KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Centrum
Artikel 4 Waarde - Archeologie 2
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Algemene Bouwregels
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 9 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 10 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Artikel 12 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Ligging Plangebied
1.3 Vigerende Bestemmingsplannen
1.4 Planvorm
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie
2.1 Huidige Situatie
2.2 Toekomstige Situatie
2.3 Planologische Afwijking
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Rijksbeleid
3.2 Provinciaal En Regionaal Beleid
3.3 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 4 Juridische Planbeschrijving
4.1 Inleiding
4.2 Algemeen
4.3 Inleidende Regels
4.4 Bestemmingsregeling
4.5 Algemene Regels
4.6 Overgangsregels En Slotregels
4.7 Handhaving
Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten
Hoofdstuk 6 Economische En Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Functiemenging'
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Herziening Uitbreiding Makado Schagen

Bestemmingsplan - Gemeente Schagen

Vastgesteld op 18-12-2018 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Herziening Uitbreiding Makado Schagen met identificatienummer NL.IMRO.0441.BPCTMakadoherz-VA01 van de gemeente Schagen.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan-huis-verbonden beroep

de uitoefening van:

  • een dienstverlenend beroep of bedrijf;
  • een webwinkel- of postorderbedrijf zonder opslag van goederen;

in een woning en/of daarbij behorende aan- en bijgebouwen, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 achtererf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.

1.7 antenne-installatie

een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.8 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.

1.9 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.10 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.11 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.

1.12 bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 bevoegd gezag

het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.16 bijgebouw

een op zich zelf staand, al dan niet vrijstaand bouwwerk, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.

1.17 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.18 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.19 bouwmarkt

een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.

1.20 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.21 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.22 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.23 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.24 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

1.25 dienstverlening

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van seksinrichtingen.

1.26 eerste verdieping

een tweede bouwlaag van een gebouw, met dien verstande dat onder eerste bouwlaag een souterrain of kelder niet daaronder wordt begrepen.

1.27 erf

het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en de bestemming deze inrichting niet verbiedt.

1.28 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.29 grootschalige detailhandel

detailhandel in de volgende categorieën:

  1. a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  2. b. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
  3. c. tuincentra;
  4. d. grootschalige detailhandelsbedrijven in meubels, keukens en badkamers, al dan niet – in ondergeschikte mate – in combinatie met woninginrichting en stoffering;
  5. e. bouwmarkten.

1.30 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.31 horeca

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.

1.32 kantoor

een gebouw dat door indeling en inrichting kennelijk is bestemd te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden.

1.33 NEN

door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.

1.34 nutsvoorzieningen

de voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.35 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.

1.36 peil

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.

1.37 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.38 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die van deze regels deel uitmaakt.

1.39 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.40 standplaats

een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor bedrijfsmatige doeleinden geschikte ruimte.

1.41 supermarkt

een relatief grote zelfbedieningswinkel waar voedingsmiddelen en huishoudelijke artikelen worden verkocht.

1.42 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.43 voorgevellijn

denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een bouwwerk.

1.44 webwinkel- en postorderbedrijf

de uitoefening van detailhandel, zonder de uitstalling ten verkoop, waarbij de goederen uitsluitend worden verkocht door middel van een schriftelijke en/of elektronische opdracht en die niet ter plaatse aan de koper ter hand wordt gesteld.

1.45 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.46 zijerf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie

  1. a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  2. b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een gebouw

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.

2.5 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.7 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.9 vloeroppervlakte

de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;
  2. b. detailhandel;
  3. c. bedrijven tot en met categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  4. d. horeca, tot en met categorie 2 uit de Staat van Horeca-activiteiten;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': wonen, uitsluitend op de verdiepingen waarbij toegangen en bergingen ook vanaf de begane grond zijn toegestaan, met aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - in- en uitrit parkeergarage' tevens een in- en uitrit van de gebouwde parkeervoorziening;
  7. g. gebouwde en onbebouwde parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. h. groenvoorzieningen;
  2. i. openbare nutsvoorzieningen;
  3. j. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  4. k. laad- en losvoorzieningen;
  5. l. geluidwerende voorzieningen;
  6. m. verhardingen;
  7. n. water.

