KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Gemengd
Artikel 5 Groen
Artikel 6 Verkeer
Artikel 7 Water
Artikel 8 Wonen
Artikel 9 Leiding - Gas
Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 11 Leiding - Riool
Artikel 12 Leiding - Water
Artikel 13 Waarde - Archeologie 2
Artikel 14 Waarde - Archeologie 3
Artikel 15 Waarde - Archeologie 4
Artikel 16 Waterstaat - Waterkering
Artikel 17 Waterstaat - Waterlopen
3 Algemene Regels
Artikel 18 Anti-dubbeltelregel
Artikel 19 Algemene Bouwregels
Artikel 20 Algemene Gebruiksregels
Artikel 21 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 22 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 23 Overige Regels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 24 Overgangsrecht
Artikel 25 Slotregel
Bijlagen Bij Regels - 1
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlagen Bij Toelichting - 6
Bijlagen Bij Toelichting - 7
Bijlagen Bij Toelichting - 8
Bijlagen Bij Toelichting - 9
Bijlagen Bij Toelichting - 10
Bijlagen Bij Toelichting - 11

Bedrijventerrein Uithoorn 2020

Bestemmingsplan - Gemeente Uithoorn

Vastgesteld op 21-11-2022 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het 2e herstelbestemmingsplan “Bedrijventerrein Uithoorn 2020” met identificatienummer NL.IMRO.0451.BPBedrijventer-VG03 van de Gemeente Uithoorn;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 verbeelding:

de verbeelding van het bestemmingsplan “Bedrijventerrein Uithoorn 2020” met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;

1.4 aanbouw:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 aaneengebouwd:

blokken van meer dan twee aaneengebouwde gebouwen;

1.8 aan-huis-gebonden beroep:

het uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, technisch gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.9 achtergevel:

een van de weg afgekeerde oorspronkelijke gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.11 bebouwingspercentage:

het in de planregels of op de verbeelding aangegeven percentage van een bouwvlak, of indien geen bouwgrenzen zijn aangegeven het percentage van het bestemmingsvlak, dat ten hoogste bebouwd mag worden met gebouwen, tenzij in de planregels anders is bepaald;

1.12 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slecht is bedoelt voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatsen van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht;

1.13 bestaand gebruik of bouwwerk:

een gebruik of een bouwwerk, dat aanwezig is op het moment van inwerkingtreding van dit plan;

1.14 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.15 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.16 bevi-inrichting:

bevi-bedrijf zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.17 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak;

1.18 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.19 bouwlaag:

een gedeelte van een hoofdgebouw dat geen, door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.20 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.21 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.22 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.23 (beperkt) kwetsbaar object:

zoals gedefinieerd in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid;

1.24 bouwwerk, geen gebouw zijnde:

elk bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde;

1.25 bruto vloeroppervlak (bvo):

het vloeroppervlakte van de ruimte(n) van een gebouw, die worden gebruikt voor de in het plan beschreven bestemming, inclusief opslag- administratieruimten en dergelijke, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen;

1.26 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.27 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending en/of aanverwante dienstverlening, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.28 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond;

1.29 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.30 geluidsgevoelige objecten:

woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen
terreinen bepaald in de Wet geluidhinder of het Besluit geluidhinder;

1.31 geluidzone:

geluidzone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder;

1.32 geluidszoneringsplichtige inrichting:

inrichtingen zoals aangegeven in bijlage I onderdeel D Bor, die in belangrijke mate hinder kunnen veroorzaken en bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone als bedoeld in die wet moet worden vastgesteld;

1.33 geluidzone - industrielawaai - 50 dB(A):

geluidscontour rond een industrieterrein waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein niet meer mag bedragen dan 50 dB(A);

1.34 gezoneerd industrieterrein:

een industrieterrein waarop (grote) lawaaimakers zijn gevestigd;

1.35 goot:

het snijpunt tussen dakvlak en gevelvlak;

1.36 groothandel:

een onderneming die tussen de fabrikanten en de detailhandel of horeca zit. Het gaat hier altijd om de handel in grotere hoeveelheden goederen. Daarnaast is de groothandel niet bedoeld voor particulieren; gebruikers moeten ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel;

