KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 6 Detailhandel
Artikel 7 Dienstverlening
Artikel 8 Gemengd
Artikel 9 Groen
Artikel 10 Kantoor
Artikel 11 Maatschappelijk
Artikel 12 Recreatie
Artikel 13 Sport
Artikel 14 Tuin
Artikel 15 Verkeer
Artikel 16 Verkeer - Railverkeer
Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 18 Water
Artikel 19 Wonen
Artikel 20 Wonen - 2
Artikel 21 Woongebied - Uit Te Werken
Artikel 22 Leiding - Gas
Artikel 23 Leiding - Riool
Artikel 24 Waarde - Archeologie 1
Artikel 25 Waarde - Archeologie 2
Artikel 26 Waarde - Archeologie 3
Artikel 27 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 28 Anti-dubbeltelregel
Artikel 29 Algemene Bouwregels
Artikel 30 Algemene Gebruiksregels
Artikel 31 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 32 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 33 Overgangsrecht
Artikel 34 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Nota Inspraak En Overleg, Sab, 2013
Bijlage 2 Flora- En Fauna Onderzoek Havengebied Schagen, Sab, 2012
Bijlage 3 Nota Van Zienswijzen, Sab, 2013

Woongebieden Kern Schagen

Bestemmingsplan - Gemeente Schagen

Vastgesteld op 20-11-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan:

Het bestemmingsplan Woongebieden Kern Schagen van de gemeente Schagen;

1.2 Bestemmingsplan:

De geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0441.BPWOONGSCHAGEN-OH01 met bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 De verbeelding:

De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

1.4 Aan-huis-verbonden beroep - of bedrijf:

De uitoefening van:

  1. a. een dienstverlenend beroep -of bedrijf;
  2. b. een webwinkel- of postorderbedrijf zonder opslag van goederen;

in een woning en/of daarbij behorende aan- en bijgebouwen, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;

1.5 Aan- of uitbouw:

Een bouwwerk dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, wat zich onderscheiden kan van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.6 Aanduiding:

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.7 Aanduidingsgrens:

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.8 Achtererf:

Het gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het hoofdgebouw is gelegen;

1.9 Bebouwing:

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.10 Bedrijfsgebouw:

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein (onder een bedrijfswoning wordt tevens verstaan dienstwoning);

1.11 Bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):

De totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.12 Beperkt kwetsbaar object:

  1. a. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare, dienst- en bedrijfswoningen van derden, sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
  2. b. kantoorgebouwen, hotels en restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder de definitie voor kwetsbare objecten vallen;
  3. c. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder de definitie voor kwetsbare objecten vallen;
  4. d. objecten die met de onder a en b genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;
  5. e. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;

1.13 Bestaand:

  1. a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd, krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldende planologische regime;

1.14 Bestemmingsgrens:

De grens van een bestemmingsvlak;

1.15 Bestemmingsvlak:

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.16 Bijgebouw:

Een op zich zelf staand, al dan niet vrijstaand bouwwerk, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw;

1.17 Bouwen:

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.18 Bouwgrens:

De grens van een bouwvlak;

1.19 Bouwperceel:

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.20 Bouwperceelgrens:

De grens van een bouwperceel;

1.21 Bouwvlak:

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.22 Bouwwerk:

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.23 Carport:

Een op de grond staande overkapping van één bouwlaag die bedoeld is als een overdekte stallingsruimte voor personenauto's, die geen eigen wanden of deuren heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door de woning of daarbij behorende bijgebouwen en/of ondersteuningen van de overkapping;

1.24 Dagrecreatie:

Recreatie die niet langer duurt dan een dag (er is geen sprake van commerciële overnachting);

1.25 Detailhandel:

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.26 Dienstverlening:

Bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van seksinrichtingen;

1.27 Erf:

Het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en de bestemming deze inrichting niet verbiedt;

1.28 Gebouw:

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.29 Geluidzoneringsplichtige inrichting:

Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.30 Hogere waarde:

