KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 2 Overige Regels
Artikel 3 Algemene Gebruiksregels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
Artikel 6 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Ligging Plangebied
1.3 Vigerend Bestemmingsplan
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beleidskader
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Economische Uitvoerbaarheid
3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 4 Juridische Planbeschrijving
4.1 Planvorm
4.2 Bestemmingsregeling
Bijlagen Bij De Toelichting
Bijlage 1 Nota Parkeernormen

Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018

Bestemmingsplan - Gemeente Purmerend

Vastgesteld op 28-02-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Bijlage Bij Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.2 plan

het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' met identificatienummer NL.IMRO.0439.BPPARKEREN-va01 van de gemeente Purmerend.

1.3 vigerende bestemmingsplannen

alle binnen de gemeente Purmerend op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan vigerende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen.

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 2 Overige Regels

Reikwijdte en toepassing

De regels van dit plan zijn van toepassing aanvullend op alle bestemmingsplannen, (partiele) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen welke ten tijde van de terinzagelegging van dit ontwerpbestemmingsplan in werking waren en waarin geen eigen parkeerregeling is opgenomen.

Artikel 3 Algemene Gebruiksregels

Parkeervoorzieningen

  1. 1. Bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of het gebruiken van gronden of bouwwerken dient op eigen terrein ten minste voldaan te worden aan de Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016, met inbegrip van eventuele wijzigingen of vervanging van deze nota gedurende de planperiode. De parkeernorm wordt berekend over het nieuw te bouwen of te wijzigen gedeelte. Het niet voorzien in en het niet in stand houden van voldoende parkeergelegenheid wordt gerekend tot strijdig gebruik.
  1. 2. In afwijking van lid 1 hoeft niet voldaan te worden aan de hier genoemde parkeernorm in het geval Burgemeester en wethouders besloten hebben af te wijken van deze norm op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht.
  1. 3. In het geval de Nota Parkeernormen gewijzigd of vervangen wordt, houden Burgemeester en wethouders rekening met deze wijziging of vervanging.

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  1. 2. Het bevoegde gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  2. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. 1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. 2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. 3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. 4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' is een zogenaamd paraplubestemmingsplan. Een paraplubestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van meerdere bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' past en/of vult op slechts één aspect diverse bestemmingsplannen aan. Dit bestemmingsplan voorziet voor alle bestemmingsplannen die geen eigen parkeerregeling hebben opgenomen, in een regeling voor parkeren. Voor het overige blijven de desbetreffende bestemmingsplannen van kracht.

Op grond van de op 29 november 2014 in werking getreden 'Reparatiewet BZK' vervallen uiterlijk op 1 juli 2018 de stedenbouwkundige voorschriften uit de 'Purmerendse bouwverordening'. Eén van die voorschriften betreft het realiseren van voldoende parkeergelegenheid bij ruimtelijke ontwikkelingen. Om dat te kunnen blijven borgen moeten voortaan ruimtelijke plannen daarvoor een regeling bevatten. Dit geldt per direct voor ruimtelijke plannen die zijn vastgesteld na de datum van inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK. Voor oudere ruimtelijke plannen blijven de voorschriften van stedenbouwkundige aard uit de Purmerendse bouwverordening op basis van overgangsrecht gelden tot 1 juli 2018.

In de gemeente Purmerend bevatten nog niet alle bestemmingsplannen een parkeerregeling. Dit betekent dat zonder extra maatregelen er op termijn gebieden in Purmerend ontstaan waar het niet meer mogelijk is om af te dwingen dat er voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid bij ruimtelijke ontwikkelingen. Om dat te voorkomen bereidt de gemeente Purmerend nu het paraplubestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' voor.

Het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' heeft als doel te zorgen voor een toetsingskader om te kunnen bepalen of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid bij nieuwe bouwontwikkelingen en/of gewijzigd gebruik. Met dit bestemmingsplan wordt een uniforme regeling voor parkeren voorgestaan, betrekking hebbend op ruimtelijke plannen zonder regeling.

1.2 Ligging Plangebied

Onderhavig bestemmingsplan heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente Purmerend. Het plan geeft regels op het gebied van parkeren voor de gemeentelijke bestemmingsplannen.

1.3 Vigerend Bestemmingsplan

Binnen het plangebied van het 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' gelden vele bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen.

