KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 2 Reikwijdte En Toepassing
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Algemene Bouw- En Gebruiksregels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregeling
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht Gebruik
Artikel 6 Overgangsrecht Bouwen
Artikel 7 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Planvorm
1.3 Plangebied
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Omgevingsaspecten
3.2 Economische Uitvoerbaarheid
3.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Woningsplitsing en onzelfstandige bewoning

Bestemmingsplan - gemeente Velsen

Vastgesteld op 23-12-2021 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan bestemmingsplan Woningsplitsing en onzelfstandige bewoning van de

gemeente Velsen;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0453.BP0001WONINGSPLIT1-R001;

1.3 bed & breakfast

het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf, met het serveren van ontbijt in een kleinschalige overnachtings- en verblijfaccommodatie, door de hoofdgebruiker, in of bij een woning;

1.4 huishouden

een alleenstaande of twee of meer personen die duurzaam gezamenlijk een afzonderlijke huishouding voeren, waarbij in geval van meerdere personen sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid;

1.5 inwoning/hospitaverhuur

de (gedeeltelijke) verhuur van een woning via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen doordat daarin wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet ontbreken, van maximaal twee kamers aan maximaal één persoon per kamer, waarbij de eigenaar de woning met het exclusieve gebruiksrecht van minimaal vijftig procent van het vloeroppervlak, conform NEN 2580, van de woning bewoont;

1.6 kamerverhuur

de (gedeeltelijke) verhuur van een woning via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen doordat daarin wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet ontbreken, anders dan inwoning/hospitaverhuur;

1.7 onzelfstandige bewoning

Bewoning van een woning door meerdere huishoudens, niet zijnde inwoning/hospitaverhuur, waarbij de huishoudens niet elk de beschikking hebben over een eigen kook- en wasgelegenheid en/of toilet;

1.8 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

1.9 wonen

huisvesten met vast karakter van één afzonderlijk huishouden in een woning, met inbegrip van inwoning/hospitaverhuur;

1.10 woning

complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.11 woningsplitsing

het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer zelfstandige woningen en/of het toevoegen van een extra woning in een bijbehorend bouwwerk.

Artikel 2 Reikwijdte En Toepassing

2.1 Van toepassing verklaring

  1. 1. De regels van dit plan gelden in aanvulling op en ter vervanging van de regels (waaronder de begrippen) van in de gemeente geldende bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen met de bestemming 'Wonen' die niet binnen het parapluplan 'Woningsplitsing en kamerverhuur' vallen, met uitzondering van het bestemmingsplan 'Havengebied IJmuiden'.
  2. 2. Overige regels opgenomen in de gemeente geldende bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 3 Algemene Bouw- En Gebruiksregels

3.1 Woningsplitsing

Woningsplitsing is niet toegestaan.

3.2 Regels voor woningen

Onzelfstandige bewoning is niet toegestaan.

3.3 Bed & Breakfast

Bij de bestemming 'wonen' of een bestemming waaronder wonen mede is begrepen, is Bed & Breakfast toegestaan met ingang van de volgende regels:

  1. a. binnen de bebouwde kom mag aan maximaal 4 personen en buiten de bebouwde kom aan maximaal 8 personen tegelijkertijd logies worden verleend;
  2. b. de woning moet door de hoofdgebruiker worden bewoond;
  3. c. het parkeren dient plaats te vinden op het eigen terrein, tenzij in de directe omgeving voldoende parkeermogelijkheden aanwezig zijn conform de geldende parkeernormen;
  4. d. van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende bouwwerken mag maximaal 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak, conform NEN 2580, worden gebruikt ten behoeve van Bed & Breakfast, tot een maximum van 50 m2 binnen de bebouwde kom en tot een maximum van 100 m2 buiten de bebouwde kom;
  5. e. detailhandel is niet toegestaan tenzij deze gezien kan worden als een ondergeschikte activiteit;
  6. f. horeca is niet toegestaan tenzij deze gezien kan worden als een ondergeschikte activiteit.

