Paraplubestemmingsplan Parkeren
Bestemmingsplan - gemeente Opmeer
Vastgesteld op 20-09-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan parkeernormen Opmeer met identificatienummer NL.IMRO.0432.BPPLUparkeren- VG01 van de gemeente Opmeer;
1.2 plangebied
het gebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft;
1.3 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.4 verbeelding
de digitale verbeelding;
1.5 ruimtelijke plannen
alle bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen, en daarmee gelijk te stellen plannen en besluiten.
Artikel 2 Toepassingsregels
2.1 Herziene bestemmingsplannen
Met dit bestemmingsplan worden alle ruimtelijke plannen binnen het plangebied herzien.
2.2 Relatie met onderliggende plannen
De in artikel 4 van dit bestemmingsplan opgenomen regels gelden in aanvulling op c.q. in afwijking van de regels van de in lid 2.1 bedoelde plannen voor het onderwerp 'parkeren’, en laten de overige regels uit die plannen ongewijzigd.
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Overige Regels
4.1 Voldoende parkeergelegenheid
- a. Een omgevingsvergunning voor de (ver)bouw of het gebruik van een bouwwerk waarbij een (toename van de) behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, wordt slechts verleend indien in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het bijbehorend bouwperceel in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien.
- b. Of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid als bedoeld onder a. wordt bepaald aan de hand van de beleidsregels voor parkeernormering en parkeervoorzieningen van de op 22 december 2016 door de gemeenteraad vastgestelde “Nota Parkeernormen gemeente Opmeer”. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de gewijzigde beleidsregels.
4.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 indien:
- a. op een andere geschikte wijze in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien;
- b. op grond van bijzondere omstandigheden met minder dan voldoende parkeergelegenheid kan worden volstaan;
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden en bouwwerken, de bereikbaarheid en de verkeerssituatie.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan parkeernormen Opmeer'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Eind 2014 is de Woningwet gewijzigd waarbij is bepaald dat een groot deel van de bouwverordening uiterlijk op 1 juli 2018 van rechtswege komt te vervallen. Het gaat dan onder andere om de stedenbouwkundige bepalingen waaronder de parkeernormbepaling. Vóór 1 juli 2018 moeten op grond van de overgangsregeling alle bestemmingsplannen ouder dan eind 2014 op dit onderdeel zijn aangepast. Daarbij kan niet meer verwezen worden naar stedenbouwkundige bepalingen.
Het is voor bijna elke ruimtelijke ontwikkeling belangrijk dat er voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. De gemeente Opmeer wil dan ook de mogelijkheid om eisen te stellen aan het parkeren. In de bestemmingsplannen die na 29 november 2014 zijn vastgesteld, zijn regels voor het aspect 'parkeren' opgenomen. Er is echter geen (eenduidige) regeling in deze plannen opgenomen. Bij bestemmingsplannen die voor deze datum zijn vastgesteld is hier nauwelijks sprake van. Veel van deze bestemmingsplannen hoeven op korte termijn nog niet te worden geactualiseerd. Gekozen is daarom om voor het gehele gemeentelijke grondgebied de parkeernormen met dit plan vast te leggen, dus niet alleen in de plannen van voor eind 2014. Het is een paraplubestemmingsplan, omdat de voorgestelde parkeerregeling overkoepelend geldt voor alle bestemmingsplannen.
1.2 Opzet Van Het Paraplubestemmingsplan
Via dit paraplubestemmingsplan wordt een nieuw artikel opgenomen waarin het beleid met betrekking tot parkeernormen wordt geregeld. Hieronder wordt niet alleen verstaan het parkeren van auto's, maar ook het fietsparkeren. Enerzijds gaat dit artikel gelden voor de bestemmingsplannen die helemaal nog niet voorzien in een parkeerregeling. Anderzijds betreft het de bestemmingsplannen waar wel een parkeerregeling in zit, maar die nog niet is gekoppeld aan de gemeentelijke parkeernormen. Hiermee wordt de regeling geharmoniseerd. Het artikel bepaalt dat de regels voor het aspect 'parkeren' die zijn opgenomen in alle vigerende plannen vervallen en worden vervangen door de regels die zijn opgenomen in dit paraplubestemmingsplan. Voor de bestemmingsplannen waarin niets geregeld was inzake het aspect 'parkeren' gelden deze regels als aanvulling. Het plan heeft dus alleen betrekking op het laten doorwerken van de gemeentelijke parkeernormen.
