Paraplu-Omgevingsplan, 1e tranche
Bestemmingsplan - Gemeente Schagen
Vastgesteld op 30-06-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Doelstelling
Het omgevingsplan is met het oog op duurzame ontwikkeling gericht op het in onderlinge samenhang:
- a. bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en
- b. doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van de maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Artikel 2 Begrippen
2.1 Plan:
het Chw bestemmingsplan paraplu-omgevingsplan, 1e tranche- met identificatienummer NL.IMRO.0441.BPPARAPLU1-VA03 van de gemeente Schagen;
2.2 Chw bestemmingsplan:
het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
2.3 Omgevingsplan:
het plan als bedoeld in lid 2.1.
2.4 Geldende plannen
De bestemmingsplannen zoals opgenomen in bijlage 1.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Algemeen
Artikel 3 Werking Van Dit Paraplu-omgevingsplan
3.1 Reikwijdte
De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing op alle geldende bestemmingsplannen zoals bedoeld in artikel 2.4 van dit paraplu-omgevingsplan.
3.2 Verhouding tot andere bestemmingsregelingen
- a. Als op een locatie ook algemene regels van een eerder vastgesteld bestemmingsplan gelden, die kennelijk dezelfde strekking hebben als een regel van dit plan, dan blijven die algemene regels van dat eerder vastgestelde bestemmingsplan buiten toepassing.
- b. Uitleg van de begrippen in artikel 2 is alleen van toepassing op de regels van dit paraplu-omgevingsplan.
Artikel 4 Uniforme Algemene Regels
In bijlage 3 zijn de uniforme algemene regels opgenomen die van toepassing zijn op alle geldende bestemmingsplannen zoals bedoeld in artikel 2.4 van dit paraplu-omgevingsplan.
Artikel 5 Uniforme Begrippen
In bijlage 2 zijn de uniforme begrippen opgenomen die van toepassing zijn op alle geldende bestemmingsplannen zoals bedoeld in artikel 2.4 van dit paraplu-omgevingsplan.
Artikel 6 Arbeidsmigranten
6.1 Specifieke gebruiksregels
6.2 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1.1 voor het gebruik van bedrijfsgebouwen voor de huisvesting van maximaal 20 arbeidsmigranten, onder de voorwaarden dat;
- a. de huisvesting uitsluitend plaatsvindt als nevenfunctie van een volwaardig en als zodanig bestemd agrarisch bedrijf.
- b. de huisvesting noodzakelijk is voor werknemers die werkzaam zijn op ter plaatse gevestigde agrarische bedrijf; waarbij voor ten hoogste 5 maanden per jaar de huisvesting ook mag worden aangewend voor werknemers die werkzaam zijn op een ander agrarisch bedrijf of agrarisch handelsbedrijf;
- c. de huisvesting uitsluitend mag plaatsvinden op het bestaande agrarische bouwvlak indien een conform de bestemming door de eigenaar of bedrijfsleider bewoonde en in gebruik zijnde agrarische bedrijfswoning op het bouwperceel aanwezig is.
- d. voor het bouwen van nieuwe bebouwing en/of woonunits een inrichtingsplan is opgesteld, waarin in ieder geval aandacht is besteed aan een goede landschappelijke inpassing van de bebouwing en/of woonunits en de parkeervoorzieningen. Over de landschappelijke inpassing dient vooraf met de gemeente overleg plaats te vinden.
- e. van deze afwijkingsbevoegdheid wordt gebruik gemaakt als aanvrager aantoont dat voldaan wordt aan de parkeernorm en aantoont dat het woon- en leefklimaat van de omwonende niet wordt geschaad, waarbij in ieder geval moet worden aangetoond dat
- de verkeersveiligheid van de aanwonenden aan dezelfde weg gelegen wordt gewaarborgd.
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet wordt belemmerd.
- f. de bouwregels geldend voor de bestemming agrarisch onverkort van kracht blijven.
- g. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1.1 voor het gebruik van bijgebouwen voor de huisvesting van maximaal 60 arbeidsmigranten onder voorwaarde dat;
- 1. Voorafgaand aan het voeren van de afwijkingsprocedure een participatie traject wordt doorlopen.
- 2. Dat dit participatie traject in overleg met de gemeente tot stand dient te komen.
- 3. Bij de aanvraag dient een schriftelijke weergave te worden gevoegd van de uitkomsten van dit participatie traject.
- 4. Dit advies wordt aantoonbaar meegenomen in de daaropvolgende besluitvorming.
- 5. Het hierboven in dit lid onder 2 bepaalde mag - na toestemming van de gemeente aangepast worden aan de specifieke omstandigheden van het bedrijf.
- 6. Het bepaalde in de leden a tot en met f blijft onverkort van kracht.
Artikel 7 Bed & Breakfast
De regels voor bed & breakfast op gronden met de bestemming 'wonen' worden gewijzigd.
Deze luiden als volgt:
Regels voor bed & breakfast op gronden met de bestemming 'wonen' of 'agrarisch':
Bed & breakfast is toegestaan in of bij een bewoonde woning, met dien verstanden dat:
- 1. de bed & breakfast functie zowel in het hoofdgebouw als in bijgebouwen toegestaan,
- 2. gebruik als bed & breakfast is ondergeschikt aan de hoofdfunctie,
- 3. de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bed and breakfastfunctie bedraagt niet meer dan 30% van het bruto vloeroppervlakte van de hoofdfunctie,
- 4. een bed & breakfast mag maximaal 9 slaapplaatsen aanbieden.
Artikel 8 Zonneparken
8.1 Toevoeging bestemmingsplanregels
Binnen bestemmingsplan Buitengebied Zijpe wordt aan artikel 3 - Agrarisch het volgende toegevoegd:
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- h. het opwekken van energie door middel van het omzetten van zonlicht in elektriciteit en/of warmte, alsmede de opslag daarvan, met gebruik van zonnepanelen in een zonnepark, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zonnepark';
met de daarbij behorende:
- i. voorzieningen, gebouwen en overkappingen ten behoeve van een zonnepark, waaronder begrepen inkoopstations, transformators, energie opslag en omvormers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zonnepark'
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
- a. er mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van een zonnepark worden gebouwd;
- b. de oppervlakte van een gebouw of een overkappingen bedraagt ten hoogste 25 m2;
- c. de bouwhoogte van een gebouw of een overkappingen bedraagt ten hoogste 3,5 m.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van zonnepanelen bedraagt ten hoogste 1,5 m ten opzichte van het gemiddelde omliggende straatpeil, met dien verstande dat:
- 1. er één type zonnepanelen wordt toegepast;
- 2. er één plaatsingssysteem wordt toegepast;
- 3. de zonnepanelen in één hoofdrichting worden geplaatst;
- b. de bouwhoogte van overige perceel- en/of erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 1,5 m.
3.2.3 Voorwaardelijke bepaling
Het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, ten behoeve van een zonnepark is uitsluitend toegestaan indien de gronden binnen 12 maanden na verlening van de omgevingsvergunning zijn ingericht/ingepast conform het landschappelijk inpassingsplan. De omgevingsvergunning wordt niet verleend zonder een landschappelijk inpassingsplan dat is goedgekeurd door burgemeester & wethouders.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.2 Voorwaardelijke bepaling
Het gebruik van de gronden ten behoeve van een zonnepark is uitsluitend toegestaan indien de inrichting en inpassing van de gronden conform het landschappelijk inpassingsplan, dat goedgekeurd moet zijn door burgemeester en wethouders bij de omgevingsvergunningaanvraag, in stand wordt gehouden.
8.2 Toevoeging bestemmingsplanregels
Binnen het bestemmingsplan Landelijk gebied Harenkarspel wordt aan artikel 3 - Agrarisch met waarden het volgende toegevoegd:
Artikel 3.2 Agrarisch met Waarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het opwekken van energie door middel van het omzetten van zonlicht in elektriciteit en/of warmte, alsmede de opslag daarvan, met gebruik van zonnepanelen in een zonnepark, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zonnepark';
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen, gebouwen en overkappingen ten behoeve van een zonnepark, waaronder begrepen inkoopstations, transformators, energie opslag en omvormers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zonnepark'
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
- a. er mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van een zonnepark worden gebouwd;
- b. de oppervlakte van een gebouw of een overkappingen bedraagt ten hoogste 25 m2;
- c. de bouwhoogte van een gebouw of een overkappingen bedraagt ten hoogste 3,5 m.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van zonnepanelen bedraagt ten hoogste 1,5 m ten opzichte van het gemiddelde omliggende straatpeil, met dien verstande dat:
- 1. er één type zonnepanelen wordt toegepast;
- 2. er één plaatsingssysteem wordt toegepast;
- 3. de zonnepanelen in één hoofdrichting worden geplaatst;
- b. de bouwhoogte van overige perceel- en/of erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 1,5 m.
3.2.3 Voorwaardelijke bepaling
Het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, ten behoeve van een zonnepark is uitsluitend toegestaan indien de gronden binnen 12 maanden na verlening van de omgevingsvergunning zijn ingericht/ingepast conform het landschappelijk inpassingsplan. De omgevingsvergunning wordt niet verleend zonder een landschappelijk inpassingsplan dat is goedgekeurd door burgemeester & wethouders.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.2 Voorwaardelijke bepaling
Het gebruik van de gronden ten behoeve van een zonnepark is uitsluitend toegestaan indien de inrichting en inpassing van de gronden conform het landschappelijk inpassingsplan, dat goedgekeurd moet zijn door burgemeester en wethouders bij de omgevingsvergunningaanvraag, in stand wordt gehouden.
8.3 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 8 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 9.
Artikel 9 Afwijkingsbevoegdheid + Wijzigingsbevoegdheid
9.1 Wijiziging bestemmingsplanregels - 'Wonen'
Bij alle bestemmingsplannen wordt het volgende toegevoegd voor de gronden met de bestemming 'Wonen'. Dit luidt als volgt:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen in een woning, al dan niet in combinatie met een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis.
9.2 Wijziging bestemmingsplanregels - 'Wonen'
Bij elk artikel met betrekking tot verboden/strijdig gebruik bij de bestemming 'Wonen', en de voor 'Wonen' aangewezen gronden, die zijn opgenomen in elk vigerend bestemmingsplan zoals aangegeven in artikel 2.4 wordt de onderstaande regel toegevoegd:
Woningsplitsing en vorming van onzelfstandige woonruimte met, of zonder, bouwkundige aanpassing
- a. Het veranderen, vervangen of vergroten van een woning mag niet leiden tot:
- 1. de vorming van een extra woning;
- 2. de vorming van een extra onzelfstandige woonruimte.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regel onder a.1 en woningsplitsing toestaan, mits;
- 1. Het splitsen van een woning dient gerealiseerd te worden binnen de bestaande bebouwing;
- 2. De woningen, nadat splitsing heeft plaatsgevonden, hebben elk een gebruiksoppervlakte van ten minste 35m2;
- 3. De afwijking zoals bedoeld in dit artikel wordt slechts verleend indien in op of onder het bouwwerk, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het bouwwerk behoort, in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid, wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in de 'Nota Parkeernormen Schagen 2016', met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze nota gedurende de planperiode;
- 4. De woning die gerealiseerd wordt ten gevolge van de splitsing moet passen binnen het regionale woningbouwprogramma;
- 5. Het bepaalde in het plan en toestaan van splitsen van woningen mag enkel plaatsvinden mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie:
- c. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regel onder a.2 en een extra onzelfstandige woonruimte toestaan in een door de eigenaar bewoonde woning, mits;
- 1. de toegevoegde onzelfstandige woonruimte dient gerealiseerd te worden binnen de bestaande bebouwing;
- 2. De toegevoegde onzelfstandige ruimte een gebruiksoppervlakte van ten minste 12m2 heeft;
- 3. De afwijking zoals bedoeld in dit artikel wordt slechts verleend indien in op of onder het bouwwerk, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het bouwwerk behoort, in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid, wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in de 'Nota Parkeernormen Schagen 2016', met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze nota gedurende de planperiode;
- 4. De woning die gerealiseerd wordt ten gevolge van de splitsing moet passen binnen het regionale woningbouwprogramma;
- 5. Het bepaalde in het plan en toestaan toevoegen van onzelfstandige ruimten mag enkel plaatsvinden mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie:
Artikel 10 Plattelandswoningen
- 1. De regeling voor plattelandswoningen binnen de geldende bestemmingsplannen zoals bedoeld in artikel 2.4 van dit paraplu-omgevingsplan vervalt.
- 2. Het onder 1 genoemde geldt niet voor de plattelandswoningen die op het moment van ter visie legging van dit paraplu-omgevingsplan zijn vergund.
Hoofdstuk 3 Bestemmingsregels
Artikel 11 Wijziging Bestemmingsplan 'Achterweg 23 En 23a Groote Keeten'
11.1 Wijzigen bestemmingsplanregels
Artikel 6 van het moederplan vervalt en wordt doorgehaald.