3.4 Afwijken van de bouw- en gebruiksregels

1. Burgemeester en wethouders kunnen door verlening van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:artikel 3.1, indien:

a. het gebruiksoppervlak van de woningen gemiddeld tenminste 60 m2 groot is;

b. voldaan wordt aan het Parkeernormenbeleid zoals vigerend op het moment van indiening van de aanvraag om omgevingsvergunning en

c. indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: - het woon- en leefmilieu;

- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

2. artikel 3.2, indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde regels van de beleidsregel 'Onzelfstandige Bewoning Velsen 2020', en diens opvolger, zoals vigerend op het moment van het indienen van de aanvraag om omgevingsvergunning;

3. artikelen 3.1 en 3.2 indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik dat niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.

4. burgemeester en wethouders kunnen aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden, waaronder het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bepaalde periode.

3.5 Voorrang bij eventuele verschillen tussen plan- en beleidsregels.

Ingeval van discrepantie tussen een planregel en een beleidsregel als bedoeld in artikel 3.4, met inbegrip van eventuele verschillen tussen begripsbepalingen, prevaleert de planregel.

Artikel 4 Anti-dubbeltelregeling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht Gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met het bestemmingsplan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of de verordening.

Artikel 6 Overgangsrecht Bouwen

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan of de verordening.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'bestemmingsplan Woningsplitsing en onzelfstandige bewoning' met idn: NL.IMRO.0453.BP0001WONINGSPLIT1-R001

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente merkt een behoefte aan meer flexibiliteit in het gebruik van woningen. Het huidige uitgangspunt is dat een woning alleen is bedoeld voor het gebruik door één gezin. Door diverse oorzaken, zoals het toenemend aantal alleenstaanden, de moeilijke positie van starters op de woningmarkt en de vergrijzing, krijgen we meer verzoeken om woningen te kunnen splitsen in meerdere woningen. Daarnaast ontvangen we aanvragen om woningen 'onzelfstandig' te mogen bewonen. Onzelfstandige bewoning is het wonen in een huis door meerdere huishoudens, zonder dat de huishoudens de beschikking hebben over een afzonderlijke kook- en/of wasgelegenheid of een eigen toilet. Onzelfstandige bewoning is vaker korter dan het gebruik van woningen door woningsplitsing.

Enerzijds willen we tegemoet komen aan deze aanvragen. Anderzijds moeten we ook oog hebben voor de mogelijk nadelige gevolgen van woningsplitsing en onzelfstandige bewoning kan nadelige gevolgen hebben voor de omgeving. Dit kan namelijk leiden tot een verhoogde druk op de omgeving, zoals geluidsoverlast en parkeerproblemen. Om één en ander goed te kunnen regelen nemen we in dit paraplubestemmingsplan voorwaarden op waaronder we woningsplitsing en onzelfstandige bewoning toestaan.

In verschillende bestemmingsplangebieden binnen de gemeente Velsen geldt nu geen regeling om splitsing van woningen en onzelfstandige bewoning van woningen te kunnen reguleren. In dit bestemmingsplan wordt dat gecorrigeerd.

1.2 Planvorm

Dit betreft een zogenaamd paraplubestemmingsplan. Een paraplubestemmingsplan is een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen. Op één of meer aspecten worden diverse bestemmingsplannen met een paraplubestemmingsplan aangepast of aangevuld, voor het overige blijven de desbetreffende bestemmingsplannen (regels en verbeelding) van kracht. Dit maakt het dus mogelijk om met één bestemmingsplan alle bestemmingsplannen aan te vullen of aan te passen waarvoor dit noodzakelijk is.

1.3 Plangebied

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de bestemmingsplannen waarin de functie wonen is toegestaan, en niet onder parapluplan 'Woningsplitsing en kamerverhuur' vallen. Dit zal voornamelijk betrekking hebben op de bestemming "Wonen", maar kan ook gaan om bestemmingsplannen met bijvoorbeeld de bestemmingen "Gemengd" of "Maatschappelijk" indien deze bestemmingen de woonfunctie toelaten.