3.2 Bouwregels

  1. a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    1. 1. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
    2. 2. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
    3. 3. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  1. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    1. 1. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 10 m bedragen;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' mag de bouwhoogte van een geluidwerende voorziening maximaal 2 m bedragen;
    3. 3. in afwijking van het bepaalde onder a2 en a3 mag de maximum goot-/bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - in- en uitrit parkeergarage' worden overschreden ten behoeve van geluidwerende voorzieningen met maximaal 3,5 m;
    4. 4. voor het overige mag de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.

3.3 Afwijken van de gebruiksregels

  1. a. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven die wel zijn genoemd.
  2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder sub a kan uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    2. 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    3. 3. de sociale veiligheid;
    4. 4. de verkeersveiligheid;
    5. 5. de woonsituatie.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  2. b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  3. c. grootschalige detailhandel is niet toegestaan;
  4. d. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en -bedrijven bedraagt ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 40 m²;
  5. e. de bedrijfsvloeroppervlakte van horeca uit categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten bedraagt ten hoogste 360 m2;
  6. f. de bedrijfsvloeroppervlakte aan supermarkt bedraagt niet meer dan 2.900 m2;
  7. g. het maximum aantal woningen bedraagt niet meer dan 14.

Artikel 4 Waarde - Archeologie 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.

4.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen op deze gronden geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. gebouwen ter vervanging van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte met niet meer dan 50 m² wordt uitgebreid;
  2. b. nieuwe gebouwen met een oppervlakte van maximaal 50 m²;
  3. c. uitbreiding van bestaande gebouwen met maximaal 50 m².

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits:

  1. a. is aangetoond dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn, dan wel;
  2. b. is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad, dan wel;
  3. c. de volgende voorwaarden in acht worden genomen, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten onevenredig kunnen worden verstoord;
  4. d. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden en/of een verplichting tot het doen van opgravingen;
  5. e. een verplichting het bouwen te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3 wordt verleend, wordt door het bevoegd gezag om deskundig advies op het gebied van archeologie gevraagd.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
    2. 2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
    3. 3. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
    4. 4. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
    5. 5. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen van gronden en het rooien van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd.
  1. b. Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoetgekomen.
  1. c. Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
    1. 1. andere werken waarbij de gronden niet dieper worden geroerd dan 0,35 m;
    2. 2. andere werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
    3. 3. andere werken die op het moment van het inwerkingtreden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
    4. 4. andere werken als onderdeel van een ingreep in de bodem met een oppervlakte van maximaal 50 m²;
    5. 5. andere werken waarvoor een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988 nodig is.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene Bouwregels

6.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:

  1. a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  2. b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  3. c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

6.2 Parkeren

Artikel 7 Algemene Gebruiksregels

7.1 Parkeren

Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels

8.1 Maten en bouwgrenzen

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  1. a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  2. b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 9 Algemene Wijzigingsregels

9.1 Waarde archeologie

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:

  1. a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  2. b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

Artikel 10 Overige Regels

10.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

11.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Herziening Uitbreiding Makado Schagen'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In juni 2015 is het bestemmingsplan 'Uitbreiding Makado Schagen' vastgesteld door de gemeenteraad van Schagen. Dit bestemmingsplan vormt de juridische basis voor de uitbreiding van het Winkelcentrum Makado. Daarbij werd uitgegaan van een toename van de bedrijfsvloeroppervlakte aan supermarkt met maximaal 800 m². Om meer flexibiliteit te krijgen in de positionering van het supermarktoppervlak, zodat een betere technische en stedenbouwkundige inrichting gerealiseerd kan worden, is in voorliggend bestemmingsplan de bedrijfsvloeroppervlakte van de bestaande supermarkt, te weten 2.100 m², toegevoegd aan het plangebied van 'Uitbreiding Makado Schagen'. Hierdoor neemt het toegestaan oppervlak aan supermarkt niet toe, maar ontstaat wel meer flexibiliteit ten aanzien van de locatie waar dit oppervlak gerealiseerd kan worden.

Om de herpositionering van het supermarktoppervlak mogelijk te maken is voorliggend bestemmingsplan opgesteld.