Artikel 6 Waterstaat - Waterkering
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
de waterkering en de waterbeheersing;
de overige bestemmingen die op basis van het plan aan de gronden zijn toegewezen,
met de daarbij behorende:
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van bestaande reeds gebouwde gebouwen;
b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterkering, gelden de volgende regels:
1. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer dan 2m bedragen;
2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10m bedragen;
c. het bouwen en gebruik krachtens deze bestemming mag uitsluitend geschieden:
1. voor zover de belangen van de waterkering dat gedogen;
2. nadat ter zake advies is ingewonnen bij de verantwoordelijke waterbeheerder.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
a. de waterkerende functie van de zeewering;
b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
c. de verkeersveiligheid;
d. de sociale veiligheid;
e. de milieusituatie;
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2 onder a ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de aldaar geldende bestemmingsregels nadat ter zake advies is ingewonnen bij de verantwoordelijke waterbeheerder.
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
6.5.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a. het afgraven of ophogen van gronden;
b. het aanbrengen van beplanting.
6.5.2 Uitzondering
De onder 6.5.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor:
a. en/of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, waaronder begrepen het vervangen van drainagewerken;
b. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende omgevingsvergunning.
6.5.3 Voorwaarden
a. De onder 6.5.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt geweigerd indien door de uitvoering van de in 6.5.1 bedoelde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, de waterkerende functie in onevenredige mate kan worden aangetast.
b. Voorafgaand aan het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 6.5.1 pleegt het bevoegd gezag overleg met de verantwoordelijke waterbeheerder.
11.2 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 11.1 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 10.
Artikel 12 Wijziging Bestemmingsplan 'Burgerbrug - Ruimte Voor Ruimte (Grote Sloot)'
12.1 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 8.2.2 luidt als volgt:
8.2.2 Aan- en uitbouwen aan zijgevels van een hoofdgebouw
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen aan zijgevels van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
a. aan- of uitbouwen mogen aan de zijgevel van de woning worden gebouwd;
b. aan- of uitbouwen mogen aan de zijgevel of in het verlengde daarvan van de woning worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
1. minimaal 1 m achter de voorgevellijn van de woning en het verlengde daarvan;
2. tot maximaal 3 m voorbij de zijdelings bouwgrens, dan wel bij het ontbreken van een bouwvlak, de zijdelings of achterste gevellijn en het verlengde daarvan;
3. tot maximaal 3 m achter de achterste bouwgrens, dan wel bij het ontbreken van een bouwvlak, de zijdelings of achterste gevellijn en het verlengde daarvan;
c. in afwijking van het bepaalde onder b mogen erkers voor de voorgevel worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
1. de diepte van erkers mag niet meer dan 1,5 m bedragen;
2. de bouwhoogte van erkers mag niet meer dan de hoogste van de eerste bouwlaag van de woning waaraan wordt gebouwd bedragen, met een maximum van 3 m;
d. aan- of uitbouwen aan de zijgevel van de woning mogen van een kap worden voorzien waarvan de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen en waarvan de dakhelling gelijk is aan die van het hoofdgebouw;
e. aan- of uitbouwen aan de zijgevel van de woning mogen plat worden afgedekt mits de hoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag met een maximum van 4 m.
Artikel 13 Wijziging Bestemmingsplan 'Dorpen Langs De Groote Sloot'
13.1 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 4.1 luidt als volgt:
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
gebouwen ten behoeve van:
1. bedrijven uit categorie 1 uit de bij deze regels behorende bijlage 1 'Staat van Bedrijven';
2. bedrijven uit categorie 1 en 2 uit de bij deze regels behorende bijlage 1 'Staat van Bedrijven', uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding ”bedrijf tot en met categorie 2”;
3. bedrijven uit categorie 1 tot en met 3.1 uit de bij deze regels behorende bijlage 1 'Staat van Bedrijven', uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding ”bedrijf tot en met categorie 3.1”;
4. bedrijven uit categorie 1 tot en met 3.2 uit de bij deze regels behorende bijlage 1 'Staat van Bedrijven', uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding ”bedrijf tot en met categorie 3.2”;
5. detailhandel, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “detailhandel”;
6. een paardenhouderij, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “paardenhouderij”, met dien verstande dat er niet meer dan 5 paarden mogen worden gehouden;
7. een autobedrijf, uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding ”specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf”;
8. gemeentewerken, uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding ”specifieke vorm van bedrijf - gemeentewerken”;
9. een timmerfabriek, uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding ”specifieke vorm van bedrijf - timmerfabriek;
10. de opslag van goederen ten behoeve van een bouw- en/of aannemersbedrijf;
(inpandige) bedrijfswoningen, met dien verstande dat:
1. per bouwperceel ten hoogste 1 (inpandige) bedrijfswoning is toegestaan;
2. op gronden ter plaatse van de aanduiding ”bedrijfswoning uitgesloten” geen (inpandige) bedrijfswoningen zijn toegestaan,
met de daarbij behorende:
groenvoorzieningen;
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
openbare nutsvoorzieningen;
water;
terreinen;
bijgebouwen;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2 Wijziging verbeelding - Dorpen langs de Groote Sloot (perceel: De Akker 15 te Oudesluis)
De gewijzigde situatie uit artikel 13.1 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 11.
Artikel 14 Wijziging Bestemmingsplan - 'Woongebieden Kern Schagen'
14.1 Wijziging bijlage
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij de planregels wordt vervangen door Bijlage 8.
14.2 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 19.3 luidt als volgt:
19.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. ……
- b. het bepaalde in artikel 19.1 en 19.2 voor het realiseren van een LAT-woning, oftewel het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning (splitsing), of het gebruik van een bestaand bijgebouw als LAT-woning, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- 1. de LAT-woning dient gerealiseerd te worden binnen bestaande bebouwing;
- 2. nieuwbouw is niet toegestaan;
- 3. de
bebouwing/gezamenlijke gebouwen (het hoofdgebouw en bijbehorend gebouwen) hebben een omvang van ten minste 300 m3; - 4. de oppervlakte van de LAT-woning bedraagt niet meer dan 100 m2;
- 5. in de bestaande bebouwing mag niet meer dan één LAT-woning worden gevestigd;
- 6. gebruiksmogelijkheden op eigen gronden, alsmede aangrenzende gronden, worden niet beperkt;
- 7. het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden en, indien dit niet mogelijk is, de parkeerdruk in de naaste omgeving neemt als gevolg van het gebruik voor een LAT-woning niet onevenredig toe;
- er ontstaan geen (onevenredige) privaatrechtelijke belemmeringen.
- c. …..
14.3 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 11.1 luidt als volgt:
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Algemeen
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- 1. maatschappelijke voorzieningen;
- 2. uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', het bedrijfswonen, al dan niet in combinatie met een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
en tevens voor:
- 3. speelterreinen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
- 4. een monumentale of waardevolle boom ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom';
met dien verstande dat:
- 5. uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' zorgwoningen zijn toegestaan;
- 6. uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' begraafplaatsen zijn toegestaan met bijbehorende voorzieningen;
- 7. uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding 'kas' kassen zijn toegestaan;
- 8. ondergeschikte horeca;
en tevens voor:
- 9. openbare nutsvoorzieningen;
- 10. groenvoorzieningen;
- 11. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
met bijbehorende bouwwerken, paden, wegen, tuinen, erven en verkeers- en verblijfsvoorzieningen.
...
11.1.3 Bedrijfswoningen
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan
14.4 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 11.2.1 luidt als volgt:
11.2.1 luidt als volgt:
- a. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
- b. indien aangegeven, mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de aangegeven goothoogte;
- c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de aangegeven bouwhoogte;
- d. indien een goothoogte is aangegeven, dienen de hoofdgebouwen verplicht te worden voorzien van een kap met een helling tussen de 20 en 60 graden met dien verstande dat bestaande afwijkende hellingen (zoals lessenaarskappen) zijn toegestaan;
- e. het bebouwingspercentage van het bouwvlak bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding maximum bebouwingspercentage aangegeven bebouwingspercentage; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
- f. voor het bouwen van bedrijfswoningen geldt dat er per bestemmingsvlak één bedrijfswoning mag worden gebouwd;
- g. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' is het bouwen van geluidgevoelige delen van gebouwen uitsluitend toegestaan indien de gevels zijn uitgevoerd als dove gevel, tenzij uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op één of meerdere gevels van de geluidgevoelige delen van de gebouwen lager of gelijk is aan de overeenkomstig de Wet geluidhinder vastgestelde hogere grenswaarde;
- h. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met g mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom'.
14.5 Wijziging verbeelding - Woongebieden Kern Schagen (Perceel: Menisweg 6, 6a-6b te Schagen)
De gewijzigde situatie uit artikel 14.3 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 12.
Artikel 15 Wijziging Bestemmingsplan - 'Landelijk Gebied Harenkarspel'
15.1 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 3.1 luidt als volgt:
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. de uitoefening van volwaardige agrarische bedrijven met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, met dien verstande dat uitsluitend de eerste bouwlaag mag worden gebruikt voor het houden van dieren;
b. het bedrijfswonen, al dan niet in combinatie met een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
c. productiegerichte paardenhouderijen;
d. behoud en versterking van aanwezige cultuurhistorische waarden in de vorm van waardevolle bestaande verkavelingspatronen,
en tevens voor:
e. een mestvergistingsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestvergistingsinstallatie';
f. sleuven ten behoeve van de opslag van co- substraten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - sleuven voor de opslag van co-substraten'
g. gebruiksgerichte paardenhouderijen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van agrarisch met waarden gebruiksgerichte paardenhouderij;
h. niet-grondgebonden agrarische bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding intensieve veehouderij;
i. glastuinbouwbedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding glastuinbouw;
j. grondgebonden agrarische deeltijdbedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van agrarische met waarden - deeltijdbedrijf;
k. viskwekerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding viskwekerij;
l. speelvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding speelvoorziening;
m. modelvliegterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding modelvliegtuigbaan;
n. ijsbaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ijsbaan;
o. volkstuin, uitsluitend ter plaatse van aanduiding volkstuin;
p. zomermelkstallen, schuilhutten en opslagloodsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van agrarisch met waarden veldschuur;
q. kleinschalig kamperen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding kampeerterrein;
r. dagrecreatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding dagrecreatie;
s. windturbines, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding windturbine;
t. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding detailhandel;
u. paardenbakken;
v. dagrecreatief medegebruik;
w. behoud en/of versterking van de cultuurhistorische waarde van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – stolp';
x. nevenactiviteiten, met dien verstande dat de oppervlakte van de nevenactiviteit binnen het bouwvlak niet meer mag bedragen dan is weergegeven in de volgende tabel en wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden:
y. kelders ten behoeve van de opslag van digistaat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kelders voor de opslag van digistaat'
z. het gebruik van kelders ten behoeve van de opslag van digistaat met uitzondering van kelders ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kelders voor de opslag van digistaat'
………
Artikel 3.2, lid b. luidt als volgt:
Voor het bouwen van kassen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden aanvullend op het bepaalde in sub a de volgende regels:
- 1. de oppervlakte teeltondersteunend glas mag niet meer bedragen dan 2.000 m², dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt;
- 2. de oppervlakte van kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' mag niet meer bedragen dan 2 ha, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt;
- 3. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 5 m en 7 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen.
Artikel 3.2, lid j. sub 1. luidt als volgt:
1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan:
- 15 m ten behoeve van torensilo's;
- 4 m ten behoeve van mestsilo's;
- 3 m ten behoeve van sleufsilo's;
- 8 m ten behoeve van bouwwerken ten behoeve van mestvergistingsinstallaties;
- 6 m ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
Artikel 3.4 luidt als volgt:
3.4 Specifieke gebruiksregels
Als gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving als bedoeld in lid 3.1 wordt in ieder geval aangemerkt:
- a. het gebruik en/of inrichten ten behoeve van exploratie en exploitatie van diepe delfstoffen (met uitzondering van seismologisch onderzoek);
- b. bodembewerkingen in de vorm van bezanden, omzetten en omspuiten;
- c. het gebruik van gronden ten behoeve van energieopwekking door middel van biomassavergisting, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch -biomassavergistingsinstallatie', met dien verstande dat het te vergisten mengsel in hoofdzaak bestaat uit mest en waarbij een vergistingscapaciteit is toegestaan van:
1. ten hoogste 5.000 m³ mest afkomstig van binnen de eigen inrichting;
2. ten hoogste 1.000 m³ mest afkomstig van buiten de eigen inrichting;
3. ten hoogste 5.999 m³ co-substraten (biomassa);
- d. het gebruik van sleuven ten behoeve van de opslag van co- substraten met uitzondering van sleuven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - sleuven voor de opslag van co-substraten'
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van stalling van voertuigen, vaartuigen of kampeermiddelen en het opslaan van goederen en/of materialen van niet-agrarische herkomst in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen;
- f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van mestopslag buiten het bouwvlak, met uitzondering van de bestaande mestopslag;
- g. het gebruik van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voor de huisvesting van seizoenarbeiders, met uitzondering van de bestaande huisvestingen;
- h. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten dienste van de woonfunctie voor zelfstandige bewoning;
- i. het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen op gronden anders dan ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
- j. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van ondergeschikte horeca ten behoeve van nevenactiviteiten;
- k. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van nevenactiviteiten in de vorm van verkoop van streekproducten buiten het bouwvlak;
- l. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van een grotere oppervlakte aan nevenactiviteiten dan is weergegeven in lid 3.1 sub v;
- m. het gebruik van gebouwen voor het houden van dieren op meer dan één bouwlaag;
- n. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van niet-grond-gebonden agrarische bedrijfsvoering, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' en met dien verstande dat het aantal dierplaatsen dat is opgenomen in de milieuvergunning van een niet-grondgebonde agrarisch bedrijf niet mag worden uitgebreid;
- o. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van dagrecreatie, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie', met dien verstande dat:
. 1. de dagrecreatieve activiteiten ondergeschikt dienen te blijven aan de agrarische hoofdactiviteit ;
2. maximaal 50% van de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van dagrecreatieve activiteiten mag worden gebruikt;
3.parkeren op eigen erf dient plaats te vinden;
- p. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, zodanig dat de beroeps c.q. bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat deze oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²;
- q. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, voor het houden van dieren anders dan op de eerste bouwlaag;
15.2 Wijziging verbeelding - Landelijk Gebied Harenkarspel (perceel: Wengeweg 2-2a te Warmenhuizen)
De gewijzigde situatie uit artikel 15.1 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 13.