Een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;

1.31 Hoofdgebouw:

Het gebouw(deel) dat, gelet op de omvang en de architectonische verschijning als de belangrijkste bouwmassa op het bouwperceel kan worden onderscheiden;

1.32 Horecabedrijf:

Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;

  1. a. horeca categorie 1:
    een complementair horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals een automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, petit-restaurant, snackbar, snackkiosk, tearoom, traiteur en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
  1. b. horeca categorie 2:
    een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken, zoals een bar, (grand)café, eetcafé, restaurant, café-restaurant en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, al dan niet in combinatie met logiesvertrekking of een zalencentrum;
  1. c. horeca categorie 3:
    een horecabedrijf, dat in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies, zoals een hotel, motel, pension en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met een restaurant of een café-restaurant;
  1. d. horeca categorie 4:
    een horecabedrijf, dat voornamelijk is gericht op het 's avonds en/of
    's nachts verstrekken van (alcoholische) dranken en waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen of vergelijkbaar vermaak, zoals een bar-dancing, discotheek, nachtclub en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;

1.33 Hotel:

Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse;

1.34 Kampeermiddel:

  1. a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  2. b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,

één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.35 Kantoor:

Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te worden gestaan en geholpen;

1.36 Kap:

Een dakafdekking van een gebouw met een geheel of gedeeltelijk hellend dakvlak;

1.37 Kwetsbaar object:

  1. a. woningen, woonschepen en woonwagens;
  2. b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. 2. scholen, of gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    1. 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object, of
    2. 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
    3. 3. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

1.38 LAT:

De situatie waarbij bewoners van één adres samenleven in twee aparte woongedeelten, gekenmerkt door zelfstandigheid binnen elk afzonderlijk woongedeelte (met als geheel de kenmerken van één huishouden), dan wel de situatie waarbij bewoners van één adres, door splitsing meerdere adressen hebben en samenleven in twee of meer aparte woongedeelten, gekenmerkt door zelfstandigheid;

1.39 LAT-woning:

Een zelfstandig deel inpandig in de woning, via een gemeenschappelijk (of eigen) ingang bereikbare aanbouw, of een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning; alle in algemene termen dienend als gedeelte van een huishouding uit oogpunt van LAT-relationele samenlevingsvormen.

1.40 Maatschappelijke voorzieningen:

Educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.41 Maatvoeringsvlak:

Een als zodanig aangegeven vlak ter plaatse van de aanduiding 'maatvoeringsvlak' ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering;

1.42 Mantelzorg:

het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak;

1.43 Onderdoorgang:

Een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt, bestaande uit een dakconstructie en twee wanden, waar geen gebouwen worden opgericht behoudens ten behoeve van de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies;

1.44 Ondergeschikte detailhandel:

Detailhandel die qua oppervlakte en qua functie ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit van een niet-detailhandelsbedrijf;

1.45 Ondergeschikte horeca:

Horeca die qua oppervlakte en qua functie ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit van een niet-horecabedrijf;

1.46 Oorspronkelijke gevel:

De gevel van het hoofdgebouw ten tijde van de oplevering;

1.47 Overkapping:

Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met minimaal één open zijde, meestal bedoeld als carport of als veranda;

1.48 Peil:

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

1.49 Risicovolle inrichting:

Een inrichting, bij welke volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.50 Seksinrichting:

Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.51 Staat van bedrijfsactiviteiten:

Een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;

1.52 Standplaats:

Een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor bedrijfsmatige doeleinden geschikte ruimte;

1.53 Volumineuze detailhandel:

Detailhandel in goederen, die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, woning- en tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair;

1.54 Voorerf:

Het gedeelte van het erf dat aan de voorkant van het hoofdgebouw is gelegen;

1.55 Voorgevellijn:

Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw;

1.56 Voorkeursgrenswaarde:

De maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;