1.2 Ligging Plangebied

Het plangebied ligt in het kernwinkelgebied van Schagen. Het betreft de bestaande uitbreidingsmogelijkheden van winkelcentrum Makado, inclusief de bestaande supermarkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0441.BPCTMakadoherz-VA01_0001.png"

Figuur 1.1. Ligging plangebied; rode contour geeft de bestaande supermarkt van 2.100 m² bvo weer (Bron: ruimtelijkeplannen, bewerking Rho)

1.3 Vigerende Bestemmingsplannen

Ter plaatse van de ontwikkeling vigeren de volgende bestemmingsplannen:

  • bestemmingsplan 'Parkeren'. Dit bestemmingsplan is op 7 november 2017 vastgesteld door de gemeenteraad van Schagen;
  • 'Uitbreiding Makado Schagen'. Dit bestemmingsplan is op 30 juni 2015 vastgesteld door de gemeenteraad van Schagen. Dit bestemmingsplan maakt de uitbreiding van het winkelcentrum Makado mogelijk.
  • 'Centrum en omgeving'. Dit bestemmingsplan is 27 maart 2012 vastgesteld door de gemeenteraad van Schagen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0441.BPCTMakadoherz-VA01_0002.png"

Figuur 1.2. Vigerende bestemmingsplannen (Bron: ruimtelijkeplannen)

1.4 Planvorm

Het voorliggende bestemmingsplan is gericht op het mogelijk maken van de herpositionering van het supermarktoppervlak in het toekomstige winkelcentrum Makado en heeft dus een ontwikkelingsgericht karakter.

Het bestemmingsplan omvat het plangebied van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Makado Schagen', aangevuld met het huidige supermarktoppervlak. De regels van bestemmingsplan 'Uitbreiding Makado Schagen' zijn integraal overgenomen, met dien verstande dat de maximale oppervlakte aan supermarkt 2.900 m2 bvo bedraagt. Dit is dus de oppervlakte van de bestaande winkel (2.100 m2 bvo) en de planologische uitbreidingsmogelijkheden (800 m2 bvo) bij elkaar opgeteld. Op deze manier is er meer flexibiliteit in de toekomstige positionering van het supermarktoppervlak, maar worden er planologisch gezien geen extra vierkante meters supermarkt toegevoegd binnen het plangebied. Het gaat enkel om het kunnen verschuiven van vierkante meters supermarkt. Daarnaast is de parkeerregeling uit het paraplubestemmingsplan Parkeren opgenomen.

Bij de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan is het toekennen van de bestemmingen ruimtelijk aanvaardbaar geacht. Het voorliggende plan gaat daarom met name in op de effecten van een andere interne situering van het supermarktoppervlak.

1.5 Leeswijzer

In de plantoelichting zijn de huidige situatie en de gewenste ontwikkeling beschreven in hoofdstuk 2.

In hoofdstuk 3 is een samenvatting opgenomen van het actuele beleidskader dat relevant is voor de beoogde ontwikkeling in het plangebied. Hierbij wordt ingegaan op het beleid van het Rijk, de regio en provincie en gemeente. De gemeentelijke beleidsdocumenten komen hier beknopt aan bod.

In hoofdstuk 4 wordt in aansluiting op de gebiedsvisie een toelichting gegeven op de gekozen planvorm en de gedachten die ten grondslag liggen aan de juridische regeling, zoals deze op de plankaart en in de regels is opgenomen.

Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 inzicht gegeven in het onderzoek naar de relevante omgevingsaspecten. Hoofdstuk 6 gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie

2.1 Huidige Situatie

Het plangebied ligt in het centrum van Schagen. Het centrum van Schagen heeft een sterke regionale functie. Het Makado maakt samen met de Gedempte Gracht deel uit van het 'Rondje Schagen', dat kan worden aangeduid als het kernwinkelgebied van Schagen. Het winkelgebied ontleent zijn kracht voornamelijk aan de omvang en de diversiteit van het winkelaanbod.

De bebouwing van het Makado bestaat uit één tot twee bouwlagen, en is plat afgedekt. Het winkelcentrum grenst daarbij niet direct aan de Gedempte Gracht, maar ligt achter de historische lintbebouwing en wordt hiervan gescheiden door een expeditiestraat. In het oorspronkelijke lint is een entree van het Makado ingepast.