Het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018' past een deel van deze ruimtelijke plannen aan voor wat betreft de de plannen die nog geen regeling bevatten. Dit bestemmingsplan vult die ruimtelijke plannen aan, uitsluitend voor wat betreft een regeling voor parkeren. Voor het overige blijven de genoemde ruimtelijke plannen van kracht.

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 geeft een samenvatting van het relevante actuele beleidskader. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid. In hoofdstuk 4 wordt een toelichting gegeven op de gekozen planvorm en de gedachten die ten grondslag liggen aan de juridische regeling zoals deze op de plankaart en in de regels is opgenomen.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016

Dit bestemmingsplan verwijst voor de te hanteren normen voor parkeren naar de 'Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016'. Deze nota is als bijlage 1 bij de toelichting gevoegd. De gemeenteraad van Purmerend stelde deze nota op 26 mei 2016 vast.

De beleidsregels in de nota werken de behoefte ten aanzien van parkeren bij een bepaald gebruik (de parkeernormen) nader uit. Ook beschrijft de nota de manier waarop in deze behoefte voorzien kan/moet worden.

Het bevoegd gezag kan besluiten om de hiervoor genoemde nota te wijzigen. Daardoor ontstaat de nodige flexibiliteit ten aanzien van de parkeernormen, zonder dat het noodzakelijk is om het bestemmingsplan te wijzigen.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

De gemeente mag op basis van de Wet ruimtelijke ordening alleen meewerken aan planontwikkelingen die haalbaar en uitvoerbaar zijn. Ingevolge artikel 3.1.6 Bro dient de toelichting van een bestemmingsplan inzichten te bevatten over de uitvoerbaarheid van een plan.

3.1 Economische Uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan heeft uitsluitend betrekking op een regeling voor parkeren, stallen, laden en lossen. Dit heeft geen gevolgen voor de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. De door de gemeente te maken kosten bestaan uitsluitend uit plankosten en de kosten van onderzoek, dat nodig is met het oog op de voorbereiding van het plan. Deze uitgaven komen ten laste van de algemene middelen van de gemeente. Omdat het voorliggend plan niet voorziet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid Wro, hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld. Er doet zich dus geen mogelijkheid voor van kostenverhaal als bedoeld in afdeling 6.4 van de Wro.

3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

3.2.1 Overleg ingevolge artikel 3.1.1 Bro

Artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) schrijft voor dat een bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een ruimtelijk plan, daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Artikel 3.1.6 Bro bepaalt daarnaast dat in de toelichting de uitkomsten van dit overleg worden beschreven.

Het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen Purmerend 2018 raakt geen belangen van andere instanties. Het bestemmingsplan ziet namelijk alleen op het overhevelen van een regeling voor parkeren uit de Purmerendse bouwverordening naar het bestemmingsplan. Daarom is er geen wettelijk vooroverleg gevoerd.

3.2.2 Inspraak ingevolge Algemene inspraakverordening gemeente Purmerend

De Algemene Inspraakverordening van de gemeente Purmerend bepaalt dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden kan besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. In het onderhavige geval is geen inspraak verleend omdat het plan uitsluitend voorziet in een juridische borging van de reeds vastgestelde gemeentelijke parkeernormen. Om deze reden is het plan direct als ontwerp ter inzage gelegd.

3.2.3 Overleg ingevolge artikel 3.8 Wro

Artikel 3:8 Wro bepaalt dat op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Deze afdeling bevat bepalingen rond de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure.

Het ontwerp van dit bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 26 oktober tot en met 6 december 2018. De kennisgeving is in het Purmerends Nieuwsblad en de Staatscourant van 25 oktober 2018 geplaatst. Er zijn in die periode geen zienswijzen naar voren gebracht.

Hoofdstuk 4 Juridische Planbeschrijving

Dit hoofdstuk bevat de toelichting op de gekozen planvorm, die van een gedetailleerd bestemmingsplan. Tevens geeft het inzicht in de overwegingen die aan de juridische regeling ten grondslag hebben gelegen.

4.1 Planvorm

Het onderhavige plan voorziet in een actueel en adequaat juridisch kader voor ontwikkeling en beheer van het plangebied. Het is een plan op basis van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening, opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).