15.3 Wijziging bestemmingsplanregel
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. onderwijsvoorzieningen;
b. sociaal-medische voorzieningen;
c. sociaal-culturele voorzieningen;
d. levensbeschouwelijke voorzieningen;
e. het bedrijfswonen, al dan niet in combinatie met een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis,
en tevens voor:
f. molen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – molen';
g. begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats',
met de daarbij behorende:
- r. speelvoorzieningen;
- s. groenvoorzieningen;
- t. openbare nutsvoorzieningen;
- u. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
- v. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
- w. waterlopen en -partijen;
- x. ondergeschikte horecavoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'ondergeschikte horeca'
15.4 Wijziging verbeelding - Landelijk Gebied Harenkarspel (perceel: Middenweg 23a te Dirkshorn)
De gewijzigde situatie uit artikel 15.3 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 14.
Artikel 16 Wijziging Bestemmingsplan - 'Landelijk Gebied Schagen'
16.1 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 3.4.1 luidt als volgt:
3.4.1 Verboden gebruik
Als gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving als bedoeld in artikel 3.1 wordt in ieder geval aangemerkt:
- a. het gebruiken of laten gebruiken en/of inrichten ten behoeve van exploratie en exploitatie van diepe delfstoffen (met uitzondering van seismologisch onderzoek);
- b. het ontgronden van gronden op een diepte van meer dan 1,5 m;
- c. bodembewerkingen in de vorm van bezanden, omzetten en opspuiten ten behoeve van permanente bollenteelt;
- d. het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van energieopwekking door middel van biomassavergisting;
- e. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van inpandige stalling van voertuigen, vaartuigen of kampeermiddelen en het opslaan van goederen en/of materialen van niet-agrarische herkomst in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen;
- f. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van mestopslag buiten het bouwvlak;
- g.
het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van een paardenbak buitenhet bouwvlak; - h. het gebruiken of laten gebruiken van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voor de huisvesting van seizoenarbeiders;
- i. het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen ten dienste van de woonfunctie voor zelfstandige bewoning;
- j. het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen;
- k. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van ondergeschikte horeca ten behoeve van nevenactiviteiten;
- l. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en gebouwen ten behoeve van nevenactiviteiten in de vorm van verkoop van streekproducten buiten het bouwvlak;
- m. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en gebouwen ten behoeve van een grotere oppervlakte aan nevenactiviteiten dan is weergegeven in artikel 3.1, onder l;
- n. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van bosbouw;
- o. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van sierteelt, anders dan in de vorm van tijdelijke bollenteelt;
- p. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van fruitteelt in de vorm van boomgaarden;
- q. het bedrijfsmatig verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen, bestemd en gereed voor onmiddellijk gebruik of verbruik, uitgezonderd de verkoop of het ten verkoop aanbieden van agrarische producten, afkomstig van het betrokken agrarisch bedrijf;
- r. het gebruiken of laten gebruiken als sport-, wedstrijd- of speelterreinen, parkeerterreinen, vliegvelden en landingsplaatsen, kampeer- of caravanterreinen, dagcampings, lig - of speelweiden, zwemgelegenheden of kwekerijen;
- s. het beproeven van voertuigen voor het beoefenen van de motorsport en modelvliegtuigsport, voor het houden van wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen;
- t. werken en werkzaamheden die een peilverlaging tot gevolg hebben of kunnen hebben;
- u. het gebruiken of laten gebruiken van een bedrijfswoning voor bewoning door een derde die geen functionele binding heeft met de landbouwinrichting waarvan de bedrijfswoning onderdeel uitmaakt, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning'.
16.2 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 18.2.1 luidt als volgt:
18.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
- a. woningen zijn uitsluitend binnen het bestemmingsvlak toegestaan;
- b. per bestemmingsvlak of door de aanduiding 'relatie' met elkaar verbonden bestemmingsvlakken mag slechts één woning worden gebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een ander aantal is aangegeven;
- c. de oppervlakte van het hoofdgebouw mag niet meer dan 225 m2 bedragen, dan wel de bestaande oppervlakte indien dit meer is;
- d. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 8 m;
- e. de woning dient van een kap te worden voorzien met een dakhelling van minimaal 30° en maximaal 60°, dan wel ten minste het bestaande aantal graden indien de dakhelling minder dan 30° is;
- f. de afstand van de woning tot de voorste perceelsgrens dient ten minste 5 m te bedragen en mag ten hoogste 15 m bedragen, dan wel de bestande afstand in deze minder/meer is;
- g. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrens dient ten minste 3 m te bedragen;
- h. de afstand van de woning tot de achterste perceelsgrens dient ten minste 5 m te bedragen.
16.3 Wijziging verbeelding - Landelijk gebied Schagen (perceel: Burghornerweg 8 en 8a te Schagen)
De gewijzigde situatie uit artikel 16.2 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 15.
Artikel 17 Wijziging Bestemmingsplan - 'Petten, 'T Zand, Callantsoog, Groote Keeten'
17.1 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 17 luidt als volgt:
17.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid 17.2 sub a onder 5 voor een hogere bouwhoogte en het bepaalde onder lid 17.2 sub a onder 7 voor het vergroten van het oppervlak van een recreatiewoning, met dien verstande dat:
de bouwhoogte niet meer dan 7 m mag bedragen;
de oppervlakte niet meer dan 120 m2 mag bedragen;
niet meer dan 27,5% van het kaveloppervlak mag worden bebouwd.
Artikel 18 Wijziging Bestemmingsplan - 'Recreatieterreinen Harenkarspel'
18.1 Wijziging bestemmingsplanregels
De bestemming 'Recreatie – Verblijfsrecreatie 1', artikel 5, in het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen Harenkarspel", wordt als volgt doorgehaald :
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1. De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. standplaatsen voor kampeermiddelen, waaronder niet begrepen stacaravans en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens;
- b. een beheerderswoning en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de beheerderswoning, al dan niet in combinatie met een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis en/of mantelzorg;
- c. gebouwen en overkappingen voor zover ten dienste van het gehele recreatieterrein, ten behoeve van:
- 1. dienstverlening, waaronder recepties;
- 2. horecabedrijven categorie 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding "horeca";
- 3. detailhandel;
- 4. sanitaire voorzieningen;
- 5. onderhoudsgebouwen;
- 6. sport- en speeldoeleinden;
- 7. groepsaccommodaties, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie";
al dan niet in combinatie met ruimten ten behoeve van sanitaire voorzieningen en onderhoud en beheer;
d. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
1. sanitaire voorzieningen;
2. het onderhoud en het beheer;
e. sanitaire voorzieningen per standplaats voor een kampeermiddel;
f. trekkershutten, hooiberghutten en tenthuisjes;
met de daarbijbehorende:
g. tuinen, erven en terreinen;
h. sport- en speelterreinen;
i. wegen en paden, waarbij de toegang tot de terreinen uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - toegang";
j. parkeervoorzieningen;
k. beplanting en bebossing;
l. water;
m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Bebouwingsregeling
...
5.2.5. Gebouwen en overkappingen lid 5.1. onder d
Voor het bouwen van de in lid 5.1. onder d genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
- d.
de goothoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 4,50 m bedragen; - e.
de bouwhoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 12,00 mbedragen; - f.
de dakhelling van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 60º bedragen.
18.2 Wijziging bestemmingsplanregels
6 Recreatie – Verblijfsrecreatie 2
De bestemming 'Recreatie – Verblijfsrecreatie 2', artikel 6, in het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen Harenkarspel", wordt als volgt doorgehaald :
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1. De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. recreatieverblijven, waaronder recreatiewoningen, stacaravans, chalets, hooiberghutten en naar de aard daarmee gelijk te stellen recreatieverblijven;
b. één beheerderswoning en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de beheerderswoning, al dan niet in combinatie met een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis en/of mantelzorg;
c. gebouwen en overkappingen voor zover ten dienste van het gehele recreatieterrein, ten behoeve van:
1. dienstverlening, waaronder recepties;
2. horecabedrijven categorie 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding "horeca";
3. detailhandel
4. sport- en speeldoeleinden;
5. sanitaire voorzieningen en onderhoudsgebouwen
6. recreatieappartementen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - recreatieappartementen";
al dan niet in combinatie met ruimten ten behoeve van sanitaire voorzieningen en onderhoud en beheer;
d. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
1. sanitaire voorzieningen;
2. het onderhoud en het beheer;
e. vrijstaande bergingen bij recreatieverblijven;
f. groepsaccommodaties;
g. standplaatsen voor kampeermiddelen, inclusief sanitaire voorzieningen per kampeermiddel, ter plaatse van de aanduiding "kampeerterrein";
h. dagrecreatie, ter plaatse van de aanduiding "dagrecreatie";
met de daarbijbehorende:
i. tuinen, erven en terreinen;
j. sport- en speelterreinen;
k. wegen en paden, waarbij de toegang tot de terreinen uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - toegang";
l. parkeervoorzieningen;
m. beplanting en bebossing;
n. water;
o. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2. Bouwregels
6.2.1. Bebouwingsregeling
…
6.2.6. Gebouwen en overkappingen lid 6.1. onder d
Voor het bouwen van de in lid 6.1. onder d genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
- a.
de goothoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 4,50 m bedragen; - b.
de bouwhoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 12,00 mbedragen;
18.3 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 7 Recreatie – Verblijfsrecreatie 3
De bestemming 'Recreatie – Verblijfsrecreatie 3', artikel 7, in het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen Harenkarspel", wordt als volgt doorgehaald:
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1 De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. recreatiewoningen waarbinnen permanente bewoning is toegestaan al dan niet in combinatie met een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis en/of mantelzorg ;
- b. vrijstaande bergingen;
- c.
gebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van beheer en onderhoud;
7.2. Bouwregels
...
7.2.4 Bouwwerken ten behoeve van beheer en onderhoud
Voor het bouwen van de in lid 7.1. onder c genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:
- a.
de goothoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 4,50 m bedragen; - b.
de bouwhoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 12,00 mbedragen; - c.
de dakhelling van de gebouwen of overkappingen, zal ten hoogste 60º bedragen.
18.4 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 18 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 16 en bijlage 17.
Artikel 19 Wijziging Bestemmingsplan - Bedrijventerreinen
19.1 Wijziging bijlage
Bijlage 2 bedrijvenlijst behorende bij de planregels wordt vervangen door Bijlage 4.
Artikel 20 Wijziging Bestemmingsplan - Buitengebied Zijpe
20.1 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 3.2.1 luidt als volgt:
3.2.1 Algemeen
Voor het bouwen gelden de volgende algemene bouwregels:
a. de bebouwing mag/gebouwen mogen alleen binnen het aangegeven bouwvlak worden opgericht;
b. ter plaatse van de figuur 'relatie' is er sprake van een koppeling van twee bouwvlakken. De bouwvlakken met deze aanduiding worden, in het kader van de regels van dit bestemmingsplan, aangemerkt als een enkel bouwvlak.
20.2 Wijziging bestemmingsplanregels
Artikel 4.2.1 luidt als volgt:
4.2.1. Algemeen
Voor het bouwen gelden de volgende algemene bouwregels:
a. de bebouwing mag/gebouwen mogen alleen binnen het aangegeven bouwvlak worden opgericht;
b. ter plaatse van de figuur 'relatie' is sprake van een koppeling van twee bouwvlakken. De bouwvlakken met deze aanduiding worden, in het kader van de regels van dit bestemmingsplan, aangemerkt als een enkel bouwvlak.