1.57 Webwinkel- en postorderbedrijf:

De uitoefening van detailhandel, zonder de uitstalling ten verkoop, waarbij de goederen uitsluitend worden verkocht door middel van een schriftelijke en/of elektronische opdracht en die niet ter plaatse aan de koper ter hand worden gesteld;

1.58 Woning:

Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.59 Zijerf:

Het gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het hoofdgebouw is gelegen;

1.60 Zorgwoning:

Woning bestemd voor groepen, zoals ouderen en personen met fysieke en/of psychische beperkingen, waar intensieve zorgverlening/begeleiding mogelijk is (zoals voor rolstoelgebruik) en/of zorg op afroep of 24 uurszorg beschikbaar is vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis, woon-zorgcentrum of bijvoorbeeld een dienstencentrum.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Algemeen

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, dakkapellen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarische doeleinden;
  2. b. groenvoorzieningen;
  3. c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. d. een monumentale of waardevolle boom ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom';

met bijbehorende bouwwerken en verkeers- en verblijfsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

  1. a. op de in artikel 3.1 genoemde gronden mogen uitsluitend erfscheidingen worden opgericht met een maximale hoogte van 1 m.
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom'.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de monumentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. het gebruiken van deze gronden voor opslag of storting in enigerlei vorm van stoffen en materialen, van welke soort dan ook, anders dan noodzakelijk voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
  2. b. het plaatsen of het geplaatst houden van al dan niet gerede motorvoertuigen, tenzij de plaatsing daarvan noodzakelijk is voor de uitoefening van het aldaar aanwezige agrarisch bedrijf.

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. een verkooppunt voor brandstoffen met lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  3. c. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

en tevens voor:

  1. d. openbare nutsvoorzieningen;
  2. e. groenvoorzieningen;
  3. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met bijbehorende bouwwerken, paden, wegen, tuinen, erven en verkeers- en verblijfsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor openbare nutsvoorzieningen, met de daarbij behorende bouwwerken, groenvoorzieningen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen en water.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;

en tevens voor:

  1. b. openbare nutsvoorzieningen;
  2. c. groenvoorzieningen;
  3. d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met bijbehorende bouwwerken, paden, wegen, tuinen, erven en verkeers- en verblijfsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Dienstverlening

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;
  2. b. bedrijven die zijn genoemd in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten onder categorie 1;
  3. c. openbare nutsvoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met bijbehorende bouwwerken, paden, wegen, tuinen, erven en verkeers- en verblijfsvoorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel anders dan ondergeschikte detailhandel.

Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;
  2. b. maatschappelijke voorzieningen;
  3. c. kantoren;
  4. d. detailhandel in de eerste bouwlaag en wonen vanaf de tweede bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2';
  5. e. kantoren in de eerste, tweede, vijfde en zesde bouwlaag en wonen in de derde, vierde en vijfde bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 3';
  6. f. maatschappelijke voorzieningen in de eerste en tweede bouwlaag en wonen vanaf de tweede bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 4';
  7. g. speelterreinen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';

en tevens voor:

  1. h. openbare nutsvoorzieningen;
  2. i. groenvoorzieningen;
  3. j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. k. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met bijbehorende bouwwerken, paden, wegen, tuinen, erven en verkeers- en verblijfsvoorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag-, los- en/of laadplaats ten behoeve van handelsdoeleinden.

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen,
  2. b. openbare nutsvoorzieningen;
  3. c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. d. voet- en fietspaden;
  5. e. een monumentale of waardevolle boom ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom';
  6. f. een kinderboerderij ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';
  7. g. speelterreinen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
  8. h. een molen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - molen';

met bijbehorende bouwwerken.

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2 voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de monumentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

9.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Groen te wijzigen in de bestemming Tuin en-/of Wonen.

Artikel 10 Kantoor

10.1 Bestemmingsomschrijving

10.2 Bouwregels

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2 voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de monumentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.

Artikel 12 Recreatie

12.1 Bestemmingsomschrijving

12.2 Bouwregels

Artikel 13 Sport

13.1 Bestemmingsomschrijving

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van sporten die onevenredig veel omgevingslawaai tot gevolg hebben, zoals (model)vliegsport en motorcross.