De gemeente Opmeer heeft haar parkeernormen vastgesteld in de Nota Parkeernormen gemeente Opmeer, die is vastgesteld door de raad op 22 december 2016. In dit paraplubestemmingsplan wordt aangehaakt bij dit parkeerbeleid.
Wanneer nieuw gemeentelijk parkeerbeleid wordt vastgesteld wordt hieraan getoetst. Door deze dynamische regeling hoeft, bij wijziging van de parkeernormen, niet telkens een nieuw paraplubestemmingsplan vastgesteld te worden.
1.3 Ligging Plangebied
Het plangebied van dit paraplubestemmingsplan wordt gevormd door het gemeentelijk grondgebied. Het geldende juridisch-planologisch kader wordt gevormd door bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen. Dit paraplubestemmingsplan is een bestemmingsplan dat als een paraplu over andere, al bestaande bestemmingsplannen (en wijzigings- en uitwerkingsplannen) van de gemeente Opmeer heen hangt.
Het paraplubestemmingsplan is echter niet van toepassing op een tweetal planologische regelingen. In het bestemmingsplan Herziening Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek (vastgesteld 21-12-2017) is al een - iets andere - parkeernormenregeling opgenomen. Met betrekking tot dit plan is - om andere reden - toch al een reparatieplan in voorbereiding, waarbij - onder meer - de parkeeregeling, die in dit parapluplan zit, alsnog wordt overgenomen. De beheersverordening Recreatieparken Opmeer (vastgesteld 20-12-2012) wordt binnen korte termijn geactualiseerd en hierin wordt een specifieke parkeernormenregeling opgenomen. De hierbij horende verordenings- en plangebieden vallen dan ook niet in het plangebied van dit paraplubestemmingsplan.
1.4 Leeswijzer
Deze toelichting is als volgt opgebouwd. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 met een beschrijving van
de parkeernormen. Tevens worden in dit hoofdstuk de juridische aspecten van deze
parapluherziening beschreven. In hoofdstuk 3 wordt tenslotte ingegaan op de beschrijving van de
economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Hoofdstuk 2 Juridische Regeling
2.1 Algemeen
Dit bestemmingsplan bevat een aantal artikelen waarin de nieuwe parkeernormen als het ware worden ingepast in de geldende regelingen. In de regels van dit paraplubestemmingsplan is een bepaling opgenomen op welke wijze de regeling in het betreffende bestemmingsplan is verwerkt en welke bestemmingsplannen en artikelen c.q. leden en/of subleden zijn aangepast, toegevoegd of geschrapt.
De raad van de gemeente Opmeer heeft op 22 december 2016 de "Nota Parkeernormen gemeente Opmeer" vastgesteld (zie bijlage 1). Hierin zijn parkeernormen opgenomen die van toepassing zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente Opmeer wil de vraag naar parkeergelegenheid zodanig faciliteren dat de kwaliteit van de openbare ruimte behouden blijft. Als aan een ruimtelijke ontwikkeling geen voorwaarden kunnen worden gesteld, dan wordt de parkeerbehoefte afgewenteld op het openbaar gebied. Dit kan leiden tot overlast bij de bestaande gebruikers van de openbare ruimte, wanneer dit gebied niet voorziet in voldoende parkeergelegenheid. Door het stellen van parkeernormen wordt voorkomen dat door nieuwe ontwikkelingen overlast ontstaat en wordt de bereikbaarheid van de nieuwe functies gewaarborgd.
Het doel van deze nota is dan ook om er voor te zorgen dat voldoende parkeerplaatsen bij nieuwbouw, verbouw of functieverandering van voorzieningen (woningen, bedrijven, sport, recreatie, etcetera) worden gerealiseerd. Centraal staat dat de veroorzaker van de parkeervraag verantwoordelijk is voor het realiseren van de hoeveelheid benodigde parkeerplaatsen bij een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Bij het bepalen van de hoeveelheid benodigde parkeerplaatsen voor het parkeren of stallen van auto's, dient met de in deze beleidsregel opgenomen normen rekening te worden gehouden. Daarnaast zijn in dit document regels opgenomen onder welke voorwaarden van de parkeernormen afgeweken mag worden. Met deze beleidsregels wordt duidelijkheid en rechtszekerheid geboden aan bouwaanvragers en belanghebbenden.