Artikel 21 Wijziging Bestemmingsplan - Landelijk Gebied Schagen (Perceel: Tegenover Imkelanderweg 16 Te Dirkshorn)
21.1 Wijziging bestemmingsplanregels
Aan artikel 3.2.2 wordt een sub e. toegevoegd, deze luidt als volgt:
e. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - Landschappelijke inpassing' is het bouwen van bedrijfsgebouwen uitsluitend toegestaan indien de gronden aan de rand van het bouwvlak aan de noord- en oostzijde binnen 12 maanden na verlening van de omgevingsvergunning door middel van erfbeplanting zijn ingericht en landschappelijk zijn ingepast.
21.2 Wijziging verbeelding - Landelijke gebied Schagen (perceel: tegenover Imkelanderweg 16 te Dirkshorn)
De gewijzigde situatie uit artikel 20.1 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 29.
Artikel 22 Wijziging Bestemmingsplan - Buitengebied Zijpe (Perceel: Kruisweg 6a Te Callantsoog)
22.1 Wijziging bestemmingsplanregels
Na artikel 4.1, sub j wordt een nieuw sub lid ingevoegd (waarbij de daaropvolgende sub leden opschuiven) luidende:
4.1.k
een melkkar, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - melkkar' waarbij de maximale afmetingen van 3.5m hoogte, 3m breedte, en 4,5m lengte gelden.
22.2 Wijziging verbeelding - Buitengebied Zijpe (perceel : Kruisweg 6a te Callantsoog)
De gewijzigde situatie uit artikel 22.1 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 30.
Artikel 23 Wijziging Bestemmingsplan- Bedrijventerrein Witte Paal (Perceel: Grotewallerweg 31 A T/m 37 Te Schagen)
23.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 24 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 21.
Artikel 24 Wijziging Bestemmingsplan- Bedrijventerrein Witte Paal (Perceel: Witte Paal 107 T/m 113 En 12 T/m 20 Te Schagen)
24.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 25 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 22.
Artikel 25 Wijziging Bestemmingsplan - Buitengebied Zijpe (Perceel: Grote Sloot 274 Te Schagerbrug)
25.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 21 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 18.
Artikel 26 Wijziging Bestemmingsplan - Buitengebied Zijpe (Perceel: Korte Belkmerweg 7 Te 'T Zand)
26.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 22 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 19.
Artikel 27 Wijziging Bestemmingsplan - Buitengebied Zijpe (Perceel: Schagerweg 2 Te Schagerbrug)
27.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 23 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 20.
Artikel 28 Wijziging Bestemmingsplan- Bedrijventerreinen (Voormalige Gemeente Harenkarspel) (Perceel : De Huisweid 2 Te Warmenhuizen)
28.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 26 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 23.
Artikel 29 Wijziging Bestemmingsplan- Buitengebied Zijpe (Perceel: Keinsmerweg 90 Te Schagerbrug)
29.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 27 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 24.
Artikel 30 Wijziging Bestemmingsplan- Buitengebied Zijpe (Perceel: Voorweg 1 Te Callantsoog)
30.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 28 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 25.
Artikel 31 Wijziging Bestemmingsplan- Buitengebied Zijpe (Percelen: Kruisweg 4 En 4a Te Callantsoog)
31.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 23 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 26.
Artikel 32 Wijziging Bestemmingsplan- Tuitjenhorn (Perceel: Kalverdijkerlaantje 27 Te Tuitjenhorn)
32.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 23 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 27.
Artikel 33 Wijziging Verbeelding - Dorpen Langs De Grote Sloot (Percelen- Groote Sloot 367 T/m 385 Te Schagerbrug)
33.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie uit artikel 23 is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 28.
Artikel 34 Wijzigings Bestemmingsplan 'Dorpen Langs De Groote Sloot' (Perceel Nijverheidsweg 8 Te Schagerbrug)
34.1 Wijziging verbeelding
De gewijzigde situatie is van toepassing op het gebied zoals aangeduid in de analoge verbeelding in bijlage 31.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 35 Overgangsrecht
35.1 Overgangsrecht Bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan,
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan;
- d. Het eerste lid is voorts niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van die beheersverordening.
35.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- e. Het eerste lid is voorts niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van die beheersverordening.
- f. In afwijking van het bepaalde in artikel 35.2 d en e is permanente beoning van de recreatiewoningen op Park de Horn op de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 2' door rechthebbende personen toegestaan mits zij beschikken over een persoonsgebonden gedoogbeschikking daartoe. Het persoonsgebonden overgangsrecht kan niet worden overgedragen aan of overgaan op andere natuurlijke personen of rechtsorganen.
Artikel 36 Slotregel
Deze regels worden aangehouden als:
"Regels van het bestemmingsplan 'Paraplu-omgevingsplan, 1e tranche'' van de gemeente Schagen.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 09-05-2023.
De raadsgriffier, Voorzitter
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Introductie
Met dit omgevingsplan worden enkele aanpassingen gedaan in alle geldende bestemmingsplannen in de gemeente Schagen. Dit zogeheten paraplu-omgevingsplan is een herstel-omgevingsplan. Dit is een omgevingsplan dat een doorwerking heeft op alle onderliggende vastgestelde bestemmingsplannen. Het doel van het paraplu-omgevingsplan is:
- 1. Harmonisering van de geldende bestemmingsplannen ter voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
- 2. Verwerking van beleidswijzigingen in geldende bestemmingsplannen.
- 3. Reparatie van omissies in de toelichting, regels en verbeelding van geldende bestemmingsplannen.
Ad 1. Harmonisering van de bestemmingsplannen
Het gehele grondgebied van de gemeente Schagen is aangewezen op grond van artikel 7g van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna BuChw) onder de Crisis en herstelwet (hierna: Chw). Dit heeft als effect dat voor het gehele gemeentelijk grondgebied juridisch één bestemmingsplan met verbrede reikwijdte (hierna omgevingsplan) geldt. Alle (postzegel) bestemmingsplannen die hierna worden vastgesteld worden automatisch onderdeel van dit bestemmingsplan. Dit maakt het makkelijker om alle “moederplannen” te harmoniseren.
Bij de inwerkingtreding van de omgevingswet vormen alle geldende bestemmingsplannen in de gemeente Schagen het eerste omgevingsplan van de gemeente (Schagen).Voor een goede werking van dat omgevingsplan is de uniformering van de algemene regels nodig. Dit omgevingsplan is de eerste stap naar uniforme algemene regels. De regels van dit omgevingsplan treden in de plaats van alle vergelijkbare regels van de bestemmingsplannen die op het moment van vaststelling van dit paraplu-omgevingsplan onherroepelijk zijn.
In dit omgevingsplan worden de volgende harmoniseringen doorgevoerd:
- De definities van de verschillende bestemmingsplannen en de wijze van meten worden eenduidig geformuleerd;
- De algemene regels van de verschillende bestemmingsplannen worden uniform gemaakt;
- De regels voor Bed & Breakfast, recreatie, plattelandswoningen en huisvesting van arbeidsmigranten bij agrarische bedrijven worden geharmoniseerd.
Ad 2. Beleidswijzigingen
Naast harmonisatie is er sprake van een beperkte beleidswijziging, bijvoorbeeld als het gaat om zonneparken.
Ad 3. Reparatie van omissies
Naast de harmonisering van de bestemmingsplannen en het doorvoeren van een beperkte beleidswijziging, worden een aantal omissies in vigerende bestemmingsplannen hersteld. Het betreft een aantal 'verbetergevallen' verbetergevallen die zien op geringe omissies in de regels dan wel de verbeelding (zoals een verkeerd opgenomen groenstrook). Het betreft ondergeschikte aanpassingen die worden vertaald in de diverse geldende bestemmingsplannen.
Dit paraplu-omgevingsplan is een 1e in een serie omgevingsplannen die de komende periode zullen worden opgesteld.
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Het plangebied omvat alle onherroepelijke bestemmingsplannen van de gemeente.
In bijlage 1 (Lijst van bestemmingsplannen) bij de toelichting is een lijst opgenomen van alle onherroepelijke bestemmingsplannen. De peildatum is september 2020.
Afbeelding 1: Kaart Schagen met daarop de begrenzing (of wel contour)van het plangebied. Voor de begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de bij het plan behorende verbeelding.
Afbeelding 1: Kaart Schagen met contour
1.3 Werkingssfeer
Dit paraplu-omgevingsplan vervangt de begrippen en de algemene regels van alle onherroepelijke bestemmingsplannen van de gemeente Schagen op grond van artikel 7g BuChw.
Daarnaast worden een aantal algemene onderwerpen opgenomen die gelden voor het gehele grondgebied van Schagen.
Tot slot wordt een aantal omissies in geldende bestemmingsplannen hersteld.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de juridische vormgeving van dit paraplu-omgevingsplan Hoofdstuk 3 betreft de planbeschrijving en gaat nader in op de verschillende herstelonderwerpen. Het daaropvolgende hoofdstuk 4 vormt de (wettelijke) verantwoording uit oogpunt van geldend beleid en de toepasselijke omgevingsaspecten. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 op de uitvoerbaarheid van het paraplu-omgevingsplan ingegaan.
Hoofdstuk 2 Juridische Vormgeving
2.1 Algemeen
In dit paraplu-omgevingsplan worden alle begrippen en alle algemene regels in vigerende onherroepelijke bestemmingsplannen binnen de gemeente Schagen vervangen.
Ook worden er een aantal onderwerpen, bijvoorbeeld: huisvesting van arbeidsmigranten, Bed & Breakfast, opgenomen die van toepassing zijn binnen de gemeente Schagen en de huidige regelingen vervangen.
Het paraplu-omgevingsplan voorziet daarnaast in een aantal wijzigingen in vigerende bestemmingsplannen. Het paraplu-omgevingsplan kan dan ook niet los worden gezien van deze plannen, maar alleen in samenhang met deze plannen worden gelezen. In de betreffende regels van het paraplu-omgevingsplan is steeds een verwijzing naar de ruimtelijke plannen opgenomen, waardoor de juridische samenhang tussen de ruimtelijke plannen en het paraplu-omgevingsplan wordt gewaarborgd.
2.2 Wettelijke Grondslag
Op 5 juli 2019 is de gemeente Schagen toegevoegd aan de lijst van gemeenten waar er geëxperimenteerd kan worden met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied (artikel 7g van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet), middels een ministeriële regeling (onder artikel 3.2.1, sub d van de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet). Op grond van artikel 7c van het hierboven genoemde Besluit kunnen onder andere regels in het bestemmingsplan worden opgenomen, die strekken tot een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Een van de onderdelen van het experiment betreft het opnemen van een open norm in het plan waarvoor er bij nieuw beleid geen planherziening nodig is.
2.3 Gedigitaliseerde Plannen
Het planproces in de ruimtelijke ordening is volledig digitaal. Om uitwisseling van bestanden mogelijk te maken, zijn afspraken gemaakt: de RO-standaarden. De RO-standaarden moeten verplicht worden toegepast op elk plan dat wordt gemaakt, tenzij de gemeenteraad besluit om op grond van de Chw van de RO standaarden af te wijken. Voor dit paraplu-omgevingsplan wordt van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Met toepassing van de RO-standaarden is het paraplu-omgevingsplan opgesteld.
2.4 Planvorm
Voor de regeling is gekozen voor een paraplu-omgevingsplan (parapluplan).
2.4.1 Paraplu-omgevingsplan
Omdat de regeling betrekking heeft op het grondgebied van de gehele gemeente wordt de naam paraplu-omgevingsplan gebruikt. In Bijlage 1 van de toelichting is de lijst van alle onherroepelijke bestemmingsplannen van de gemeente Schagen opgenomen.
2.4.2 Toelichting op de regels
Dit paraplu-omgevingsplan bevat algemene begrippen en algemene regels die gelden voor het hele grondgebied van de gemeente Schagen en die de huidige begrippen en algemene regels in vigerende bestemmingsplannen vervangen. Daarnaast worden in dit paraplu-omgevingsplan meerdere bestemmingsplannen in één keer (gedeeltelijk) herzien. Dit maakt dat in de regels van het paraplu-omgevingsplan, daar waar regels in vigerende bestemmingsplannen worden hersteld, zorgvuldig wordt aangegeven wat er geregeld of gewijzigd wordt.
Ten aanzien van de inhoudelijke aanpassingen van de ruimtelijke plannen is gewerkt met de termen: doorgehaald, gewijzigd en/of toegevoegd. Wanneer een tekst is doorgehaald, betekent dit dat het betreffende tekstgedeelte uit de ruimtelijke plannen wordt gehaald. Wanneer een tekst is gewijzigd, betekent dit dat sprake is van een tekstuele aanpassing aan het betreffende tekstgedeelte uit de ruimtelijke plannen. Wanneer een tekst is toegevoegd, betekent dit dat een geheel nieuwe tekst wordt opgenomen in de ruimtelijke plannen.