Binnen de voormelde plangebieden zijn verschillende deelgebiedjes uitgezonderd van dit paraplubestemmingsplan omdat binnen die deelgebiedjes de planologische mogelijkheden nog niet zijn benut (de ter plaatse voorziene woningen zijn bijvoorbeeld nog niet gebouwd). De toename van het aantal woningen moet in dat geval mogelijk blijven.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Jaarlijks komen er diverse aanvragen om omgevingsvergunning bij de gemeente binnen voor het splitsen van één woning in meerdere woningen. Dit is onder andere als gevolg van de huidige, overspannen, woningmarkt. Echter, een te grote toename van het aantal bewoners kan negatieve gevolgen hebben voor een wijk. Zo kan de parkeerdruk ongewenst toenemen. Om een goede leefbaarheid en een goed woonklimaat in de wijken te waarborgen is het van belang dat woningen niet zomaar gesplitst kunnen worden. Gesplitste maar ook niet gesplitste woningen worden verder regelmatig ingezet voor tijdelijke verhuur van woonruimte aan niet-ingezetenen (vaak tijdelijke werknemers). Deze vormen van huisvesting zijn niet overal passend. Er kan bijvoorbeeld geluidsoverlast en/of parkeerdruk ontstaan. Voor short stay, dit is het op logiesbasis tijdelijk verblijven in een horecapand, bieden wij hiervoor ruimte in het havengebied door hier short stay hotels toe te staan.

Vanuit een goede ruimtelijke ordening is het gewenst om in bestemmingsplannen regel- geving voor woningsplitsing en onzelfstandige bewoning op te nemen. In dit paraplu- bestemmingsplan wordt als basisregeling opgenomen dat een woning is bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Ook is (de bestemming) 'wonen' gekoppeld aan 'woning': wonen is huisvesten met vast karakter van één afzonderlijk huishouden in een woning. Woningsplitsing en onzelfstandige bewoning zijn in principe niet toegestaan. Bed & breakfast bij een woonbestemming is onder voorwaarden toegestaan .

Vanwege de maatschappelijk behoefte aan meer flexibele woonvormen dan het traditionele wonen moeten er - op plaatsen waar dat ruimtelijk inpasbaar is - mogelijkheden blijven voor bijvoorbeeld kamerverhuur. In de regels van dit parapluplan is daarom een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning medewerking kunnen verlenen. Het betreft gevallen waarbij de leefbaarheid in een wijk niet in het gedrang komt en die passend zijn volgens het gemeentelijk beleid, zoals neergelegd in de beleidsregel Onzelfstandige Bewoning Velsen 2020.

Bij de behandeling van een aanvraag voor onzelfstandige bewoning maakt de gemeente een belangenafweging. Daarbij weegt het college de belangen van de aanvrager af tegen het belang van behoud van een pand als zelfstandige woonruimte. Ook het woon- en leefklimaat in de straat of de buurt wordt meegenomen in de afweging. Bewoning van woningen door meerdere huishoudens heeft doorgaans immers andere effecten op de omgeving dan bewoning door één huishouden. Denk aan de parkeerdruk en het veelvuldiger in- en uitverhuizen. Het college wil voorkomen dat er grote nadelige effecten ontstaan op de woon- en leefomgeving van de betreffende woning. Verder wordt het belang van de huurder meegenomen, deze moet prettig kunnen wonen. Al deze afwegingen zijn van belang bij een aanvraag voor onzelfstandige bewoning.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Omgevingsaspecten

Dit bestemmingsplan bestaat uit enkele aanvullingen en aanpassingen van de bestaande regels die geen toetsing aan de diverse omgevingsaspecten zoals water, milieu en natuur vereisen.

3.2 Economische Uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Als er sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, moeten deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.

Gelet op de aard van het plan is er geen sprake van ontwikkelingen waarvoor kostenverhaal aan de orde is.

3.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Inspraak en overleg

Aangezien het gaat om slechts beperkte aanvullingen en aanpassingen van de geldende bestemmingsplannen en beleid van andere overheden/overheidsorganen niet geraakt wordt door dit paraplubestemmingsplan, wordt voor dit plan geen inspraakmogelijkheid geboden en zijn overlegpartners (in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening) niet geconsulteerd.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan is gedurende een periode van zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kon eenieder een zienswijze indienen op dit bestemmingsplan.