Daarnaast is er ter plaatse van het Makado een planologische mogelijkheid tot uitbreiden van het winkelcentrum met 800 m2 bvo supermarkt, 2.800 m2 bvo non-food en 14 appartementen. Dit betreft een uitbreiding aan het bestaande pand, en de realisatie van een nieuw bouwvolume op het parkeerterrein ten noorden van het winkelcentrum.

2.2 Toekomstige Situatie

Met het voorliggende bestemmingsplan wordt de mogelijkheid geboden voor de supermarkt om het supermarktoppervlak te herpositioneren. Wegens nieuwe inzichten na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Makado Schagen' is gekozen voor een nieuwe indeling van de winkel in het nieuwe en vergrote winkelcentrum. In de toekomstige situatie worden er ten opzichte van de huidige planologische mogelijkheden geen meters toegevoegd.

2.3 Planologische Afwijking

De beoogde verschuiving van een deel van het bestaande supermarktoppervlak past niet binnen het vigerende bestemmingsplan 'Uitbreiding Makado Schagen'. Binnen het huidige begrensde plangebied is wel rekening gehouden met 800 m2 uitbreiding. Door het toevoegen van de begrenzing van de huidige winkel aan het plangebied met een maximering van het totale beoogde oppervlak van 2.900 m2 neemt planologisch gezien het supermarktoppervlak niet toe, maar is er wel flexibiliteit in de positionering van supermarktmeters. In dit kader zal er in de volgende hoofdstukken een nieuwe afweging worden gemaakt ten aanzien van het actuele beleid en omgevingsaspecten. Hiermee wordt aangetoond dat de aanpassing van het bestemmingsplan voldoet aan een goede ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (2012)

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

In het Besluit geeft het Rijk de algemene regels aan, waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. In samenhang met het beleid dat is aangegeven in de structuurvisie, zijn deze regels vooral gericht op het veilig stellen van de nationale belangen waarvoor, gelet op de belangen, beperkingen gelden voor de ruimtelijke besluitvorming op lokaal niveau. Met de ontwikkeling die in deze herziening wordt mogelijk gemaakt, zijn geen rijksbelangen in het geding.

3.1.2 Besluit ruimtelijke ordening, artikel 3.1.6 lid 2 (herzien 2017)

In artikel 3.1.6. lid 2 Bro is de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen. Voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen binnen bestaand stedelijk gebied moet de behoefte worden beschreven.

In dit geval is geen sprake van een stedelijke ontwikkeling omdat er alleen een verschuiving van winkelmeters (deels bestaand en deels planologische mogelijkheden) plaatsvindt en geen uitbreiding. Toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking is dan ook niet noodzakelijk.

3.2 Provinciaal En Regionaal Beleid

3.2.1 Structuurvisie Noord-Holland 2040 (actualisatie 2015) en Provinciale Ruimtelijke Verordening (actualisatie 2018)

Het hoofddoel van de structuurvisie is dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik. In de structuurvisie geeft de provincie aan welke onderwerpen zij van provinciaal belang acht en wat zij als de meest wenselijke ruimtelijke ontwikkeling van de provincie ziet. Het plan maakt enkel een verschuiving van supermarktmeters mogelijk, dit is niet van provinciaal belang.

3.2.2 Detailhandelsbeleid Noord-Holland 2015-2020 en Regionale detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland

De provincie Noord-Holland heeft haar beleid met betrekking tot detailhandel vastgelegd in het 'Detailhandelsbeleid Noord-Holland 2015-2020'. De provincie wil ruimte blijven bieden aan de verdere ontwikkeling van detailhandel, om ook op langere termijn een vitale, dynamische en concurrerende structuur te huisvesten. Op basis van dit beleid en overeenkomstig de provinciale Structuurvisie worden regionale detailhandelsvisies ontwikkeld. In 2011 is deze regionale visie voor de Kop van Noord-Holland vastgesteld. Het hoofddoel van het regionale detailhandelsbeleid is het tot stand brengen van een evenwichtig en duurzaam detailhandelsapparaat.

Binnen de regio is er een regionale afstemming van de realisatie van detailhandel op basis van omvang. De beoogde ontwikkeling maakt alleen een verschuiving van supermarktmeters mogelijk en geen uitbreiding van detailhandel. Afstemming met de regio is dus niet van toepassing.