1.37 hoofdgebouw:

een of meer panden of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.38 horecabedrijf:

een bedrijf of inrichting, waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden:
  • horeca categorie I: een bedrijf of inrichting gericht op de verkoop van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, zoals een lunchroom, koffie- en theehuis en een ijssalon;
  • horeca categorie II: een bedrijf of inrichting gericht op het verstrekken van ter plaatse bereide maaltijden, inclusief (alcoholische) dranken, zoals restaurant, bistro, crêperie, cafetaria, snackbar, grill-room, fastfood, automatiek en snelbuffet;
  • horeca categorie III: een bedrijf of inrichting gericht op het verstrekken van sterke alcoholische dranken, zoals een café of bar;
  • horeca, categorie IV: een bedrijf of inrichting welke de gelegenheid biedt om te dansen, zoals een dancing of discotheek en zelfstandige zaalverhuur;
  • horeca, categorie V: een bedrijf of inrichting gericht op het aanbieden van logies, zoals een hotel of pension;

1.39 internethandel:

afhaalpunt zonder showroom waarbij de verkoop uitsluitend via internet plaatsvindt en waarbij de via internet gekochte goederen ter plaatse kunnen worden afgehaald;

1.40 kampeermiddel:

  1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.41 kampeerterrein:

terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

1.42 kantoor:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten met een administratief karakter waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.43 kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten die in beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend;

1.44 ondergeschikt

van beperkte functionele en/of ruimtelijke omvang, zodat de hoofdfunctie qua aard, omvang en verschijningsvorm als hoofdfunctie herkenbaar blijft waarbij de ondergeschikte activiteit nooit de belangrijkste inkomenstenbron is;

1.45 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het al dan niet openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;

1.46 ondersteunende functie

ondergeschikte functie, ter ondersteuning van de hoofdfunctie, waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdfunctie;

1.47 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en maximaal 2 gesloten wanden;

1.48 peil:

  1. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;
  2. voor gebouwen die in een dijk zijn gebouwd: de hoogte van de kruin van de dijk ter hoogte van de hoofdingang;
  3. indien in of op het water wordt gebouwd, het ter plaatse van dat water aan te houden waterpeil;
  4. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld;

1.49 perifere detailhandel:

detailhandel in volumineuze goederen die wegens aard en omvang en de specifieke vestigingseisen, met name op het gebied van bereikbaarheid en parkeren, niet thuishoort in het kernwinkelgebied of bestaande winkelcentra, zoals detailhandel in auto's, boten, caravans, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, tuininrichtingsartikelen, bouwmarkten, woninginrichting en meubelen;

1.50 primaire wateren:

Wateren waaraan het hoogheemraadschap een belangrijke functie toekent in de aan- en afvoer van water en waterberging;

1.51 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

1.52 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.53 publiekgerichte en maatschappelijke dienstverlening:

het beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van diensten (met baliefunctie) aan de eindgebruiker, waaronder onder andere wordt verstaan; dansschool of dienstverlening op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn en sport met uitzondering van geluidsgevoelige objecten. Kappers, schoonheidssalons, nagelstudio's of andere bedrijven van gelijke strekking en voorzieningen voor het uitoefenen van religie zijn niet toegestaan;

1.54 raam- en straatprostitutie:

het op of aan de weg, vanachter een raam of op een andere voor publiek toegankelijke plaats door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken;

1.55 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf en een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.56 straatmeubilair:

de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, vlaggenmasten, rijwielstandaards, papierbakken, afvalcontainers, openbare toiletten, zitbanken, plantenbakken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelplekvoorzieningen, telefooncellen, kunstobjecten en abri's;

1.57 stedelijke ontwikkeling:

ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen;

1.58 twee-aaneen:

twee hoofdgebouwen die door middel van één gemeenschappelijke wand met elkaar zijn verbonden;

1.59 uitbouw:

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.60 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

1.61 vrijstaand:

een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een andere gebouw;

1.62 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.63 zakelijke en creatieve dienstverlening:

het beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven, waaronder wordt verstaan: media, studio’s, reclamediensten, architecten en technische adviesbureaus, rechtskundige en administratieve dienstverlening;

1.64 zelfstandige kantoor

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie, en de werkzaamheden niet ten dienste staan van en verbonden zijn aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, maar een afzonderlijke eenheid vormen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.3 de diepte:

de diepte van een bodemingreep wordt gemeten ten opzichte van het maaiveld ter plaatse (straat- of terreinniveau);

2.4 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.5 de inhoud van een bouwwerk:

vanaf de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken;