Daarnaast is per artikel aangegeven op welk ruimtelijk plan de aanpassing betrekking heeft. Op deze wijze is inzichtelijk gemaakt hoe de regeling in het betreffende ruimtelijke plan komt te luiden. Voor de leesbaarheid is bovendien de van toepassing zijnde regeling opgenomen, zodat de aanpassing in de juiste context wordt gelezen.
Hoofdstuk 3 Artikelsgewijze Toelichting
In deze paragrafen staat een beschrijving van de artikelen van dit paraplu-omgevingsplan.
3.1 Artikel 1: Doelstelling
Dit artikel bevat de doelstelling van dit paraplu-omgevingsplan.
3.2 Artikel 2: Begrippen
Dit artikel bevat de begripsbepalingen.
3.3 Artikel 3: Werking Van Dit Paraplu-omgevingsplan
In artikel 3.1 is de reikwijdte van het paraplu-omgevingsplan opgenomen. Het is de bedoeling dat de begrippen, de (algemene) regels en de beleidswijzigingen overal in Schagen gaan gelden. Zolang de Omgevingswet niet geldt, kan dit bestemmingsplan alleen gelden voor de gebieden waar een bestemmingsplan geldt waarvan de procedure definitief is afgerond. Een bestemmingsplan waarvan de procedure bij de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan nog niet definitief is afgerond en beheersverordeningen vallen niet onder de reikwijdte. Dit plan geldt voor alle bestemmingsplannen die voor september 2020 (peildatum) onherroepelijk zijn geworden, zie Bijlage 1 bij de toelichting.
In artikel 3.2 is aangegeven hoe de regels van dit paraplu-omgevingsplan zich verhouden tot regels die in een onherroepelijk plan staan dat onder de werking van dit paraplu-omgevingsplan valt. De regels van dit paraplu-omgevingsplan zijn algemene regels. Ze zijn dus van toepassing op alle bestemmingen.
3.4 Artikel 4: Uniforme Definities
3.4.1 Toepassingsbereik
Het onderwerp 'uniforme definities' heeft doorwerking in alle ruimtelijke plannen zoals genoemd in paragraaf 1.2.
3.4.2 Regeling in dit paraplu-omgevingsplan
De meeste bestemmingsplannen die binnen de huidige gemeente Schagen van kracht zijn, hebben hun oorsprong in de voormalige fusiegemeenten. Zij zijn door verschillende stedenbouwkundige bureaus opgesteld. Ook hebben de verschillende gemeentebesturen allen hun eigen signatuur meegegeven aan de regels en daarmee ook aan de begripsbepalingen. Hierdoor is er sprake van verschillen die het soms onmogelijk maken om op eenvoudige wijze mee te werken aan gewenste ontwikkelingen.
Uit oogpunt van rechtsgelijkheid is het gewenst om te beschikken over één set begripsbepalingen, zie Bijlage 2 bij de toelichting, die voor het gehele grondgebied van de gemeente geldt. Daarom zijn alle voorkomende begrippen geïnventariseerd en daar waar sprake was van meerdere begrippen is een keuze gemaakt voor de in onze ogen meest passende definitie.
3.5 Artikel 5: Uniforme Algemene Regels
3.5.1 Toepassingsbereik
Het onderwerp 'uniforme regels' healgemene eft doorwerking in alle ruimtelijke plannen zoals genoemd in paragraaf 1.2.
3.5.2 Regeling in dit paraplu-omgevingsplan
Sinds de fusie van de voormalige gemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe is het uitgangspunt dat gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk worden behandeld. Dat blijkt in de praktijk niet altijd zonder meer mogelijk te zijn. De wijze waarop de individuele gemeenten bepaalde zaken hebben geregeld in hun bestemmingsplannen laat hier en daar verschillen zien. Om hieraan een einde te maken en vergunningverlening te vereenvoudigen is er voor gekozen om de algemene regels uniform te maken, zie Bijlage 3 bij de toelichting. De keus is daarbij gevallen op het toepassen van de meest ruime regeling per onderwerp, zodat mogelijkheden soms verruimd, maar niet ingeperkt worden.
3.6 Artikel 6: Arbeidsmigranten
3.6.1 Toepassingsbereik
Het onderwerp “arbeidsmigranten” heeft doorwerking in de ruimtelijke plannen voor alle ruimtelijke plannen zoals genoemd in paragraaf 1.2.
3.6.2 Regeling in dit paraplu-omgevingsplan
In vervolg op de behandeling van de raadsinformatiememo (27 november 2019) en de motie van 17 december 2019 over dit onderwerp wordt gewerkt aan uniforme regels voor de huisvesting van arbeidsmigranten bij agrarische bedrijven.
Indien noodzakelijk voor de bedrijfsvoering van het ter plaatse gevestigde volwaardig agrarische bedrijf zal – door een binnenplanse afwijkingsprocedure- huisvesting mogelijk gemaakt worden tot maximaal 60 personen. In beide vergaderingen is gesproken over een afstandscriterium om de overlast voor de omgeving te beperken en de leefbaarheid van de omgeving te waarborgen.
De (verkeers)overlast en het gevoel van vervreemding heeft niet zozeer te maken met de onderlinge afstand tussen de verschillende locaties waar arbeidsmigranten worden gehuisvest. Vanuit de buurt wordt aangegeven dat deze overlast pas ontstaat /gevoeld wordt op het moment dat de gehuisveste arbeiders niet op het agrarisch bedrijf werken. Het agrarisch bedrijf heeft niet altijd de arbeidskrachten jaarrond nodig voor de eigen bedrijfsvoering noodzakelijk is dan zal de aanvrager een participatietraject met de omgeving moeten doorlopen. Hieruit volgt een onafhankelijk advies aan het college. Op basis hiervan kan het belang van de aanvrager in relatie tot de omgeving worden gewogen.
De huisvesting van arbeidsmigranten in bedrijfswoningen op agrarische bouwpercelen wordt niet mogelijk gemaakt. De reden hiervoor is dat de bedrijfswoning dan bij recht onttrokken kan worden aan de functie. Nu bij recht ook bij elk agrarisch bedrijf een bedrijfswoning is toegestaan zal de gemeente bij een aanvraag daarvoor positief op moeten beschikken; een gebonden aanvraag. Bij het gebruik maken van deze mogelijkheid ontstaat er feitelijk een tweede bedrijfswoning op het perceel
3.7 Artikel 7: Bed & Breakfast
3.7.1 Toepassingsbereik
Het onderwerp 'Bed & Breakfast' heeft doorwerking in alle ruimtelijke plannen zoals genoemd in paragraaf 1.2.
3.7.2 Regeling in dit paraplu-omgevingsplan
Een Bed & Breakfast (B&B) is een vorm van kleinschalige verblijfsrecreatie, bij iemand in huis of op het erf. Het is iets anders dan een pension of hotel. Een B&B in Nederland heeft gemiddeld 2,4 gastenkamers en 5,7 slaapplaatsen. Een pension of een hotel zijn meestal groter. Een B&B verzorgt naast de slaapplek ook het ontbijt, bij een hotel of pension is het vaak mogelijk om ook te lunchen en/of te dineren.
Het grootste verschil is echter dat het bij een pension of een hotel om de hoofdfunctie gaat, terwijl een B&B altijd een nevenfunctie is. De hoofdfunctie blijft wonen. Vandaar dat in de regels is opgenomen dat een B&B altijd ondergeschikt moet zijn aan de hoofdfunctie. Ook is in de regels opgenomen dat een maximaal percentage van de oppervlakte van de woning gebruikt mag worden voor de B&B. De extra benodigde parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd op eigen erf. Alles bij elkaar zorgt dit er voor dat de kans op overlast voor de omgeving te verwaarlozen is.
In de verschillende bestemmingsplannen in de gemeente Schagen gelden verschillende regels voor een B&B. Dit omgevings-parapluplan vervangt deze verschillende regels door een set uniforme regels. De meest ruime regels stonden maximaal negen slaapplaatsen toe per B&B. Dat blijft mogelijk onder dit parapluplan. Hiervoor wordt geen vergunningsplicht geïntroduceerd.
3.8 Artikel 8: Zonneparken
3.8.1 Toepassingsbereik
Het onderwerp 'Zonneparken' heeft doorwerking in de bestemmingsplannen “Buitengebied Zijpe” en “Landelijk gebied Harenkarspel”.
3.8.2 Regeling in dit paraplu-omgevingsplan
De gemeenteraad van Schagen heeft op 19 februari 2019 het beleid zonneparken vastgesteld en op 11 februari 2020 is dit aangescherpt. Daarin is aangeven dat zonneparken onder een opstelling van windturbines zijn toegestaan. Hierbij moet nog wel aan een drietal voorwaarden voldaan worden.
Om de procedure om een zonnepark te realiseren eenvoudiger te maken wordt in dit parapluplan een regeling opgenomen zodat er niet meer afgeweken hoeft te worden van het bestemmingsplan.
3.9 Afwijkingsbevoegdheid - Wijzigingsbevoegdheid
3.9.1 Toepassingsbereik - 'Wonen'
Het onderwerp 'Wonen' en de nieuwe afwijkingsbevoegdheid heeft doorwerking in alle ruimtelijke plannen zoals genoemd in paragraaf 1.2.
3.9.2 Regeling in dit paraplu-omgevingsplan - 'Wonen'
Vanuit de jurisprudentie is gebleken dat de regels over 'Wonen” verscherpt moeten worden in die zin dat Wonen gekoppeld moet worden aan het begrip woning. Ook dient geregeld te worden dat deze woning door 1 huishouden bewoond mag worden. Dit om ongewenste vormen van wonen, met de daarbij behorende overlast voor de woonomgeving tegen te kunnen gaan.
De regels en begrippen zijn hierop aangepast.
Daar waar kamerverhuur mogelijk is kan het college van burgemeester en wethouders hier middels een afwijkingsbevoegdheid vergunning voor verlenen.
3.9.3 Toepassingsbereik - 'Agrarisch bouwvlak'
Het onderwerp 'Agrarisch' en de nieuwe wijzigingsbevoegdheid voor het agrarisch bouwvlak heeft doorwerking in alle ruimtelijke plannen zoals genoemd in paragraaf 1.2.
3.9.4 Regeling in dit paraplu-omgevingsplan - 'Agrarisch bouwblok'
Het college van Burgemeester en wethouder vindt het belangrijk om de procedure te versnellen voor aanvragen voor het wijzigen van de vorm van agrarische bouwvlakken tot en met twee hectaren.
3.10 Artikel 10: Plattelandswoningen
3.10.1 Toepassingsbereik
Het onderwerp Plattelandswoningen heeft doorwerking in alle ruimtelijke plannen zoals genoemd in paragraaf 1.2
3.10.2 Regeling in dit paraplu-omgevingsplan
Op 1 januari 2013 is de Wet Plattelandswoning in werking getreden.
Doel van deze wet was om de milieuwetgeving ten aanzien van deze plattelandswoning soepeler te kunnen hanteren;
Bij de toekenning van de woonbestemming moet de gemeente hebben gewaarborgd dat voor deze woning een goed woon- en leefklimaat geldt. Voor een plattelandswoning zou die toets niet hoeven te worden uitgevoerd.
Nu 6 jaar later uit jurisprudentie blijkt dat ook bij een plattelandswoning een goed woon- en leefklimaat als maatstaf dient te worden genomen kan in het kader van een goede ruimtelijke ordening het begrip plattelandswoning vervallen. Feitelijk en planologisch is het een woning. Een bestemmingsplanwijziging / wijzigingsplan is dan daartoe de aangewezen weg.
De regeling wordt uit alle bestemmingsplannen geschrapt en is niet meer van toepassing binnen de gemeente Schagen.
Dit betekent niet dat het probleem niet meer bestaat. Ook in de toekomst zullen agrarische bedrijfswoningen vrijkomen en zal bij burgers de wens leven hier te mogen wonen. Aan zowel Rijk, provincie, als gemeente is de taak om binnen de gestelde normen de flexibiliteit van deze ontwikkeling mogelijk te blijven maken. Daarom is in het paraplu-omgevingsplan een flexibiliteitsbepaling opgenomen die het mogelijk maakt om maatwerk te leveren per individuele aanvraag. De flexibiliteit is nu opgenomen als een open norm, een mogelijkheid die de Crisis- en herstelwet biedt, die later nog verder kan worden ingevuld, (te denken valt aan een Ruimte voor Ruimte regeling).
3.11 Specifieke Herstelonderwerpen
Naast de uniforme begrippen, algemene regels en het verwerken van de beleidsbijstelling is ook sprake van enkele herstelonderwerpen die voor één enkel plan gelden. Dit parapluplan herstelt de hiernavolgende specifieke gebreken in een aantal plannen. In navolgende tabel is puntsgewijs ingegaan op de redactionele aanpassing van diverse ruimtelijke plannen als genoemd in paragraaf 1.2. Per plan is aangegeven wat het gebrek is en op welke wijze deze met dit parapluplan wordt gerepareerd. Onder elk bestemmingsplan waar voor een verbeelding is gewijzigd wordt is er een voor (links) en na (rechts) versie.