Artikel 14 Tuin

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen ten behoeve van naastgelegen woningen.
  2. b. een monumentale of waardevolle boom ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom'.

14.2 Bouwregels

14.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2 voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de monumentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  2. b. parkeren;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. openbare nutsvoorzieningen,
  5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. f. in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, bruggen, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes e.d. zijn begrepen;
  2. g. de bestemming, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet in een ingrijpende wijziging van het profiel voorziet (waarbij in ieder geval het bestaande aantal rijstroken niet mag toenemen)

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.

15.2 Bouwregels

15.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het aanleggen van wegen of paden of het op een andere wijze inrichten van het bestemmingsvlak met meer dan twee rijstroken.

Artikel 16 Verkeer - Railverkeer

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegvoorzieningen,

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. parkeervoorzieningen;
  2. c. fietsenstallingen;
  3. d. openbare nutsvoorzieningen;
  4. e. groenvoorzieningen;
  5. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met bijbehorende bouwwerken.

16.2 Bouwregels

Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met een functie voor de ontsluiting van aanliggende gronden en het doorgaande verkeer;
  2. b. parkeervoorzieningen en fietsenstallingen;
  3. c. openbare nutsvoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. f. een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  7. g. speelterreinen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
  8. h. een monumentale of waardevolle boom ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom';

met dien verstande dat:

  1. i. in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, bruggen, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes e.d. zijn begrepen;
  2. j. de bestemming, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet in een ingrijpende wijziging van het profiel voorziet (waarbij in ieder geval het bestaande aantal rijstroken mag niet toenemen);

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.

17.2 Bouwregels

17.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2 voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de monumentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.

17.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden als evenemententerrein.

17.5 Afwijken van de gebruiksregels

17.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied te wijzigen in de bestemming Tuin en-/of Wonen.

Artikel 18 Water

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water en oeverstroken;
  2. b. bruggen;
  3. c. steigers en vlonders;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  6. f. kunstwerken;
  7. g. ligplaatsen voor schepen ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats';
  8. h. een woonschip ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
  9. i. een haven ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  10. j. een monumentale of waardevolle boom ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom';

18.2 Bouwregels

18.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.2 voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de monumentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving

19.2 Bouwregels

19.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. het bepaalde in artikel 19.2.2 voor het verhogen van de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen tot maximaal 5, 5 m ten behoeve van het realiseren van een kap mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    - de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    - het straat- en bebouwingsbeeld;
    - de sociale veiligheid;
    - de verkeersveiligheid;
    - de woonsituatie.
  2. b. het bepaalde in artikel 19.1 en 19.2 voor het realiseren van een LAT-woning, oftewel het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning (splitsing), of het gebruik van een bestaand bijgebouw als LAT-woning, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. de LAT-woning dient gerealiseerd te worden binnen bestaande bebouwing;
    2. 2. nieuwbouw is niet toegestaan;
    3. 3. de bebouwing (het hoofdgebouw en bijbehorend bouwwerk) heeft een omvang van ten minste 300 m2;
    4. 4. de oppervlakte van de LAT-woning bedraagt niet meer dan 100 m2;
    5. 5. in de bestaande bebouwing mag niet meer dan één LAT-woning worden gevestigd;
    6. 6. gebruiksmogelijkheden op eigen gronden, alsmede aangrenzende gronden, worden niet beperkt;
    7. 7. het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden en, indien dit niet mogelijk is, de parkeerdruk in de naaste omgeving neemt als gevolg van het gebruik voor een LAT-woning niet onevenredig toe;
    8. 8. er ontstaan geen (onevenredige) privaatrechtelijke belemmeringen.
  3. c. het bepaalde in artikel 19.1 en 19.2 voor mantelzorg binnen de woning en bijgebouwen bij een woning, alsmede extra bouwmogelijkheden voor de bouw van een bijgebouw ten behoeve van mantelzorg mits:
    1. 1. de hulpbehoevende(n) aan wie zorg wordt geboden over een indicatie van een bevoegde arts dan wel instelling beschikt/beschikken;
    2. 2. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt en, indien dit niet mogelijk is, de parkeerdruk in de naaste omgeving als gevolg van het gebruik voor mantelzorg niet onevenredig toeneemt;
    3. 3. er geen sprake is van een zelfstandige woning;
    4. 4. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen (bijvoorbeeld als gevolg van verhuizing of overlijden) het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte wordt beëindigd en de woonvoorzieningen worden verwijderd;
    5. 5. de in artikel 19.2.2 genoemde maximale oppervlakte aan bebouwing mag worden overschreden met maximaal 100 m2 aan extra bebouwing met dien verstande dat:
      a. het bebouwingspercentage van het achtererfgebied ten hoogste 75% bedraagt;
      b. de bouwhoogte van een bijgebouw c.q. mantelzorgwoning niet meer dan 3,5 m bedraagt;
      c. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen, dient deze extra bebouwing te worden verwijderd
  4. d. het bepaalde in artikel 19.2 voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de monumentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.