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.7 ondergeschikte bouwdelen:

bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwgrens maximaal 1,5 meter bedraagt.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven in categorie 1 en 2 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven in categorie 1, 2 en 3.1 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven in categorie 1, 2, 3.1 en 3.2 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1': bedrijven in categorie 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2': bedrijven in categorie 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  6. ondersteunende zakelijke en creatieve dienstverlening;
  7. ondersteunende kantoren;
  8. ondersteunende horeca;
  9. bestaande perifere detailhandel;
  10. bestaande zelfstandige kantoren en bestaande zelfstandige zakelijke en creatieve dienstverlening;
  11. bestaande publiekgerichte en maatschappelijke dienstverlening;
  12. ondersteunende en productiegebonden detailhandel;
  13. internethandel;
  14. nutsvoorzieningen;
alsmede voor, ter plaatse van de aanduiding:
  1. 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning, tenzij een ander aantal is genoemd op de verbeelding;
  2. 'specifieke vorm van bedrijf - dansschool en partycentrum': dansschool en horeca categorie IV;
  3. 'specifieke vorm van bedrijf - duurzame machinefabriek': duurzame machinefabriek met maximale milieucategorie 3.2;
  4. 'specifieke vorm van bedrijf - oliën- en vettenfabriek': een oliën en vettenfabriek met maximale milieucategorie 3.2;
  5. 'specifieke vorm van bedrijf - ppg coatings': een bedrijf wat is gespecialiseerd in het vervaardiging van verf, vernis e.d., drukinkt en mastiek met maximale milieucategorie 4.2;
  6. 'specifieke vorm van bedrijf - vervaardiging van producten van kunststof': een bedrijf dat producten vervaardigd van kunststof met maximale milieucategorie 5.3;
  7. 'specifieke vorm van detailhandel - dierenspeciaalzaak': detailhandel gespecialiseerd in de verkoop van dieren, dierenvoeding en dierenbenodigdheden;
  8. 'waterzuiveringsinstallatie': waterzuiveringsinstallatie met maximale milieucategorie 4.2;
met daarbij horende:
  1. opslagruimten, magazijnen, opslag-, laad- en losplaatsen;
  2. parkeervoorzieningen, (ontsluitings-)wegen, verhardingen en open terreinen;
  3. groen-, water-, waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen;
  2. bedrijven zoals genoemd in categorie 1 en 2 van de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  3. zakelijke en creatieve dienstverlening;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - kattenopvang': een kattenopvang;
met daarbij horende:
  1. parkeervoorzieningen;
  2. tuinen en erven;
  3. wegen en paden;
  4. groen-, water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

Ten behoeve van de functies, als bedoeld in artikel 4.1 onder b en c, mag maximaal 150 m2 aan opstallen gebruikt worden.

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groen-, water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. taluds;
  3. oevers;
  4. bruggen;
  5. fiets- en voetpaden;
  6. speel- en nutsvoorzieningen;
  7. straatmeubilair;
  8. parkeervoorzieningen;
  9. in- en uitritten.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wegen;
  2. fiets- en voetpaden;
  3. groen-, water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. straatmeubilair;
  6. nutvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. watergangen;
  2. bruggen;
  3. dammen en duikers;
  4. dukdalven;
  5. remmingswerken;
  6. taluds;
  7. bermstroken.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig wordt in ieder geval verstaan het gebruik of het laten gebruiken van gebouwen en/of onbebouwde gronden als:
  1. ligplaats of aanlegplaats voor woonschepen;
  2. opslag-, stort-, of bergplaats van andere als dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden en noodzakelijk is voor het normale onderhoud van de gronden.

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangegeven gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen;
met daarbij horende:
  1. tuinen en erven;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsactiviteiten, zoals bedoeld in artikel 20.3;
  4. groen-, water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. wegen en paden.

8.2 Bouwregels

Artikel 9 Leiding - Gas

9.1 Bestemmingsomschrijving

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de bouwregels

  1. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2 voor het bouwen van overige bouwwerken, mits:
    1. de veiligheid met betrekking tot de aanwezige ondergrondse gastransportleiding niet wordt geschaad door het realiseren van overige bouwwerken;
    2. de realisatie van overige bouwwerken niet leidt tot de vestiging van kwetsbare objecten;
  2. Voorafgaand aan het verlenen van een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' alsmede het figuur 'hartlijn leiding - gas' te verplaatsen dan wel te verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing aan deze wijzigingsbevoegdheid mag worden gegeven indien overeenstemming met de betrokken leidingbeheerder is bereikt over verplaatsing dan wel verwijdering.

Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding

10.1 Bestemmingsomschrijving

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

  1. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.1 voor het bouwen van overige bouwwerken, mits de veiligheid met betrekking tot de aanwezige ondergrondse hoogspanningsverbinding niet wordt geschaad door het realiseren van overige bouwwerken;
  2. Voorafgaand aan het verlenen van een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de voorgenomen afwijking en vraagt zij tevens aan de leidingbeheerder om binnen een nader door het bevoegd gezag te bepalen redelijke termijn haar zienswijze kenbaar te maken.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 11 Leiding - Riool

11.1 Bestemmingsomschrijving

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

  1. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.1 voor het bouwen van overige bouwwerken, mits de veiligheid met betrekking tot de aanwezige ondergrondse rioolpersleiding niet wordt geschaad door het realiseren van overige bouwwerken;
  2. Voorafgaand aan het verlenen van een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 12 Leiding - Water

12.1 Bestemmingsomschrijving

12.2 Bouwregels

12.3 Afwijken van de bouwregels

  1. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.1 voor het bouwen van overige bouwwerken, mits de veiligheid met betrekking tot de aanwezige watertransportleiding niet wordt geschaad door het realiseren van overige bouwwerken.
  2. Voorafgaand aan het verlenen van een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 13 Waarde - Archeologie 2

13.1 Bestemmingsomschrijving

13.2 Bouwregels

13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 14 Waarde - Archeologie 3

14.1 Bestemmingsomschrijving

14.2 Bouwregels

14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 15 Waarde - Archeologie 4

15.1 Bestemmingsomschrijving

15.2 Bouwregels

15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16 Waterstaat - Waterkering

16.1 Bestemmingsomschrijving

16.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van het aanleggen en onderhouden van de waterkering.

16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen mits:
  1. dit niet ten koste gaat van de mogelijkheid tot het onderhouden en aanleggen van de waterkering;
  2. overleg heeft plaatsgevonden met de beheerder van de waterkering.

16.4 Specifieke gebruiksregels

Waar de enkelbestemming 'Bedrijf' samenvalt met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering', geldt primair het bepaalde ten aanzien van de enkelbestemming 'Bedrijf' voor wat betreft het bestaande gebruik. Een en ander onverminderd de vigerende Keur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.

Artikel 17 Waterstaat - Waterlopen

17.1 Bestemmingsomschrijving

17.2 Bouwregels

17.3 Afwijken van de bouwregels

17.4 Specifieke gebruiksregels

Waar de enkelbestemming 'Bedrijf' samenvalt met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterlopen', geldt primair het bepaalde ten aanzien van de enkelbestemming 'Bedrijf' voor wat betreft het bestaande gebruik. Een en ander onverminderd de vigerende Keur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.

3 Algemene Regels

Artikel 18 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouw­plan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 19 Algemene Bouwregels

19.1 Bestaande afmetingen en afstanden

  1. In die gevallen dat de goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van bouwwerken die in overeenstemming met het bepaalde in de Wabo (en Woningwet) tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, horizontale dan wel verticale diepte in afwijking daarvan als maximaal toegestaan;
  2. in die gevallen dat de afstand tot enige grens van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wabo (en Woningwet) tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan;
  3. in het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in sub a en sub b uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.

19.2 Bouwen, steigers, bruggen, dammen en duikers

Artikel 20 Algemene Gebruiksregels

20.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik

Onder strijdig wordt in ieder geval verstaan het gebruik of het laten gebruiken van gebouwen en/of onbebouwde gronden als:
  1. seksinrichting en raam- en straatprostitutie;
  2. bedrijfsmatig exploiteren van een parkeerterrein;
  3. opslagplaats voor vaten en kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen, grond- en baggerspecie, met uitzondering van het bepaalde in artikel 20.2;
  4. uitstallings-, opslag-, stand-, of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
  5. kampeerterrein;
  6. lig- of aanlegplaats voor woonschepen;
  7. woonwagens;
  8. voorzieningen ten behoeve van religieuze uitingen (kerken, moskeeën, etc.).

20.2 Buitenopslag

Buitenopslag is toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. opslag van agrarische producten, bagger, grondspecie, vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin en grind is toegestaan;
  2. opslag is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en achter de voorgevelrooilijn;
  3. de totale stapelhoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter.

20.3 Aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsactiviteit

(Bedrijfs-)woningen en bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteit, met inachtneming van de volgende bepalingen:
  1. degene die de activiteiten uitoefent moet tevens de (hoofd)bewoner zijn van de woonfunctie;
  2. de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van het bruto vloeroppervlak van de betreffende (bedrijfs-)woning en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 45 m²;
  3. het geen horecabedrijf of detailhandel betreft;
  4. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het aan huis gebonden beroep en/of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten plaatsvindt;
  5. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
    1. voor het parkeren ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten op eigen terrein voldoende ruimte aanwezig is; en
    2. behoudens in- en uitladen, geen beroeps- en bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden.