4.1.1 Algemeen

Elke ruimtelijke functie trekt een bepaalde hoeveelheid verkeer aan en genereert daarmee een parkeerbehoefte. Bij ruimtelijke ontwikkelingen kan de vraag naar parkeerplaatsen stijgen. In dat geval is het van belang dat die ontwikkeling ook gepaard gaat met de aanleg van parkeerplaatsen.

Om te waarborgen dat een bouwplan niet leidt tot parkeerproblemen, is het noodzakelijk om in bestemmingsplannen een parkeerregeling op te nemen en om parkeernormen in een gemeentelijke nota vast te leggen. Door de parkeerregeling in het bestemmingsplan in combinatie met parkeernormen in de nota kan een berekening worden gemaakt van de te verwachten parkeerbehoefte. Een parkeernorm geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per eenheid van een bepaalde functie benodigd zijn.

4.1.2 Kader

Bouwverordening

In artikel 2.5.30 van de Bouwverordening is in het kort bepaald dat een aanvrager – indien een ontwikkeling leidt tot een (hogere) parkeervraag – in voldoende mate moet voorzien in parkeerruimte op eigen terrein. Dit wordt de parkeereis genoemd. Met behulp van een Nota Parkeernormen kan, in veel voorkomende gevallen, zowel de omvang van de parkeervraag als de mate van parkeeraanbod worden berekend.

Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. De Reparatiewet neemt onder meer de wettelijke grondslag weg voor de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening. Dit betekent dat de stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening verdwijnen. De Reparatiewet hanteerde een overgangstermijn tot 1 juli 2018. Vanaf die datum hebben de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening hun (aanvullende) werking, voor bestemmingsplannen en beheersverordeningen die voor 29 november 2014 zijn vastgesteld, verloren.

Bestemmingsplan

De nieuwe regelgeving (artikel 3.1.2 lid 2 aanhef en onder a van het Besluit ruimtelijke ordening) maakt het mogelijk om in het bestemmingsplan een koppeling te maken met beleidsregels. Een bestemmingsplan kan nu regels bevatten "waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels". Hierdoor kan (net als voorheen in de bouwverordening ) een flexibele regeling voor parkeren worden opgenomen.

Uit jurisprudentie blijkt dat het niet voldoende is om in de regels alleen aan te geven dat voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid. Er moet in de regels aangegeven worden op basis waarvan dit beoordeeld zal worden. Hiervoor heeft de gemeente Purmerend de 'Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016' opgesteld.

Het parkeeraspect kan in het bestemmingsplan worden geregeld door vast te leggen dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen of wijzigen van een functie, of bij het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid, er voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. "Voldoende" betekent dat wordt voldaan aan de 'Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016'. Daarnaast geldt dat indien de beleidsregels uit deze nota tijdens de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging. In de volgende paragraaf staat beschreven waar in de planregels een en ander is vastgelegd.

4.2 Bestemmingsregeling

Algemene regels

Artikel 2 Overige regels

Artikel 2 geeft de reikwijdte en de toepassing van dit bestemmingsplan aan.

Artikel 3 Algemene gebruiksregels

In de algemene gebruiksbepaling is opgenomen wat onder verboden gebruik van de gronden wordt verstaan. Bij het bouwen of aanleggen van een nieuwe functie of voorziening moet in principe op eigen terrein gezorgd worden voor voldoende parkeerplaatsen. Hiervoor wordt verwezen naar de nota Parkeernomen gemeente Purmerend 2016.

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Deze regel voorkomt dat er meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt. Bijvoorbeeld in het geval (onderdelen van) bouwpercelen - al dan niet tijdelijk - van eigenaren wisselen. Door verwerving van een extra (bouw)perceel of een gedeelte daarvan, kunnen de gronden niet meegenomen worden met de berekening van de bouwmogelijkheden van het nieuwe perceel als de nieuw verworven gronden al meegenomen zijn bij de berekening van een eerdere omgevingsvergunning.

Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

Dit artikel bevat het overgangsrecht dat verplicht is op grond van de artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Bro.



Artikel 6 Slotregel

Het laatste artikel van de regels betreft de citeertitel van het onderliggende bestemmingsplan.

Bijlagen Bij De Toelichting

Bijlage 1 Nota Parkeernormen