Artikel 20 Wonen - 2

20.1 Bestemmingsomschrijving

20.2 Bouwregels

20.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in artikel 20.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. maximum aantal woningen:10;
  2. b. situering parkeervoorzieningen: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  3. c. minimum parkeernorm: 1,3 parkeerplaats per woning;
  4. d. maximum parkeernorm: 1,9 parkeerplaats per woning.

20.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. het bepaalde in artikel 20.2.1 voor het verhogen van de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen tot maximaal 5, 5 m ten behoeve van het realiseren van een kap;
    mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    - de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    - het straat- en bebouwingsbeeld;
    - de sociale veiligheid;
    - de verkeersveiligheid;
    - de woonsituatie.
  2. b. het bepaalde in artikel 20.1 en 20.2 voor het realiseren van een LAT-woning, oftewel het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning (splitsing), of het gebruik van een bestaand bijgebouw als LAT-woning, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. de LAT-woning dient gerealiseerd te worden binnen bestaande bebouwing;
    2. 2. nieuwbouw is niet toegestaan;
    3. 3. de bebouwing (het hoofdgebouw en bijbehorend bouwwerk) heeft een omvang van ten minste 300 m2;
    4. 4. de oppervlakte van de LAT-woning bedraagt niet meer dan 100 m2;
    5. 5. in de bestaande bebouwing mag niet meer dan één LAT-woning worden gevestigd;
    6. 6. gebruiksmogelijkheden op eigen gronden, alsmede aangrenzende gronden, worden niet beperkt;
    7. 7. het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden en, indien dit niet mogelijk is, de parkeerdruk in de naaste omgeving neemt als gevolg van het gebruik voor een LAT-woning niet onevenredig toe;
    8. 8. er ontstaan geen (onevenredige) privaatrechtelijke belemmeringen.
  3. c. het bepaalde in artikel 20.1 en 20.2 voor mantelzorg binnen de woning en bijgebouwen bij een woning, alsmede extra bouwmogelijkheden voor de bouw van een bijgebouw ten behoeve van mantelzorg mits:
    1. 1. de hulpbehoevende(n) aan wie zorg wordt geboden over een indicatie van een bevoegde arts dan wel instelling beschikt/beschikken;
    2. 2. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt en, indien dit niet mogelijk is, de parkeerdruk in de naaste omgeving als gevolg van het gebruik voor mantelzorg niet onevenredig toeneemt;
    3. 3. er geen sprake is van een zelfstandige woning;
    4. 4. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen (bijvoorbeeld als gevolg van verhuizing of overlijden) het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte wordt beëindigd en de woonvoorzieningen worden verwijderd;