Artikel 21 Algemene Aanduidingsregels

21.1 Geluidzone - industrie

21.2 Veiligheidszone - bevi

21.3 Veiligheidszone – gasdrukmeet- en regelstation

21.4 Overige zone - gezoneerd industrieterrein

Ter plaatse van de aanduiding 'overige - gezoneerd industrieterrein' is een gezoneerd industrieterrein gelegen. Onverminderd het bepaalde in de bouwregels per bestemming mogen in deze zone geen geluidsgevoelige bestemmingen worden opgericht. Geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn uitsluitend hier toegestaan.

Artikel 22 Algemene Afwijkingsregels

22.1 Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de regels van dit plan voor:
  1. afwijkingen van maten (waaronder bouwhoogtes en percentages) met ten hoogste 10%, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  2. overschrijding van bouwgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 2,5 meter bedragen en geen vergroting van bouwvlakken inhouden anders dan bedoeld onder a;
  3. de bouw van straatmeubilair en utilitaire bouwwerken waaronder transformatorhuisjes, wachthuisjes, gemalen, gasdrukregel- en meetstations, telecommunicatievoorzieningen en een centrale antenne-inrichting, met dien verstande, dat de oppervlakte per gebouw niet meer dan 25 m2 mag bedragen en de goothoogte niet meer dan 3,5 meter mag bedragen;
  4. het plaatsen van lichtmasten op gronden met de bestemming 'Verkeer', met dien verstande dat de hoogte niet meer bedraagt dan 15 meter.

22.2 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering, afmeting en nokrichting van de bebouwing op grond van:
  1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de sociale veiligheid;
  3. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.

Artikel 23 Overige Regels

23.1 Parkeren en laad- en losmogelijkheden

  1. Ten behoeve van het gebruik in relatie tot de omvang van het gebruik, dient er te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, alsook ruimte voor het laden en lossen van goederen, met dien verstande dat:
    1. dit alleen van toepassing is wanneer sprake is van nieuwbouw, herbouw, uitbreiding of functiewijziging;
    2. de gemiddelde parkeerkencijfers van het CROW dienen te worden gebruikt, uitgaande van een matig stedelijk gebied in de rest van de bebouwde kom;
    3. voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor het laden en lossen van goederen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd, welke zich op of onder het gebouw, dan wel op of onder het daarbij behorende, onbebouwd blijvende terrein mogen bevinden;
    4. dit in stand wordt gehouden.
  2. Het bevoegd gezag kan afwijken van lid a indien het voldoen aan de parkeernorm door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, dan wel naar het oordeel van het bevoegd gezag op andere wijze in de benodigde parkeergelegenheid wordt voorzien;
  3. Het bevoegd gezag kan afwijken van lid a indien op een andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 24 Overgangsrecht

24.1 Overgangsrecht bouwen

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het artikel 24.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het artikel 24.1 sub a met maximaal 10%;
  3. artikel 24.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

24.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 24.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. Indien het gebruik, bedoeld in het artikel 24.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. Het bepaalde onder artikel 24.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 25 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Uithoorn 2020'.

Bijlagen Bij Regels - 1

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactviteiten

Bijlagen Bij Toelichting - 1

Bijlage 1 Geuronderzoek RWZI Uithoorn t.b.v. aanvraag Wm-vergunning

Bijlagen Bij Toelichting - 2

Bijlage 2 Verkennend bodem-, puin- en asbest in grond- c.q. puinonderzoek ter plaatse van de Thamerweg

Bijlagen Bij Toelichting - 3

Bijlage 3 Risicoanalyse Rüetgers Resins B.V.

Bijlagen Bij Toelichting - 4

Bijlage 4 Risicoanalyse Quaker Chemical B.V.

Bijlagen Bij Toelichting - 5

Bijlage 5 Risicoanalyse hogedruk aardgasleidingen

Bijlagen Bij Toelichting - 6

Bijlage 6 Akoestisch onderzoek gedeeltelijke dezonering industrieterrein Uithoorn

Bijlagen Bij Toelichting - 7

Bijlage 7 Hogere waarden Wet geluidhinder Beschikking bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Uithoorn 2020'

Bijlagen Bij Toelichting - 8

Bijlage 8 Nota inspraak en vooroverleg bestemmingsplan 'Bedrijventerrein UIthoorn 2020'

Bijlagen Bij Toelichting - 9

Bijlage 9 Nota zienswijzen bestemmingsplan Bedrijventerrein Uithoorn 2020

Bijlagen Bij Toelichting - 10

Bijlage 10 Nota van wijzigingen bestemmingsplan Bedrijventerrein Uithoorn 2020

Bijlagen Bij Toelichting - 11

Bijlage 11 Aanpassingen 2e Herstelbestemmingsplan 'Bedrijventerrein Uithoorn 2020'