Het is mogelijk dat binnen de looptijd van dit paraplubestemmingsplan de "Nota Parkeernormen gemeente Opmeer" wordt geactualiseerd. In dat geval geldt de nieuwe beleidsregel en moet getoetst worden aan de inhoud van de dan geldende parkeernormen. Hiervoor is in de regels van dit paraplubestemmingsplan een zogeheten 'dynamische verwijzing' opgenomen.
Het Paraplubestemmingsplan parkeernormen Opmeer is vervat in de planregels, een verbeelding en een toelichting. De verbeelding bestaat uitsluitend uit een plancontour waarvoor het paraplubestemmingsplan van toepassing is. Deze contour komt overeen met de gemeentegrens. In de regels wordt aangegeven in welke bestemmingsplannen en op welke wijze de nieuwe uniforme parkeerregeling wordt toegevoegd. De bindende planstukken (regels en verbeelding) worden nader onderbouwd met de toelichting.
2.2 Uitleg Regels
De regels zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken:
- Inleidende regels;
- Algemene regels;
- Overgangs- en slotregels.
2.2.1 Inleidende regels
In artikel 1 van dit hoofdstuk zijn enkele begrippen opgenomen. De begrippen 'plan' en 'bestemmingsplan' zijn begrippen die verplicht moeten worden verklaard en geven de naamgeving van het bestemmingsplan aan. Daarnaast wordt aangegeven wat met het begrip 'ruimtelijke plannen' wordt bedoeld. In artikel 2 is opgenomen op welke bestemmingsplannen dit paraplubestemmingsplan van toepassing is en wat de relatie met deze plannen is. Het plangebied van dit paraplubestemmingsplan omvat het gehele gebied van de gemeente Opmeer, met uitzondering van:
- het bestemmingsplan Herziening Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek (vastgesteld 21-12-2017);
- de beheersverordening Recreatieparken Opmeer (vastgesteld 20-12-2012).
2.2.2 Algemene regels
Dit hoofdstuk bevat de feitelijke inhoud van het bestemmingsplan. In artikel 3 is de antidubbeltelregel opgenomen. In het eerste lid van artikel 4 zijn de regels opgenomen voor het aspect 'parkeren'. Kort gezegd houdt deze regeling in dat een omgevingsvergunning pas wordt verleend als op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Of dat laatste het geval is wordt bepaald aan de hand van de op 22 december 2016 vastgestelde "Nota Parkeernormen gemeente Opmeer" (zie bijlage 1). In het artikel is voor parkeren ook een afwijkingsbevoegdheid opgenomen als op een andere geschikte wijze in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dan wel op grond van bijzondere omstandigheden met minder dan voldoende parkeergelegenheid kan worden volstaan.
2.2.3 Overgangs- en slotregels
In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd. In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan deze parapluherziening worden aangehaald.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Economische Uitvoerbaarheid
Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet op grond van artikel 3.1.6, eerste lid, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaatsvinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Dit paraplubestemmingsplan voorziet in het planologisch-juridisch borgen van het parkeerbeleid binnen diverse bestemmingsplannen. Aan deze herziening zijn, behoudens de (ambtelijke) kosten van het opstellen van het plan, geen kosten verbonden. De wijzigingen in de planregels die met deze herziening worden doorgevoerd, leiden niet tot een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is daarom niet nodig om een exploitatieplan volgens artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen. Dit paraplubestemmingsplan is economisch uitvoerbaar.
3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Dit bestemmingsplan heeft de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure doorlopen. Tijdens deze procedure is er gelegenheid geweest waarbij burgers en andere belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken.
Dit paraplubestemmingsplan is direct als ontwerpplan ter inzage gelegd, omdat geen sprake is van een nieuw beleidsvoornemen. In deze periode van zes weken kon een ieder zijn zienswijze kenbaar maken. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Wel is het bestemmingsplan ambtshalve gewijzigd vastgesteld. Dit naar aanleiding van recente jurisprudentie en vanwege de wens om duidelijker aan te geven dat het realiseren van voldoende parkeergelegenheid primair op eigen terrein moet plaatsvinden. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.