Ruimtelijke plan & Herstelonderwerp | Herstelactie met paraplu-omgevingsplan |
Artikel 11 Wijziging bestemmingsplan 'Achterweg 23 en 23A Groote Keeten' 11.1 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 6 | De dubbelbestemming “Waterstaat – Waterkering' is ten onrechte opgenomen. Artikel 6 van de planregels vervalt en de verbeelding wordt aangepast. |
11.2 Wijziging verbeelding Achterweg 23 en 23A te Groote Keeten ![]() | |
Artikel 12 Wijziging bestemmingsplan 'Burgerbrug - Ruimte voor ruimte (Grote Sloot) 12.1 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 8.2 | In artikel 8.2.2 is voor aan- en uitbouwen aan zijgevels van hoofdgebouwen een relatie gelegd met een bouwgrens. De percelen Welgelegen 6 t/m 14 Burgerbrug hebben geen bouwvlak en daarmee ook geen bouwgrens. In artikel 8.2.2 en 8.2.3 wordt het woord 'bouwgrens' vervangen door de woorden 'bouwgrens, dan wel bij het ontbreken van een bouwvlak, de zijdelingse of achterste gevellijn en het verlengde daarvan. |
Artikel 13 Wijziging bestemmingsplan 'Dorpen langs de Groote Sloot' 13.1 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 4.1 | Het perceel De Akker 15 te Oudesluis heeft o.a. de bestemming 'Bedrijf' met de functieaanduidingen 'bedrijf tot en met categorie 3.1' en 'specifieke vorm van bedrijf – timmerfabriek'. Het perceel is inmiddels in gebruik als garagebedrijf. Volgens artikel 4.1 onder a. onder 7 is een autobedrijf uitsluitend toegestaan op gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – autobedrijf”. Door het woord 'uitsluitend' kan gesteld worden dat dit gebruik op andere percelen niet is toegestaan, ondanks het feit dat het gebruik mogelijk wel is toegestaan op de gronden die ter plaatse zijn aangeduid met een bedrijfscategorie omdat het gebruik binnen de aangeven categorie past. Deze discrepantie wordt opgelost door het woord 'uitsluitend' in artikel 4.1 onder a. onder 7 te laten vervallen. Daarnaast vervalt artikel 4.1 onder a. onder 9. |
13.2 Wijziging verbeelding De Akker 15 te Oudesluis | Op de verbeelding vervalt op het perceel De Akker 15 Oudesluis de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – timmerfabriek”. |
![]() | |
Artikel 14 Wijziging bestemmingsplan 'Woongebieden Kern Schagen' 14.1 Wijziging bijlage | In bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) behorende bij de planregels staan een aantal planologisch ongewenste bedrijfsactiviteiten. Deze activiteiten moeten vervallen. De bijlage moet worden aangepast. |
14.2 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 19.3 | In artikel 19.3 zijn regels opgenomen om af te wijken van de bouwregels. In artikel 19.3b onder 3 is een voorwaarde bepaald dat de bebouwing (het hoofdgebouw en het bijbehorende bouwwerk) een omvang heeft van tenminste 300 m2, dit moet zijn 300 m3. Het artikel moet worden gewijzigd. |
14.3 +14.4 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 11 | Het perceel Menisweg 6, 6a-6b te Schagen heeft de bestemming 'Maatschappelijk' en bevat een bedrijfswoning. In het bestemmingsplan is de bedrijfswoning niet geregeld. In artikel 11.1 wordt geregeld dat een bedrijfswoning mogelijk is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. Het verbod op bedrijfswoningen in artikel 11.1.3 vervalt en in artikel 11.2.1 wordt worden regels over de bedrijfswoning toegevoegd. |
14.5 Wijziging verbeelding Menisweg 6, 6a-6b te Schagen | Op de verbeelding wordt de aanduiding 'bedrijfswoning' toegevoegd. |
![]() | Verbeelding niet goed aangepast |
Artikel 15 - Wijziging bestemmingsplan 'Landelijk gebied Harenkarspel' 15.1 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 3.1, 3.2, lid b. en j. en 3.4 | Bij de vaststelling van het bestemmingsplan “Buitengebied Harenkarspel” is abusievelijk de legaal aanwezige mestvergister op het perceel Wengeweg 2-2a niet meegenomen. Deze omissie wordt thans recht gezet. In kort gaat dit over het herstellen van een fout en dat dit geen relatie heeft met handhavingsverzoeken. Tussen bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies (waaronder wonen) is een goede afstemming nodig. Het doel daarbij is het voorkomen van onacceptabele hinder ter plaatse van woningen, maar ook om te zorgen dat bedrijven niet worden beperkt in de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden. Bij de afstemming wordt gebruik gemaakt van de richtafstanden uit de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering'. Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder redelijkerwijs is uitgesloten. Deze afstand wordt gemeten tussen de bestemmingen van bedrijven en de gevels van geluidsgevoelige objecten. Bedrijfsactiviteiten zijn daarvoor ingedeeld in een aantal milieucategorieën. Biovergister Conform de VNG-publicatie kan een biovergister geschaald worden onder milieucategorie 3.2 met een bijbehorende richtafstand van 100 meter voor geluid en 50 meter voor stof en geur in een rustige woonwijk (SBI 40). Op een afstand van circa 210 meter zijn woningen gelegen. Aan de genoemde richtafstand wordt dan ook voldaan. Het aspect milieuhinder staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg. veehouderij Conform de VNG-publicatie kan een veehouderij geschaald worden onder milieucategorie 3.2 met een bijbehorende richtafstand van 30 meter voor geluid, 30 meter voor stof en voor geur betreft de afstand 100 meter in een rustige woonwijk (SBI 141). Op een afstand van meer dan 100 meter zijn woningen gelegen. Aan de genoemde richtafstand wordt dan ook voldaan. Het aspect milieuhinder staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg. De benodigde onderzoeken (Akoestisch, Stikstofdepositie en Veiligheid) zijn als bijlage 5, 6 en 7 bij dit plan opgenomen Daarnaast behoeft artikel 3.2 aanpassing. In artikel 3.2 onder a. staan regels voor bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen. Onder b. staan regels voor kassen maar door de tekst “aanvullend op het bepaalde in sub a” ontstaat verwarring omdat de regels onder b. niet aanvullend zijn maar alleen gelden voor kassen. Sub b. wordt daarom aangepast. |
15.2 Wijziging verbeelding Wengeweg 2-2a in Warmenhuizen | |
![]() | |
15.3 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 7.1 | Het perceel Middenweg 23a te Dirkshorn is o.a. bestemd als 'Agrarisch met waarden' maar is in gebruik als gemengde functie met de volgende componenten: Hoofdfunctie: paarden spiegeling / coaching; Pensionstalling voor paarden; Zorgcomponent (max 10 % ) met ondergeschikte horeca (licht alcoholisch) ten dienste van deze zorgcomponent; Expositie ruimte. Het perceel krijgt de bestemming 'Maatschappelijk' en de verbeelding wordt daarop aangepast met daarbij een aanduiding 'ondergeschikte horeca'. In artikel 7.1 wordt onder n. ingevoegd dat ondergeschikte horecavoorzieningen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'ondergeschikte horeca'. |
15.4 Wijziging verbeelding Middenweg 23a te Dirkshorn | |
![]() | |
Artikel 16 Wijziging bestemmingsplan 'Landelijk gebied Schagen' 16.1 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 3.2.6 en 3.4.1 | Artikel 3.2.6 onder c. onder 2 geeft aan dat een paardenbak gebouwd dient te worden "(…) aansluitend aan het bouwwerk waarop het hoofdgebouw is gesitueerd", terwijl vervolgens het gebruik van een paardenbak buiten het bouwvlak specifiek strijdig is ingevolge artikel 3.4.1 onder g. Artikel 3.4.1 onder g. vervalt. |
16.2 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 18.2.1 | Bestaande voormalige agrarische woningen die nu bestemd zijn als 'Wonen' kunnen groter zijn dan 225 m2 zoals in artikel 18.2.1 onder c. is bepaald. Aan het artikel wordt toegevoegd: 'danwel de bestaande oppervlakte indien dit meer is'. |
16.3 Wijziging verbeelding Burghornerweg 8 en 8a te Schagen | In 2008 is voor de percelen Burghornerweg 8 en 8a te Schagen vergunning verleend voor bebouwing buiten het bouwvlak. De aanpassing van het bouwvlak werd ten onrechte niet meegenomen in het bestemmingsplan. |
![]() | Op de verbeelding wordt het bouwvlak aangepast. |
Artikel 17 Wijziging bestemmingsplan 'Petten, 't Zand, Callantsoog, Groote Keeten' 17.1 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 17 | In artikel 17.4 kan o.a. ontheffing worden verleend voor het vergroten van het oppervlak van een recreatiewoning waarbij verwezen wordt naar lid 17.2 sub a onder 6. Dit moet zijn 17.2 sub a onder 7. Artikel 17.4 wordt gewijzigd naar: Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: •een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; •de verkeersveiligheid; •de sociale veiligheid; •de milieusituatie; •de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid 17.2 sub a onder 5 voor een hogere bouwhoogte en het bepaalde onder lid 17.2 sub a onder 7 voor het vergroten van het oppervlak van een recreatiewoning, met dien verstande dat: 1.de bouwhoogte niet meer dan 7 m mag bedragen; 2.de oppervlakte niet meer dan 120 m2 mag bedragen; 3.niet meer dan 27,5 % van het kaveloppervlak mag worden bebouwd. |
Artikel 18 Wijziging bestemmingsplan 'Recreatieterreinen Harenkarspel' 18.1 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 5, lid 1, onder d 18.2 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 6, lid 1, onder d en artikel 6, lid 3 onder c 18.3 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 7, lid 1, onder c | Artikel schrappen. In het ontwerp bestemmingsplan Recreatieterreinen Harenkarspel was de regeling als volgt opgenomen: d. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: sanitaire voorzieningen; het bedrijfsmatig onderhoud en het beheer; Naar aanleiding van het ontwerpbestemmingsplan zijn zienswijzen ingediend inhoudende dat er geen sprake is van bedrijfsmatig beheer van Park de Horn. Naar aanleiding daarvan is de bepaling dat sprake moet zijn van bedrijfsmatige exploitatie geschrapt uit de regels van het bestemmingsplan die betrekking hadden op de bestemming “Recreatie- verblijfsrecreatie 1 en 2 “. Met deze wijziging is de planregel onbedoeld zo gewijzigd dat onderhoud en beheer niet bedrijfsmatig plaats hoeft te vinden, maar ook door particulieren kon worden uitgevoerd. Nu de recreatiewoningen op het park bijna allemaal in particulier eigendom zijn is het niet logisch dat voor onderhoud en beheer, het bouwen van gebouwen mogelijk worden gemaakt ten behoeve van opslag van materiaal. Er is namelijk geen sprake van onderhoud en beheer van het totale park Ieder eigenaar beheert en onderhoudt zijn eigen terrein met behulp van eigen middelen. Het is nooit de bedoeling geweest om dergelijke gebouwen per vakantieverblijf afzonderlijk mogelijk te maken. De artikelen 5.1 onder d, 6.1 onder d, en 7.1 onder c worden daarom geschrapt: |
Artikel 19 Wijziging bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen' (voormalige gemeente Harenkarspel) 19.1 Wijziging bijlage | Perceel De Dijken 41 te Tuitjenhorn is in gebruik als spuiterij voor schildersbedrijf. Dit gebruik ontbreekt in de bij de planregels behorende bedrijvenlijst. De bijlage 2 (Bedrijvenlijst) behorende bij de planregels wordt aangepast. |
Artikel 20 Wijziging bestemmingsplan 'Landelijk gebied Schagen' 20.1 Wijziging bestemmingsplan Artikel | Door een omissie van een gedeelte van het bouwvlak tegenover Imkelanderweg 16 te Dirkshorn moet er een nieuwe regel komen waarbij landschappelijke inpassing nodig is en maximaal een gebouw gebouwd mag worden. |
20.2 Wijziging verbeelding Imkelanderweg (tegenover 16) te Dirkshorn | Perceel Imkelanderweg (tegenover 16) te Dirkshorn, heeft ten onrechte maar een klein bouwvlak. Het bouwvlak hoort over de grens tussen bestemmingsplan Landelijk gebied Harenkarspel en Landelijk gebied Schagen te liggen. Dit is niet goed opgenomen in het gedeelte dat in het Landelijk gebied Schagen ligt. Dit wordt hierbij hersteld. |
![]() | |
Artikel 21 Wijziging bestemmingsplan 'Buitengebied Zijpe" 21.1 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 3.2.1, onder a Artikel 4.2.1, onder a | In deze artikelen is bepaald dat alle bebouwing alleen binnen het bouwvlak is toegestaan. Dit moet zijn 'gebouwen'. In de artikelen 3.2.1 onder a. en 4.2.1 onder a. wordt het woord 'bebouwing' vervangen door 'gebouwen'. |