3.3 Gemeentelijk Beleid

3.3.1 Structuurvisie Schagen 2025

In de Structuurvisie 2025 van de gemeente Schagen zijn de volgende vier ambities opgenomen:

  1. 1. Het vasthouden van het voorzieningenniveau. Hiervoor is het van belang dat het inwonertal van Schagen groeit, de bevolking in het verzorgingsgebied op peil blijft, en de bewoners aan het voorzieningenaanbod te binden.
  2. 2. Het naar een hoger niveau tillen van de leefbaarheid en duurzaamheid van de gemeente.
  3. 3. Binnen de stadsranden liggen belangrijke opgaven. De relatie tussen de woonwijken en het omringende landschap kan worden versterkt.
  4. 4. Ook in het buitengebied liggen er belangrijke opgaven. De gemeente zoekt naar een nieuw evenwicht tussen de waarden van het landschap en de vitaliteit van het buitengebied.

In het vigerende bestemmingsplan 'Uitbreiding Makado Schagen' is mede invulling gegeven aan de kwalitatieve ontwikkeling van het voorzieningenniveau in Schagen. De beoogde ontwikkeling maakt enkel een verschuiving van supermarktmeters mogelijk.

Hoofdstuk 4 Juridische Planbeschrijving

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de planvorm voor het bestemmingsplan. Tevens wordt uiteengezet welke gedachten aan de juridische regeling ten grondslag liggen en welke regeling wordt voorgesteld.

4.2 Algemeen

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze moeten worden gepresenteerd. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevatten de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.

Planvorm

Het bestemmingsplan Herziening Makado Schagen staat in het plangebied de herindeling van het winkelcentrum toe. De juridische planvorm is afgestemd op het kunnen realiseren van de nieuwe indeling.

Ten behoeve van de ontwikkelingen wordt het bestemmingsplan in hoofdzaak een gedetailleerd plan. Om de ruimtelijke aanvaardbaarheid te garanderen en voldoende rechtszekerheid te bieden aan de bewoners, omwonenden en gebruikers van het gebied worden daarbij grenzen gesteld aan de bouw- en gebruiksmogelijkheden.

Verbeelding en regels

Op de verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes. De regels geven duidelijkheid over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke gebruiksregels. In de regels zijn verder ontheffing- en wijzigingsregels opgenomen.

Bestemmingsvlak en bouwvlak

De in het plangebied aanwezige bestemming bestaat uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is. Het bouwvlak is een gebied dat op de plankaart is aangeven waarbinnen gebouwen mogen worden gebouwd met in achtneming van de in de regels gestelde regels. Het bouwvlak is op de plankaart voorzien van aanduidingen die betrekking hebben op de maatvoering.

Aanduidingen

Op de plankaart is een onderscheid gemaakt in verschillende aanduidingen. Alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringaanduidingen, waaronder de goot- en bouwhoogte en het bebouwingspercentage.

Opbouw planregels

De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  1. 1. inleidende regels;
  2. 2. bestemmingsregels;
  3. 3. algemene regels;
  4. 4. overgangs- en slotregels.

4.3 Inleidende Regels

Begrippen

Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.

4.4 Bestemmingsregeling

In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren. In het bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor.

Centrum

Het winkelcentrum Makado heeft de bestemming Centrum. Binnen deze bestemming zijn detailhandel, dienstverlening, bedrijven en horeca toegestaan. Daarnaast zijn ter plaatse van de aanduiding woningen op de verdieping toegestaan. Tevens zijn bijbehorende voorzieningen zoals parkeer- en verkeersvoorzieningen, nutsvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en groenvoorzieningen toegestaan. Gebouwen mogen binnen het bouwvlak worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen op de plankaart.

Deze regeling komt grotendeels overeen met de regeling uit het bestemmingsplan 'Uitbreiding Makdado Schagen'. In de specifieke gebruiksregels is opgenomen dat maximaal 2.900 m2 bvo als supermarkt mag worden gebruikt.

Waarde - Archeologie - 2

Delen van de gronden van het bestemmingsplan hebben een hoge tot middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Ter bescherming van de eventuele archeologische waarden is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2 opgenomen. Binnen deze bestemming worden regels gesteld aan het bouwen en aan het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde. Door deze regels worden de archeologische waarden ter plaatse beschermd.

4.5 Algemene Regels

In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.