Artikel 21 Woongebied - Uit Te Werken

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Woongebied - Uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen;
  2. b. bergingen en andere nevenruimten;
  3. c. tuinen;
  4. d. erven;
  5. e. rijwegen;
  6. f. gebouwde parkeervoorzieningen;
  7. g. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  8. h. fiets- en voetpaden;
  9. i. groenvoorzieningen;
  10. j. speelvoorzieningen;
  11. k. nutsvoorzieningen;
  12. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

21.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en Wethouders werken de bestemming van de in artikel 21.1 genoemde gronden uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, met inachtneming van de volgende regels:

21.3 Bouwregels

21.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de in artikel 21.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  1. a. maximum totaal aantal woningen: 485;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woningen' geldt dat ter plaatse uitsluitend vrijstaande woningen zijn toegestaan tot het maximum aantal dat is aangeduid;
  3. c. minimum parkeernorm: 1,3 parkeerplaats per woning;
  4. d. maximum parkeernorm: 1,9 parkeerplaats per woning;
  5. e. in het bestemmingsvlak dient minimaal het oppervlaktewater te worden gerealiseerd overeenkomstig de aanduiding "minimum oppervlakte (m2)";
  6. f. in afwijking van het bepaalde onder e is het toegestaan om in het bestemmingsvlak waar een minimum oppervlakte te realiseren water is aangeduid, gehoord de gemeenteraad van Schagen, geen of een kleiner wateroppervlak te realiseren dan op grond van e is voorgeschreven, met dien verstande dat er voldoende ruimtelijke kwaliteit in het desbetreffende bestemmingsvlak is gewaarborgd, waarbij in ieder geval voldaan wordt aan de volgende randvoorwaarden:
    1. 1. het plan gaat uit van een stedenbouwkundige structuur waarbij de verkavelingstructuur in het Beeldregieplan d.d. 12 december 2007 in overwegende mate wordt gevolgd, en;
    2. 2. het plan voorziet in realisatie van ten minste twee zichtlijnen / doorzichten vanaf het spoor naar de kreek en de sportvelden.

Artikel 22 Leiding - Gas

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. a. een ondergrondse hoofdtransportgasleiding;
  2. b. het beheer en onderhoud van de leiding;
  3. c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.

In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

22.2 Bouwregels

22.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.2 en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde bouwwerken worden gebouwd, mits het belang dat met de leiding wordt gediend niet onevenredig wordt geschaad en mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 23 Leiding - Riool

23.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding tevens voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn naast de daarvoor aangewezen andere bestemming primair bestemd voor de aanleg en instandhouding van een rioolpersleiding met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.

23.2 Bouwregels

Binnen een afstand van 5 m ter weerszijden van de binnen deze bestemming genoemde leidingen mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de betreffende leiding waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m.

23.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 23.2 mits:

  1. a. vooraf advies is verkregen van de verantwoordelijke leidingbeheerder;
  2. b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding.

Artikel 24 Waarde - Archeologie 1

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 1 aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.

24.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ter vervanging van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte niet wordt vergroot.

24.3 Afwijken van de bouwregels

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

24.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het plan, wijzigen voor:

  1. a. het toevoegen van de bestemming Waarde - Archeologie 1 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit wenselijk is;
  2. b. het verwijderen van de bestemming Waarde - Archeologie 1 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.

Artikel 25 Waarde - Archeologie 2

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.

25.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen op deze gronden geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. gebouwen ter vervanging van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte met niet meer dan 50 m2 wordt uitgebreid;
  2. b. nieuwe gebouwen met een oppervlakte van maximaal 50 m2;
  3. c. uitbreiding van bestaande gebouwen met maximaal 50 m2.

25.3 Afwijken van de bouwregels

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

25.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen voor:

  1. a. het toevoegen van de bestemming Waarde - Archeologie 2 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit wenselijk is;
  2. b. het verwijderen van de bestemming Waarde - Archeologie 2 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.

Artikel 26 Waarde - Archeologie 3

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.

26.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd met een oppervlakte van meer dan 500 m2 en de oppervlakte van bestaande gebouwen niet worden vergroot met een oppervlakte van meer dan 500 m².

26.3 Afwijken van de bouwregels

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

26.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen voor:

  1. a. het toevoegen van de bestemming Waarde - Archeologie 3 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit wenselijk is;
  2. b. het verwijderen van de bestemming Waarde - Archeologie 3 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.

Artikel 27 Waterstaat - Waterkering

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering en de waterbeheersing. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

27.2 Bouwregels

27.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 27.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits is aangetoond dat er geen belangen van de waterkering en de waterbeheersing worden geschaad. Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt de beheerder van de waterkering om advies gevraagd.

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 28 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 29 Algemene Bouwregels

29.1 Bestaande afmetingen

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

29.2 Bestaande afstanden

In die gevallen dat de bestaande afstand van een bouwwerk tot enige op de verbeelding of in de regels aangegeven lijn dan wel tot een ander bouwwerk, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.

29.3 Bestaande percentages

In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

Artikel 30 Algemene Gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  2. b. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
  3. c. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen;
  4. d. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  5. e. het gebruik of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor niet-permanente bewoning.

Artikel 31 Algemene Aanduidingsregels

31.1 geluidzone - industrie

31.2 veiligheidszone - lpg

31.3 wro zone- wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan ter plaatse van de wro-zone - wijzigingsgebied 1 te wijzigen in de bestemming Bedrijven in milieucategorie 1 en 2 als bedoeld in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, Kantoor, Horeca, Maatschappelijk, Recreatie, Verkeer met bijbehorende nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor waterhuishouding, groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. ten behoeve van de nieuwe bestemmingen mogen gebouwen worden opgericht waarbij de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 12 meter;
  2. b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de regels zoals opgenomen in artikel 19.2.4;
  3. c. omliggende bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  4. d. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
    1. 1. er geen milieuhygiënische beperkingen bestaan;
    2. 2. voldaan wordt aan het bepaalde in de Flora- en faunawet;
    3. 3. geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden;
    4. 4. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.

31.4 wro zone- wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan ter plaatse van de wro-zone - wijzigingsgebied 2 te wijzigen in de bestemmingen Maatschappelijk, Tuin en-/of Wonen met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. omliggende bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  2. b. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
    1. 1. er geen milieuhygiënische beperkingen bestaan;
    2. 2. voldaan wordt aan het bepaalde in de Flora- en faunawet;
    3. 3. geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden;
    4. 4. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.

31.5 dorpsveld

31.6 monumentale of waardevolle boom

Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom' gelden behalve de andere voorkomende bestemmingen de volgende regels:

  1. a. er mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'monumentale of waardevolle boom';
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'monumen-tale of waardevolle boom' indien de groeiontwikkelingsmogelijkheden van de mo-numentale of waardevolle boom hierdoor niet worden aangetast.

Artikel 32 Algemene Afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  3. c. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. het bepaalde in het plan en toestaan dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, openbaar vervoer, telecommunicatie, sanitaire voorzieningen, kunstwerken en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
    1. de oppervlakte per gebouwtje niet meer dan 75 m2 bedraagt;
    2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 15 m bedraagt.
    mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    - de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    - het straat- en bebouwingsbeeld;
    - de sociale veiligheid;
    - de verkeersveiligheid;
    - de woonsituatie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 33 Overgangsrecht

33.1 Overgangsrecht bouwwerken

33.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 34 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

'Regels van het bestemmingsplan Woongebieden Kern Schagen'.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 25 juni 2013.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Nota Inspraak En Overleg, Sab, 2013

Bijlage 1 Nota Inspraak en Overleg, SAB, 2013

Bijlage 2 Flora- En Fauna Onderzoek Havengebied Schagen, Sab, 2012

Bijlage 2 Flora- en fauna onderzoek Havengebied Schagen, SAB, 2012

Bijlage 3 Nota Van Zienswijzen, Sab, 2013

Bijlage 3 Nota van zienswijzen, SAB, 2013