Artikel 22 Wijziging bestemmingsplan 'Buitengebied Zijpe' 22.1 Wijziging bestemmingsplanregels Artikel 4.1 | De huidige locatie naast de woning op het perceel Kruisweg 6a is een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld en stedenbouwkundig gezien een ongewenste ruimtelijke situatie. De melkkar krijgt een nieuwe locatie ten zuiden van de huidige locatie. Een meer zuidelijke locatie is een beter passende situering waarmee een duidelijke ruimtelijke verbetering kan worden bereikt. |
22.2 Wijziging verbeelding Kruisweg 6a te Callantsoog | De aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - melkkar' wordt toegevoegd ten zuiden van de huidige ligging. |
![]() | kaartje hiernaast is niet echt de goede locatie |
Artikel 23 Wijziging bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Witte Paal' 23.1 Wijziging verbeelding Grotewallerweg 31 a t/m 37 te Schagen | Op de woonpercelen Grotewallerweg 33 en 35 te Schagen ligt een bouwvlak voor 4 woningen. De 2 woonpercelen Grotewallerweg 31a en 37 zijn abusievelijk buiten dit bouwvlak gelaten. Op de verbeelding wordt het bouwvlak om de woningen Grotewallerweg 31a tot en met 37 gelegd. |
![]() | |
Artikel 24 Wijziging bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Witte Paal' 24.1 Wijziging verbeelding Witte Paal 107 t/m 113 en 12 t/m 20 te Schagen | Deze percelen hebben een foutieve functieaanduiding gekregen en moeten de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1' krijgen. De aanduiding op de verbeelding wordt aangepast. |
![]() ![]() | |
Artikel 25 Wijziging bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen' (voormalige gemeente Harenkarspel 25.1 Wijziging verbeelding De Huisweid 2 te Warmenhuizen | Perceel De Huisweid 2 te Warmenhuizen is ten onrechte niet aangeduid als 'kantoor'. Op de verbeelding wordt de aanduiding 'kantoor' toegevoegd. |
![]() | |
Artikel 26 Wijziging bestemmingsplan 'Buitengebied Zijpe' 26.1 Wijziging verbeelding Kruisweg 4 en 4a te Callantsoog | De percelen Kruisweg 4 en 4a te Callantsoog zijn recreatief bestemd maar zijn in gebruik voor wonen en hebben geen relatie met het recreatieterrein. De percelen zijn foutief recreatief bestemd. Op de verbeelding wordt de bestemming 'Wonen' gelegd. |
![]() | |
Artikel 27 Wijziging bestemmingsplan 'Buitengebied Zijpe' 27.1 Wijziging verbeelding Grote Sloot 274 te Schagerbrug | Voor het perceel Grote Sloot 274 te Schagerbrug is op 26 juni 2012 een bestemmingswijziging vastgesteld waarbij het agrarische bouwvlak is vergroot. Deze wijziging is niet verwerkt in het bestemmingsplan 'Buitengebied Zijpe'. Op de verbeelding wordt het bouwvlak vergroot conform de op 26 juni 2012 vastgestelde wijziging. |
![]() | |
Artikel 28 Wijziging bestemmingsplan 'Buitengebied Zijpe' 28.1 Wijziging verbeelding Keinsmerweg 90 te Schagerbrug | Perceel Keinsmerweg 90 te Schagerbrug had een woonbestemming en is ten onrechte agrarisch bestemd. Op de verbeelding wordt de bestemming 'Wonen' gelegd. |
![]() | |
Artikel 29 Wijziging bestemmingsplan 'Buitengebied Zijpe' 29.1 Wijziging verbeelding Korte Belkmerweg 7 te 't Zand | Op het perceel Korte Belkmerweg 7 te 't Zand is de bedrijfsbestemming dwars door het parkeergedeelte gelegd. Op de verbeelding wordt de begrenzing van de bedrijfsbestemming aangepast. |
![]() | |
Artikel 30 Wijziging bestemmingsplan 'Buitengebied Zijpe' 30.1 Wijziging verbeelding Schagerweg 2 te Schagerbrug | Op perceel Schagerweg 2 te Schagerbrug ontbreekt op de verbeelding een bouwvlak voor de aanwezige RWZI. Op de verbeelding wordt op het perceel een bouwvlak opgenomen. |
![]() | |
Artikel 31 Wijziging bestemmingsplan 'Buitengebied Zijpe' 31.1 Wijziging verbeelding Voorweg 1 te Callantsoog | Op de verbeelding op het perceel Voorweg 1 te Callantsoog staat de aanduiding 'zomerwoning' op het verkeerde gebouw. Op de verbeelding wordt de aanduiding 'zomerwoning' op het juiste gebouw geplaatst. |
![]() | Hiernaast is het bestemmingsplan niet zichtbaar |
Artikel 32 Wijziging bestemmingsplan 'Tuitjenhorn' 32.1 Wijziging verbeelding Kalverdijkerlaantje 27 te Tuitjenhorn | De bestemming van het perceel Kalverdijkerlaantje 27 te Tuitjenhorn is ten onrechte gewijzigd naar 'Bedrijf' maar het is nog steeds agrarisch in gebruik. De verbeelding moet worden aangepast naar de bestemming “Agrarisch met waarden” met een bouwvlak. |
![]() | Hiernaast is het bestemmingsplan niet zichtbaar |
Artikel 33 Wijziging bestemmingsplan 'Dorpen langs de Groote Sloot' 33.1 Wijziging verbeelding Grote Sloot 367 t/m 385 te Schagerbrug | Ten noorden van de percelen Grote Sloot 367 t/m 385 te Schagerbrug zijn voormalige agrarische gronden als woonpercelen in gebruik genomen. Deze gronden dienen bestemd te worden als 'Tuin' en de verbeelding moet daarop worden aangepast. |
![]() ![]() | |
Artikel 34 Wijziging bestemmingsplan 'Dorpen langs de Groote Sloot' 34.1 Wijziging verbeelding Nijverheidsweg 8, Schagerbrug | Volgens de uitspraak van de Raad van State (Zie bijlage bij de toelichting) is de loods op perceel Nijverheidsweg 8 per abuis niet opgenomen in de vorm van een bouwvlak. Hierbij is deze opgenomen ten gevolge van de verleende vergunning. Er is een bouwvlak toegevoegd. |
![]() |
Hoofdstuk 4 Verantwoording Van Het Paraplu-omgevingsplan
Voor dit paraplu-omgevingsplan zijn diverse beleidsstukken van het Rijk, de provincie, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) en de gemeente van belang. Hieronder volgt een opsomming van voor dit paraplu-omgevingsplan relevante beleidsstukken.
4.1 Rijksbeleid
4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (uit 2012)
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. In de SVIR is de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijk en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. In de SVIR is gekozen voor een meer selectieve inzet van het rijksbeleid dan voorheen. Voor de periode tot 2028 zijn de ambities van het Rijk is drie rijks-doelen uitgewerkt:
- Vergroten van de concurrentiekracht door versterking van de ruimtelijke-economische structuur van Nederland.
- Verbeteren van de bereikbaarheid.
- Zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.
Het Rijk zet in op topsectoren zoals logistiek, water, hightech, creatieve industrie, chemie en voedsel en tuinbouw, waar de kracht van Nederland ligt ten opzichte van internationale concurrenten. De bereikbaarheid en mobiliteit van personen en goederen is daarbij van groot belang. Ontwikkelingen in leefbaarheid en veiligheid hangen sterk samen met bevolkingsgroei en -krimp. De veranderende behoeften op het gebied van wonen en werken leggen daarbij een extra druk op een markt waar de totale vraag afneemt: kwaliteit gaat voor kwantiteit. De ambitie is dat in 2040 de woon-werklocaties in steden en dorpen aansluiten op de kwalitatieve vraag en dat locaties voor transformatie en herstructurering zoveel mogelijk worden benut.
Met bovengenoemde rijks-doelen zijn 13 nationale belangen aan de orde die in de SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio's. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen; het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties en daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.
4.1.2 Ladder voor duurzame verstedelijking
De 'ladder voor duurzame verstedelijking' is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en vastgelegd als procesvereiste in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Artikel 3.1.6. lid 2 Bro schrijft voor dat de onderbouwing van een ruimtelijk plan, waar een nieuwe stedelijke ontwikkeling mee mogelijk wordt gemaakt, aan de Ladder moet voldoen. Per 1 juli 2017 is een vereenvoudigde Ladder van toepassing. De tekst uit het Bro luidt als volgt: ''De toelichting van een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling. Indien blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien, bevat de toelichting een motivering daarvan en een beschrijving van de mogelijkheid om in die behoefte te voorzien op de gekozen locatie buiten het bestaand stedelijk gebied'.
Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe stedelijke ontwikkelingen, zodat de ladder niet van toepassing is.
4.1.3 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (uit 2011)
Het vastgestelde Besluit algemene regels ruimtelijke ordening borgt een aantal van de nationale ruimtelijke belangen uit de Nota Ruimte en voormalige PKB's in regelgeving.
4.1.4 Nationaal Waterplan 2016-2021 (uit 2015)
Het 2e Nationaal Waterplan (NWP2) beschrijft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de periode 2016-2021, met een vooruitblik richting 2050.
4.1.5 Beheer- en ontwikkelplan voor de rijkswateren 2016-2021
Het Beheer- en ontwikkelplan voor de rijkswateren (Bprw) beschrijft het beheer van de rijkswateren voor de periode 2016-2021 en is opgesteld door Rijkswaterstaat. Het plan vertaalt het Nationaal Waterplan 2016-2021 en de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte naar beheer en onderhoud van rijkswateren. Het Bprw en het Nationaal Waterplan zijn tegelijk opgesteld. Zo zijn beleid en uitvoering in samenhang voorbereid en op elkaar afgestemd.
4.1.6 Watervisie 2021
In de Watervisie 2021 staan de ecologische doelen voor niet-natuurlijk oppervlaktewater. Deze doelen zijn afgestemd met de waterbeheerders. Ook staan in de Watervisie 2021 maatregelen om de kwaliteit van het grondwater in de bodem van Noord-Holland te verbeteren.
4.2 Provinciaal Beleid
4.2.1 Omgevingsvisie NH 2050 (uit 2018)
4.2.2 Structuurvisie / Provinciale Ruimtelijke Verordening (uit 2019)
Op 21 juni hebben de provinciale Staten de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke verordening (PRV) vastgesteld. In de structuurvisie zijn de uitgangspunten en de sturingsfilosofie uit het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord, het voorheen geldende streekplan, overgenomen. Uitgangspunt voor de structuurvisie is 'kwaliteit door veelzijdigheid'. Noord-Holland moet aantrekkelijk blijven in wat het is: een diverse, internationaal concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht van het landschap. Gelet op voorgaande doelstelling heeft de provincie een aantal provinciale belangen aangewezen. De drie hoofdbelangen (ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstellingen van de provincie. De structuurvisie is uitsluitend bindend voor de provincie en niet voor gemeenten en burgers. Om de provinciale belangen, die in de structuurvisie zijn gedefinieerd, door te laten werken, heeft de provincie de PRV opgesteld. In de periode 2010-2030 streeft de provincie er naar om de ruimte in de steden als Schagen optimaal te benutten en het landschap zo veel mogelijk open te houden. Ten aanzien van Schagen omvat de structuurvisie verder geen uitgesproken beleidsuitgangspunten.
4.2.3 Provinciale omgevingsverordening NH 2020
Op 18 februari 2020 is de ontwerp-omgevingsverordening van de provincie Noord-Holland ter visie gelegd. Dit ontwerp-paraplu-omgevingsplan loopt in tijd voor op deze provinciale verordening.
Nu dit paraplu-omgevingsplan van conserverende aard is wordt niet uitgegaan van enige strijdigheid met deze provinciale ontwerp-omgevingsvergunning.
4.2.4 Leidraad Landschap en Cultuurhistorie
Samen met de Provinciale Structuurvisie en de Provinciale Verordening is door de provincie op Leidraad Landschap en Cultuurhistorie vastgesteld. Hierin geeft de provincie aan op welke wijze in ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden met de ontwikkelingsgeschiedenis, de bebouwingskarakteristiek en de inpassing in de wijdere omgeving. Het basisuitgangspunt daarbij is 'behoud door ontwikkeling'. In de Leidraad worden de te behouden karakteristieken vastgelegd. Schagen ligt in het Oude Zeekleilandschap, dat wordt gekenmerkt door een open landschap, waarin klein reliëf van de voormalige getijdengebied (onder meer kreken, kreekruggen) nog zichtbaar is. De Westfriese Omringdijk, die ten noorden en westen van Schagen loopt, vormt daarvan de begrenzing. Bij Schagen worden onder meer de terpen en het 'kadetjesland' als waardevolle cultuurhistorische elementen benoemd.