In principe zijn hierbij de algemene regels uit het vigerende bestemmingsplan opgenomen. Deze zijn aangevuld met de parkeerregeling uit het recent vastgestelde bestemmingsplan 'Parkeren'. Daarmee is geborgd dat bij een ontwikkeling wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

4.6 Overgangsregels En Slotregels

4.6 Overgangsregels en slotregels

In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregels aan de orde.

Overgangsrecht

De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).

Slotregel

Deze regel bevat de titel van het plan.

4.7 Handhaving

De handhaving van de regelgeving vervat in dit plan, is de bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Het gaat bij de handhaving van dit plan met name om de regels inzake het bouwen en het gebruik van gronden en bouwwerken. De regels bevatten een algemeen verbod om gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming. Handhaving van dit plan is van belang om de ruimtelijke kwaliteit, zoals uitgewerkt in dit plan, ook te realiseren en in stand te houden. Naast deze instrumentele functie, heeft handhaving uiteraard ook een belangrijke functie in het kader van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. De regels in dit plan zijn voldoende duidelijk, concreet en toepasbaar om te kunnen handhaven. Als sluitstuk is gebruik in strijd met de bestemming in het plan aangemerkt als strafbaar feit, zoals opgenomen in de Wet op de economische delicten. Dit maakt strafrechtelijke handhaving en gebruik van de daaraan verbonden instrumenten en opsporingsbevoegdheden mogelijk.

Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten

In het kader van de beoogde herpositionering van het supermarktoppervlak wordt aan de relevante omgevingsaspecten getoetst. De toetsing is in tabel 5.1 weergegeven.

Tabel 5.1 Toetsing aan omgevingsaspecten

Aspect - Kader Beoordelingsaspect Afweging
Bodemkwaliteit
- Besluit bodemkwaliteit
De bodemkwaliteit dient voldoende te zijn voor de beoogde functie en de functie mag geen bedreiging vormen voor de bodemkwaliteit. Bij de vaststelling van het Bestemmingsplan Uitbreiding Makado Schagen is geconcludeerd dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor de beoogde uitbreiding. Het toegevoegde plangebied (de bestaande supermarkt) maakt een verschuiving van detailhandelsfuncties binnen het toekomstige winkelcentrum mogelijk. Omdat er geen nieuwe functies toegestaan worden, is er geen nieuwe planologische afweging noodzakelijk. Het aspect bodem is in dit kader niet relevant.
Archeologie
- Archeologische beleidskaart
Is er sprake van een verwachtingswaarde? Eventueel aanwezige archeologische waarden in het plangebied worden met een dubbelbestemming beschermd. Dat geldt ook voor het toegevoegde plangebied. Hier vinden echter geen grondwerkzaamheden plaats ten behoeve van de verschuiving.
Cultuurhistorie Is er sprake van cultuurhistorische waarden waarmee rekening moet worden gehouden? In het plangebied zijn geen cultuurhistorische waarden aanwezig. Het aspect cultuurhistorie is niet van belang.
Water
- Watertoets
Heeft de ontwikkeling invloed op het watersysteem? Het plan leidt niet tot toename van planologische mogelijkheden voor verhard oppervlak. Het toegevoegde plangebied is en blijft volledig verhard. Ook ligt het plan niet in een beschermingszone van een waterkering.
Relatie met omliggende (bedrijfs)functies Zijn er bedrijfsfuncties in de omgeving aanwezig/mogelijk? Het plangebied ligt in een gemengd gebied. De richtafstand van een supermarkt tot woningen bedraagt 0 meter. Hier wordt aan voldaan. De herpositionering van het supermarktoppervlak leidt niet tot een andere locatie en/of het gebruik van de laad- en losvoorziening. Bij vaststelling van het bestemmingsplan Uitbreiding Makado Schagen is onderbouwd dat dit gebruik ruimtelijk inpasbaar is. Het aspect bedrijven- en milieuzonering staat de ontwikkeling niet in de weg.
Wegverkeerslawaai
- Wet geluidhinder
Wordt voldaan aan het gestelde in de Wet geluidhinder?
Is er sprake van een akoestisch aanvaardbaar klimaat?
De interne herpositionering van het supermarktoppervlak zorgt niet voor een toename van verkeersbewegingen Met de herpositionering zullen ook geen veranderingen plaatsvinden in de verkeersontsluiting. Het aspect wegverkeerslawaai is daarom niet relevant.
Verkeer
- Ontsluiting en verkeersgeneratie
De ontwikkeling mag niet leiden tot een verslechtering van de doorstroming op de ontsluitende wegen. De verkeersontsluiting moet goed zijn gewaarborgd. Het plan leidt niet tot een toename van het aantal verkeersbewegingen. Met de herpositionering zullen er geen veranderingen plaatsvinden in de verkeersontsluiting. Het aspect verkeer staat de ontwikkeling niet in de weg.
Parkeren
- Parkeerbehoefte
De parkeerbehoefte van de ontwikkeling moet worden opgevangen. De herpositionering van het supermarktoppervlak leidt niet tot een toename van het aantal vierkante meters supermarkt. Er is dus ook geen sprake van een verandering in de parkeerbehoefte. Het aspect parkeren is daarom niet relevant .

