bedraagt;
- f. de in artikel 21.1 sub a t/m e genoemde afwijkingen worden slechts toegestaan, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 22 Algemene Wijzigingsregels
22.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
- d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
22.2 Wetgevingzone - Wijzigingsgebied 1
- a. De Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - Wijzigingsgebied 1' te wijzigen naar de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
- 1. Er zijn gestapelde en/of geschakelde woningen toegestaan;
- 2. Bij de inrichting van het gebied zoveel als mogelijk aansluiting moet worden gezocht bij de woningtypes, zoals is neergelegd in de Woonvisie 2023-2028;
- 3. Voorzien wordt in voldoende (ondergrondse) parkeervoorzieningen op eigen terrein of in de directe omgeving, waarbij dient te worden voldaan aan de voor de betreffende functie geldende parkeernormen op basis van de Nota Parkeernormen gemeente Opmeer 2016, danwel een later vastgesteld gemeentelijk beleidsdocument;
- 4. Een maximale bouwhoogte van 16,5 meter wordt aangehouden, met uitzondering van de bebouwing gelegen aan de Breestraat hier geldt een maximale bouwhoogte van 9 meter;
- 5. Een maximale goothoogte van 11 meter wordt aangehouden, met uitzondering van de bebouwing aan de Breestraat, hier geldt een maximale goothoogte van 6 meter;
- 6. Voor het overige de in dit bestemmingsplan geldende regels voor 'Wonen' (artikel 11) in acht worden genomen;
- 7. Voor zover sprake is van een netto toename van verharding, dient er voldoende watercompensatie plaats te vinden. Hiertoe dient vooraf advies bij het hoogheemraadschap te worden ingewonnen.
- 8. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor in de omgeving gelegen woningen is verzekerd;
- 9. Milieutechnische- en waardeonderzoeken hebben uitgewezen dat de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik.
- 10. Voldaan moet worden aan de richtlijnen aan het bijhorende beeldkwaliteitsplan Centrum Opmeer-Spanbroek.
- b. De Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - Wijzigingsgebied 1 te wijzigen naar de bestemming 'Centrum', met dien verstande dat:
- 1. De maximale omvang van nieuw te vestigen detailhandel in totaal maximaal 2800 m² brutovloeroppervlakte bedraagt, waarvan geldt dat de maximale brutovloeroppervlakte voor een nieuw te vestigen supermarkt maximaal 2000 m² brutovloeroppervlakte bedraagt. In het gehele plangebied "Centrum Opmeer-Spanbroek" mogen niet meer dan twee supermarkten gevestigd zijn;
- 2. Voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein of in de directe omgeving, waarbij dient te worden voldaan aan de voor de betreffende functie(s) geldende parkeernorm(en) op basis van de Nota Parkeernormen gemeente Opmeer 2016, danwel een later vastgesteld gemeentelijk beleidsdocument;
- 3. De bevoorrading op eigen terrein wordt opgelost;
- 4. Een maximale bouwhoogte van 16,5 meter wordt aangehouden;
- 5. Een maximale goothoogte van 11 meter wordt aangehouden;
- 6. Voor een hoekaccentent in de vorm van een appartemententoren ter plaatse van de voormalige silo mag maximaal een bouwhoogte van 22,5 meter worden aangehouden;
- 7. De in dit bestemmingsplan geldende regels voor 'Centrum' (artikel 4) in acht worden genomen, met dien verstande dat in afwijking van artikel 4.1 sub a tevens woningen op de verdiepingen gerealiseerd mogen worden.
- 8. Voor zover sprake is van een netto toename van verharding, dient er voldoende watercompensatie plaats te vinden. Hiertoe dient vooraf advies bij het hoogheemraadschap te worden ingewonnen;
- 9. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor in de omgeving gelegen woningen is verzekerd. Dit betekent in ieder geval dat indien er sprake is van realisatie van een supermarkt, dit aspect ten minste nader is onderbouwd met een akoestisch onderzoek naar geluid ten gevolge van de inrichting én indirecte hinder afkomstig van een toename van het wegverkeer;
- 10. Milieutechnische- en waardeonderzoeken hebben uitgewezen dat de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik;
- 11. Voldaan moet worden aan de richtlijnen aan het bijhorende beeldkwaliteitsplan Centrum Opmeer-Spanbroek.
22.3 Wetgevingzone - Wijzigingsgebied 2
- a. De wijzigingsvoorwaarden voor het doorvoeren van een wijziging naar 'Wonen' door Burgemeester en wethouders ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - Wijzigingsgebied 2' zijn:
- 1. Er kan één woning gerealiseerd worden in de bestaande stolpboerderij;
- 2. Voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein of in de directe omgeving, waarbij dient te worden voldaan aan de voor de betreffende functie geldende parkeernorm op basis van de Nota Parkeernormen gemeente Opmeer 2016, danwel een later vastgesteld gemeentelijk beleidsdocument;
- 3. De maximale bouwhoogte van de huidige stolpboederij wordt aangehouden;
- 4. De ter plaatse aangeduide 'maximale goothoogte' wordt aangehouden;
- 5. Voor het overige de in dit bestemmingsplan geldende regels voor 'Wonen' (artikel 11) in acht worden genomen;
- 6. Voor zover sprake is van een netto toename van verharding, dient er voldoende watercompensatie plaats te vinden. Hiertoe dient vooraf advies bij het hoogheemraadschap te worden ingewonnen;
- 7. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor in de omgeving gelegen woningen is verzekerd;
- 8. Milieutechnische- en waardeonderzoeken hebben uitgewezen dat de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik;
- 9. Op de begane grond is in de bestaande bebouwing zakelijke dienstverlening en horeca toegestaan, indien de in dit bestemmingsplan geldende gebruiksregels voor 'Dienstverlening' in artikel 5 en Horeca artikel '7' in acht worden genomen;
- 10. Voldaan moet worden aan de richtlijnen aan het bijhorende beeldkwaliteitsplan Centrum Opmeer-Spanbroek.
22.4 Wetgevingzone - Wijzigingsgebied 3
De wijzigingsvoorwaarden voor het doorvoeren van een wijziging naar 'Centrum' danwel wijzigen van de bestemming Centrum te behoeve van het toevoegen van woningen door Burgemeester en wethouders ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingszone - Wijzigingsgebied 3' zijn:
- a. Er zijn alleen woningen toegestaan op de eerste en tweede verdieping;
- b. Voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein of in de directe omgeving,
- c. waarbij dient te worden voldaan aan de voor de betreffende functie geldende parkeernormen opbasis van de Nota Parkeernormen gemeente Opmeer 2016, danwel een later vastgesteld gemeentelijk beleidsdocument;
- d. Een maximale bouwhoogte van 14 meter wordt aangehouden;
- e. De maximale goothoogte is 12 meter;
- f. Voor het overige de in dit bestemmingsplan geldende regels voor 'Centrum' (artikel 4) in acht worden genomen;
- g. Voor zover sprake is van een netto toename van verharding, dient er voldoende
- h. watercompensatie plaats te vinden. Hiertoe dient vooraf advies bij het hoogheemraadschap te
- i. worden ingewonnen;
- j. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor in de omgeving gelegen woningen is verzekerd;
- k. Milieutechnische- en waardeonderzoeken hebben uitgewezen dat de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik.
22.5 Wetgevingzone - Wijzigingsgebied 4
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone -Wijzigingsgebied 4' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat:
- 1. Er 'vrijstaande, aaneengebouwde, dan wel geschakelde woningen zijn toegestaan;
- 2. Bij de inrichting van het gebied zoveel als mogelijk aansluiting moet worden gezocht bij de woningtypes, zoals is neergelegd in de Woonvisie 2023-2028;
- 3. Voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein of in de directe omgeving, waarbij dient te worden voldaan aan de voor de betreffende functie geldende parkeernormen op basis van de Nota Parkeernormen gemeente Opmeer 2016, danwel een later vastgesteld gemeentelijk beleidsdocument;
- 4. Een maximale bouwhoogte van 14 meter wordt aangehouden;
- 5. Een maximale goothoogte van 11 meter wordt aangehouden;
- 6. De hoekaccententen van de bebouwing mogen maximaal 18 meter bedragen;
- 7. Voor het overige de in dit bestemmingsplan geldende regels voor 'Wonen' (artikel 11) in acht worden genomen;
- 8. Voor zover sprake is van een netto toename van verharding, dient er voldoende watercompensatie plaats te vinden. Hiertoe dient vooraf advies bij het hoogheemraadschap te worden ingewonnen;
- 9. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor in de omgeving gelegen woningen is verzekerd;
- 10. Milieutechnische- en waardeonderzoeken hebben uitgewezen dat de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik.
- 11. Voldaan moet worden aan de richtlijnen aan het bijhorende beeldkwaliteitsplan Centrum Opmeer-Spanbroek.
22.6 Wetgevingzone - Wijzigingsgebied 5
- a. Burgermeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone -Wijzigingsgebied 5' te wijzigen in de bestemming 'Centrum' danwel wijzigen van de bestemming Centrum te behoeve van het toevoegen van woningen met dien verstande dat:
- 1. Er zijn 'vrijstaande, aaneengebouwde, dan wel geschakelde woningen toegestaan;
- 2. Bij de inrichting van het gebied zoveel als mogelijk aansluiting moet worden gezocht bij de woningtypes, zoals is neergelegd in de Woonvisie 2023-2028;
- 3. Voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein of in de directe omgeving, waarbij dient te worden voldaan aan de voor de betreffende functie geldende parkeernormen op basis van de Nota Parkeernormen gemeente Opmeer 2016, danwel een later vastgesteld gemeentelijk beleidsdocument;
- 4. Een maximale bouwhoogte van 14 meter wordt aangehouden;
- 5. Een maximale goothoogte van 11 meter wordt aangehouden;
- 6. De hoekaccententen van de bebouwing mogen maximaal 18 meter bedragen;
- 7. Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde bij de functie Wonen de geldende regels uit artikel 11.2.2 in acht worden genomen.
- 8. Voor het overige de in dit bestemmingsplan geldende regels voor 'Centrum' (artikel 4) in acht worden genomen;
- 9. Voor zover sprake is van een netto toename van verharding, dient er voldoende watercompensatie plaats te vinden. Hiertoe dient vooraf advies bij het hoogheemraadschap te worden ingewonnen;
- 10. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor in de omgeving gelegen woningen is verzekerd;
- 11. Milieutechnische- en waardeonderzoeken hebben uitgewezen dat de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik;
- 12. Op de begane grond is maatschappelijke dienstverlening, horeca en retail toegestaan indien de in dit bestemmingsplan geldende regels voor 'Dienstverlening' in artikel 5 en 'Horeca' in artikel 7 in acht worden genomen.
- 13. Indien er meer dan 500m2 BVO wordt gerealiseerd per functie aan zakelijke dienstverlening of horeca dient de ladder voor duurzame verstedelijking te worden;
- 14. Voldaan moet worden aan de richtlijnen aan het bijhorende beeldkwaliteitsplan Centrum Opmeer-Spanbroek.
22.7 Wetgevingzone - Wijzigingsgebied 6
- a. Burgermeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone -Wijzigingsgebied 6' te wijzigen in de bestemming 'Centrum' danwel wijzigen van de bestemming Centrum te behoeve van het toevoegen van woningen met dien verstande dat:
- 1. Er zijn 'vrijstaande, aaneengebouwde, dan wel geschakelde woningen toegestaan;
- 2. Bij de inrichting van het gebied zoveel als mogelijk aansluiting moet worden gezocht bij de woningtypes, zoals is neergelegd in de Woonvisie 2023-2028;
- 3. Voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein of in de directe omgeving, waarbij dient te worden voldaan aan de voor de betreffende functie geldende parkeernormen op basis van de Nota Parkeernormen gemeente Opmeer 2016, danwel een later vastgesteld gemeentelijk beleidsdocument;
- 4. Een maximale bouwhoogte van 14 meter wordt aangehouden;
- 5. Een maximale goothoogte van 11 meter wordt aangehouden;
- 6. Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde bij de functie Wonen de geldende regels uit artikel 11.2.2 in acht worden genomen.
- 7. Voor het overige de in dit bestemmingsplan geldende regels voor 'Centrum' (artikel 4) in acht worden genomen;
- 8. Voor zover sprake is van een netto toename van verharding, dient er voldoende watercompensatie plaats te vinden. Hiertoe dient vooraf advies bij het hoogheemraadschap te worden ingewonnen;
- 9. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor in de omgeving gelegen woningen is verzekerd;
- 10. Milieutechnische- en waardeonderzoeken hebben uitgewezen dat de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik;
- 11. Op de begane grond is zakelijke dienstverlening toegestaan indien de in dit bestemmingsplan geldende regels voor 'Dienstverlening' in artikel 5 in acht worden genomen. Indien er meer dan 500m2 BVO wordt gerealiseerd aan zakelijke dienstverlening dient de ladder voor duurzame verstedelijking te worden;
- 12. Voldaan moet worden aan de richtlijnen aan het bijhorende beeldkwaliteitsplan Centrum Opmeer-Spanbroek.
Artikel 23 Overige Regels
23.1 wet / wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 24 Overgangsrecht
24.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
24.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 25 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Centrum Opmeer - Spanbroek 2023'.