4.3 Beleid Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
4.3.1 Waterprogramma 2016-2021 (uit 2015)
Het beleid van het Hoogheemraadschap tot 2021 is verwoord in het Waterprogramma De verwachte klimaatsverandering is medebepalend voor het beleid van het hoogheemraadschap. Het beleid van het Hoogheemraadschap anticipeert op de voorspelde wateroverlast, droogte en verhoogde overstromingsrisico's. Het doel van het beleid van het hoogheemraadschap is om ook de komende decennia van Noord-Holland boven het Noordzeekanaal een veilige en leefbare woonomgeving te houden. Dit hoofddoel is vierledig:
- 1. Het op orde houden van het watersysteem en dit onder dagelijkse omstandigheden doelmatig en integraal beheren;
- 2. De verontreiniging van het watersysteem door directe en indirecte lozingen voorkomen en of beheersbaar houden;
- 3. Het op orde houden van de primaire waterkeringen en overige waterkeringen met een veiligheidsfunctie en deze onder dagelijkse omstandigheden doelmatig beheren;
- 4. Het in stand houden en ontwikkelen van een calamiteitenorganisatie die onder bijzondere omstandigheden onmiddellijk operationeel is en die beschikt over actuele calamiteitenbestrijdingsplannen voor veiligheid, wateroverlast en waterkwaliteit.
4.3.2 Keur 2016
De Keur heeft tot doel om waterstaatkundige objecten te beschermen. Het beleid zoals verwoord in de WBP 4 geeft richting gaan de uitvoering van de Keur. In verband met de inwerkingtreding van de Waterwet 2009 is de Keur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier aangepast en opnieuw vastgesteld.
4.4 Gemeentelijk Beleid
4.4.1 Beleid over zonneparken
De gemeenteraad van Schagen heeft op 19 februari 2019 het beleid zonneparken vastgesteld. Daarin is aangeven dat zonneparken onder een opstelling van windturbines zijn toegestaan. Hierbij moet nog wel aan een drietal voorwaarden voldaan worden die als wijziging worden doorgevoerd.
Om de procedure om een zonnepark te realiseren eenvoudiger te maken wordt nu in dit paraplu-omgevingsplan een regeling opgenomen dat er niet meer afgeweken hoeft te worden van het bestemmingsplan.
4.4.2 Structuurvisie 2025
De Structuurvisie 2025 is op 22 februari 2011 in de voormalige gemeente Schagen vastgesteld maar is wettelijk nog steeds van kracht. Hierin is als visie opgenomen dat groei niet een doel op zich is, maar dat de kwalitatieve ontwikkeling van wonen, werken, recreatie, educatie en zorg een belangrijke drager vormt. Deze hangt samen met de ambitie voor het behoud van de noodzakelijke voorzieningen en het versterken van de vitaliteit van de regio.
4.4.3 Strategische visie 2040
Onder de titel 'Samen werken aan geluk' is op 4 juli 2017 een strategische visie vastgesteld. Hierin zijn voor de thema's Werken, Recreëren, Leren en Wonen uitspraken op de lange termijn gedaan. Voor het thema Werken dat de gemeente volop ruimte geeft aan grootschalige ontwikkelingen. Ruimte bieden aan duurzame technologie, het toepassen van wind- en zonne-energie en duurzame voedselproductie. Ruimte koesteren voor kleine, specialistische bedrijven die maatwerk leveren.
4.4.4 Coalitieakkoord Schagen 2018-2022
In het coalitieakkoord 2018-2022 van de gemeente Schagen staat dat wij er zijn voor de inwoners en hen serieus nemen. Wij willen inwoners dan ook zoveel mogelijk betrekken bij het realiseren van projecten. Bij grotere projecten proberen wij altijd een project- of een klankbordgroep van betrokkenen in te richten die daadwerkelijk mee kan beslissen.
In het coalitieakkoord 2018-2022 zijn vertrouwen, openheid, duurzaamheid en trots van belang. We gaan uit van een vertrouwensbasis bij de samenwerking met inwoners, bedrijven en organisaties. We zijn eerlijk en transparant. We geven de gemeente beter door aan de volgende generatie. We dragen onze trots op de gemeente samen met inwoners uit.
4.4.5 Afwijkingenbeleid Schagen: Reisgids voor ruimtelijke ontwikkelingen (2015)
Op 6 mei 2015 is de 'Reisgids voor ruimtelijke ontwikkelingen' vastgesteld waarbinnen ingewikkelde afwegingen bij ruimtelijke plannen overzichtelijk worden gemaakt. De gids bevat een overzicht en een korte toelichting op regelgeving/procedures van hogere overheden. De gids kan gebruikt worden als naslagwerk bij het ontwikkelen van plannen en is onderverdeeld in drie hoofdthema's: Wonen, Werken en Recreëren.
4.4.6 Welstandbeleid Schagen: Reisgids voor ruimtelijke kwaliteit (2016)
De gemeente Schagen hanteert voor haar welstandbeleid de 'Reisgids voor ruimtelijke kwaliteit'.
Naast algemene welstandscriteria en sneltoetscriteria voor kleine bouwplannen zijn er gebiedsgerichte criteria bepaald, o.a. voor het gebied 'Werkgebied'. Voor die gebieden geldt een regulier welstandsniveau waarbij meer aandacht gevraagd wordt voor de randen van de bedrijventerreinen en in het zicht gelegen bedrijfsgebouwen. Aantrekkelijke werkgebieden zijn van belang voor de gemeente Schagen. Samenhang tussen bedrijfspanden met een individuele herkenbaarheid is gewenst.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Inleiding
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Onderdeel hiervan is de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid, inclusief het aspect grondexploitatie.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Het omgevingsplan doorloopt de wettelijk voorgeschreven procedure waarbij er verschillende momenten bestaan waarop burgers en belanghebbenden hun invloed op het plan kunnen uitoefenen, te weten:
5.2.1 Ontwerpfase
Het ontwerpparaplu-omgevingsplan doorloopt de in de Wro opgenomen formele procedure. Dit betekent dat het ontwerp van het paraplu-omgevingsplan gedurende zes weken ter inzage wordt gelegd. Tijdens deze periode wordt eenieder de gelegenheid geboden tot het indienen van zienswijzen. Daarbij geldt dat het alleen mogelijk is om een zienswijze in te dienen tegen de onderwerpen zoals die zijn opgenomen in dit paraplu-omgevingsplan. Het vooroverleg met de overleginstanties als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt in deze fase betrokken.
5.2.2 Vaststellingsfase
Ten aanzien van de ingekomen zienswijzen wordt een standpunt bepaald in de zienswijzennota. Wanneer hier aanleiding toe is, wordt het resultaat van de zienswijzennota verwerkt in het vast te stellen omgevingsplan. De gemeenteraad neemt een besluit over de zienswijzen en over het vaststellen van het paraplu-omgevingsplanparaplu-omgevingsplan .
5.2.3 Beroepsfase
Ten aanzien van de ingekomen zienswijzen wordt een standpunt bepaald in de zienswijzennota. Wanneer hier aanleiding toe is, wordt het resultaat van de zienswijzennota verwerkt in het vast te stellen omgevingsplan. De gemeenteraad neemt een besluit over de zienswijzen en over het vaststellen van het paraplu-omgevingsplan.
Er kan beroep worden ingesteld door mensen die in de vaststellingsfase een zienswijze hebben ingediend of mensen die kunnen aantonen dat ze daar redelijkerwijs niet toe in staat waren. Wanneer de gemeenteraad het parapluplan gewijzigd vaststelt, staat voor alle belanghebbenden nog de mogelijkheid open om tegen de wijzigingen beroep in te stellen.
5.3 Economische Uitvoerbaarheid
Bij nieuwe ontwikkelingen moet onder de Wet ruimtelijke ordening tegelijk met het bestemmingsplan een exploitatieplan worden vastgesteld, tenzij het kostenverhaal anderszins is verzekerd. De gemeente heeft hierbij de onderzoeks-verplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen. Daarnaast kan de gemeente aan de hand van de kostensoortenlijst van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) kosten verhalen op de ontwikkelaar.
Nota Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen
Bijlage 1 Nota Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen
Bijlage 1 Lijst Van Vigerende Bestemmingsplannen
Bijlage 1 Lijst van vigerende bestemmingsplannen
Bijlage 2 Lijst Van Algemene Begrippen
Bijlage 2 Lijst van algemene begrippen
Bijlage 3 Lijst Van Algemene Regels
Bijlage 3 Lijst van algemene regels
Bijlage 4 Bedrijvenlijst 'Bestemmingsplan Bedrijventerreinen
Bijlage 4 Bedrijvenlijst 'Bestemmingsplan Bedrijventerreinen
Bijlage 5 Onderzoek Akoestisch - Wengeweg 2-2a Warmenhuizen
Bijlage 5 Onderzoek akoestisch - Wengeweg 2-2a Warmenhuizen
Bijlage 6 Onderzoek Stikstofdepositie - Wengeweg 2-2a Warmenhuizen
Bijlage 6 Onderzoek stikstofdepositie - Wengeweg 2-2a Warmenhuizen
Bijlage 7 Veiligheidsonderzoek Mestvergistingsinstallatie Wengeweg 2-2a Warmenhuizen
Bijlage 7 Veiligheidsonderzoek mestvergistingsinstallatie Wengeweg 2-2a Warmenhuizen
Bijlage 8 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Woongebieden Kern Schagen'
Bijlage 8 Staat van bedrijfsactiviteiten 'Woongebieden kern Schagen'
Bijlage 9 Zonneparken
Bijlage 10 Achterweg 23 En 23a Te Groote Keeten
Bijlage 10 Achterweg 23 en 23A te Groote Keeten
Bijlage 11 De Akker 15 Te Oudesluis
Bijlage 11 De Akker 15 te Oudesluis
Bijlage 12 Menisweg 6, 6a-6b Te Schagen
Bijlage 12 Menisweg 6, 6a-6b te Schagen
Bijlage 13 Wengeweg 2-2a Te Warmenhuizen
Bijlage 13 Wengeweg 2-2a te Warmenhuizen
Bijlage 14 Middenweg 23 Te Dirkshorn
Bijlage 14 Middenweg 23 te Dirkshorn
Bijlage 15 Burghornerweg 8 En 8a Te Schagen
Bijlage 15 Burghornerweg 8 en 8a te Schagen
Bijlage 16 Recreatieterreinen Harenkarspel Park De Horn
Bijlage 16 Recreatieterreinen Harenkarspel Park de Horn
Bijlage 17 Recreatieterreinen Harenkarspel
Bijlage 17 Recreatieterreinen Harenkarspel
Bijlage 18 Grote Sloot 274 Te Schagerbrug
Bijlage 18 Grote Sloot 274 te Schagerbrug
Bijlage 19 Korte Belkmerweg 7 Te 'T Zand
Bijlage 19 Korte Belkmerweg 7 te 't Zand
Bijlage 20 Schagerweg 2 Te Schagerbrug
Bijlage 20 Schagerweg 2 te Schagerbrug
Bijlage 21 Grotewallerweg 31 A T/m 37 Te Schagen
Bijlage 21 Grotewallerweg 31 a t/m 37 te Schagen
Bijlage 22 Wittepaal 12-20 En 107-113 Te Schagen
Bijlage 22 Wittepaal 12-20 en 107-113 te Schagen
Bijlage 23 De Huisweid 2 Te Warmenhuizen
Bijlage 23 De Huisweid 2 te Warmenhuizen
Bijlage 24 Keinsmerweg 90 Te Schagerbrug
Bijlage 24 Keinsmerweg 90 te Schagerbrug
Bijlage 25 Voorweg 1 Te Callantsoog
Bijlage 25 Voorweg 1 te Callantsoog
Bijlage 26 Kruisweg 4 En 4a Te Callantsoog
Bijlage 26 Kruisweg 4 en 4a te Callantsoog
Bijlage 27 Kalverdijkerlaantje 27 Te Tuitjenhorn
Bijlage 27 Kalverdijkerlaantje 27 te Tuitjenhorn
Bijlage 28 Grote Sloot 367 T/m 385 Te Schagerbrug
Bijlage 28 Grote Sloot 367 t/m 385 te Schagerbrug
Bijlage 29 Imkelanderweg 16 Te Dirkshorn
Bijlage 29 Imkelanderweg 16 te Dirkshorn
Bijlage 30 Kruisweg 6a Te Callantsoog
Bijlage 30 Kruisweg 6a te Callantsoog
Bijlage 31 Nijverheidsweg 8 Te Schagerbrug
Bijlage 31 Nijverheidsweg 8 te Schagerbrug
Bijlage 2 Uitspraak Raad Van State Ecli:nl:rvs:2021:2006
Bijlage 2 Uitspraak Raad van State ECLI:NL:RVS:2021:2006