Op basis van de Nota Parkeernormen Schagen 2016 en eerder uitgevoerde parkeertoets gelden de navolgende parkeernormen:
- detailhandel food: 4,0 per 100 m² bvo
- detailhandel non-food: 3,3 per 100 m² bvo
- wonen (koop, etage, duur): 1,6 per woning
- wonen (koop, etage, midden) 1,4 per woning
- wonen (koop, etage, goedkoop): 1,3 per woning
- wonen (huurhuis, etage, duur): 1,4 per woning
- wonen (huurhuis, etage, midden/ goedkoop): 1,1 per woning
Externe veiligheid
- Bevi-inrichtingen, transport gevaarlijke stoffen
Wordt voldaan aan normen plaatsgebonden risico en groepsrisico? Met de herpositionering van het supermarktoppervlak zal het aantal mensen in het plangebied niet toenemen en vinden er geen wijzigingen plaats in de afstand tot de provinciale weg N245. Het aspect externe veiligheid vormt dus geen belemmering voor de ontwikkeling.
Luchtkwaliteit
- Wet luchtkwaliteit
Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit? Met de ontwikkeling worden geen extra verkeersbewegingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat er geen veranderingen plaatsvinden in relatie tot de luchtkwaliteit.
Ecologie
- Wet natuurbescherming natuurgebieden
Is er sprake van significant negatieve effecten? De ontwikkeling zorgt niet voor extra verkeersgeneratie. Dit betekent dat de ontwikkeling niet tot effecten leidt op nabijgelegen Natura-2000 gebieden.
- Wet natuurbescherming planten en dieren Is er sprake van aantasting, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen? Bij de vaststelling van het Bestemmingsplan Uitbreiding Makado Schagen is geconcludeerd dat het aspect ecologie geen belemmering vormt voor de beoogde uitbreiding. Het toegevoegde plangebied (de bestaande supermarkt) maakt een interne verschuiving van detailhandelsfuncties binnen het bestaande winkelcentrum mogelijk.
Daarmee vindt geen aantasting plaats van habitats van beschermde soorten.
Kabels en leidingen
- Telecommunicatiewet
Zijn er planologisch relevante leidingen en hoogspanningslijnen in de directe omgeving aanwezig? In de directe omgeving van het gebied liggen geen planologisch relevante kabels en leidingen.
(Plan)mer Is een (plan)mer noodzakelijk? De ontwikkeling maakt geen nieuwe vierkante meters supermarkt mogelijk. Het plan is dan ook niet aan te merken als stedelijke ontwikkeling en een (plan)mer is dus niet noodzakelijk.

Hoofdstuk 6 Economische En Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

6.1 Economische Uitvoerbaarheid

Het project is een particulier initiatief. De financiering hiervoor wordt gedragen door de aanvrager. Hiervoor zijn voldoende middelen beschikbaar.

Er worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarop de grondexploitatieregeling van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is. Het vaststellen van een grondexploitatieplan is daardoor niet aan de orde.

6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Het ontwerpbestemmingsplan is met ingang van 14 augustus 2018 6 weken ter inzage gelegd. Tijdens de terinzagelegging is 1 zienswijze ingediend. Deze zienswijze is beantwoord in een separate nota van zienswijzen. Het bestemmingsplan is ongewijzigd vastgesteld.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Functiemenging'

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten